VRIJDAG 17 FEBRUARI 1939
30ste Jaargang No. 9264
Ste. £eid&eli£0ow&Mtt
Bureaux Papengracht 32. Adv. en Abonn.-tarieven zie pag. 2
Telefoon: Redactie 15, Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
Oil nummer bestaal alt
vier bladen.
V Wraakroepend kwaad
Wij spreken niet meer van een crisis,
maar van een slechten tijd, een economisch
slechten tijd. En wij hopen, dat deze
tijd spoedig zal plaats maken voor een be
teren! Wij hopen het. Geen optimist kan
met redenen aantoonen, dat wij betrekke
lijk spoedig dien beteren tijd zullen bele
ven; geen pessimist kan bewijzen, dat die
betere tijdniet betrekkelijk spoedig
zal aanbreken!
Intusschen zijn in dezen slechten tijd ve
ler verdiensten en loonen slecht.
Velen, die werk laten verrichten, die
loonen moeten uitbetalen zijn gedwongen,
minder te betalen, lagere loonen te geven,
dan zij eigenlijk zouden willen, dan waar
toe zij zich verplicht zouden achten, indien
't him mogelijk was.
Maar daar zijn óók velen anderen, die
niet van den nood een deugd maken, zoo
als het spreekwoord zegt, maar die uit
anderer hulpeloozen nood de gelegenheid
scheppen te weinig te betalen voor wat hun
wordt geleverd, hetzij aan goederen, het
zij aan arbeidskracht Er worden, ongetwij
feld, ook in dezen tijd, zonder geldige re
denen te lage loonen uitgekeerd. Degene, die
dat doen, begaan een zeer zware zonde,
roepen af de wrekende toorn van den he
mel. Wij citeeren hier uit „Rerum Nova-
rum" van Paus Leo XIII:
„In het algemeen moeten de rijken
en de patroons zich wel herinneren,
dat behoeftigen en ongelukkigen uit te
buiten ten eigen bate en winst te zoe
ken uit de hulpeloosheid van anderen,
indruischt tegen Goddelijk en mensche-
lijk recht. Het verschuldigde loon ont
houden is een zeer zware zonde, die
luide de wrekende toorn van den hemel
afroept."
De woorden uit genoemde encycliek zijn
ook geschreven voor dezen tijd.
Zij zijn zeker niet geschreven, om.te
worden vergeten.
En daarom is een herinnering éraan ze
ker gewenscht.
En in dezen tijd zijn die woorden o.i.
niet minder opportuun, dan in den tijd,
waaraain ze werden geschreven.
DE WERELD Ifl
VOGELVLUCHT
PARIJS: Zooals men weet, vertoeft de
president van de Spaansche republiek te
Farijs. Dat is een gekke toestand voor een
staatshoofd en het is derhalve niet te ver
wonderen, dat men pogingen in het werk
stelt, om hem te bewegen terug te keeren.
Maar Azana weigert. Hij is het heelemaal
n;et eens met zijn minister-president Ne-
grin, die het verzet wil voortzetten en zijn
terugkeer naar Madrid zou kunnen wor-
cen uitgelegd als een bev/ijs, dat hij het
weer met Negrin eens is geworden.
Het standpunt van Negrin is begrijpelijk:
hij gevoelt natuurlijk niet voor een hope-
loozen strijd, maar wil Franco zoo gunstig
mogelijke vredesvoorwaarden afdwingen,
door te dreigen met „vechten tot het
uiterste". Van den anderen kant is Azana
beducht voor het stellen van te hooge
eischen. Hij erkent, dat Franco de over
winning in zijn zak heeft en in zoo'n stem
ming is niemand geneigd om al te groote
concessies te doen. Wordt hij geprikkeld,
dan vecht hij ook het laatste rondje uit,
waarvan hij weet, dat de uitslag niet twij
felachtig is. En dan is er van concessies
heelemaal geen sprake meer. Vandaar dat
Azana de bemiddelingspogingen, welke
op het oogenblik van Britsche zijde wor
den ondernomen, niet in de war wil stu
ren. Intusschen ligt de strijd practisch
stil. Om de herinnering aan den oorlogs
toestand wakke te houden, worden alleen
van tijd tot tijd een paar bommen uitge
worpen op Madrid of Valencia.
