DINSDAG 14 FEBRUARI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 12
UIT DE VASTENBRIE
VEN DER DUITSCHE
BISSCHOPPEN.
KERKVERVOLGING IN HET DERDE
RIJK.
De klacht der Duitsche Bisschoppen.
In de brieven, die de Duitsche Bis
schoppen bij het begin van den H.
Vastentijd hebben uitgevaardigd,
geven de Duitsche Kerkvorsten
een uitvoerige documentatie over
de godsdienstige toestanden in het
Derde Rijk. Uit alle brieven
spreekt een groote bezorgdheid,
daar het H. Geloof overal in
Duitschland een periode van ge
weldige onderdrukking meemaakt.
Wij laten hieronder weer enkele
uittreksels volgen .van eenige brie
ven der Duitsche Kerkvorsten.
De Aartsbisschop van Keulen, Kardinaal
Karei Jozef Schulte, noemt de tegen
woordige Kerkvervolging in het Derde
Rijk „het snoeimes in de hand des Vaders.
Deze gebruikt de machten, die aan de
Kerk vijandig gezind zijn, om van den
wijnstok alle twijgen te verwijderen, die
geen vrucht meer dragen en ook om die
gene, die nog wel vrucht dragen te zuive
ren, zoodat zij meer en betere vruchten
kunnen voortbrengen".
Als wapen tegen diegene, die het geloof
bedreigen, beveelt de Kerk Gods aan:
„Leeft uit het geloof! Onwetendheid op
godsdienstig gebied is de grootste vijand
van het geloofsleven. De vijandige propa
ganda tegen de Kerk, die nog met den dag
toeneemt en steeds meer systematisch
wordt gevoerd, die als het ware iederen
dag met alle opwerpingen en beschuldi
gingen tegen het geloof over u wordt uit
gestort, maakt dit heden ten dage dubbel
noodig. En dit nog des te meer, daar de
Kerk thans niet meer de mogelijkheid ge
laten wordt om tegen alle klachten en be
schuldigingen, die tegen haar worden in
gebracht, op krachtdadige wijze stelling
te nemen, opheldering te verleenen of,
deze als onjuist van de hand te wijzen.
De toekomst'van het geloof in het Duit
sche volk is afhankelijk van het feit, hoe
veel katholieke Christenen wij hebben,
wier leven werkelijk uit het geloof beleefd
wordt. Of wij zulke Christenen hebben
en in de toekomst zullen blijven hebben,
hangt er van af hoevelen zich beveiligd
hebben tegenover al die weergalooze ver
dachtmakingen, hoevelen in zich de blijheid
des gelpofs bewaren door de zonde uit hun
leven te verbannen".
De Aartsbisschop van Freiburg mgr. dr.
Conrad Gröber, constateert in de inleiding
van zijn Vastenbrief: „Men kan er jammer
genoeg niet meer aan twijfelen, dat Jezus
Christus ook in de Dutische landen in stij
gende mate miskend en bedreigd wordt.
Daarvoor zijn vele bewijzen voorhanden.
Men wil heden ten dage zelfs het men-
schelijke m Christus niet meer laten gel
den, omdat het Joodsche element in Hem
een wanklank en afstootelijk zou zijn. Het
is vergeefsche moeite om Christus als
Ariër te betitelen. Volgens Zijn mensche-
lijke natuur is Christus gesproten uit een
Joodsche stam; doch alleen van Moeders
zijde, want Hij werd ontvangen van den
H. Geest. De moderne Christus-hater lacht
met dit mysterie, omdat hij alles, wat won
derbaar en bovennatuurlijk is, eenvoudig
ontkent en hoogstens van wonderen
spreekt, die volgens onze opvatting veel
meer beschouwd moeten worden als mach
tige daden van menschen, maar geen
eigenlijke wonderdaden zijn".
