Dagblad voor leiden en omstreken
De Italianen blijven
in Spanje
MAANDAG 6 FEBRUARI 193»
30ste Jaargang No. 9254
S)e Ceid&eh^Soti/ttmt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 15, Administratie 935.
Adv. en Abonn.-tarleven zie paf. 2
Giro 103003. Postbus 11.
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
V Religieuze Kunst.
„Moge deze tentoonstelling bereiken, wat
zij beoogt: meerdere kennis van en waar
deering voor hetgeen de hedendaagsche
katholieke kunstenaars in ons land bereikt
hebben".
Wij citeeren hier uit het voorwoord van
prof. Henneman in de catalogus van de
tentoonstelling van Hedendaagsche Reli
gieuze Kunst, georganiseerd door de
Stichting Pro Arte Christiana in het Ste-
delijk Museum te Amsterdam, 8 Januari
12 Februari.
De wensch, in de geciteerde woorden
uitgesproken, is vervuld!
Dat kan zonder eenigen twijfel worden
geconstateerd.
De tentoonstelling is dus een succes,
waarmede wij mogen gelukwenschen de
organisatoren; waarmede wij ook mogen
gelukwenschen Katholiek Nederland.
Er is een tentoonstelling samengesteld,
die den kunstkenner genot schenkt, door
de keuze en opstelling en veelzijdigheid
van het geëxposeerde en die den op
kunstgebied onontwikkelden leek even
eens een openbaring is van heel veel en
verscheiden schoonheid, want voor ieder,
wiens gevoel voor het ware schoone onbe
dorven is, heeft deze tentoonstelling groo-
te bekoorlijkheid.
Voor Katholiek Nederland is deze expo
sitie een gebeurtenis van groote belang
rijkheid, omdat de propaganda voor het
schoone een der middelen is, der doel
treffende middelen, om de waarheid te
propageeren.
Wij hebben in ons blad op deze tentoon
stelling de aandacht gericht, maar wij
herhalen den wensch, dat allen, die
in de gelegenheid zijn, haar te bezoeken,
deze gelegenheid niet onbenut zullen la
ten.
Zeker er is natuurlijk slechts een
greep gedaan; veel wat heel mooi is en het
mooiste kon niet worden geëxposeerd, om
dat het niet kon worden weggenomen van
de plaats, waar het zich bevindt. Maar on
getwijfeld kan men op deze tentoonstel
ling velen onzer katholieke kunstenaars
leeren kennen in hun streven en in hun
praestaties op het terrein van architectuur,
glasschilderkunst, muurbeschildering, mo
zaïek, plastiek, metaalbewerking, weef-
en borduurwerk, ceramiek, schilderijen,
gebruiksgrafiek.
Een tentoonstelling als deze moet de
overtuiging bij-brengen bij, helaas, zoo ve
len, bij wie deze overtuiging heelemaal niet
schijnt te bestaan: dat het veel en veel
beter is b.v. één mooi beeld te bezitten dan
tien leelijke!
Dit is waar zoowel voor een particuliere
woning als voor een kapel of kerk....
In de eigen parochiekerk moeten de pa
rochianen het gaan waardeeren, als ware
't hun eigen persoonlijk bezit, als zij zich
daar kunnen stichten aan mooie paramen
ten, beelden enz. In de eigen pa
rochiekerk.... Terloops zij hier op
gemerkt, dat de liefde voor de eigen
kerk, voor de parochiekerk, voor „onze"
kerk, die voorheen vrij algemeen was, als
een kostbaar goed moet worden bevor
derd en aangekweekt. Dan ^al er óók al
is dit zeker niet het belangrijkste! meer
offerzin zijn, om de parochiekerk op ware
en waardige wijze te verfraaien, in haar
bouw, in haar versiering, vooral in wat bij
de plechtigheden van den Godsdienst
wordt gebruikt.