TOKIO: De Japanneezen hebben on
langs een bezettingsleger naar het eiland
Hainan gezonden, dat nu bezig is, het Chi-
r.eesche eiland, dat vlak voor de kust van
het Fransche Indi-China ligt, te veroveren.
Tokio motiveert dit optreden door te zeg
gen, dat het een strategische noodzaak
was, maar Frankrijk en Engeland zien
deze versterking van de Japansche positie
\n dat deel van Azië allerminst graag. Zij
meenen, dat Japan wel eens een ander ge
bruik van die positie zou kunnen maken,
dan de strategische noodzaak ten opzichte
van China zou voorschrijven. In dit opzicht
is een uitlating in de Japansche pers typee
rend, welke van Nederland „eischt", dat
wij Nieuw Guinea „te koop" zouden aan
bieden. Opletten is de boodschap!
UIT DE VASTENBRIE
VEN DER DUITSCHE
BISSCHOPPEN.
KERKVERVOLGING IN HET
DERDE RIJK.
De bisschop van Würzburg Mgr.
Dr. M. Ehrenfried heeft een Her
derlijk Schrijven uitgevaardigd, dat
van buitengewoon grooten moed
getuigt en dat een schril licht werpt
op de benarde positie van de Kerk
in Duitschland.
Wij ontleen en aan dit uitvoerig
schrijven waarvan het eerste ge
deelte a.s. Zondag zal worden voor
gelezen, de navolgende merkwaar
dige passages:
Gij hebt op het oogenblik meer bemoedi
ging en troost noodig dan wel onderricht.
Want onze tegenwoordige tijd toont veel
overeenkomst met het einde van de eerste
eeuw na Christus. De geloovigen hadden
toendertijd zware beproevingen en gevaren
te doorstaanLaat U door de moeilijk
heden die wij thans beleven niet in ver
twijfeling brengen.
Denkt toch niet dat de Heer ons ver-
stooten of verlaten heeft. Hij verlangt
Slechts dat wij Zijn erfenis, het Kruis zullen
overnemen: Ons geloof is voor ons een
kruisweg geworden; het staat in het cen
trum van een geweldigen strijd. Niet zelden
wordt een geweldige spot over ons uitge
goten. Het woord „geloof" zelf reeds brengt
moeilijkheden mee. In woord en geschrift
keert het telkens terug. Men hoort de lof
prijzing: het nieuwe geloof heeft ons gered.
Men verhaalt van de wonderen die het ver
richt. Maar men denkt daarbij slechts aan
een geloof aan Duitschland of aan zich zelf.
Maar het is niet het geloof dat wij de leer
des heils noemen
Thans verkeeren velen reeds in een ver
keer meening over den machtigen God.
In breede kringen wordt de spot gedreven
met den „buitenwereldlijken" of „boven-
aardschen" God. Zij willen een nieuwen
God in en met deze wereld, om niet te zeg
gen en aardschen God.
Anderen trachten hun afkeer voor onzen
godsdienst weer op een andere wijze te mo-
tiveeren. Zij beschouwen ons geloof als een
Joodsche aangelegenheid. Dat is een on
heilspellende dwaling. Heeft Jezus niet een
voortdurende tegenstelling tegenover de
Joden geproclameerd en een nieuw Gods
rijk gesticht? Is Hij daarom juist niet door
de Joden vervolgd en tenslotte gekruisigd?
Het christendom kan onmogelijk als een na
tuurgetrouwe voortzetting of als een ver
bastering van het Jodomdom beschouwd
worden. Toen Jezus aan het Kruis stierf
werd het voorhangsel in den tempel door
midden gescheurd. Dat is een symbolische
gebeurtenis van de allergrootste beteeke-
nis. Het Rijk van Christus begint met een
afscheuring van het Jodendom.
Stelselmatige actie tegen het
christendom.
Er is een heel bijzonder gevaar dat ons
geloof bedreigt en we moeten speciaal onder
het oog zien dat we paraat zijn om ons te
verdedigen. Ik bedoel hier de systematische
propaganda tegen het Christendom in
woord en geschrift. Dit gevaar is daarom
des te meer bedenkelijk omdat wij hier in
een zeer ongelijken strijd staan om den
geest der menschen. Onze verdediging is
uitsluitend beperkt tot onze kerkgebouwen
en zuiver godsdienstige geschriften. De
verdediging ter handnemen door middel
van de pers of op vergaderingen is thans
onmogelijk.