De nieuwe haat tegen Christus bedient
zich thans ook van passages uit den Jood-
schen Talmud, waaruit een schandelijke
haat spreekt. Tegen dezen weerzinwek-
kenden strijd protesteeren de Katholieken
op plechtige wijze. De beweringen omtrent
de Joodsche afkomst des Heeren met de
schandelijkste lasteringen tegenover de
Onbevlekte Moeder Gods zijn trouwens
alleen een voorwendsel, dat men slechts
onhandig tracht te verbergen. Ook wan
neer Jezus geen Jood geweest ware, zou
men hem verwerpen, omdat men Hem niet
als Verlosser wil erkennen.
De Bisschop van Ermland, dr. Max Kal-
ler, beklaagt zicht over het dreigende ge
vaar, dat er in de toekomst niet voldoen
de priesters meer zullen zijn. Deze daling
van het aantal priesterroepingen wordt
veroorzaakt door de daling van het ge
boortecijfer, door de verwarring stichten
de verdachtmakingen en lasterlijke be
schuldigingen tegen de Kerk en den pries
terlijken stand, die thans aan de jeugd
vanaf haar prille kindsheid worden bijge
bracht.
De Kerkvorst beschouwt het als zijn
voornaamste zorg om het hoofd te bieden
aan het gevaar van het snel-dalend aantal
priesterroepingen.
De Bisschop van Augsburg, dr. Kamuf-
müller, waarschuwt in zijn Herderlijk
Schrijven voor de valsche profeten, die in
deze wereld optreden. Alles wat bovenna
tuurlijk is, wordt tegenwoordig verwor
pen onder voorwendsel: op het geloof
komt het niet aan, als men maar recht
schapen leeft. Het geloof aan Christus
heeft voor de Duitschers heelemaal geen
beteekenis meer.
De Katholieken zullen zich daardoor
echter niet laten misleiden, maar door een
werkdadige liefde bewijzen, dat hun ge
loof leeft. Het beste middel om het geloof
te bewaren is het gebed. Met aandrang
vermaant .de Kerkvorst van Augsburg
niets te vreezen en niet te versagen, niet
te klagen of te veroordeelen, maar zijn
toevlucht te nemen tot het onfeilbare mid
del van het gebed van Eerherstel.
I BINNENLAND
H. M. BEZOEKT DE ALEXANDER-
KAZERNE.
TER GELEGENHEID VAN HET
125-JARIG BESTAAN VAN HET DERDE
REGIMENT CAVALERIE.
HJVL stelde zich persoonlijk met het leven
van de troep op de hoogte.
Het is een vaste gewoonte, dat het derde
regiment cavalerie in de residentie op zijn
verjaardag voor H.M. de Koningin defi
leert. Doch heden, op den dag van het
125-jarig bestaan van het regiment, is men
van dezen regel afgeweken. De Koningin
stelde er prijs op, persoonlijk de nieuwe
kazernes aan de van Alkemadelaan in
oogenschouw te nemen. Evenals tien jaren
geleden, toen om technische redenen het
défilé niet kon plaats hebben, bezocht ook
thans de Koningin de huzaren in hun eigen
cmgeving.
Nadat des morgens om 9 uur twee kran
sen namens dt officieren van het regiment
en namens den bond van oud-onderofficie
ren waren neergelegd bij het monument
voor de gevallen kameraden en de com
mandant, luitenant-kolonel J. J. van Die-
penbrugge, een herdenkingsrede had ge
houden, maakte het regiment zich op om
H.M. de Koningin in zijn midden te ont
vangen.
Op het met talrijke vlaggen feestelijk
versierde voorplein stelden de drie esca-
drons zich op met aan de eene zijde de
muziek en de standaard, aan de andere
zijde de hiet-ingedeelde officieren, oud
officieren en reserve-officieren. Onder de
oud-officieren bevonden zich vier oud-com
mandanten van het regiment, F. J. J. ba
ron van Heemstra, kolonel E. P. M. Clava-
reau, generaal-majoor A. Diemont, en gene-
raal-majoor A. W. E. Gelderman. Onder de
aanwezigen bevind zich ook de stalmees
ter van H. M. Jhr. C. E. J. M. Verheijen
Om elf uur kondigden trompetsignalen
van de wacht en het hijschen van den Ko
ninklijken standaard aan den speciaal daar
voor opgerichten vlaggcmast, de komst van
de Koningin aan. Vergezeld van haar ad
judant, kolonel jhr. W. C. M. de Jonge van
Ellemeet, en haar ordonnans-officier, eerste
luitenant jhr. D. J. A. A. van Lawick van
Pabst, betrad H. M. het voorplein van de
kazerne, waar zij werd ontvangen door den
regiments-commandant.