Er is op de Amsterdamsche tentoonstel
ling zooveel, wat, als men 't in bezit zou
hebben in eigen bezit of in het bezit
van eigen kerk waarlijk een blijven-
de vreugde schenkt.
Zeker, den bezoeker van de tentoonstel
ling blijven nog wenschen open staan. Hier
zou hij ook wat anders, daar wat meer wil
len zien: een vervolmakende vervolledi
ging is 't behoeft eigenlijk niet eens ge
zegd nog heel goed mogelijk.
Maar er zal bij i e d e r e n bezoeker o p-
rechte waardeering zijn gewekt
voor het streven van Pro Arte Christiana!
Tot de volledige liquidatie
van het roode gevaar
WAT IS DE BETEEKENIS DAARVAN?
Besluit van den Grooten Fascistischen
Raad.
Zaterdagavond is de Groote Fascistische
Raad bijeen gekomen, en van deze verga
dering is een communiqué uitgegeven,
waarin o.m. wordt gezegd:
„De Duce heeft een uiteenzetting van
den algemeenen internationalen toestand
gegeven. De Groote Raad juichte hem her
haaldelijk toe en zijn conclusies w erden
met een geestdriftig applaus ontvangen.
De Groote Raad heeft bij acclamatie de
volgende moties goedgekeurd:
„De Groote Raad van het fascisme geeft
uiting aan zijn groote voldoening over de
rede, door Hitier ritgésproken ter gele
genheid van den zesden er jaardag van zijn
bewind, waarin hij d^ politieke, ideëele en
militaire solidariteit, welke de fascistische
en de nationaal-socialistische revolutie ver-
eenigt evenals de toekomst der beide vol
ken, opnieuw bevestigde.
De Groote Raad zendt een vurigen
groet tot de heldhaftige Spaansche
strijders en ae legionnairs, en brengt
ter kennis van allen, dat de vrijwillige
strijdkrachten van het fascisme het too-
neel van den strijd niet zullen verlaten,
ayvorens de oorlog is geëindigd zooals
hij behoort te eindigen: met een over
winning van Franco".
De Groote naad zal op 10 Februari, te
22 uur, opnieuw bijeenkomen."
Over de zitting van den Grooten Fascis
tischen Raad schrijft de semi-officieele
„Giornale d'Italia" in zijn Zondagseditie:
„Tot aan de volledige liquidatie van de
roode wapens in Spanje en in de aangren
zende gebieden, waar de rooden steeds
weer een onderkoi .en en ondersteuning
vinden, kan de overwinning van Franco
niet als verzekerd gezien worden. Daar
om zullen de Italiaansche legionarissen
het Spaansche gebied niet verlaten, voor
het volkomen bevrijd is van de roode ben
den en van de omliggende vernielende in
vloeden hunner vrienden.
JE WERELD IK
OGELVLUCHT
LE PERTHUS. Langs dit Fransche
grensstadje trekt op het oogenblik het
verslagen republikeinsche leger Frankrijk
binnen. De weerstand in Catal'onië is vol
komen ingezakt, alle verzet is opgegeven.
Franco heeft thans niets anders te doen,
dan achter het terugtrekkende republi-
keinsche leger aan te marcheeren en de
prijs gegeven steden en dorpen in bezit te
nemen. De linksche regeering heeft beslo
ten zich in de nog over gebleven centrale
zóne te vestigen en, naar verluidt, zouden
Negrin en andere leden van zijn regeering
zich reeds per vliegtuig naar Valencia of
een andere stad in deze zóne hebben be
geven. Intusschen zijn de diverse presi
dent, die in Barcelona huisden, n.l. Azana
ae president der Spaansche republiek,
Companys, de president der Catalaansche
Generaliteit, en Aguirre, de Baskische pre
sident, naar Parijs gegaan. Men meent, dat
deze heeren het nuttelooze van verder ver-
ze< hebben ingezien en geen lust hebben
om zich in Centraal-Spanje als in een mui
zenval te laten opsluiten.
