Dominee Bos over den Paus van Rome Naar het einde van den Spaanschen oorlog De antl-Duitsche stemming in Polen MAANDAG 27 FEBRUARI 1939 DE LEICSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Beter geen „getuigenis", dan zulk getuigenis. Vertalen valt niet mee! In de Marekerk te Leiden is onlangs door predikanten der Ned. Herv. Kerk een viertal lezingen gehouden, onder de geza menlijke titel ..Protestantsch getuigenis in zake Roomsche dwaling". De opzet dezer avonden was „inlichting en voorlichting van vele Roomsche en andersdenkende zoekenden". Op de laatste van dit viertal getuigenis avonden, (welke behalve in Leiden ook in denzelfden vorm in den Haag werden be legd) heeft gesproken ds. G. Bos, Ned. Herv. predikant te den Haag, die het on derwerp behandelde: „Wie is de plaatsbe- kleeder van Christus op aarde?" Ds. Bos zal het ons niet kwalijk nemen, dat wij door zijn getuigenis geenszins overtuigd zijn. Eerder is het tegendeel het geval. Zijn argumentatie, om te bewijzen, dat het pauselijk Plaatsbekleederschap van Christus is: een „godslasterlijke, duivel- sche, wederrechtelijke inbezitneming" (p. 102) is niet nieuw en van Katholieke zijde herhaaldelijk weerlegd. De Protestanten blijven nu eenmaal stokstijf staan bij hun opvatting van een ..onzichtbare gemeen schap" bij de eerste Christenen, hoewel, gelijk Piet Kasteel snedig opmerkte, deze opvatting „volslagen onbyibelsch en abso luut onhistorisch (is).. Zij dateert uit de 16e eeuw; dat is vijftienhonderd jaar te laat om Apostolisch of Christelijk te hee- ten" („Het Schild" jrg. 7, p. 99). Wij zouden ons de moeite bespaard heb ben een bespreking van het betoog van ds. Bos in onze artikelen-reeks over het Paus schap in te lasschen omdat wij in een af gezaagde teksten-polemiek weinig nut zien als ds. Bos zijn „getuigenis" niet op zulk een wonderlijke wijze had opge bouwd. Nu het verschijnen van dit getuigenis boek samenvalt met de publicatie van deze artikelen in de krant, voelen wij ons ver plicht de door ds. Bos gevolgde methode aan de kaak te stellen. Wij meenen hiermede niet de Katho lieke Kerk, maar wèl de Ned. Herv. Kerk een dienst te bewijzen. Een betoog, als door ds. Bos geleverd, strekt haar niet fot eere. Het is niet onze bedoeling alle onjuisthe den in de toespraak van dezen groote- stads-predikant recht te zetten. Dusdoen de zouden wij vanzelfsprekend toch in een polemiek geraken over algemeen-protes- tantsche opwerpingen. In het vervolg dezer artikelen-reeks zullen wij trouwens nog gelegenheid te over vinden, deze opwer pingen te ontzenuwen. Onze bedoeling thans is slechts aan te toonen, dat ds. Bos op hoogst-onweten- schappelijke wijze is te werk gegaan. Zijn toespraak riZzelt van zulke koeien van fouten, dat het jongste misdienaartje hem van voorlichting had kunnen dienen. Zoo vertaalt hij met een staal gezicht „via crucis" met „langs hetkruis" en „ex pro- fesso" met „krachtens profetie"! Hij blijkt ook slecht op de hoogte met de pauselijke hofhouding en betitelt de „fa- milia pontificia" als de hofhouding van geestelijken en de „cappella pontificia" als de hofhouding van wereldlijken aard. Deze fouten zouden wij ds Bos echter gaarne vergeven, ofschoon wij hem toch aanraden, als hij géén Latijn kent, niet te doen alsof hij het wèl kent, en, als hij geen stu die heeft gemaakt van Vaticaansche aan gelegenheden, niet-in een lange reeks no ten de schijn te wekken, alsof hij terdege op de hoogte is. Wij zouden ons echter onthouden heb ben goedkoope triomfen te behalen op de onkunde van ds. Bos, als deze predikant niet in veel ernstiger mate getoond had geen wetenschappelijk-werkend man te zijn. Om te onderzoeken op welke gronden de Katholieke Kerk het Pausdom schriftuur lijk verdedigt, acht ds. Bos het goed haar zelf aan het woord te laten. Hij gebruikt voor dit doel de „Dogmatik" van dr. Schee ben en wel het vierde deel, dat geschreven is door dr. Atzberger. 