Onder het spelen van het Wilhelmus, ge
volgd door het huzarenlied, inspecteerde
de Koningin vervolgens de rond het voor
plein opgestelde escadrons, waarna een
driewerk hoera op H. M. werd uitgebracht.
Na inspectie werd de Koningin door den
commandant en zijn adjudante ritmeester
H. A, M. Latour, rondgeleid door het mo
derne kazernecomplex, waarbij H. M. zich
persoonlijk op de hoogte stelde van het le
ven van den troep. De eenvoudige huzaar,
die in welk vertrok dat de Koningin ook be
zocht, dienst deed, moest zich persoonlijk by
H. M. melden. Zoo kon zij uit den mond
van de mannen zelf de gewenschte inlich
tingen verkrijgen.
Geruimen tijd vertoefde de Koningin in
de prachtige keukens, waarbij zij zich door
den kok liet voorlichten omtrent de wer
king van de machinal - stamppotten en naar
het menue informeerde, dat op dezen feest
dag een speciaal karakter droeg.
Tegen twaalf uur was 't bezoek ten ein
de. Bij haar vertrek onderhield H. M. zich
eenigen tijd met overste van Diepenbrugge
en den oudsten dienstdoenden officier rit
meester W. E. Mathon, die den troep had
gecommandeerd. u,uid toegejuicht door het
publiek, dat voor den ingang der kazerne
v/as samengestroomde verliet de Koningin
het kazerneterrein.
De feestmarsch door de stad.
Na het bezoek van de Koningin heeft het
regiment een feestmarsch door de stad ge
maakt. Voorop ging de muziek en het ge
motoriseerde gedeelte sloot den stoet. Ge
durende dezen marsch heeft het regiment
voor den commandant van het veldleger,
luitenant-generaal J. J. G. baron van
Voorst tot Voorst, gedefileerd, die voor
zijn bureau aan het Lange Voorhout te
paard het voorbijtrekken gadesloeg.
Generaal van Voorst tot Voorst was ver
gezeld van zijn adjudanten. Het regiment
werd gepresenteerd door luitenant-kolonel
J J. van Diepenbrugge, die met zijn adju
dant ter zijde van den commandant van het
veldleger, beiden te paard, stond.
Daarna, omstreeks een uur, heeft het re
giment gedefileerd voor den minister van
Defensie, dr. J, J. C. van Dijk. Met den
minister en diens adjudant, kapitein Tie-
lens, stonden op het bordes van het depar
tement van Defensie aan-het Plein, de re
gimentscommandant en diens adjudant.
Na afloop van dit défilé is het regiment
naar de Alexanderkazerne teruggekeerd.
WET OP VEREENIGINGEN EN
VERGADERING.
HET BEGRIP „OPENBAAR".
Verzoek aan den Minister van Justitie.
Het bestuur van „Geloof en Wetenschap"
te Haarlem heeft aan den minister van Jus
titie het volgend schrijven gericht:
„Naar aanleiding van de behandeling
van het wetsontwerp tot wijziging van de
wet tot regeling en beperking van het
recht van vereeniging en vergadering in de
Tweede Kamer neemt ons bestuur de vrij
heid het navolgende onder Uwe aandacht
te brengen.
Wij hebben in den laatsten tijd meer dan
eens verschil van meening gehad met de
politie te Haarlem met betrekking tot de
vraag of zij al of niet toegang heeft tot on
ze bijeenkomsten. De politie neemt het
standpunt in, dat onze bijeenkomsten als
openbaar moeten worden beschouwd wan
neer de pers daarop wordt toegelaten. Deze
meening komt ons niet juist voor met het
oog op den duidelyken tekst van art. 19 van
bovengenoemde wet, maar wij willen daar
op niet verder ingaan, nu bij Nota van Wij
ziging in dezen tekst verandering is ge
bracht. Waarop wij echter wel de aan
dacht van U.E. willen vestigen is: dat ook
in de nieuwe redactie een authentieke in
terpretatie ontbreekt van het begrip „open
baar".
