DINSDAG 14 FEBRUARI 1939 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 12 UIT DE VASTENBRIE VEN DER DUITSCHE BISSCHOPPEN. KERKVERVOLGING IN HET DERDE RIJK. De klacht der Duitsche Bisschoppen. In de brieven, die de Duitsche Bis schoppen bij het begin van den H. Vastentijd hebben uitgevaardigd, geven de Duitsche Kerkvorsten een uitvoerige documentatie over de godsdienstige toestanden in het Derde Rijk. Uit alle brieven spreekt een groote bezorgdheid, daar het H. Geloof overal in Duitschland een periode van ge weldige onderdrukking meemaakt. Wij laten hieronder weer enkele uittreksels volgen .van eenige brie ven der Duitsche Kerkvorsten. De Aartsbisschop van Keulen, Kardinaal Karei Jozef Schulte, noemt de tegen woordige Kerkvervolging in het Derde Rijk „het snoeimes in de hand des Vaders. Deze gebruikt de machten, die aan de Kerk vijandig gezind zijn, om van den wijnstok alle twijgen te verwijderen, die geen vrucht meer dragen en ook om die gene, die nog wel vrucht dragen te zuive ren, zoodat zij meer en betere vruchten kunnen voortbrengen". Als wapen tegen diegene, die het geloof bedreigen, beveelt de Kerk Gods aan: „Leeft uit het geloof! Onwetendheid op godsdienstig gebied is de grootste vijand van het geloofsleven. De vijandige propa ganda tegen de Kerk, die nog met den dag toeneemt en steeds meer systematisch wordt gevoerd, die als het ware iederen dag met alle opwerpingen en beschuldi gingen tegen het geloof over u wordt uit gestort, maakt dit heden ten dage dubbel noodig. En dit nog des te meer, daar de Kerk thans niet meer de mogelijkheid ge laten wordt om tegen alle klachten en be schuldigingen, die tegen haar worden in gebracht, op krachtdadige wijze stelling te nemen, opheldering te verleenen of, deze als onjuist van de hand te wijzen. De toekomst'van het geloof in het Duit sche volk is afhankelijk van het feit, hoe veel katholieke Christenen wij hebben, wier leven werkelijk uit het geloof beleefd wordt. Of wij zulke Christenen hebben en in de toekomst zullen blijven hebben, hangt er van af hoevelen zich beveiligd hebben tegenover al die weergalooze ver dachtmakingen, hoevelen in zich de blijheid des gelpofs bewaren door de zonde uit hun leven te verbannen". De Aartsbisschop van Freiburg mgr. dr. Conrad Gröber, constateert in de inleiding van zijn Vastenbrief: „Men kan er jammer genoeg niet meer aan twijfelen, dat Jezus Christus ook in de Dutische landen in stij gende mate miskend en bedreigd wordt. Daarvoor zijn vele bewijzen voorhanden. Men wil heden ten dage zelfs het men- schelijke m Christus niet meer laten gel den, omdat het Joodsche element in Hem een wanklank en afstootelijk zou zijn. Het is vergeefsche moeite om Christus als Ariër te betitelen. Volgens Zijn mensche- lijke natuur is Christus gesproten uit een Joodsche stam; doch alleen van Moeders zijde, want Hij werd ontvangen van den H. Geest. De moderne Christus-hater lacht met dit mysterie, omdat hij alles, wat won derbaar en bovennatuurlijk is, eenvoudig ontkent en hoogstens van wonderen spreekt, die volgens onze opvatting veel meer beschouwd moeten worden als mach tige daden van menschen, maar geen eigenlijke wonderdaden zijn". De nieuwe haat tegen Christus bedient zich thans ook van passages uit den Jood- schen Talmud, waaruit een schandelijke haat spreekt. Tegen dezen weerzinwek- kenden strijd protesteeren de Katholieken op plechtige wijze. De beweringen omtrent de Joodsche afkomst des Heeren met de schandelijkste lasteringen tegenover de Onbevlekte Moeder Gods zijn trouwens alleen een voorwendsel, dat men slechts onhandig tracht te verbergen. Ook wan neer Jezus geen Jood geweest ware, zou men hem verwerpen, omdat men Hem niet als Verlosser wil erkennen. De Bisschop van Ermland, dr. Max Kal- ler, beklaagt zicht over het dreigende ge vaar, dat er in de toekomst niet voldoen de priesters meer zullen zijn. Deze daling van het aantal priesterroepingen