VOEDSEL VOOR BARCELONA. Het geluk ligt in de sneeuw Na de inname van Barcelona. Uitdeelingen van levensmiddelen werden door de hulpdiensten der nationalistische troepen in vele straten der stad georganiseerd. Vrouwelijke hulp bij de verstrekking van brood aan de bevolking 3oo personen kwamen om het leven bij de instorting van een bioscoop theater tijdens de ernstige aardbevings catastrofe in Chili. Wat er van het gebouw overbleef Baron J. J. L van Lynden is benoemd tot ordonnansofficier van H. M. de Koningin De Het Hemony-carillon in den Nieuwen Toren te Kampen zal gerestaureerd worden. De heer A. E. Roest van Limburg, directeur der gemeentewerken te Kampen, tijdens een inspectietocht in den toren c. n. ri. rrins Bernhard bracht Vrijdag een bezoek aan den Generalen Stat te Den Haag. Prins bij het verlaten van het gebouw aan het Lange Voorhout De molestatie van den Belgischen premier Ue demonstreerende oudstrijders voor de woning van Spaak te Brussel, waar de; minister-president werd aan gevallen en gewond Ver van het ouderlijk huis. Een jeugdige Spaansche vluchteling onder goede hoede in het vluchtelingenkamp te Perthus bij de Fransche Zuidgrens, waar duizenden een onderdak gevonden hebben FEUILLETON Een Wintersportroman van PETER KRAYENBüHL. (Nadruk verboden). 33) Als Dieter de deur van de kamer achter zich sluit, neemt dr. Belzner, de dorps medicus, juist afscheid. Houd er den moed maar in, meneer de griffierBeter uw neus dan uw heele hoofd, moet u maar denken Dieter verneemt, dat dr. Muschle bij zijn avontuur in de sneeuw een bevroren neus heeft opgeloopen Aan zijn bed zit een dame, die heel goed zijn zuster zou kunnen zijn en zij is het ook inderdaad. Zoo op het oog maakt zij niet zoo'n heel onsympathieken indruk, zij het dan, dat de stekend zwarte oogen, de spitse kin en de al even scherpe neus op een zekere heerschzuchtigheid en haar ge heel overige verschijning en optreden op een zeer begrensde horizon duiden. Met een vergeefsche poging om in haar toon iets hartelijks te leggen, betuigt zij Dieter haar dank voor de goede zorgen, die hij aan haar broeder heeft gewijd, waar bij zij niet kan nalaten een minachtenden blik in de richting van het ledikant te werpen, waarin van dr. Muschle echter niet veel meer dan een gedeelte van het achter hoofd te zien is. Dieter overweegt nog, of het misschien wenschelijk is ook met dit bijdehande zus je nog eens een ernstig woordje te spreken, hetgeen dan mogelijk tot een betere ver standhouding tusschen dit tweetal zou kunnen leiden, als plotseling mrs. Arlen naar voren treedt, die zich tot dusver op den achtergrond heeft gehouden en wier aanwezigheid Dieter daardoor in 't geheel niet is opgevallen. Hij begroet haar ietwat verlegen en verwijst mej. Muschle voor haar dankbetuigingen haastig naar het groote aandeel, dat mis» Grace Arlen in de redding van haar broer heeft gehad. De beide dames kunnen het uitstekend met elkaar vinden en Dieter acht zichzelf dan ook eigenlijk min of meer overbodig. Nochtans meent hij, dat de beleefdheid meebrengt, tenminste eenige minuten als zwijgend toehoorder te fungeeren en die korte tijd is voldoende om hem de overtui ging bij te brengen, dat dr. Muschle en diens zure zuster incluis ten slotte toch nog aan het zoo fel door hem be geerde verdoovende middel is gekomen, zij het dan in een anderen en minder gevaar lijken vorm dan hij aanvankelijk had -ge dacht: in eenige uren tijcis sinds de aan komst van mej. Muschle is mevrouw Ar len er in geslaagd twee veel belovende as piranten aan de ledenlijst van haar Theo- cophical Society 10e te voegen en de inten se belangstelling, waarmee de nieuwe aan winst aan mrs. Arlen's lippen hangt om de door deze verkondigde leer der Oostersche wijsheid in zich op te nemen bewijst, dat zij in deze kleine wii tersportplaats geen dankbaarder geestverwanten zou hebben kunnen vinden. Die ter glimlacht, d'tmaal zonder een spoor van ironie. Hij denkt: ieder het zijne, geeft het drietal in stilte zijn zegen en verheugt zich zelfs oprecht over dezen gang van zaken. Hardop zegt hij, dat dr. Muschle en zijn zuster nu blijkbaar dat gene hebben gevonden, waaraan hun ziel reeds lang behoefte had en op deze wijze verzekert hij zich tevens van een alles zins behoorlijken aftocht, waarbij