Het wil ons voorkomen, Excellentie, dat,
teneinde in de toekomst conflicten tus-
schen vereenigingen en de plaatselijke poli
tie te vermijden, het wenschelijk, ja nood»-
zakelijk is van het begrip „openbaar' in de
\vet zelve een definitie te geven, weike el-
ken twijfel omtrent zijn beteekenis buiten
sluit.
Het is om deze reden, dat wij Uwe Ex
cellentie eerbiedig verzoeken, bij een nieu
we Nota van Wyzigingen de gevraagde
authentieke interpretatie alsnog in het ont
werp te willen inlasschen".
OVERHEID EN WILDE BUSSEN.
Gisteren is in het Staatsblad afge
kondigd het nieuwe Reglement Auto
vervoer Personen, dat het bestaande R.
A. P. vervangt en waardoor het moge
lijk zal zijn, dat de justitie met suc
ces tegen de wiide-autobusdiensten kan
optreisn.
Volgens het nieuwe R.A.P., dat met
ingang van Woensdag 15 Februari a.s. in
v.erking treedt, zal voortaan een vergun
ning vereischt zijn voor:
a. het exploiteeren van autobussen in
de uitoefening van een autobusdienst;
b. het exploiteeren van autobussen tot
het uitvoeren van toerwagenritten;
c. het exploiteeren van taxi's;
d. het exploiteeeren van huurauto's.
Het reglement is van toepassing op het
exploiteeren van motorrijtuigen tot ver
voer van personen over de wegen, onver
schillig of het vervoer al dan niet ten deele
in het buitenland wordt bewerkstelligd.
Voorts is uitdrukkelijk bepaald, dat voor
de toepassing van het reglement onder ex
ploiteeren van een motorrijtuig tot vervoer
van personen, niet begrepen is het verhu
ren van personenauto's zonder chauffeur.
NEDERLANDSCHE ZOUAVEN.
Nog drie en twintig in leven.
De zeereerw. heer B. van Leeuwen, pas
toor der St. Josephparochie te Hillegom en
geestelijk adviseur van den Alg. Ned. Zoua-
venbond schrijft ons:
Er zijn thans nog drie en twintig Neder
landers in leven, die als zouaaf in het Pau
selijk leger hebben meegestreden voor het
behoud van den Kerkelijken Staat. Het
zijn de heeren:
J. Bakker, te Amsterdam; F. Bakker, te
Grootebroek; H. C. Beuk, te Alphen aan
den Rijn; J. A. Boekenholt, te Almelo; W.
C de Boer, te Amsterdam; H. P. de Bruin,
te Utrecht; C. Contze, te Rotterdam; G.
Floor te Weesp; M. Frère, te Maastricht; H.
Jansen Limkens, te Venlo; H. Leurs, te
Nijmegen; P. v. d. Linde, te Malden; Th.
Mooykind, te Hillegom; H. Nieuwenhof, te
Zwolle; R. A. Post, te Schagen, C. Romijn,
te Culemborg; Th. Schoen, te Medemblik;
N. Slootjes, te Leiden; L. B. Snoek, te Rot
terdam; P. N. Verbeek, te Rosmalen; F.
Villier, te Herreveld; J. Weiman, te Am
sterdam en S. L. Zwart, te Kuinre.
Wij hebben alleen de plaatsnamen er
achter gezet.
Zouden wij de adressen er bij zetten, dan
zijn er velen in tehuizen voor minvermo
genden, die verlangend uitzien naar een
ondersteuning.
En Nederland geeftOch als Z. H.
de Paus niet gaf dan was alle ondersteu
ning voor de Oud-Zouaven zoo afgeloopen.
(Het Gironummer van pastoor Van leeu
wen is 114345).