wordt veroorzaakt door de daling van het ge boortecijfer, door de verwarring stichten de verdachtmakingen en lasterlijke be schuldigingen tegen de Kerk en den pries terlijken stand, die thans aan de jeugd vanaf haar prille kindsheid worden bijge bracht. De Kerkvorst beschouwt het als zijn voornaamste zorg om het hoofd te bieden aan het gevaar van het snel-dalend aantal priesterroepingen. De Bisschop van Augsburg, dr. Kamuf- müller, waarschuwt in zijn Herderlijk Schrijven voor de valsche profeten, die in deze wereld optreden. Alles wat bovenna tuurlijk is, wordt tegenwoordig verwor pen onder voorwendsel: op het geloof komt het niet aan, als men maar recht schapen leeft. Het geloof aan Christus heeft voor de Duitschers heelemaal geen beteekenis meer. De Katholieken zullen zich daardoor echter niet laten misleiden, maar door een werkdadige liefde bewijzen, dat hun ge loof leeft. Het beste middel om het geloof te bewaren is het gebed. Met aandrang vermaant .de Kerkvorst van Augsburg niets te vreezen en niet te versagen, niet te klagen of te veroordeelen, maar zijn toevlucht te nemen tot het onfeilbare mid del van het gebed van Eerherstel. I BINNENLAND H. M. BEZOEKT DE ALEXANDER- KAZERNE. TER GELEGENHEID VAN HET 125-JARIG BESTAAN VAN HET DERDE REGIMENT CAVALERIE. HJVL stelde zich persoonlijk met het leven van de troep op de hoogte. Het is een vaste gewoonte, dat het derde regiment cavalerie in de residentie op zijn verjaardag voor H.M. de Koningin defi leert. Doch heden, op den dag van het 125-jarig bestaan van het regiment, is men van dezen regel afgeweken. De Koningin stelde er prijs op, persoonlijk de nieuwe kazernes aan de van Alkemadelaan in oogenschouw te nemen. Evenals tien jaren geleden, toen om technische redenen het défilé niet kon plaats hebben, bezocht ook thans de Koningin de huzaren in hun eigen cmgeving. Nadat des morgens om 9 uur twee kran sen namens dt officieren van het regiment en namens den bond van oud-onderofficie ren waren neergelegd bij het monument voor de gevallen kameraden en de com mandant, luitenant-kolonel J. J. van Die- penbrugge, een herdenkingsrede had ge houden, maakte het regiment zich op om H.M. de Koningin in zijn midden te ont vangen. Op het met talrijke vlaggen feestelijk versierde voorplein stelden de drie esca- drons zich op met aan de eene zijde de muziek en de standaard, aan de andere zijde de hiet-ingedeelde officieren, oud officieren en reserve-officieren. Onder de oud-officieren bevonden zich vier oud-com mandanten van het regiment, F. J. J. ba ron van Heemstra, kolonel E. P. M. Clava- reau, generaal-majoor A. Diemont, en gene- raal-majoor A. W. E. Gelderman. Onder de aanwezigen bevind zich ook de stalmees ter van H. M. Jhr. C. E. J. M. Verheijen Om elf uur kondigden trompetsignalen van de wacht en het hijschen van den Ko ninklijken standaard aan den speciaal daar voor opgerichten vlaggcmast, de komst van de Koningin aan. Vergezeld van haar ad judant, kolonel jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet, en haar ordonnans-officier, eerste luitenant jhr. D. J. A. A. van Lawick van Pabst, betrad H. M. het voorplein van de kazerne, waar zij werd ontvangen door den regiments-commandant. Onder het spelen van het Wilhelmus, ge volgd door het huzarenlied, inspecteerde de Koningin vervolgens de rond het voor plein opgestelde escadrons, waarna een driewerk hoera op H. M. werd uitgebracht. Na inspectie werd de Koningin door den commandant en zijn adjudante ritmeester H. A, M. Latour, rondgeleid door het mo derne kazernecomplex, waarbij H. M. zich persoonlijk op de hoogte stelde van het le ven van den troep. De eenvoudige huzaar, die in welk vertrok dat de Koningin ook be zocht, dienst deed, moest zich persoonlijk by H. M. melden. Zoo kon zij uit den mond van de mannen zelf de gewenschte inlich tingen verkrijgen. Geruimen tijd vertoefde de Koningin in de prachtige keukens, waarbij zij