1) Met deze werkwijze kunnen wij niet an ders dan onze groote instemming betuigen, mits men den tegenstander dan ook in derdaad aan het woord laat komen en niet door weglatingen of onjuiste formuleering zijn woord anders weergeeft. 1) Ds. Bos gebruikte de uitgave 1927; ons staat ten dienste de „Unveranderte Neu- druck von 1933". „Vragen wij nu" schrijft ds. Bos (p. 94) „naar bewijzen uit de H. Schrift, dan zegt Scheeben, dat Jezus aan Petrus bijzondere onderscheidingen gegeven heeft. Het Nieuwe Testament spreekt op bizondere wijze van hem. Wanneer Petrus geroepen wordt ont vangt hij een anderen naam. Petrus moet uit den mond van een visch een geldstuk nemen om daarmee te betalen de belasting voor den Heer en voor zich zelf. Petrus is steeds mèt den Heer bij bijzondere gebeur tenissen: bij de opwekking van het doch tertje van Jaïrus, de verheerlijking op den berg, in den hof van Gethsemane. (Schee- ben verzuimt te vermelden, dat bij deze gebeurtenissen, behalve Petrus, ook nog andere discipelen zijn!). Jezus zal Petrus tot visscher van menschen maken. Petrus wandelt op de zee (inderdaad, zoolang hij in hel geloof op Jezus ziet; doet hij dat niet dan gaat hij onder; en de afloop van alles is, dat de discipelen Jezus aanbid den!). Petrus mag namens de discipelen spreken (alsof dit een „mogen" is, en niet voortvloeit uit het feit, dat hij nooit z'n mond kan houden!). Hij ontvangt een per soonlijk bericht van de opstanding (hier mede is natuurlijk alleen maar gezegd dat Jezus den discipel, die Hem drie maal ver loochend heeft, in groote ontferming en liefde tegemoet treedt). Petrus wordt steeds op de eerste plaats genoemd, terwijl van de andere discipelen in 't algemeen wordt gesproken. Dit alles, zegt Scheeben, leert het primaat van Petrus ex professo krachtens profetie) zoolang Christus op aarde is". 1) Toen wij deze samenvatting van Schee ben gelezen hadden, waren wij eenigszins wantrouwig. Hetgeen begrijpelijk is. Want het kwam ons hoogst onwaarschijnlijk voor, dat Scheeben reeds op deze teksten het primaatschap van Petrus zou grond vesten. En wat schrijft Scheeben (Handbuch der Katholischen Dogmatik, dl. 4, p. 404 vlg.)? „Um zu den positieven Beweisen der ka tholischen Lehre vom Primate Petri über zu gehen, so kann zunachst hingewiesen werden auf eine Menge besonderer Aus- zeichnungen, welche Christus in den Ta- gen seines Erdenwandels dem Petrus zu theil werden liesz, so wie auf die besonde- re Art und Weise, in welcher die Schrif ten des Neuen Testamentes von Petrus re den. Schon hierdurch wird namlich der Vorrang Petri vor den übrigen Aposteln sattsam nahegelegt". Scheeben geeft dan de bedoelde teksten aan, toont aan, dat Petrus steeds is „in der Gesellschaft des Herrn, wenn dieser etwas Hervorragenoes thut", noemt verschillen de andere voorbeelden (waarvan verschei dene door ds. Bos zijn weggelaten) en ver volgt: j,Es soil keineswegs behauptet werden, dasz durch die bisher vorgeführten Aus- zeichnungen Petri schon sein Jurisdictions- primat bewiesen sei, oder gar, dasz die Apostel ihm als ihrem Haupte schon ge- horsam schuldeten, solange