INVOER VAN BOTER IN BELGIë
De Brusselsche correspondent van de
„Msbd." meldt:
Blijkens een mededeeling in de Staats
courant, werd het bijzonder recht voor het
verleenen van vergunningen voor den im
port van boter, vastgesteld op frs 5.80 per
K.G.
RECHTZAKEN
HAAGSCHE RECHTBANK.
MOORDAANSLAG IN DE
GEVANGENIS.
Leidenaar kwam tusschen beiden en
voorkwam erger.
Op 21 October des middag om drie uur
kwam de commissaris van de maand en lid
van het college van regenten van de straf
gevangenis te 's-Gravenhage een bezoek
brengen aan P. v. d. H., zonder beroep,
die gedetineerd was in cel 210 van de straf
gevangenis.
Op de gang was aan het werk de metse
laar van A. uit L e i d e n, die momenteel
een straf uitzit in dezelfde gevangenis.
Toen de commissaris de cel 210 binnen
kwam zat de gevangene achter zyn tafel
te werken en wilde niet opstaan bij het
binnenkomen van de bezoeker. Hij wilde
bovendien geen bezoek hebben en had een
desbetreffend bordje op zijn celdeur han
gen.
Nadat er even gesproken was, liep ver
dachte achter den commissaris om een greep
een oud mes dat in een rekje bij het cel
raampje lag. Met dit mes stak hij naar zyn
bezoeker en verwondde hem op enkele
plaatsen.
Op het hulpgeroep schoot de Leidsche
metselaar toe en wist den bezoeker te ont
zetten. Hij had daarbij gezien, toen hij aan
kwam, dat verdachte stekende bewegingen
maakte.
Nadat nog een cipier gehoord was kwam
verdachte zelf aan het woord, die zeide,
dat hij geen verdediger had willen hebben
omdat zoolang de „huidige heilige broeders
aan de regeering zyn, er toch geen recht
in Nederland is". „Alleen geweld maakt
nog indruk", volgens verdachte. Daarom
had hij een afschuwwekkend voorbeeld
willen stellen, opdat hy den toestand eens
voor het gerecht uiteen zou kunnen zetten.
Nadat verdachte meerdere verwarde uit
latingen naar voren had gebracht, nam de
Offcier van Justitie, mr. Blok, het woord,
die begon met te vertellen, dat verdachte
door de rechtbank te Arnhem veroordeeld
was wegens zware mishandeling ook op een
bewaker van de gevangenis. De Arnhem-
sche rechtbank had verdachte ter beschik
king van de regeering gesteld. Daarom
vroeg de Officier aanhouding van de zaak
voor onbepaalden tijd. opdat er een onder
zoek ingesteld zal worden naar de geest
vermogens van verdachte. En omdat ver
dachte een gevaar oplevert, onmiddellijke
gevangenneming van de verdachte opdat hij
ter beschikking van Je Haagsche rechtbank
blyft, totdat het onderzoek zal zijn afge
loopen, met terug verwijzing van de zaak
naar de rechtercommissaris.
Na raadkamer werd de onmiddellijke ge
vangenneming van de verdachte gelast en
de zaak voor onbepaalden tijd geschorst.
Wegens oplichting van studieboeken
tien maanden gevangenisstraf.
Hedenmorgen moest voor de Haagsche
rechtbank terecht staan de 21-jarige
koopman Th. J. V. te Leiden, thans ge
detineerd in het Huis van Bewaring.
Verdachte was op 13 October naar het
filiaal van den boekhandel Ginsbergen te
Leiden gegaan, alwaar hij te woord werd
gestaan door den filiaalhouder A. K. Hij
had dezen een verhaal gedaan waar o.a.
in naar voren kwam, dat hij drie jaar in
Duitschland werkzaam was geweest in
verband met zijn medische studie en dat
hij thans te Leiden af wilde studeeren.
Oh kort te gaan hij had eenige boeken
mee gekregen zonder te betalen. Eenige
dagen later was hij weer terug gekomen
en weer had hij boeken, thans ter waarde
van 10, meegekregen en een paar da
gen later weer boeken ter waarde van
17.50. Zoo was het nog een poosje door
gegaan totdat de waarde van de boeken
opgeloopen was tot ongeveer 65. Toen
was verdere levering stopgezet.