zich door den kok liet voorlichten omtrent de wer king van de machinal - stamppotten en naar het menue informeerde, dat op dezen feest dag een speciaal karakter droeg. Tegen twaalf uur was 't bezoek ten ein de. Bij haar vertrek onderhield H. M. zich eenigen tijd met overste van Diepenbrugge en den oudsten dienstdoenden officier rit meester W. E. Mathon, die den troep had gecommandeerd. u,uid toegejuicht door het publiek, dat voor den ingang der kazerne v/as samengestroomde verliet de Koningin het kazerneterrein. De feestmarsch door de stad. Na het bezoek van de Koningin heeft het regiment een feestmarsch door de stad ge maakt. Voorop ging de muziek en het ge motoriseerde gedeelte sloot den stoet. Ge durende dezen marsch heeft het regiment voor den commandant van het veldleger, luitenant-generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, gedefileerd, die voor zijn bureau aan het Lange Voorhout te paard het voorbijtrekken gadesloeg. Generaal van Voorst tot Voorst was ver gezeld van zijn adjudanten. Het regiment werd gepresenteerd door luitenant-kolonel J J. van Diepenbrugge, die met zijn adju dant ter zijde van den commandant van het veldleger, beiden te paard, stond. Daarna, omstreeks een uur, heeft het re giment gedefileerd voor den minister van Defensie, dr. J, J. C. van Dijk. Met den minister en diens adjudant, kapitein Tie- lens, stonden op het bordes van het depar tement van Defensie aan-het Plein, de re gimentscommandant en diens adjudant. Na afloop van dit défilé is het regiment naar de Alexanderkazerne teruggekeerd. WET OP VEREENIGINGEN EN VERGADERING. HET BEGRIP „OPENBAAR". Verzoek aan den Minister van Justitie. Het bestuur van „Geloof en Wetenschap" te Haarlem heeft aan den minister van Jus titie het volgend schrijven gericht: „Naar aanleiding van de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van de wet tot regeling en beperking van het recht van vereeniging en vergadering in de Tweede Kamer neemt ons bestuur de vrij heid het navolgende onder Uwe aandacht te brengen. Wij hebben in den laatsten tijd meer dan eens verschil van meening gehad met de politie te Haarlem met betrekking tot de vraag of zij al of niet toegang heeft tot on ze bijeenkomsten. De politie neemt het standpunt in, dat onze bijeenkomsten als openbaar moeten worden beschouwd wan neer de pers daarop wordt toegelaten. Deze meening komt ons niet juist voor met het oog op den duidelyken tekst van art. 19 van bovengenoemde wet, maar wij willen daar op niet verder ingaan, nu bij Nota van Wij ziging in dezen tekst verandering is ge bracht. Waarop wij echter wel de aan dacht van U.E. willen vestigen is: dat ook in de nieuwe redactie een authentieke in terpretatie ontbreekt van het begrip „open baar". Het wil ons voorkomen, Excellentie, dat, teneinde in de toekomst conflicten tus- schen vereenigingen en de plaatselijke poli tie te vermijden, het wenschelijk, ja nood»- zakelijk is van het begrip „openbaar' in de \vet zelve een definitie te geven, weike el- ken twijfel omtrent zijn beteekenis buiten sluit. Het is om deze reden, dat wij Uwe Ex cellentie eerbiedig verzoeken, bij een nieu we Nota van Wyzigingen de gevraagde authentieke interpretatie alsnog in het ont werp te willen inlasschen". OVERHEID EN WILDE BUSSEN. Gisteren is in het Staatsblad afge kondigd het nieuwe Reglement Auto vervoer Personen, dat het bestaande R. A. P. vervangt en waardoor het moge lijk zal zijn, dat de justitie met suc ces tegen de wiide-autobusdiensten kan optreisn. Volgens het nieuwe R.A.P., dat met ingang van Woensdag 15 Februari a.s. in v.erking treedt, zal voortaan een vergun ning vereischt zijn voor: a. het exploiteeren van autobussen in de uitoefening van een autobusdienst; b. het exploiteeren van autobussen tot het uitvoeren van toerwagenritten; c. het exploiteeren van taxi's; d. het exploiteeeren van huurauto's. Het reglement is van toepassing op het exploiteeren