DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Azana afgetreden DINSDAG 28 FEBRUARI 1939 30ste Jaargang No. 9273 Bureaux Fapengracht SS. Telefoon: Redactie 15„ Administratie 935. Adv. en Abonn.-tarieven rie paf. t Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer beslaat nil drie bladen. V De onderwijzer heelt een roeping. Wij hebben niets aan onze katholieke scholen, als wij geen katholieke onderwij zers hebben. Deze stelling, reeds meermalen in dit blad verklaard en toegelicht, is eigenlijk zóó duidelijk, dat ze voor zichzelf spreekt! Maar toch moet zij zoo nu en dan, in verscheiden vorm en op verschillende wij ze, worden herhaald en onder aller aan dacht gebracht. Omdat het beroep van onderwijzer in eere moet blijven staan. In eere bij het publiek, bij degenen, die het willen gaan beoefenen, bij degenen, die het reeds beoe fenen en die zich de diepte van hun taak levendig bewust moeten zijn en blij ven! Wij schrijven over b e r o ep. Maar is het met beter te schrijven over roeping? In het weekblad van de Katholieke Leerarenvereeniging St. Bonaventura stelt Drs. Wessels S.J. de vraag of het leeraar- schap een roeping dan wel een beroep is: Bij een beroep ligt het hoofdaccent op :tie broodwinning; een beroep is een mid del om in z'n levensonderhoud te ^voorzien. Bij een roeping is de intentie voorname lijk gericht op 't ideëele van de gekozen levenstaak. Een roeping kan natuurlijk en zal in zeer vele gevallen tevens middel zijn voor levensonderhoud; maar dit laat ste wordt dan meer beschouwd als bij komstig; het ideëele staat voorop. Het be roep intendeert vooral een materieel, de roeping èen ethisch, geestelijk doel. Iemand zou dus kunnen besluiten: of het leeraarschap een roeping is of een beroep hangt af van hetgeen een leeraar in de eerste plaats beoogt. En inderdaad, wan neer het leeraarschap wordt opgevat als een mededeelen van parate kennis voor welke bezigheid men zooveel per uur ver dient, dan begint dit wel angstwekkend te gelijken op de functie van een bakker of kruidenier. Maar zóó was de vraag niet bedoeld. Of het leeraarschap een roeping is of met kan niet afhangen van de willekeurige opvatting van dezen of genen leeraar. De vraag is of het leeraarschap uiteraard en als zoodanig een roeping is en hoe bijge volg iedere leeraar, wil hij dien titel naar waarheid en met eere dragen, zijn taak dient op te vatten. Het antwoord op de vraag, zóó gesteld, kan niet twijfelachtig zijn: het leeraarschap in zijn ware en nobele beteekenis is uiter aard een roeping. De functie van èen leeraar wordt niet omschreven door de dosis parate kennis, die hij overeenkomstig de school-program- ma's per jaar aan zijn leerlingen moet trachten bij te brengen. Die functie be doelt en vereischt een verhouding van mensch tot mensch; van een ontwikkeld en volwassen mensch tot kleine, aankomende menschjes, die nog in de groeiperiode zijn en van hun leeraren leiding' en vorming verwachten. Onderwijs is middel van opvoeding. Een leeraar moet in de eerste plaats op voeder zijn. Als zoodanig neemt hij een deel van de taak der ouders over en deelt in hun gezag. Die opvoedende taak geeft aan het leeraarschap zijn ideëele beteekenis en de waardigheid van een roeping; want daar door wordt het leeraarschap boven een materieele broodwinning opgeheven tot de ethische en geestelijke, zelfs tot de godsdienstige orde. Met deze opmerkingen van pater Wessels zal ieder het eens zijn. De aartsbisschop en de bisschoppen van Oostenrijk hebben een gemeenschappely- ken Vastenbrief uitgevaardigd, waarin zij zeggen: „Een opvoeding zonder godsdienst ont kent niet alleen de krachtigste beweegre denen tot moreel handelen, maar brengt ook de jeugd zelf in ernstig gevaar". En het onderwijs is een wezenlijk en voornaam deel in de opvoeding. DE VASTENBRIEVEN ONZER BISSCHOPPEN DE HEILIGE, KATHOLIEKE KERK. De Aartsbisschop van Utrocht, Z.H.Exc. Mgr. dr. Johannes de Jong, geeft in zijn Vastenbrief een beschouwing over de H. Kerk. Het Bisschoppelijk schrijven vangt al dus aan: „lederen dag bidden