Het Engelsche blad de „Daily Telvraagt
zich ook af, wat men nog bereiken kan
met een tegenstand tot den laatsten man,
hoe heldhaftig die ook mag zijn? Spanje
dat reeds zooveel heeft geleden, kan er
aanspraak op maken voor verdere ellende
gespaard te blijven.
Volgens een bericht in de Fransche
„Epoque" zou de linksche regeering aan
Franco vredesvoorstellen hebben gedaan,
welke evenwel verworpen zijn. Zaterdag
middag zou" de Britsche ambassade de wei
gering van Franco aan de autoriteiten te
Figueras hebben overgebracht. Onmiddel
lijk daarna werd een belangrijke beraad
slaging gehouden, waaraan niet alleen de
ministers, doch ook andere vooraanstaan
de personen deelnamen. Er bleken ernsti
ge meeningsverschillen te bestaan, die tot
een ware scheuring leidden. Minister pre
sident Negrin en de minister van buiten-
landsche zaken, Del Vayo, verzetten zich
tegen capitulatie. Zij zullen nu hun ver
zet voortzetten in midden-Spanje.
ROME: Tegelijk met de berichten over
de Catalaansche ineenstorting komt het
niet veel goed voorspellende nieuws uit
Rome. De verklaring van den fascistischen
raad bevat gr en verrassingen, doch men
wordt er aan herinnerd, dat het einde van
den burgeroorlog nog niet het einde van
de Europeeshe spanning, welke door dien
oorlog veroorzaakt werd, behoeft te betee-
kenen. De Italianen zullen hun aanwezig
heid in Spanje uitbuiten om Frankrijk tot
concessies te dwingen.
Overigens heeft Mussolini zooals men
verwachtte niet gesproken over de
eischen van Italië. Wat is de reden van dit
.Eenvoudig
hemeltergend"!
De „Maasbode" v/ijdt een beschouwing
aan de nota van minister Goseling inzake
ss.
Wij ontleenen daaraan de volgende
scherpe, maar niet te scherpe passages:
„Wat de doelmatigheid der ge-
)men maatregelen betreft: op één punt
zullen allen het eens zijn, dat de maatrege
len van den minister volkomen en geheel
afdoende geschikt waren om het doel, dat
hij zich voorstelde, te bereiken. Dan komt
echter de vraag: had niet met minder kun
nen worden volstaan, waren de maatrege
len niet te hard? git/
Wij geven eerlijk toe, dat wij het op dit
punt met ons zelf nog niet geheel'eens wa
ren tot op het moment van verschijning
der nota. Nu wij echter alle gegevens nog
eens rustig hebben doorgezien we ga
ven daarom ons oordeel over deze 96 fo
lio-bladzijden liefst niet al te heet van de
naald verklaren wij in diepe, eerlijke
overtuiging: de minister kón niet anders
handelen, hij kón of mocht niet met min
der volstaan. Integendeel, als de minis
ter tot nog pijnlijker maatregelen, die uit
drukkelijk een strafkarakter gehad had
den ware overgegaan, dan zouden deze,
gezien de misgrepen der Osssche brigade,
volkomen verantwoord zijn geweest. We
zijn intusschen blij en we juichen het van
harte toe, dat de minister niet blind is ge
bleken voor het zoö verdienstelijk verle
den van de brigade, dat, wat al te zeer op
gehemeld, juist een der oorzaken werd tot
een opsporingsactiviteit, waarover wij, na
aandachtige lezing der nota, onzen hart-
grondigen afkeer uitspreken. Dat
met name twee geestelijken op dergelijke,
voor ieder normaal weldenkend mensch
hoeveel te meer dan voor een priester
haast physiek en moreel moorddadige wij
ze het slachtoffer konden worden van een
zoo blinden en op hol geslagen dienstijver,
met blijvend verlies van of althans schade
aan hun eer en goeden naam bij talloos ve
len, is eenvoudig hemeltergend. Dat
de minister hier zoo krachtig mogelijk in
greep, afdoende en toch op de zachtst
mogelijke wijze voor de overigens zoo ver
dienstelijke betrokkenen door tijdelijke
onthouding van opsporingsbevoegdheid, niet
door bestraling, Schorsing of ontslag, zal
bij iederen onbevooroördeelden welden
kende de meest oprechte goedkeuring ver
werven. Dat hij dit deed in het zeer stel
lig vooruitzicht, dat hem, den katholieken
minister, in verband met de betrokken ka
tholieke geestelijken, de meestgrievende
verwijten te wachten stonden, zal ieder als
een staal van echt mannelijke en moedige
plichtsbetrachting beschouwen.