van motorrijtuigen tot ver voer van personen over de wegen, onver schillig of het vervoer al dan niet ten deele in het buitenland wordt bewerkstelligd. Voorts is uitdrukkelijk bepaald, dat voor de toepassing van het reglement onder ex ploiteeren van een motorrijtuig tot vervoer van personen, niet begrepen is het verhu ren van personenauto's zonder chauffeur. NEDERLANDSCHE ZOUAVEN. Nog drie en twintig in leven. De zeereerw. heer B. van Leeuwen, pas toor der St. Josephparochie te Hillegom en geestelijk adviseur van den Alg. Ned. Zoua- venbond schrijft ons: Er zijn thans nog drie en twintig Neder landers in leven, die als zouaaf in het Pau selijk leger hebben meegestreden voor het behoud van den Kerkelijken Staat. Het zijn de heeren: J. Bakker, te Amsterdam; F. Bakker, te Grootebroek; H. C. Beuk, te Alphen aan den Rijn; J. A. Boekenholt, te Almelo; W. C de Boer, te Amsterdam; H. P. de Bruin, te Utrecht; C. Contze, te Rotterdam; G. Floor te Weesp; M. Frère, te Maastricht; H. Jansen Limkens, te Venlo; H. Leurs, te Nijmegen; P. v. d. Linde, te Malden; Th. Mooykind, te Hillegom; H. Nieuwenhof, te Zwolle; R. A. Post, te Schagen, C. Romijn, te Culemborg; Th. Schoen, te Medemblik; N. Slootjes, te Leiden; L. B. Snoek, te Rot terdam; P. N. Verbeek, te Rosmalen; F. Villier, te Herreveld; J. Weiman, te Am sterdam en S. L. Zwart, te Kuinre. Wij hebben alleen de plaatsnamen er achter gezet. Zouden wij de adressen er bij zetten, dan zijn er velen in tehuizen voor minvermo genden, die verlangend uitzien naar een ondersteuning. En Nederland geeftOch als Z. H. de Paus niet gaf dan was alle ondersteu ning voor de Oud-Zouaven zoo afgeloopen. (Het Gironummer van pastoor Van leeu wen is 114345). INVOER VAN BOTER IN BELGIë De Brusselsche correspondent van de „Msbd." meldt: Blijkens een mededeeling in de Staats courant, werd het bijzonder recht voor het verleenen van vergunningen voor den im port van boter, vastgesteld op frs 5.80 per K.G. RECHTZAKEN HAAGSCHE RECHTBANK. MOORDAANSLAG IN DE GEVANGENIS. Leidenaar kwam tusschen beiden en voorkwam erger. Op 21 October des middag om drie uur kwam de commissaris van de maand en lid van het college van regenten van de straf gevangenis te 's-Gravenhage een bezoek brengen aan P. v. d. H., zonder beroep, die gedetineerd was in cel 210 van de straf gevangenis. Op de gang was aan het werk de metse laar van A. uit L e i d e n, die momenteel een straf uitzit in dezelfde gevangenis. Toen de commissaris de cel 210 binnen kwam zat de gevangene achter zyn tafel te werken en wilde niet opstaan bij het binnenkomen van de bezoeker. Hij wilde bovendien geen bezoek hebben en had een desbetreffend bordje op zijn celdeur han gen. Nadat er even gesproken was, liep ver dachte achter den commissaris om een greep een oud mes dat in een rekje bij het cel raampje lag. Met dit mes stak hij naar zyn bezoeker en verwondde hem op enkele plaatsen. Op het hulpgeroep schoot de Leidsche metselaar toe en wist den bezoeker te ont zetten. Hij had daarbij gezien, toen hij aan kwam, dat verdachte stekende bewegingen maakte. Nadat nog een cipier gehoord was kwam verdachte zelf aan het woord, die zeide, dat hij geen verdediger had willen hebben omdat zoolang de „huidige heilige broeders aan de regeering zyn, er toch geen recht in Nederland is". „Alleen geweld maakt nog indruk", volgens verdachte. Daarom had hij een afschuwwekkend voorbeeld willen stellen, opdat hy den toestand eens voor het gerecht uiteen zou kunnen zetten. Nadat verdachte meerdere verwarde uit latingen naar voren had gebracht, nam de Offcier van Justitie, mr. Blok, het woord, die begon met te vertellen, dat verdachte door de rechtbank te Arnhem veroordeeld was wegens zware mishandeling ook op een bewaker van de gevangenis. De Arnhem- sche rechtbank had verdachte ter beschik king van de regeering gesteld. Daarom vroeg de Officier aanhouding van de zaak voor onbepaalden tijd. opdat