wij in de Geloofsbe lijdenis der Apostelen: „Ik geloof in de hei lige, katholieke Kerk". Voor ons, die in de Kerk gelooven, is Zij een goddelijke instel ling, die ons het heil in Christus deelachtig maakt. Hoevelen zijn er echter, die haar op felle wijze bestrijden en haar ondergang verhopen!" De Aartsbisschop zet dan uiteen, dat de Kerk is een gemeenschap, tegelijk men- schelijk en goddelijk: „De Kerk, het Godsrijk op aarde, is door Christus gesticht als de gemeenschap van allen, die in Hem gelooven en de leiding volgen van zijn Stedehouder, den Paus van Rome. In en door deze gemeenschap zet Christus zijn verlossingswerk voort. In en door haar blijft Hij zijn drievoudig ambt uitoefenen van leeraar, priester en herder, om den geloovigen 't eeuwig leven te schen ken. Daarom heeft Hij aan haar zijn ge loofsleer ter bewaring en verdere verkon diging toevertrouwd, aan haar de macht ge schonken om door offer en sacramenten de leden te heiligen en hen te leiden door een hiërarchische bestuur. Deze gemeenschap is tegelijk rr.enschelijk en goddelijk, tegelijk zichtbaar en mys tiek, dat wil zeggen: alleen kenbaar met de oogen des geloofs, bovennatuurlijk. Het zichtbare element zijn de menschen, die tot haar behooren, de uitwendige organisa tie, de riten en ceremonieën. Het onzicht bare element is de goddelijke genade, door Christus verdiend en door den H. Geest uitgestort in onze harten. Daardoor is zij veel meer dan een organisatie met een godsdienstig doel; zij is de Christus-ge meenschap hier op aarde, die leeft van zijn leven en in Hem een bovennatuurlijke een heid vormt. Gelijk de ranken, die met den wijnstok zijn verbonden, het leven van den wijnstok, zoo ook leven allen, die door de heiligmakende genade met Christus ver bonden zijn, hetzelfde goddelijke leven van Christus; zij vormen met Hem een boven natuurlijke levensgemeenschap. Wiè zalig wil worden, moet echter niet alleen tot die bovennatuurlijke levensge meenschap met Christus behooren; hij moet ook lid zijn van de zichtbare, uiterlijke ge meenschap, die door Christus is gesticht. Alleen zij, die ter goeder trouw dwalen en zonder hun schuld buiten die uiterlijke ge meenschap leven, kunnen de eeuwige za ligheid deelachtig worden, als zij overigens in staat van genade en aldus innerlijk met Christus verbonden zijn." Mgr. wijst op het goddelijk element in de gemeenschap, die de Kerk is, en op het mensch elijke. In het menschelijke heeft de Kerk haar tekortkomingén. „Doch schiet het zichtbare, menschelij- ke element te kort, de Kerk zelf blijft krachtens haar lyezen heilig, omdat de lief de van Christus in haar leeft, omdat Zij voortdurend tot heiligheid opwekt, over al le heiligingsmiddelen beschikt en in elke periode van haar geschiedenis in alle ran gen en standen ware heiligen voortbrengt. Wij betreuren de zonden van zoovele harer kinderen, maar ieder onbevooroordeeld ge schiedschrijver zal moeten toegeven, dat Zij in den loop der eeuwen eindeloos veel goed gedaan heeft; dat Zij als haar godde lijke Stichter „weldoende is rondgegaan". Voor tallooze menschen en geheele volke ren is Zij een moeder geweest, wien Zij niet alleen het geloof, doch ook de beschaving geschonken heeft. De groote geestelijke waarden, zonder welke de menschheid niet leven kan: de naastenliefde, de rechtvaar digheid, de vrijheid der menschelijke per soonlijkheid, die in het oude heidendom veelal onbekend waren en die het moder ne heidendom weer tracht te vernietigen, zijn door de Kerk gemeengoed geworden der Europsesche volkeren en worden door geen menschelijke instelling met zooveel kracht als door haar verdedigd. Aan de kinderen der Moederkerk past derhalve geen bittere, en daarom onvrucht bare critiek op haar instellingen en bedie naren. Laten wij eerder, in het bewustzijn van onze eigen zwakheid, neigen tot mild heid en barmhartigheid in ons oordeel. En vooral: laten wij door het Christendom per soonlijk te beleven, de heiligheid der Kerk naar buiten doen uitstralen; dan zal zij weer de Moeder ook worden van vele zoe kenden