De filiaalhouder had toen om het eerst
geleverde boek gevraagd, dat hij graag te
rug wilde hebben, maar verdachte had
verteld, dat er een ongelukje mee ge
beurd was, want een andere student, een
vriend van hem, had er per ongeluk een
kop koffie op gemorst.
De tweede persoon, die door verdachte
opgelicht was, was de boekhandelaarster
mevrouw E. te Leiden. Daar was hij met
het verhaal gekomen, dat zijn vrouw voor
verpleegster studeerde en dat hij zelf stu
dent in de medicijnen was. Hij had een
heele lijst bij zich van boeken die benoo-
digd waren. Ook hier was hy geloofd en
had hij in totaal voor ruim 100 boeken
gekregen.
Verdachte had wel zijn juisten naam en
zijn adres opgegeven, terwijl de verdedi
ger mededeeling deed, dat alles thans be
taald was.
Het ingewonnen rapport concludeerde
tot een voorwaardelijke veroordeeling,
maar de Officier van Justitie, mr. Cohen
Tervaert, voelde daar niets voor, want op
7 November van het afgeloopen jaar had
verdachte nog een voorwaardelijke ver
oordeeling gekregen van den Haagschen
Politierechter. Een flinke straf zal mis
schien voor hem verbetering brengen,
waarom eischte spr. een gevangenisstraf
voor den tijd van tien maanden.
De verdediger ging in een uitvoerig
pleidooi het. leven van verdachte na en
vroeg voor zijn cliënt een voorwaardelijke
veroordeeling, waarna de uitspraak be
paald werd op over 14 dagen.
Rijwieldiefstal.
P. A. H. uit Leiden, laatst wonend in
den Haag, had in den Haag, volgens de
dagvaarding, een rijwiel weggenomen en
verkocht.
Verdachte ontkende ten stelligste, maar
de getuige die het rijwiel gekocht had,
herkende hem ten stelligste.
De verloofde van verdachte zeide als
getuige 8 décharge dat haar verloofde niet
gestolen kon hebben, want op het moment
dac het rijwiel gestolen zou zijn was hij
bij haar in Delft geweest.
De Officier hield zich aan de getuigen
verklaring a charge en zeide dat ver
dachte reeds tallooze malen veroordeeld
was. Aan de getuigenverklaring behoeft
niet getwijfeld te worden en spr. eischte
dan ook een gevangenisstraf voor den tijd
van acht maanden.
Uitspraak over 14 dagen.
BELEEDIGING VAN JOODSCHE
VOLKSGROEP.
Redacteur van „Het Nationale Dagblad"
tot geldboete veroordeeld.
De Haagsche rechtbank veroordeelde
den 47-jarigen E. J. R., oud-redacteur van
„Het Nationale Dagblad", onder wiens
vreantwoordelijkheid in het nummer van
15 October j.l. van dat blad twee artike
len verschenen, welke beleedigend geacht
werden voor de volksgroep van Neder-
landsche Joden, tot een geldboete van
200.subs. 100 dagen hechtenis.
Het O.M. had een geldboete van 800.
en een voorwaardelijke gevangenisstraf
van drie maanden geëischt.
IS HET GEMEENTELIJK GROND
BEDRIJF IN GOEDE HANDEN?
Alhoewel met zekere schroom deze weg
van publicatie kiezend, verzoek ik u be
leefd opname van het navolgende, waar
van ik vertrouw, dat door bevoegden nota
zal worden genomen, zoodat misschien be
reikt kan worden, dat bestaande willekeur
wordt ingeperkt.
11 Juli 1938 was volgens het couranten
verslag een goede dag voor Burgemeester
en Wethouders van Leiden. Onder alge-
meene instemming en hulde van het col
lege van B. en W. keurde de gemeenteraad
een voorstel goed „tot het aankoopen van
gronden aan den KanaalwegZoeterwoud-
scheweg, enz."