Christus selbst noch auf Erden weilte, wie van den Gegnern menchmal unterstellt wird. Im- merhin aber beleuchten diese Auszeich- nungen in hohem Grade diejenigen Texte, welche den Primat Petri ex professo leh- ren, und erscheinen in ihrer Gesamtheit nur dann als vollberechtigt, wenn Petrus wirklich einen so hohen Vorrang vor den übrigen Aposteln empfangen sollte, wie der Primat es war. Darum haben die Vater mit alJem Rechte auch die erwahnten Aus- zeichnungen bei dem Beweise des Prima tes Petri mannifach verwerthet". Ds. Bos heeft Scheeben in de Marekerk een flater laten slaan, doch het was niet Scheeben die een flater sloeg, maar ds. Bos. Iets verder (p. 95) schrijft ds. Bos, we derom Scheeben samenvattend: „Tenslotte wilde Jezus Petrus beloonen (sic! (deze sic is van de dominee! Red. L. Crt.!) voor zijn besliste geloofsbelijdenis, zoodat alle volgende beloften hem alleen en onmid dellijk gelden. Petrus is dus het begin der Kerk en de Kerk kan alleen daar zijn waar Petrus is". De predikant heeft echter een belangrijk tusschenzinnetje weggela ten, laten wij aannemen uit gemakzucht. Scheeben schrijft (p. 408):„Wie das Funda ment «der Anfang eines jeglichen Gebau- des ist und das Gebaude nicht anderswo bestehen kann als da, wo dessen Funda ment ist, so ist Petrus (in gewissem Sinue wenigstens) Anfang der Kirche und kann diese nur da sein, wo Petrus ist". Ieder Katholiek weet, dat Christus het I) De tusschen haakjes geplaatste op merkingen zijn van ds. Bos. (Red. L. Crt.), begin der Kerk is, maar dat Petrus, als steenrots en fundament, vergelijkenderwijs, ,,in zekeren zin ten minste", begin der Kerk genoemd kan worden. Maar wat moet het Protestantsch ge hoor van ds. Bos daarvan gedacht heb ben? Op p. 96 laat ds. Bos Scheeben uit- kraaien: „Hij is het hoofd en de vorst der apostelen en alle geioovigen. Hij moet binden en ontbinden, d.i. de hoogste alle bovennatuurlijke machten omvattende vol macht tot regeeririg der Kerk." Scheeben (p. 409): „Die dem hl. Petrus ferner verheiszene Binde-und Lösegewalt bedeutet wohl gleichfalls) nichts anderes als die höchste, alle übernatürlichen Ge- walten, welche das Wesen und den Fortbe stand der Kirche bedingen, umfassende Vollmacht Zur Regierung der Kirche. Kan ds. Bos niet lezen of kent hij geen Duitsch. We zullen het laatste maar veron derstellen. Het betoog van ds. Bos, dat wij in zoo verre de gebruikelijke Protestantsche be wijsvoering werd gevolgd voor 't oogen- blik laten wat het is, wordt bovendien ont sierd door slordigheden (op p. 99 b.v. noemt hij het geloof van Petrus onvernie tigbaar (indelebiiis). Scheeben noemt het echter indefectibel (p 414), wat veel nor maler klinkt), door zijn persoonlijke af- kter van de hoogst-eerbiedwaardige fi guur van St. Petrus (p. 94, p. 101; wij ko men daar nader op terug), door allerlei n:€ts ter zake doende of foutieve opmer kingen (zoo beweert hij, dat de titel van den Paus is: pappa!) Zijn besluit van p. 102, alinea 4: „En daarmee stemmen wij hartgrondig in met het oordeel van dezen Roomsch-Kathohe- *er dogmaticus" moet op de to e- hoorders misleidend hebben gewerkt, evenals het gebruik van het even tevoren geciteerde Matth. XVI 22, 23, maar thans in een ander verband (p 98). Het prachtigst is nog wel het alternatief, wacivoor ds. Bos den Paus stelt: „Deze man moet waanzinnig, een psychopaat worden, of zal in zijn waan alle gevoel van zede lijke en geestelijke distantie moeten ver liezen (p. 102). Gelukkig voor ds. Bos weet niemand wat „die zedelijke