er een onder zoek ingesteld zal worden naar de geest vermogens van verdachte. En omdat ver dachte een gevaar oplevert, onmiddellijke gevangenneming van de verdachte opdat hij ter beschikking van Je Haagsche rechtbank blyft, totdat het onderzoek zal zijn afge loopen, met terug verwijzing van de zaak naar de rechtercommissaris. Na raadkamer werd de onmiddellijke ge vangenneming van de verdachte gelast en de zaak voor onbepaalden tijd geschorst. Wegens oplichting van studieboeken tien maanden gevangenisstraf. Hedenmorgen moest voor de Haagsche rechtbank terecht staan de 21-jarige koopman Th. J. V. te Leiden, thans ge detineerd in het Huis van Bewaring. Verdachte was op 13 October naar het filiaal van den boekhandel Ginsbergen te Leiden gegaan, alwaar hij te woord werd gestaan door den filiaalhouder A. K. Hij had dezen een verhaal gedaan waar o.a. in naar voren kwam, dat hij drie jaar in Duitschland werkzaam was geweest in verband met zijn medische studie en dat hij thans te Leiden af wilde studeeren. Oh kort te gaan hij had eenige boeken mee gekregen zonder te betalen. Eenige dagen later was hij weer terug gekomen en weer had hij boeken, thans ter waarde van 10, meegekregen en een paar da gen later weer boeken ter waarde van 17.50. Zoo was het nog een poosje door gegaan totdat de waarde van de boeken opgeloopen was tot ongeveer 65. Toen was verdere levering stopgezet. De filiaalhouder had toen om het eerst geleverde boek gevraagd, dat hij graag te rug wilde hebben, maar verdachte had verteld, dat er een ongelukje mee ge beurd was, want een andere student, een vriend van hem, had er per ongeluk een kop koffie op gemorst. De tweede persoon, die door verdachte opgelicht was, was de boekhandelaarster mevrouw E. te Leiden. Daar was hij met het verhaal gekomen, dat zijn vrouw voor verpleegster studeerde en dat hij zelf stu dent in de medicijnen was. Hij had een heele lijst bij zich van boeken die benoo- digd waren. Ook hier was hy geloofd en had hij in totaal voor ruim 100 boeken gekregen. Verdachte had wel zijn juisten naam en zijn adres opgegeven, terwijl de verdedi ger mededeeling deed, dat alles thans be taald was. Het ingewonnen rapport concludeerde tot een voorwaardelijke veroordeeling, maar de Officier van Justitie, mr. Cohen Tervaert, voelde daar niets voor, want op 7 November van het afgeloopen jaar had verdachte nog een voorwaardelijke ver oordeeling gekregen van den Haagschen Politierechter. Een flinke straf zal mis schien voor hem verbetering brengen, waarom eischte spr. een gevangenisstraf voor den tijd van tien maanden. De verdediger ging in een uitvoerig pleidooi het. leven van verdachte na en vroeg voor zijn cliënt een voorwaardelijke veroordeeling, waarna de uitspraak be paald werd op over 14 dagen. Rijwieldiefstal. P. A. H. uit Leiden, laatst wonend in den Haag, had in den Haag, volgens de dagvaarding, een rijwiel weggenomen en verkocht. Verdachte ontkende ten stelligste, maar de getuige die het rijwiel gekocht had, herkende hem ten stelligste. De verloofde van verdachte zeide als getuige 8 décharge dat haar verloofde niet gestolen kon hebben, want op het moment dac het rijwiel gestolen zou zijn was hij bij haar in Delft geweest. De Officier hield zich aan de getuigen verklaring a charge en zeide dat ver dachte reeds tallooze malen veroordeeld was. Aan de getuigenverklaring behoeft niet getwijfeld te worden en spr. eischte dan ook een gevangenisstraf voor den tijd van acht maanden. Uitspraak over 14 dagen. BELEEDIGING VAN JOODSCHE VOLKSGROEP. Redacteur van „Het Nationale Dagblad" tot geldboete veroordeeld. De Haagsche rechtbank veroordeelde den 47-jarigen E. J. R., oud-redacteur van „Het Nationale Dagblad", onder wiens vreantwoordelijkheid in het nummer van 15 October j.l. van dat blad twee artike len verschenen, welke beleedigend geacht werden voor de volksgroep van Neder- landsche Joden, tot een geldboete van 200.subs. 100 dagen hechtenis. Het O.M. had een geldboete van 800. en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden geëischt. IS HET GEMEENTELIJK GROND BEDRIJF IN GOEDE HANDEN? Alhoewel met zekere schroom deze weg van publicatie kiezend, verzoek ik u be leefd opname van het navolgende, waar van ik vertrouw, dat door bevoegden nota zal worden genomen, zoodat misschien be reikt kan worden, dat bestaande willekeur wordt ingeperkt. 