en dwalenden." DE VIERING VAN DEN ZONDAG. De Bisschop van Den Bosch, Z. H. Exc. Mgr. Arnold Frans Diepen, schrijft in- zijn Vastenbrief over dt viering van den Zondag: „Op geheel bijzondere wijze waardeeren Wij, om baar te verwaohten diep ingrijpen den invloed ten goede op ieders Christelijk leven, eene actie, over welke Wij U thans in dit herderlijk schrijven verder willen spreken. Niet alleen toch voor de eer van God en het heil der zielen, maar ook voor de sociale en economische, ja, zelfs de po litieke doorwerking van reohtvaardighein en liefde, en daardoor voor een opgang naar 'betere tijden, schijnt deze actie de schoon ste beloften en waarborgen te bieden. Wij bedoelen de Actie voor betere Zon dagsheiliging, die door onze Diocesane Li turgische Vereeniging, in gelukkige samen werking met ónzen „Diocesanen Kring der Voor-God-Actie" en het „Bureau der Missa Dominicalis", en, voor wat de invoering van den gemeenschappelijken Gregoriaanschen Zang betreft, in samenwerking met de St. Gregoriusvereeniging, is ondernomen. Haar program omsluit: het herstel van den Zondag als dag des Heeren, dag van rust, dag van gepaste ontspanning en fa milieleven, maar allereerst: dag van Eere- dienst. Zij beoogt dan ook voornamelijk, in ons Bisdom het schuldig Misverzuim te doen ophouden, of althans te verminderen en te voorkomen, het bij velen zoo oneerbiedig en onaandachtig Mishooren te verbeteren, het ontvangen der H. Communie en het volgen van kerkelijke diensten op den Zon dag onder ons te bevorderen. Diegenen onder U, die den Dag des Hee ren ten volle willen benutten voor him hooger zieleleven, stellen zich niet tevre den met het bijwonen van een H. Mis, zien zeker nooit uit naar een gelegenheid aan die zware verplichting te ontkomen of haar met zoo weinig mogelijk last te vervullen. Neen, voor hen is het geen Zondag geweest, als zij niet bovendien de andere kerkelijke diensten, het Lof en de bijeenkomsten onzer bloeiende godsdienstige vereenigingen: Derde Orde, Congregatie, H. Familie, ja zelfs een tweede H. Mis hebben bijgewoond. Ieder onzer moge tot zulke goede bele ving van den Zondag aangemoedigd wor den door deze woorden hit den Catechismus van het Concilie van Trente: „Zij, die de Zon- en Feestdagen nauwkeurig onderhou den, zullen gemakkelijk al de andere ge boden Gods volbrengen; zij zullen door het aanhooren van Gods wóórd, hunne plich ten leer en kennen en door de bronnen der genade gesterkt worden om die getrouw te volbrengen". (Cone. Trid. P. IH n. 4). Maakt het elkander mogelijk de Zondags rust te genieten zoo veel het kan, opdat allen zich dien dag kunnen Wijden aan hun höogere belangen. Geeft elkander daarin het goede voor beeld, beperkt uw tochten, reizen, of feest vieringen en laat deze zeker niet beginnen voor 't eindigen der kerkelijke diensten als zij zelf daarmede niet verbonden zijn. De ontspanning en de vreugde moet po Zondag allereerst gezocht worden in de genoegens van den huiselijken kring en van het familieleven. De Ouders, geholpen door de oudere kin deren, moeten een aantrekkelijk huiselijk midden weten Je scheppen. Dit is ook een heerlijke vrucht van onze Katholieke jeugd verenigingen, die haar leden voor die ge zinstaak moeten vormen en opvoeden". DE WERELD lft VOGELVLUCHT BURGOS. De Britsche en de Fransche regeeringen hebben gisteren officieel me degedeeld, dat zij het bewind van Franco de jure hebben erkend. Dat was niet twij felachtig meer. Chamberlain heeft het be sluit der Britsche regeering gemotiveerd met er naar te verwijzen, dat Franco's re- geering thans feitelijk de eenige regeering in Spanje is en dat hij binnenkort het ge heele Spaansche gebied in handen zal heb ben. Ook dat is niet twijfelachtig meer. De erkenning van Franco is dus geheel in overeenstemming met de realiteit. Des alniettemin wordt deze daad der Engelsche en Fransche regeeringen niet door allen goedgekeurd. Een blad als de „Times" acht de erkenning een logisch gevolg van de tot nu toe gevolgde politiek, maar meer links georiënteerde bladen zijn van meening. dat