en geestelijke distantie" eigenlijk inhoudt. Anders zouden wij nog in conflict komen mei het Hoofd van een buitenlandsche mogendheid, die, zooals ds. Bos óók al verteld heeft, er een gevangenis op na houdt. Ter voorkoming van misver stand en om ds. Bos niet benauwd te ma ken, voegen wij eraan toe, dat deze gevan genis dient voor vergrijpen in de Vaticaan sche staat Wij zouden ons om de toespraak van ds. Bos niet zoo druk hebben gemaakt, als zij uitgesproken was in een bijeenkomst van Kerstianen. Deze avond was echter offi cieel belegd door de Nederd. Herv. Ge meenten te den Haag en te Leiden, als ant woord op samenkomsten van Katholieke zijde (Inleiding). De keuze van dezen spreker is niet ge lukkig geweest voor het prestige der be trokken Ned. Herv. gemeenten. Al zouden (het is maar een veronderstelling, ds. Bos!) al ons bidden en boetedoeningen, biechten en missen-bijwonen ons geen zier rijker hebben gemaakt (vgl. p. 110), dan nog zouden wij er feestelijk voor bedanken on der het gehoor te komen van ds. Bos, Ne derd. Herv. predikant te 's-Gravenhage. Buitenlandsche Berichten HEVIGE REGENVAL IN AUSTRALIë. In Victoria (Australië) is zooveel regen gevallen als in 26 jaar niet meer is gezien. In twee dagen is er 12 c.M. regen en op tallooze plaatsen zijn de rivieren bui ten hun oevers getreden. De vluchtelingen uit het gebied, waar in Januari de boschbranden hebben gewoed, die thans in tenten leven, hebben veel te lijden van de regen en de koude. CANADEESCHE VIJFLING GAAT RENTENIEREN. Omtrent de wereldberoemde vijfgezus- ters Dionne, die onlangs den vijfjarigen leeftijd hebben bereikt, komt thans de me- dedeeling, dat de groote rol, die ze als cu riositeit vijf jaar lang hebben gespeeld, als geëindigd wordt beschouwd. Als „won derkinderen" zullen ze verder niet meer optreden. Ze kunnen zich dan ook rustig uit 't openbare leven terugtrekken en op haar lauweren gaan rusten, want in haar safe hebben ze een bedrag van ongeveer 200.000 pond samenvergaard, een bedrag zelfs voor vijf dames groot genoeg, er net jes van rond te kdmen. Of echter over vijf tien jaar bij leven en welzijn de dames Dionne er zelf ook zoo over zullen denken, is nog lang niet zeker. Een vijf ling blijft toch altijd een vijfling en voor een vijfling staan altijd vele mogelijkheden open, als het op geld verdienen aankomt. VANDAAG ERKENNING VAN FRANCO. Een accoord tusschen Berard en Jordana. Generaal Jordana en de Fransche ver tegenwoordiger Berard hebben Zaterdag te Burgos een uit drie documenten be staande overeenkomst geteekend. Voorts heeft generaal Franco zijn ver zekeringen aan sir Robert Hodgson, den Britschen agent te Burgos, in zake de re presailles en de integriteit van het Spaan- sche grondgebied, thans bevestigd in een schriftelijk communiqué, aldus bericht de diplomatieke medewerker van Reuter. Dit communiqué behelst een uiteenzet ting van de positie van de nationalistische regeering en kan niet beschouwd worden als een voorwaarde voor de erkenning van Franco. Vernomen wordt, dat in deze nota op nieuw uiting wordt gegeven aan den wensch van de nationalisten, dat de repu blikeinen zich onvoorwaardelijk zullen overgeven. Hieraan wordt toegevoegd, dat slechts mis dadigers een dergelijke capitulatie te vree zen hebben en dat het het voornemen van de nationalisten is, de integriteit van het Spaansche grondgebied te handhaven. Hoewel men in gezaghebbende kringen te Londen van ooideel is, zoo vervolgt Reu ter, dat deze uiteenzetting van de politiek van Franco