Tot zoover de „Maasbode".
Hartgrondige afkeer zij hierbij
ook uitgesproken voor het bedrijf van
persorganen, die twee katholieke gees
telijken uit Oss blijven achtervolgen met
hun lage insinuaties!
De goede daad
De „Maasbode" drukt de radio-rede af.
welke R. H. W. Regout S.J. Zondag 29
Januari .1., cp verzoek van de Vereeniging
voor Volkenbond en Vrede, over het groo
te probleem van het recht in het huidige
internationale leven gehouden heeft.
Op de vraag, wat wij in ons land kun
nen doen, om de rechtsgedachte te laten
herleven, antwoordt pater Regout:
„Op de groote politiek der mogendhe
den kunnen wij weinig directen invloed
uitoefenen. Maar wel kunnen wij mede
werken aan de verbreiding van dien rui
mer, frisscher geest, die door begint te bre
ken om ons heen; wij kunnen meehelpen
aan den cpbouw van een nieuwe gemeen
schap. Het recht in de wereld heeft het
sterkst geleden door de zelfzucht, het
egoïsme van individuen en van groepen,
dat gewoed hee'ft zoowel op sociaal-econo
misch terrein, als in het politieke leven en
met name ook in de internationale verhou
dingen
De fout, de misdaad van den een heeft
de fout en de misdaad van den ander opge
roepen, en nieuwe weerwraak uitgelokt.
Aan onzen tijd zou het woord van Schiller
tot motto kunnen worden meegegeven:
„Das is der Fluch der bösen Tat, dasz sie
immer fortgebahrend Böses nur erzeugt".
Dezen kringloop verbreken is onze taak.
Als.ieder van ons, en zoo duizenden van
ons, binnen eigen kleinen kring de goéde
daad stellen, eerlijk belangeloos, met lief
de en eerbied voor den medemensch, die
evenzeer als ik verlangt naar geluk, in er
kenning van Góds heerschappij, dan kan
geleidelijk het recht en de vrede in de we
reld zijn plaats veroveren.
T. S. Goslinga f
De waarheid, dat wij, midden in het leven
staande, de dood aan onze zijde hebben
staat vóór ons in felle belichting, als men
ons meldt het overlijden van een mensch,
dien wij nog héél kort geleden hebben ge
kend, volop werkend met een schijnbaar
onbreekbare arbeidskraoht en onbhisch-
bare arbeidslust, sterk en stoer.
Zóó is het bericht van het overlijden op
58-jarigen leeftijd van den heer Goslinga,
voorzitter van den Raad van Arbeid te Am
sterdam, tot voor kort voorzitter van den
Raad van Arbeid te Leiden, oud-wethouder
en oud-raadslid onzer gemeente.
Goslinga dood! Wij wisten, dat hij sedert
Juli ernstig ongesteld was, maar hij bleef
toch in onze voorstelling leven als een
man met een gestel van ijzer en staal!
Buitengewoon vee* arbeid heeft de heer
Goslinga in onze stad weten te verzetten!
stilzwijgen. Volgens Kerillis in de „Epo
que" bestaan er waarschijnlijk twee rede
nen voor: de uitingen van Roosevelt en de
onverwachte crisis, die te Belgrado een
einde heeft gemaakt aan het Italiaansch-
en Duitsch-gezinde bewind van Stojadino-
witsj.