de erkenning een beschamend slot is van een der zwartste hoofdstukken van de Britsche geschiedenis. In Frankrijk is de stemming al evenzeer verdeeld. Zoo schrijft de „Figaro": „De vol- een kwestie van dagen, misschien van uren. een kwestie van dagen, misschien van urenè Frankrijk en Engeland zullen dan 'n goede bijdrage hebben gedaan voor de vestiging van die pacificatie. Thans willen wij ertoe mede werken om de FranschSpaansche vriendschap te herstellen en wij kunnen dat openlijk doen, omdat de regeeringen van beide landen het over dezelfde beginselen zijn eens geworden. In de „Populaire" uit Blum echter den vrees, dat de vervaldag nabij is, waarop de Italiaansche eischen zullen worden ge steld, en zegt hij de ministers te benijden, indien zij zich hierover gerust kunnen voe len. BRUSSEL. In België is het pas ver schenen kabinet-Pierlot alweer verdwenen. Zóó gewonnen, zóó geronnen! De socialis ten waren het niet eens met de salarispoli- tiek. van don nieuwen minister van finan ciën en deze wilde zijn standpunt niet op geven, terwijl Pierlot zijn minister niet wil de laten schieten. Zoo is de crisis in België weer in volle gloria herleefd. De dagorde van het Conclaaf Voor het Kardinalen-college, in conclaaf bijeen, is de volgende dagorde opgesteld: 8 uur: De groote klok op het Damasus- plein roept de kardinalen op naar de Pau- lijnsche kapel. De pauselijke ceremonie meesters maken een ronde langs de cel len en luiden met hun bellen. Alle kardi nalen wonen gezamenlijk de communiteits mis bij, die wordt opgedragen om den bij stand van den H. Geest af te smeeken. Daarna draagt iedere kardinaal (behalve op den eersten dag van het Conclave) af zonderlijk de mis op, hetzij aan een der ve le altaren, die in de zaal van de Paramen ten zijn opgeslagen, hetzij aan een altaar, dat in zijn eenvoudige cel is opgericht. 10 uur: Wederom luidt de klok op het Damasusplein. De eerste stemming van den dag begint: alle kardinalen begeven zich naar de Sixtijnsche kapel en nemen plaats op hun tronen. Conolavisten en andere die naars van het Conclave mogen niet bij de stemming aanwezig zijn, doch houden zich in de zijvertrekken gereed om eventueel hun diensten te bewijzen, indien de nieu we paus gekozen is. Indien de stemming geen resultaat heeft opgeleverd het des betreffend bericht wordt zoowel door de „sfumata" als door de Radio Vaticana on middellijk bekend gemaakt gaan de kar dinalen weer naar hun cellen. 13 uur: De kardinalen vereenigen zich aan een eenvoudige luncih. Na afloop daar van komen zij in groepen bij elkander en bespreken de kansen van de candidaten. Binnen de ruimte van het Conclave zijn af zonderlijke vertrekken voor deze bespre kingen ingericht. 16.30 uur: De klok op het Damasus plein geeft het sein voor een nieuwe stem ming eveneens in de Sixtijnsche kapel. Na afloop daarvan nemen de kardinalen een korte recreatie. 18 uur: De kardinalen komen in de Pauselijke kapel bijeen en bidden het ro zenkransgebed, gevolgd door een andere geestelijke oefening. 19 uur: Het kardinalencollege vereenigt zich aan een gemeenschappelijk diner, waarna ieder zich weer in zijn cel terug trekt. 21.30 uur: De kardinalen begeven zich tei ruste. Binnen geheel het Conclave is strikt silentium geboden. Het is mogelijk, dat deze dagorde later nog eenige wijzigingen ondergaat, vooral wanneer l et Conclave langer dan gewoon lijk mocht duren en het wenschelijk wordt, dat er meer dan twee stemmingen per dag plaats vinden. HET TESTAMENT VAN PAUS PIUS XI. Naar men ons uit Rome schrijft, heeft Paus Pius XI z.g. in zijn testament bepaald, dat alle voorwerpen in zijn huiskapel, wel ke voor zijn persoonlijk gebruik bestemd waren, eigendom worden van het college der Propaganda Fide. Al deze voorwerpen zijn inmiddels reeds overeenkomstig den wensch van den ont slapen Paus, naar genoemd college over gebracht. Tot deze voorwerpen, die alle door Zijne Heiligheid tijdens zijn langdurig en zegen rijk pontificaat bijna dagelijks zijn ge bruikt, behooren het op het pauselijk al taar staarde