zelfs hel afscheid van mrs. Arlen niet onhartelijk is. Nu begrijp ik, w-siom het Karma me naar deze koude streek heeft gebracht Karma is wijsheid en wijsheid is meer dan weten, meneer Prausnitz. Laat dat ook voor u een les zijn! Dieter blijft volkomen kalm; hij herin nert zich, dat mr. Arlen zich in overeen- komstigen zin tegenover hem uitliet en denkt in stilte: Als twee menschen het zelfde zeggen, is het nog niet altijd het zelfde. Beneden vraagt hij paar Grace, maar zij blijkt niet in het hritèi te zijn. Daarente gen verheugt zich mr, Arlen echter oprecht Dieter alweer te zien en 't duurt dan ook niet lang of beiden zitten in de speelka mer tegenover elkaar, de hoofden over het schaakbord gebogen. Petra is weg Den volgenden ochtend; na een storm achtig sneeuwjacht; welke bijna den gehee- len nacht heeft aangehouden, wordt Die ter met een schok-,wakker: van de Annen- fluh klinkt het doffe gerommel van sneeuw- lawines, die omlaag storten. Zij vangen elkaar op aan den rand van het bosch, dat zich van de Rot horn alm af uitstrekt, maar het donderencLgeluid herhaalt zich in een veelvoudige echo" tusschen het Sa- tanshorn en den Blauen Wand. Dieter weet, dat" Kalserhof en St. Valen tin beschermd worden "door het bosch maar hoe staat het met Petra's hut? Een halve minuut later het heeft juist zes uur geslagen houdt Dieter zijn hoofd onder een kouden waterstraal, die de laat ste sporen van slaap spoedig verdrijft. Een zeldzame onrust drijft hem voor waarts. De sneeuw is los en biedt weinig houvast, donkere wolkenflarden trekken spookachtig langs den afnemenden maan, maar in den recordtijd van twintig minu ten is Dieter boven. Het dak van de hut is nog heel, al maakt het dan als een geramd schip eenigszins slagzij naai' den kant van den berg. Daar echter is de halve houten wand ingedrukt en totaal vernield; een massieve sneeuw massa is midden in het blokhuis terecht ge komen. Dieter heeft zijn ski's afgebonden en aar zelt nu niet lang. Weldra heeft hij een ge schikte plank los gebroken en daarmee begint hij de sneeuw weg te scheppen, als of zijn eigen leven er van afhangt. Na eeni- gen tijd bonst zijn hart hem in de keel van inspanning, 't Zweet parelt hem op het voorhoofd en zijn armspieren verzetten zich pijnlijk tegen .et vermoeiende werk, maar hij geeft het niet op Verdraaid, nu is ook de batterij van zijn zaklantaarn nog leeg. Na lang zoeken vindt hij echter Petra's petrolemlamp. Neen, dat is niet het werk van de sneeuw alleen; er is ook steenslag mee naar omlaag gekomen, een rotsblok is door den wand geslagen en over Petra's legerstede heen in den open haard terecht geko men. Na een poosje staakt Dieter het oprui- mingswerk. Wien en wat zoekt hij eigenlijk hier? Voorzichtig prikt hij met een omgekeer den skistok in de sneeuwresten en dan dringt het al spoedig tot hem door, dat hij Petra hier niet zal vinden, omdat ze er in 't geheel niet is. Petra is weg en Bollmann, de trouwe St. Bernhard, is eveneens ver dwenen Dieter is met zijn eigen figuur verlegen. Hij spint hier en daar nog wat rond en komt daarbij tot de ontdekking, dat de sneeuw rond den haard «unelt; er was blijk baar nog vuur in, toen de voltreffer in sloeg Hij legt de plank weg en gaat naar het vertrek, waar Petra haar ski's pleegt te bergen ook die zijn er niet meer. Dieter krijgt het koud Zou de haard den schok hebben weer staan? Met veel moeite en slechts na de grootste krachtsinspanning slaagt hij er in het zware rotsblok van zijn plaats te krij gen. De hoop asch verspreidt nog 'n eigen aardige branderige lucht. Min ofmeer weemoedig port Dieter met zijn stok in de droeve resten van wa' eens een groot hout vuur was, tot plotseling zijn aandacht wordt getrokken door iets, wat zich daar in bevindt: half verbrande, deels geheel verkoolde lappen stof Wederom begint hij de sneeuw weg te scheppenDit hier is Petra's veldbed, of beter: het is het eens geweest.. De matras is open gesneden, het linnen ver brand en de dekens zijn verdwenen.... Een oogenblik denkt Dieter aan een mis daad, maar die gedachte is onzinnig: Boll mann is immers op den man gedresseerd... Neen, Petra is weg en ze heeft voor haar vertrek haar bed vernielddat is juist iets voor haar.... Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5