In 1919, bij de instelling van den Raden
van Arbeid door minister Aalberse, kwam
hij in Leiden. In 1927 werd hij gekozen tot
lid van den gemeenteraad voor de Anti-
rev. Partij en van 1927 tot 1935 was hij
wethouder.
In den Raad ontweek de heer Goslinga
den strijd niet; men kan eerder zeggen,
dat hij, steeds in het harnas, het gevecht
zocht! Hij had wapenen ter beschikking,
die hem de overwinning konden verzeke
ren! Hij beschikte over een massa parate
kennis, over een uitstekend geheugen, over
een glasheldere betoogtrant en een vlotte,
boeiende wijze van spreken. Dat alle^
maakte hem tot een tegenstander, met
wien men rekening had te houden!
Tijdens zijn wethouderschap is de heer
Goslinga belast geweest met de zaken be
treffende de financiën en de lichtfabrieken,
het burgerlijk armbestuur - en den socialen
dienst, later met de zaken der financiën en
der bedrijven.
In 1935, bij de nieuwe samenstelling van
den Raad, waardoor twee sociaal-democra-
tisohe wethouders hun intrede in het col
lege van B. en W. deden, moest de heer
Goslinga voor een van hen plaats maken,
omdat de A.-R.-fractie de kleinste der drie
rechtscche raadsfracties was. De heer Gos
linga bleef echter raadslid en lid van de
Commissie voor de Stedelijke Lichtfabrie
ken, Commissaris der Leidsche Duinwater
maatschappij, lid van de Commissie voor
het Onderwijs ii. de zaken van het on
derwijs was hij zóó thuis, dat niemand hem
den weg behoefde te wijzen; zéér weinigen
in onze stad zullen er zóó bedreven in zijn!
Als men vraagt, waaraan de heer Gos
linga ontleende het vermogen, om zoo veel
en op zooveel terrein met groote kennis
van zaken te arbeiden dan ligt daarvan
de verklaring in de vele geestesgaven,
welke God hem haa geschonken, speciaal
echter in zijn rustige, geordende, accurate
wijze van werken.
sDe A.-R. Kies vereeniging „Nederland en
Oranje" heeft de heer Goslinga geruimen
tijd als voorzitter gediend.
De heer Goslinga heeft zich in Leiden
wij wezen er al terloops op
speciaal zéér verdienstelijk gemaakt voor
het onderwijs; hij is jarenlang penning
meester geweest van de Gereformeerde
Schoolvereeniging. De heer Goslinga was
ook voorzitter van de Ver. voor Chr. Fröbel
onderwijs.
Zooals wij reeds opmerkten is de heer
Goslinga kort na zijn eervolle promotie tot
voorzitter van den Raad van Arbeid te
Amsterdam, in Juli vorig jaar, ziek ge
worden; nadien is hij nog wel weer eeniger-
mat hersteld, maar Donderdag j.L is hij
andermaal ingestort en gisteren is hij over
leden.
De begrafenis heeft plaats a.s. Donderdag
tégen half twee op de Oosterbegraafplaats
te Amsterdam.
De arbeid, door den heer Goslinga in
Leiden verricht, zal in waardeerende en
dankbare herinnering blijven voortleven.
Naar katholiek beginsel, bidden wij God,
dat Zijn Barmhartigheid hem vergeve alle
tekortkomingen en fouten.
Heer geeft zijn ziel de eeuwige rust.
En het eeuwige licht verlichte hem.
Dat hij ruste in vrede.
Amen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Vandaag vóór 17 jaar werd Paus Pius
XI gekozen. (2de blad).
Catalonië geeft het verzet op. Het repu-
blikeinsche leger wijkt uit over de Fran
sche grens. De regeering-Negrin verplaatst
zich naar de centrale zóne. Azana, Compa
nys en Aguirre zijn evenwel te Parijs aan
gekomen. (1ste blad).