Er zijn reeds velen die hun hoop geves
tigd hebben op dit gebruikelijke stilzwijgen
van de voiKsmassa op aanvallen in woora
en geschrift. Zij zien daarin een instemming
en de aanstaande ineenstorting van het
christelijk geloof. Maar dan vergissen zij
zich toch. Er is ook een stilzwijgen uit on
macht, omdat een vrije meeningsuiting en
verdediging tegenover de redevoeringen en
geschriften onmogelijk gemaakt is.
Gij weet zelf hoe men in breede kringen
tegenover de Kérk staat. Het geschiedt vaak
onder voorwendsel dat de strijd niet ge
richt is tegen den godsdienst, niet tegen het
religieuse katholicisme maar tegen het po
litiek katholicisme.
Maar het is heel gemakkelijk te consta-
teeren dat dit onderscheid maken heel wil
lekeurig is. Men geeft geen vastomschreven
grenzen. Vandaar dan ook dat het een heel
gewoon verschijnsel is dat godsdienstige
rechten der Kerk en de taak die zy op dat
gebied te vervullen heeft terzijde gesteld
worden; men verklaart doodeenvoudig dat
zooiets politiek is. Hoeveel schade heeft de
Kerk daardoor niet reeds geleden? Boven
dien hebben andere vijanden der Kerk
reeds teekenen gegeven dat het onmoge-
lyk is om dit onderscheid te maken. Kort
geleden stelde een spreker nog de onge
hoorde eisch: Dan moet het Katholicisme
maar finaal afgewezen en overwonnen
worden. Teneinde het gebied der kerke
lijke activiteit nog meer te beperken is on
langs nog beweerd: dat wereldbeschouwing
en godsdienst gescheiden moeten worden.
De kerk zou dan slechts de eeredienst
toegewezen krijgen, de Staat daarentegen
zou het recht en de plicb* bezitter om de
wereldbeschouwing te Vormen. Deze op
vatting is lijnrecht in strijd met de histo
rische betee'kenis van het woord wereld
beschouwing. Volgens de huidige stand der
wetenschap is zij ook totaal onbekend. Tot
nog toe verstond men zeer terecht onder
wereldbeschouwing de uiteindelijke en uni-
verseele beschouwing der dingen. Dat om
vatte ook het vraagstuk van de oorsprong
der wereld, naar haar doelstelling en orde
ning.
Wanneer men deze problemen losmaakt
van God en de erkenning van God dan is
een waardeering van het wereldgebeuren
onmogelijk. Daarom dan ook kan de gods
dienst nooit losgemaakt worden van de
waarachtige wereldbeschouwing.
Bangmakerij.
Een zeer geliefkoosd |niddel in den strijd
tegen de Kerk is het tongmaken van de
massa. Het volk worc^ van de kerk ver
vreemd. Zij wordt uitgemaakt voor achter
lijk te zijn. Hare instellingen worden ge
brandmerkt als on-Duitsch. Kleingeloovige
luiden worden daardoor in hun katholieke
leven aan het wankelen gebracht. Zij zijn
bang geworden voor hun prestige en voor
hun positie. Zij durven niet meer de ver
plichte godsdienstoefeningen bij te wonen
en zij hebben ook afstand er van gedaan
om vrijwillig deel te nemen aan proces
sies.
Niet al te somber!
Jammer genoeg plegen ook katholieken
die overigens zeer goed gezind zijn, af
braak jegens de kerkelijke belangen door
hun pessimistische voorspellingen. Wan
neer hier of daar een bolwerk van het Ka
tholieke leven gevallen is, hetzij een bij
zondere school of een of andere katholieke
organisatie, dan weten zij reeds welk ander
steunpunt dan weer aan de beurt zal zijn.
Zij beklagen elkaar en zeggen dan: „Nu
zijn de religieuse orden, de priesters of de
bisschoppen aan de beurt".
Daartegen moeten wij met beslistheid
stelling nemen. Bedenken dergelijke men
schen dan niet welke schade zij daardoor
aanrichten?
