Het Blad Papier DE GROOTE KERK TE ALKMAAR IN VERVAL FEUILLETON door V. WANIEK (Nadruk verboden). t> Kronberg's bewondering groeide nog. Wel een massa ondervinding, kennis en jcherpzinnigheid was er noodig, om uit een onnoozel blaadje papier dit alles te kun nen opmaken! Was iemand in staat om de arme Maud te redden dan voorzeker deze beroemde detective! Kronberg stond op en zei tot Karl Roch, die blijkbaar in diep gepeins was verzon ken: Ei ben gefortuneerd en onafhankelijk, •n gaarne bereid, al de kosten te dragen en u een flink honorarium, dat u zelf kunt bepalen, uit te keeren. Maar ik smeek u, mij te hulp te komen en u met de zaak te belasten. De detective ontwaakte uit zijn gepeins, keek Kronberg wel een minuut aan, en zei toen ernstig: Goed, ik zal aan uw verlangen vol doen. Maar ik beschouw het als mijn plicht, uw aandacht er op te vestigen, dat waar schijnlijk Langdurige waarnemingen noodig zullen zijn. die veel geld kunnen kosten, omdat ik verscheidene personen noodig heb. Ook mag ik u niet verhelen, dat alles vruchteloos kan zijn dat wij te laat kun nen komen. Kronberg slaan te een diepen, smartelij- ken zucht Karl Roch keek hem met denis aan en greep zijn hand. Wees gerust, hernam hij, voorloopig bestaat er geen reden om het ergste te vree zen. Ik hoop reeds morgenavond een bete ren kijk op de zaak te hebben. Maar. dok ter, 't is niet vroeg meer. Ik geloof dat u 't best zult doen, recht naar huis te gaan en u onmiddellijk ter ruste te begeven. Te gen morgenavond zes uur wacht ik uw be zoek. Misschien heb ik u dan iets aange naams te vertellen. Hij stak Kronberg de hand toe en de geleerde drukte ze hartelijk. Toen nam Kronberg afscheid. Karl Roch stak nog een sigaret aan, maakte het zich gemakelijk in zijn wijden clubfauteuil en keek nadenkend naar de blauwe rookwolkjes, die hij opblies naar het plafond. H. Den volgenden avond meldde Kronberg zich stipt om zs uur aan bij de den detec tive, die aan zijn met papieren en docu menten overdekte schrijftafel zat en druk werkte. Na de wederzydsche begroeting nam Karl Roch glimlachend het woord: Op de eerste plaats moet ik u drin gend verzoeken, van uw wandelingen in de Lindenstrasse af te zien. U zout de aan dacht kunnen trekken en dat is niet wen- schelyk. Hebt u mij daar gezien? Natuurlijk, er zelfs gesproken. Gesproken? Niet mogelijk! Zelfs tweemaal. Den eersten keer van morgen om 8 uur, toen u zoo vriendelijk waart, een exemplaar van het „Tageblatt" van mij te koopen. Den tweeden keer tegen den middag, toen ik de vrijheid nam, u vuur te vragen voor mijn sigaret. Die sjofel gekleede, gebrekkige kran- tenverkooper en die elegante heer met het blonde baardje, was u dat?! riep Kronberg in opperste verbazing. Inderdaad. Niet mogelijk! U kunt het gerust gelooven.... MaaT u zult u immers in de Londenstrasse niet meer laten zien? Ik geef u de stellige ver zekering dat dit nuttig en zelfs noodig is. De zaak is toch al te ruchtbaar geworden. De politie heeft reeds nasporingen gedaan. Heeft zij iets gevonden? vroeg Kron berg driftig. De detective glimlachte weer: Zij heeft natuurlijk niets gevonden. En u? Niet veel. Toch is het mij gelukt, den kring van de bij deze zaak in ieder geval in aanmerking komende personen, althans gedeeltelijk te trekken Geen kleinigheid hoor! U had gelijk. Het blaadje papier kon allen uit een venster van de huizen No. 24,26 28 en 30 op straat geworpen zijn. Die huizen tellen tezamen 114 appar tementen met 487 bewoners! Dan bestaat er natuurlijk niet de min ste kans van slagen! viel Kronberg den detective moedeloos in de rede. U overdrijft. Van die 114 appartemen ten kon ik gerust als die, welke geen ven ster in den voorgevel van 't huis hebben, uitschakelen. Dan hebben we nog 68 ap partementen met 294 bewoners.