Op dat oogenblik zal het in die „hoera-
stemming" tot geen van de aanwezige
raadsleden zyn doorgedrongen, dat aan
koop van gronden, vooral wanneer dit
uit de ruime beurs van de gemeenschap ge
schiedt, gemakkelijker is dan verkoop
van terreinen.
Begin 1939. De Gemeenteraad keurt de
verkoop van verschillende bouwterreinen
goed, o.a. aan de Wassenaarscheweg, Hout
laan, nabij Rijnsburgerweg. Géén hoe-
rastemming, géén hulde aan het beleid van
B. en W. Niemand heeft het woord ge
vraagd.
„Het gaat wonderlijk toe met den ver
koop van gemeentelijke bouwgrond" en
„de een krygt niets, de ander alles ge
daan", zijn uitlatingen, die mij herhaalde
lijk ter oore zijn gekomen, om verder te
zwijgen van uitdrukkingen, die andere
mopperaars over dit onderwerp bezigen.
Ik wensch mij niet met insinuaties in te
laten, doch wil mij bepalen tot feiten.
1. Voor de gronden aan den Wassenaar
scheweg werden het laatste jaar prijzen ge
vraagd van ca. 11 a 12 gulden per vierk.
Meter. Verschillende malen is er kans ge
weest te verkoopen tegen ca. 9.50 a 10
per vierk. Meter, doch hierop wenschte de
gemeente niet in te gaan. Nu wordt plot
seling een flink perceel iets verderop aan
den Wassenaarscheweg aan een bouwer
van buiten de stad verkocht voor slechts
6.40 per M.2 Hiervan af te trekken de
1.50 algemeene- bijdrage, zoodat de ge
meente nog géén 5.per M.2 ontvangt.
Het is mijn overtuiging, dat de geheele
Wasenaarscheweg reeds langs bebouwd zou
zijn door Leidsche bouwers, indien de ge
meente Leiden op basis van ƒ6.40 per M.2
de bouwgrond had aangeboden.
2. Ongeveer een half jaar geleden werd
voor een perceel bouwgrond aan de Hout
laan, nabij de Rijnsburgerweg, 10 gulden
per M.2 gevraagd. Thans wordt ditzelfde
perceel verkocht aan de N.V. Uitgebreid
Bezit, dir. J. J. de Cler, voor 8.50 per
vierk. M.
3. Voor een betrekkelijk klein perceel
bouwgrond, noodig voor afronding van een
groot te bouwen blok huizen aan den Hoo-
ge Rijndijk, welk bouwblok dit stadsge
deelte niet weinig zal verfraaien, vraagt de
gemeente Leiden 13.per M.2! (Ligt
aan het Rijn- en Schiekanaal)
Dit alles in aanmerking nemend vraag ik
mij af, vanwaar en waarom deze willekeur.
De prijzenpolitiek en verkoopstactiek van
dit gemeentebestuur raken kant noch wal.
Wie zal in den gemeenteraad dit ter
sprake brengen?
Hoogachtend,
P. J. VAN HOEKEN.
Leiden, 13 Februari 1939.
Leiden, 13 Februari 1939.
Volksbond Retraite.
Voor de Retraite welke a.s. Zaterdag zal
aanvangen zijn nog plaatsen vrij, en by
deze wil ik onze spaarders aanraden zich
vóór Donderdagavond 6 uur aan te melden,
om nog van de goedkoope reisgelegenheid
gebruik te maken, een bericht aan onder-
geteekende is voldoende. Naam en adres
en men ontvangt Zaterdagavond aan het
station zijn deelnemerskaart. Voor de werk-
loozen is gezorgd voor het stempelen.
Meldt U dus spoedig aan en maakt eens
een Retraite mede.
Vrijdagavond in de Leidsche Courant
laatste mededeeling voor vertrek van trein.
Hoogachtend,
J. v. d. WEIJDEN
Secretaris-penningm.
Brederostraat 10, Leiden.
au'o naar
links uitwijkt om
u- n anderen wagen
H- voorbij te komen, dan
moogi u dat voertuigen-
paar niet inhalen