Breng de tegenstanders niet tot het val-
sche inzicht dat wij ons zelf reeds hebben
prijsgegeven? Gij moet veeleer schouder
aan schouder staan ter verdediging en
tegenover dergelijke geruchten uitroepen:
„Halt!" Wij staan hecht aaneengesloten en
laten ons de genadegaven van de Kerk niet
ontrooven. Dan zal men tot de bevinding
komen dat de Kerk voor U heilig en on
aantastbaar is. Gij moet ook die maatrege
len vermijden die noodzakelijkerwijze tot
een afbraak van het kerkelijk leven moeten
leiden. Ik denk hier aan de afkeer voor den
priesterlijken en religieusen stand.
Beminde ouders! Weerhoudt uw kinderen
toch niet waar zij roeping gevoelen voor den
priesterlijken of religieusen staat. Schilder
de toekomst toch niet af als te onzeker. Dat
zou een zuiver aardsche opvatting zijn.
Priesters en religieusen zijn dienaren Gods.
De Kerkgeschiedenis leert ons dat vrome
priesters en ordesgeestelijken in benarde
tijden de roem en een sieraad hunner eeuw
geworden zijn.
Blijf trouw aan Uw geestelijke leiders,
priesters, bisschoppen en den H. Vader.
Weliswaar worden zij thans vaak in hun
eer en in hun werk afngetast, maar daarbij
ondervinden ze slechts wat de Heer voor
speld heeft: „Hebben ze Mij vervolgd, ze
zullen ook U vervolgen!"
Wij hebben iederen dag de zegen van het
Kruis noodig. Daarom beschouw ik het als
een gruwel en als een onmenschelijk iets
wanneer de leuze wordt verspreid: „Weg
met het kruis van straat en huis". Ik be
schouw het als de grootste misdaad wan
neer verdwaasde en gedegenereerde men
schen eerbiedwaardige monumenten, beel
dengroepen en kruisbeelden onteeren en
vernielen, zooals in den laatsten tijd in ons
Bisdom jammergenoeg herhaaldelijk is
voorgekomen.
De bisschop besluit dan zijn herderlijken
brief met de woorden: „Wij willen kruis
dragers zijn. Wij zullen ons Kruis verder
dragen!"
NIEUWE DREIGING
uit
VEREEN. STATEN
VOOR DEN BLOEMBOLLEN-
UITVOER
Het Amerikaansche congTeslid Boy-
kin heeft een wetsvoorstel ingediend,
behelzende niet alleen het onmiddel
lijk verbod van Narcissen en Iris,
maar ook van het verbod van impor
teeren van Hyacinthen, Lelies, Tulpen
en Lelietjes van Dalen na 1 Januari
1P.45 en van onderlagen van rozen na
1 Januari 1942.
Naar aanleiding hiervan zal een
„hearing" in New York plaats vinden.
De heer Haarbosch, vertegenwoordiger
van „Copex" en de heer Jan van Leeu
wen uit Sassenheim hebben over deze
kwestie een bespreking in Washington
gehad.
WIL ENGELAND HET
INVOERRECHT VERHOOGEN
Het „Handelsblad" verneemt, dat in En
geland het plan bestaat, het invoerrecht op
bloembollen te verhoogen van 10 op 20
procent.
De Engelsche kweekers, die via het Im
port Duties Advisory Committee zich met
hun regeering in verbinding hadden ge
steld, vonden daar weliswaar een gewillig
oor, doch deze laatste gaf er uit handels
politieke overwegingen de voorkeur aan
dat de Engelsche kweekers zich eerst in
verbinding zouden stellen met hun Ne-
derlandsche collega's. Aan dit verzoek
hebben de Engelsche kweekers voldaan.
Aan deze besprekingen nemen van Ne-
derlandsche zijde deel de heeren Warnaar,
Sassenheim, mr. Toulon van der Koog,
Haarlem, Zonneveld, Sassenheim en Van
Waveren, Heemstede, benevens onze rijks-
tuinbouwconsulent te Londen, ir. Gerrit-
zen.
Van Nederlandsche zijde is voorgesteld,
niet het invoerrecht, doch de minimum
prijzen van naar Engeland te exporteeren
bloembollen te verhoogen.
Er zij op gewezen, dat Engeland verre
en verreweg onze grootste afnemer is van
bloembollen. Vorig jaar exporteerde ons
land 52.2 millioen kilo bollen; daarvan
ging 28.0 millioen kilo of 54 pet. naar En
geland, voor 16.600.000. De bollencultuur
is in de laatste jaren vrij sterk toegeno
men in Engeland; ook Nederlandsche
kweekers hebben er bedrijven.