De Italianen zullen Spanje niet verlaten
vóór het roode gevaar volkomen geweken
is. (1ste blad).
De ontgoocheling in Oostenrijk. (2de
blad).
Regeeringscrisis in Joego-Slavië opge
lost. (2de blad).,
Sir Henry Deterding plotseling te .St.
Moritz overleden. (2de blad).
Sport en Wedstrl|den
HOCKEY: Wijl er op de Olympische
Spelen te Helsinski geen hockeywedstrij
den worden gespeeld, tal er in 1940 te Am
sterdam een tournooi om het wereldkam
pioenschap worden gehouden (3de blad).
IJSHOCKEY: Nederland door Polen met
90 geklopt op de wereldkampioenschap
pen (3de blad).
ATHLETIEK: De Docos-veldloop door J.
van Rooden gewonnen. (3de blad).
SCHAATSEN: De.Eur. kampioenschap
pen te Riga leverden maar matige succes
sen der Ned. rijders op. (3de blad).
VOETBAL: In den I.V.C.B. werden
Spartaan, Vosta en Vogido geklopt.
Voor den K.N.V.B. roerden de hekkeslui-
ters in het Zuiden zich danig. Neder
laag van U.V.S. tegen H.V.V.; Lugdunum
speelt gelijk. (3de blad).
Geen enkel land wil
oorlog!
't Is opvallend, hoe in tegenstelling
met wat tot nu toe geschiedde in Duitsch
land erkend wordt, dat de economische
toestand niet rooskleurig is!
Gouwleider Buerckel heeft voor een
groote vergadering te Weenen een rede
gehouden, waarin hij zelfs o.a. zeide:
„Ik moet toegeven, dat de levensstan
daard in Oostenrijk sedert den „Anschluss"
niet is gestegen en dat een groot deel van
het volk over de regeering mort.
De slechte levensstandaard in Duitsch-
land is echter niet te wijten aan de natio
naal-socialistische regeering, maar aan de
vijandigheid der democratische landen, die
Duitschland met oorlog bedreigen. Daar
door zijn wij gedwongen kanonnen in plaats
van boter voort te brengen."
Wij willen opmerken, dat ons geen en
kel democratisch land bekend is, dat
Duitschland. met oorlogt bedreigt!
De democratische laden willen even
als de totalitaire staten niets liever dan
vrede.
Zij willen onderhandelen met de to
talitaire staten, omdat zij inzien, dat zóó
den vrede kan worden behouden of ver
kregen.
En zij zien ook in, dat er geen grooter be
dreiging is voor den vrede, dan een oecono-
misch slechte toestand in een groot Rijk!
Onderhandelingen, gebaseerd op het doel,
den economischen toestand over héél de
wereld te verbeteren, zijn het middel, om
een oorlog te voorkomen!
FRANSCHE GRENZEN GEOPEND.
Vluchtende burgers en soldaten
stroomen binnen.
LE PERTHUS, 6 Febr. (A. N. P.). Te
7.45 uur hebben de Fransche militaire auto
riteiten de afsluitingen, die de menigte
van \-.ichtelingen nog tegenhielden, ge
heel doen openen, zoodat de massa zonder
ophouden binnenstroomt. Men ziet steeds
meer soldaten, ook eenige subalterne offi
cieren.
Aan de grens worden de binnenkomenden
snel gefouilleerd en ontwapend.
Het is van La Junqüera tot Perthus
één menschenmassa, die zich langzaam
voort beweegt. De ravijnen aan dg Spaan
sche zijde der grens zijn bezaaid met ge
weren en andere schietwapenen, die de
vluchtende soldaten hebben weggeworpen.
Afdeelingen karabiniers houden toezicht
bij de aankomst van vrachtauto's, waarop
zich gewonden en vrouwen bevinden.