11 Juli 1938 was volgens het couranten verslag een goede dag voor Burgemeester en Wethouders van Leiden. Onder alge- meene instemming en hulde van het col lege van B. en W. keurde de gemeenteraad een voorstel goed „tot het aankoopen van gronden aan den KanaalwegZoeterwoud- scheweg, enz." Op dat oogenblik zal het in die „hoera- stemming" tot geen van de aanwezige raadsleden zyn doorgedrongen, dat aan koop van gronden, vooral wanneer dit uit de ruime beurs van de gemeenschap ge schiedt, gemakkelijker is dan verkoop van terreinen. Begin 1939. De Gemeenteraad keurt de verkoop van verschillende bouwterreinen goed, o.a. aan de Wassenaarscheweg, Hout laan, nabij Rijnsburgerweg. Géén hoe- rastemming, géén hulde aan het beleid van B. en W. Niemand heeft het woord ge vraagd. „Het gaat wonderlijk toe met den ver koop van gemeentelijke bouwgrond" en „de een krygt niets, de ander alles ge daan", zijn uitlatingen, die mij herhaalde lijk ter oore zijn gekomen, om verder te zwijgen van uitdrukkingen, die andere mopperaars over dit onderwerp bezigen. Ik wensch mij niet met insinuaties in te laten, doch wil mij bepalen tot feiten. 1. Voor de gronden aan den Wassenaar scheweg werden het laatste jaar prijzen ge vraagd van ca. 11 a 12 gulden per vierk. Meter. Verschillende malen is er kans ge weest te verkoopen tegen ca. 9.50 a 10 per vierk. Meter, doch hierop wenschte de gemeente niet in te gaan. Nu wordt plot seling een flink perceel iets verderop aan den Wassenaarscheweg aan een bouwer van buiten de stad verkocht voor slechts 6.40 per M.2 Hiervan af te trekken de 1.50 algemeene- bijdrage, zoodat de ge meente nog géén 5.per M.2 ontvangt. Het is mijn overtuiging, dat de geheele Wasenaarscheweg reeds langs bebouwd zou zijn door Leidsche bouwers, indien de ge meente Leiden op basis van ƒ6.40 per M.2 de bouwgrond had aangeboden. 2. Ongeveer een half jaar geleden werd voor een perceel bouwgrond aan de Hout laan, nabij de Rijnsburgerweg, 10 gulden per M.2 gevraagd. Thans wordt ditzelfde perceel verkocht aan de N.V. Uitgebreid Bezit, dir. J. J. de Cler, voor 8.50 per vierk. M. 3. Voor een betrekkelijk klein perceel bouwgrond, noodig voor afronding van een groot te bouwen blok huizen aan den Hoo- ge Rijndijk, welk bouwblok dit stadsge deelte niet weinig zal verfraaien, vraagt de gemeente Leiden 13.per M.2! (Ligt aan het Rijn- en Schiekanaal) Dit alles in aanmerking nemend vraag ik mij af, vanwaar en waarom deze willekeur. De prijzenpolitiek en verkoopstactiek van dit gemeentebestuur raken kant noch wal. Wie zal in den gemeenteraad dit ter sprake brengen? Hoogachtend, P. J. VAN HOEKEN. Leiden, 13 Februari 1939. Leiden, 13 Februari 1939. Volksbond Retraite. Voor de Retraite welke a.s. Zaterdag zal aanvangen zijn nog plaatsen vrij, en by deze wil ik onze spaarders aanraden zich vóór Donderdagavond 6 uur aan te melden, om nog van de goedkoope reisgelegenheid gebruik te maken, een bericht aan onder- geteekende is voldoende. Naam en adres en men ontvangt Zaterdagavond aan het station zijn deelnemerskaart. Voor de werk- loozen is gezorgd voor het stempelen. Meldt U dus spoedig aan en maakt eens een Retraite mede. Vrijdagavond in de Leidsche Courant laatste mededeeling voor vertrek van trein. Hoogachtend, J. v. d. WEIJDEN Secretaris-penningm. Brederostraat 10, Leiden. au'o naar links uitwijkt om u- n anderen wagen H- voorbij te komen, dan moogi u dat voertuigen- paar niet inhalen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 12