kruis, kandelaars, Canon-bor den, missaaistandaard, ampullen, enz., al les rijk bewerkt en in denzelfden stijl. Van bijzondere waarde zijn verschillen de buitengewoon kostbare cibories en kel ken en rijke Mis-gewaden, welke in den loop van den tijd aan dén Paus ten ge schenke zijn gegeven. Van het grootste belang is hierbij de kelk. dien de H. Vader jaren en jaren el- ken dag bij de H. Mis gebruikte en die door het lange gebruik hier en daar zelfs tee kenen van slijtage vertoont. De tariefsverhoogingen. Zooals men weet, heeft de onlangs tot standgekomen wijziging der tariefsmachti gingswet de regeering bevoegd gemaakt, om, wanneer zij een wetsontwerp met pro tectionistische tariefsverhoogingen indient, deze verhoogingen bij Koninklijk Besluit vast tijdelijk in werking te doen traden. De regeering heeft verklaard, deze bevoegd heid absoluut noodig te hebben, omdat zon der deze de handel zich haasten zou om, voordat een wetsontwerp tot tariefverhoo- ging wet wordt, ons land te overstroomen met de desbetreffende goederen, die dan nog tegen het oude, lage invoerrecht zouden kunnen wordien ingevoerd. Een wetsontwerp met protectionistische tarief verhoogingen is nu, zooals gemeld, Zaterdag ingediend; en, zooals eveneens reeds is medegedeeld, treedt het daaraan correspondentie besluit in werking met 1 Maart. Wie dus nog tegen de lagere invoerrech ten wil invoeren, zou moeten maken, dat de goederen vóór morgen over de grens zijn! VOORNAAMSTE NIEUWS Bollenland Parijs en Londen hebben officieel de er kenning van Franco medegedeeld (2d« blad). Het kabinet-Pierlot alweer afgetreden (2e blad). De gemeente-ontvanger de heer H. Filippo, die morgen een zilveren dienst- jubileum herdenkt, (zie Stadsnieuws). COLLONGES SOUS SALèVE, 28 Febr. (A.N.P.). Azana heeft een schrijven ge richt tot den president van de Cortes, Mar tinez Barrio, waarin hij zijn ontslag aan biedt als president van de Spaansche repu bliek. Azana schrijft, dat sedert het oogenblik, waarop de generale staf van de republi- keinsche troepen den nederlaag onvermij delijk achtte, hij een voorstander was van het snel sluiten van een wapenstilstand. Dit was niet alleen zijn eigen meening, vol gens zijn geweten, doch ook de meenintg van de meerderheid van het Spaansche volk. Bij het verlaten van den Spaanschen bodem trad hij niet onmiddellijk af, aan gezien hij van meening was, dat een goed oogenblik was aangebroken om vredes onderhandelingen te openen. Nu evenwel Frankrijk en Groot-Brittannië de regee ring van generaal Franco de jure hebben erkend, is geen mogelijkheid meer open voor onderhandelingen of actie van zijn kant. ONTPLOFFING IN EEN TURKSCHE STEENKOOLMIJN. ISTANBOEL, 28 Febr. (Havas). Tenge volge van een mijngas-ontploffing bij He- raclea zijn 35 mijnwerkers van de buiten wereld afgesloten. 23 werden gedood, twee gewond en tien licht gekwetst. DE ONRUST TE RANGOON. RANGOON, 28 Febr. ((A. N. P Gister avond zijn in een gevecht tusschen Mo hammedanen en Hindoes één Mohamme daan gedood en negen Mohammedanen en zeventien Hindoes gewond. De man, die gedood werd, werd ver moord door een Gurkha, toen hij zijn zus ter, die door den Gurkha werd aangeval len, wilde redden. De politie herstelde de orde en patrouil leert thans het gebied. Vrijdag j.l. hebben Birmanen in het dorp Shwebo zeventig huizen van Mohamme danen platgebrand. Tijdens de gevechten, welke hierbij werden gevoerd, is een per soon gedood en vijf gewond. MILITAIREN IN PALESTINA GECONSIGNEERD. JERUZALEM, 28 Febr. (A. N. P.) In verband met de golf van terreur, welke gisteren over het land is gegaan, zijn alle militaire eenheden in Palestina gecon signeerd. Een aantal revisionisten (extre mistische Joden) is gearresteerd. Na een onderhoud met den militairen commandant, heeft de burgemeester van Tel Aviv gisteren een verklaring gepubli ceerd, waarin hij aanspoort tot discipline en zijn afschuw uitspreekt over de terreur. Hij zeide, dat de daden van terreur werden gepleegd door onverantwoordelijke ele menten..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1