niet precies den vorm heeft, waarop men gehoopt had, acht men haar niettemin voldoende. Zoodra de erkenning van de regeering te Burgos door Frankrijk officieel zal zijn, zal de ambassadeur van het linksche Spanje te Parijs de ambassade verlaten en zijn in trek nemen in oen hotel. Azana verlaat Parijs. De president van de Spaansche republiek Azana heeft Zondagavond het gebouw van de Spaansche ambassade te Parijs, waar hij sedert eenigen tijd verbleef, verlaten. Om 10.20 uur is hij uit Parijs vertrokken. Azana begeeft zich naar Chollouse-sur- Salère, een dorpje dat in Savoye ligt, dicht bij de Zwitsersche grens. Hij zal daar een buiten betrekken, dat voor hem gehuurd is door zijn schoonzoon. Dit vertrek van Azana uit het Spaansche ambassadegebouw te Parijs beteekende practisch, dat hij zich niet meer beschouwt als president der Spaansche republiek. Deze beschouwing ligt wel eenigszins voor de hand, nu Frankrijk en Engeland hebben besloten het bewind van Franco als de wettige Spaansche regeering te erken- ZAKT HET VERZET INEEN? Er doen zich tal van verschijnselen voor, welke duiden op de uiteenvalling der poli tieke en militaire kringen te Madrid. Zoo zou generaal Miaja zijn tot dusver over- heerschende rol prijsgeven en zich op den achtergrond houden. Kolonel Zulueta zou zijn pas hebben aangevraagd en de voor aanstaande politici, die tot dusver in de stad zijn gebleven, zouden zich gereed maken voor het vertrek. Het politiek bureau van de communis tische partij te Madrid heeft echter een resolutie gepubliceerd, waarin wordt ge zegd, dat de partij vertrouwen heeft in de uiteindelijke overwinning, hoewel wordt toegegeven, dat de toestand ernstig is. Het leger is nog intact en het volk is vastbe sloten. De partij is verder van meening, dat nog hoop bestaat op materieele hulp van democratische zijde en zij eischt bestraf fing van hen, die het moreel van het land breken om aan te dringen op capitulatie. EEN PROTEST TEGEN ERKENNING. Op Trafalgar Square te Londen is door de Britsche arbeiderspartij een betooging gehouden om te protesteeren tegen het be sluit der Britsche regeering, Franco te er kennen. Als sprekers traden op Attlee en Herbert Morrison, die télkenmale luide in de rede werden gevallen door voorstan ders van het volksfront Er werd een reso lutie aangenomen, waarin uiting wordt ge geven aan „schaamde en afschuw" over de politiek der regeerir.g Attlèe en Morrison brachten de resolutie per taxi naar Dow- ningstreet. Een groote menigte volgde te voet, doch zij vond den toegang tot Dow- ningstreet afgezet door bereden politie. KABELBALLONS DOOR BLIKSEM GETROFFEN. Een van de zes ballons van een kabel- versperring te Stanmore in Middlesex is gisteren door den bliksem getroffen en als een brandende massa neergestort. Ook na bij Chigwell in Essex is gistermiddag een ballon brandend neergestort. Te Stanmor- ge kwam de brandende ballon op een han gar terecht, welke schade opliep, doch niemand werd overigens gedeerd. SCHEEPSBOTSING VOOR DE AMERIKAANSCHE KUST. Mackay-radio heeft een S.O.S. bericht opgevangen van het vrachtschip „Lillian", waarin wordt gemeld, dat het schip 40 mijl bezuiden New York in dichten mist in aanvaring is geweest met het schip „Wie- gand", van de Norddeutsche Lloyd. De „Lillian" is zinkende, de „Wiegand" is licht beschadigd en heeft de 35 opvarenden van de „Lillian" aan boord genomen. Nog twee schepen zijn op weg naar de pl des onheils. R.K. Ver. .v. Kraamverzorging voor alle gezindten te Leiden en Omstreken Plaatsing-Bureau le Binnenvestgracht 30, voorheen Boerhaavestr. verleent hulp door gediplomeerde krachten Geopend eiken DINSDAG- en DONDER DAGMIDDAG van 2—4 UUR tot het ver strekken van de gewenschte inlichtingen, aanmelden van contribueerende leden en aanvragen voor kraamhulp - Telef. 