è Van dezen moest ik reeds op grond van zeer opper vlakkige inlichtingen 138 personen be schouwen als volkomen onverdacht Daar deze 138 personen 32 appartementen in huur hebben, blijven er nog maar 14 ap partementen met 55 personen over. Maar nu werd de zaak moeilijker. Er waren uit gebreide, scherpe obesrvaties en uiterst nauwkeurige navorschingen noodig, die mij en mijn helpers door heel de stad deden zwerven. Doch wij zijn er in geslaagd, den kring nog nauwer te maken. Dezen namid dag om 3 uur was ik flink gevorderd; ik kon met eenige zekerheid aannemen, dat we slechts nog niet 7 personen in 3 appar tementen rekening hebben te houden. Wat zijn dat voor menschen? vroeg Kronberg, die met spanning Roch's uit eenzettingen volgde. De detective nam een velletje papier met verschillende aanteekeningen en ging voort: Huis nr. 24, tweede verdieping, deur 12: Alois Mandler, 52 jaar; zijn vrouw Else 44 jaar; zijn zoon Max, 24 jaar. Vier maan den geleden hier aangekomen uit Leipzig. De vader is, naar 't schijnt, handelsagent, de zoon klerk in een hoedenfabriek, waar men zijn gedrag en zijn werk ten hoogste waardeert. De jonge Mandler ging om half acht naar zijn kantoor, kwam om half een thuis en ging om half twee weer naar de fabriek. Mandler senior verliet eerst om 2 uur zijn woning en begaf zich naai een kof fiehuis in de Praterstrasse, waar een soort arbeidsbeurs wordt gehouden en waar hij sprak met verschillende personen, waar van sommigen geen al te beste faam genie ten. Huis nr. 26, derde verdieping, Wilhelm Streller, zonder beroep; zijn vrouw Mar- garethe, 30 jaar. Negen maanden geleden uit Berlijn hier aangekomen. Verbleven een half jaar in 5t hotel „Goldens Kreus" en zyn toen in de Linenstrasse gaan wo nen. Totnutoe geen nadere inlichtingen. De vrouw is vroeg in den morgen voor 'n half uur uitgegaan, om verschillende inkoopen voor het huishouden te doen. De man is tusschen 11 en 12 uur een wandeling gaan maken en daarna huiswaarts gekeerd- Huis nr. 28, derde verdieping: Alois Brendel, 48 jaar; zijn vrouw Martha, 34 jaar. Wonen sinds twee jaar in dat huis. De man was vroeger handelsreiziger en heeft nu een winkel van heerenartikelen in de Bennogasse. Staat gunstig bekend. Twaalf dagen geleden ging zijn vröuw op reis, om twee dagen later terug te koe ren met een jonge dame, naar zij zegt een nicht van haar. Gedurende eenige dagen heeft men die jonge dame nogal dikwijls gezien; maar nooit alleen: steeds in gezel schap van Brendel of van zijn vrouw. Zij heeft zich niet laten inschrijven op het po litiebureau. Sinds ongeveer drie dagen heeft men haar niet meer gezien. Men be- wert, dat ze naar Budapest is vetrokken, waar zij een betrekking als gouvernante had gevonden. Brendel verliet vanmorgen om 8 uur de woning, begaf zich naar zijn winkel, kwam tegen den midd-?g thuis en ging om 2 uur weer naar zijn zaak. De detectieve legde het papier met de aanteekeningen weer op de schrijftafel en stak een sigaret aan. Daarna ging hij voort: Ziedaar het resultaat tot hedenmiddag 3 uur. Toen moest ik het oorlogstooneel verlaten, om verschillende telegrammen naar Leipzig Berlijn en Boedapest te ver zenden en kalm te gaan nadenken over heel de zaak. 't Spreekt vanzelf, dat mijn hel pers inmiddels een oog in 't zeil blijven houden. Wordt vervoIvdV Toen ie St Nazaire de tankboot „Oclave" tewater gelaten was, poogden visschers met hun schuifjes bij de helling te komen, om het vet en de talk te bemachtigen, waarlangs het schip tewater gegleden was. Er ontstond een ware veldslag tusschen de gegadigden, waardoor som nvgen zelfs in het water vie'en Uit het in Artis te Amsterdam vertoevende leeuwenpaar „Adis" en .Abeba zijn onlangs weer drie welpen geboren Het leeuwenpaar ontving H. M. de Koningin in Juni 1935 ten geschenke van den Negus van Abessinië De bouwvalligheid van de Groote ol St Laurenskerk te Alkmaar is van dien aard. dat van restauratie nauwelijks nog sprake zal kunnen zijn Een kijkje in het kerkgebouw, waarvan verschillende gedeelten dreigen in te storten Voor de leden van het Engelsche parlement zijn te Aldershot uitgebreide demonstraties gegeven met het meest moderne Britsche oorlogsmateriaal, dat in de laatste maanden gereed gekomen is Op het Malieveld te Den Haag worden thans jonge boomen aan geplant, daar de oude boomen door de gevreesde iepenziekte zijn aangetast, waardoor verschillende oude reuzen gesneuveld zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 16