ONDERHANDELINGEN NEDER-
LANDSCH-DUITSCH HANDELS
VERDRAG.
Op 20 Februari as. zullen te
's-Gravenhage de onderhandelin
gen over een nieuw handelsverdrag
tusschen Nederland en Duitschland
worden aangevangen, in verband
met het afloopen van het bestaande
verdrag op 1 April a.s.
De leider der Duitsche delegatie ministe-
rialdirektor dr. Walter is met eenige led^p.
dezer delegatie bereids hier te lande ge
arriveerd en in hotel Paulez afgestapt.
HOE MOET DAT?
Rosenberg wil geen namaak.
Het „Handelsblad" constateert dat Rosen
berg dezer dagen verklaarde, dat nationaal-
socialistische groepeeringen buiten Duitsch
land niet het recht hebben zich nationaal-
socialistisch te noemen Bij ieder volk, al
dus Rosenberg, moet een beweging terug
gaan tot het eigen nationale karakter.
Het „Handelsblad" vraagt:
„Maar hoe moet het dan met die z.g. „Ne
derlandsche" nationaal-socialistische pro
gramma's die voor een groot deel letterlijk
naar het Duitsch model zijn gecopieerd, en
met al die gebruiken van handgroet, uni
form, groepsindeeling enz., die natuurge
trouw na-apen wat elders, overeenkomstig
daar geldende neigingen en stramme tradi
ties kan ontstaan? Hoe moet het nu met
die nationaal-socialistische partijpers in
Nederland, die in slaafsche bewondering
de tactiek, stijl en in detail de opvattingen
en politieke gezichtspunten van onze oos
terburen blindelings nabauwt?"
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Azana weigert naar Spanje terug te kee
ren. Vredesonderhandelingen met Engel
sche bemiddeling. (2de blad).
De bezetting van Hainan door de Ja
panneezen. (2de blad).
De crisis in België nog niet opgelost.
(2de blad).
Een nieuwe regeering in Hongarije on
der leiding van graaf Teleki. (2de blad).
Binnenland
Dreigt er gevaar voor den uitvoer van
bloembollen naar Engeland en naar Vereen.
Staten? (1ste blad).
Opbrengst der Rijksmiddelen; over Janu
ari meer dan geraamd was. (2de blad).
Statistiek betreffende het rook en in Ne
derland. (2de blad).
De stand der werkloosheid; eenige ver
mindering. (2de blad).
De Pauselijk Internuntius, Mgr. Giobbe,
In gezelschap van den vertegenwoor
diger van H. M. de Koningin, groot
meester J. graaf du Monceau (rechts),
bij aankomst aan de R.K. Kerk in de
Parkstraat te Den Haag, waar Donder
dag een Pontificale H. Mis van Requiem
werd opgedragen voor de zielerust van
wijlen Z. H. Paus Pius XI
SPAANSCHE BURGEROORLOG
IN BRUSSEL!
BRUSSEL, 17 Febr. (A. N. P.). Aanhan
gers van generaal Franco hebben gister
avond te half elf een inval gedaan in het
Casa de Espana in de Wetenchapstraat. Zij
hebben den concierge en zijn vrouw opge
sloten en vervolgens gewacht tot de se
cretaris kwam. Dezen hebben zij gedwon
gen een document te onderteekenen, waar
bij het Casa de Espana overleverde aan
den vertegenwoordiger van generaal
Franco.
Vanochtend hielden de aanhangers van
Franco het gebouw nog bezet.
ROUWDIENST VOOR PAUS PIUS XI.
ROME, 17 Febr. (A. N. P.). Vanochtend
is in de kerk Sint André de la Valle een
plechtige H. Mis van Re» luiem opgedragen
vg )r Paus Pius XI, welke werd bijge
woond door de koninklijke familie, Mus
solini, de Italiaar.sche regeering, het corps
diplomatique en talrijke andere hoogwaar
digheidsbekleders.
Voor de kerk hadden grenadiers, lan
ders, carabinieri en infanterie de eere-
wacht betrokken.
In Italië is vandaag een dag van nationale
rouw.