3420. Aanvragen (schriftelijk) adres 1ste Bin nenvestgracht 30. NOG STEEDS BETOOGINGEN. Graaf Ciano echter toegejuicht. Te Posen is het Zaterdag tot een her haling gekomen der betoogingen. De rui ten van twee Duitsche winkels werden vernield'. De reserve-officieren te Lwow hebben een motie aangenomen, waarin zij hun sympathie bekrachtigen met de Poolsche studenten te Danzig en verklaren, dat zij in hun strijd om Polen aan den mond van den Weichsel te handhaven, zeker kunnen zijn van den steun der geheele natie". Te Wilna hebben ongeveer achthon derd studenten gedurende eenige uren in de hoofdstraat betoogd en daarbij geroe pen: „Weg met de regeering! Weg met Beek!" De meesten der demonstreerende studen ten behoorden tot de nationaal-democrati- sche partij, een uiterst rechtsche partij, welke in oppositie is tegen de regeering. Voor de Duitsche ambassade te War schau staat een wacht van 25 politie-be- ambten geposteerd in verband met anti- Duitsche betoogingen. Het verluidt, dat vanwege het ministe rie van buitenlandsche zaken den Duit- schen ambassadeur officieel verontschuldi gingen zijn aangeboden. Demonstreerende studenten drongen Zaterdagmiddag, ondanks de politiebewa king, door tot dicht bij de Duitsche ambas sade. Er werd met steenen naar het ge bouw geworpen, doch er werd geen scha de aangericht. Wel werden verscheiden betocgers gearresteerd. Toen Ciano een krans legde op het graf van den onbekenden soldaat, was het plein door de politie van betoogers gezuiverd. Later werd Ciano voor het gebouw der Italiaansche ambassade toegejuicht. In de polytechnische school te Warschau werd Zaterdagmiddag een groote betoo ging gehouden, waar een resolutie werd aangenomen door studenten en professo ren, waarin werd aangedrongen op een boycot van Duitsche goederen. Te Krakau hebben Poolsche studenten een inval gedaan in het verenigingslo kaal der Duitsche studenten, waar een kloppartij met Duitsche studenten ont stond. De inventaris werd vernield. Ook te Ddynia zijn anti-Duitsche betoo gingen gehouden, waaraan door vijfdui zend perso-nen van alle maatschappelijke standen werd deelgenomen. De betoogers poogden het Duitsche consulaat te berei ken onder het roepen van: „Wij zullen oprukken naar Danzig". Zij werden door de politie verstrooid. In politieke kringen te Berlijn is een duidelijk streven merkbaar, niet te veel belang te hechten aan de studentendemon straties in Polen. De Duitsche rijkspolitiek steunt niet op studenten en evenmin staat het Duitsche riik toe, dat zijn buitenlandsche politiek bepaald wordt door studenten, verklaarde een Duitsche woordvoerder aan Reuter. Hij voegde er aan toe: „Niets is gemak kelijker, dan een groep studenten te be wegen tot het uiten van chauvinistische kreten". Te Berlijn wordt de indruk gegeven, dat de zaak met de Poolsche verontschuldigin gen thans als afgedaan wordt beschouwd. Het lijkt waarschijnlijk, dat de Duitsche regeering tot de slotsom is gekomen, dat op het oogenblik ieder krachtig optreden belemmerend zou werken op de Poolsch- Italiaansche besprekingen. 'n Linkerbocht afsnijden NOOIT! Een bocht naar links moet u ruim nemen, een bocht naar rechts echter juist kort!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5