Chamberlain over Hitiers
rede
BUITENLAND
Franco's opmarsch
In Catalonlë
WOENSDAG 1 FEBRUARI 1939
DE LEIUSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
BELGIË
ENGELAND
Het bezoek aan Z. H. den Pau.s
„Ik heb den indruk, dal dit
niet de taal was van een
man, die Europa in
een nieuwe crisis
wil storten"
Instemming met wensch
naar samenwerking
In het Engelsche Lagerhuis heeft giste
ren een debat plaats gehad over het bui-
tenlandsche beleid der Britsche regeering.
De discussie weid, namens de labour-
party, ingeleid door Attlee, die ten aanval
trok tegen de politiek, welke de Britsche
regeering ten aanzien van Spanje heeft
gevoerd.
Chamberlain antwoordde met 'n uitvoe
rige uiteenzetting en motiveering van de
Britsche zienswijzen in Spanje en elders,
waarbij hij gelegenheid vond enkele woor
den te wijden aan de rijksdagrede van
Hitier.
Wat Spanje betreft, zeide Chamberlain,
dat het oogenblik zeker niet geschikt is
voor een wijziging van de Britsche poli
tiek van niet-inmenging. Inmenging ten
gunste van de Spaansche regeering zou
den toestand aanzienlijk kunnen verande
ren.
Ik ben niet van meening, dat de situatie
in Spanje op het oogenblik den Europee-
schen vrede bedreigt, doch het is zeer ze
ker mijn opvatting, dat de vrede nog meer
bedreigd zou worden indien wij de niet-
inmenging zouden prijsgeven en er een
uitgebreide interventie ten gunste van de
Spaansche regeering tot stand zou ko
men.
Sprekende over de rede van Hitier zeide
de minister: „Ik heb den zeer stelligen
indruk gekregen, dat dit niet de taal is
van een man, die werkt aan het plan,
Europa in een nieuwe crisis te storten. Er
zijn vele passages in zijn rede, waarin hij
spreekt van de noodzakelijkheid van vre
de, voor Duitschland, zoowel als voor de
andere landen.
Het vertrouwen in Europa wordt ech
ter niet gemakkelijk of snel hersteld. Al
vorens wij op een definitieve regeling in
gaan, zullen wij verlangen, dat men dui
delijk bereid is tot een overeenkomst, zoo
niet over algeheele ontwapening dan toch
over beperking der bewapening. Ik weet,
dat, wanneer die tijd komt, dit land bereid
zal zijn, zijn bijdrage tot een algemeene
pacificatie te leveren''.
Chamberlain herhaalde wat hij te Bir
mingham gezegd heeft, n.l. dat er geen
vraagstukken, hoe ernstig ook, zijn, die
niet door besprekingen kunnen worden
opgelost en voegde daaraan toe, dat 't nut
teloos is, dergelijke besprekingen te be
ginnen, tenzij degenen, die aan de con
ferentietafel komen, er allen van over
tuigd zijn, dat de aanwezigen vrede en te
vredenheid willen en geen boosaardige
gedachten hebben.
Ook in den voor het stellen van vragen
bestemden tijd heeft minister-president
Chamberlain gelegenheid gevonden, zijn
meening te zeggen over de rede van Hit-
Ier.
„Met instemming", aldus de premier,
„heb ik kennis genomen van de passages
in de rijksdagrede, waarin Hitier den
wensch naar meer vertrouwen en samen
werking tusschen onze beide volken uitte.
Ik maak van de gelegenheid gaarne ge
bruik om dezen wensch, die door de re
geering en het volk van ons land volko
men gedeeld wordt, te herhalen.
Op het oogenblik bestaan er echter geen
plannen voor onderhandelingen tusschen
de regeeringen van Duitschland en Enge
land. Het verheugt mij mtusschen te kun
nen vermelden, dat onlangs besprekin
gen tusschen vertegenwoordigers der nij
verheid in beide landen over verschillen
de handelsaangelegenheden zijn gevoerd".
Bedenkingen van Sinclair.
Na Chamberlain kreeg de liberale lei
der, Sinclair, het woord. Hij zeide, dat er
op het oogenblik zonder twijfel een gevoel
van ongerustheid in de wereld heerscht.
Het economische leven is ontwridht, de
handel gaat achteruit. Men zal thans de
spil RomeBerlijn dwars over de kaart
van Europa kunnen zien.
Ten aanzien van Nederland zeide
Sinclair: „Ik heb gisteren menschen ge
sproken, die uit Nederland waren te
ruggekeerd en tot de conclusie waren ge
komen, dat daar een ernstige twijfel
heerscht. Ik persoonlijk ben een groot be
wonderaar van het Neder landsche
volk en ik geloof, dat de Nederlan
ders, indien hun onafhankelijkheid be
dreigd zou worden, achter hun dijken
zouden vechten, wat er ook gebeurt.
Wij behooren Nederland de verze
kering te geven, dat wij het in de ure des
gevaars zouden bijstaan, indien het voor
werp van een niet uitgelokten aanval zou
worden".
HET LICHTPUNT. DAT HUDSON ZAG.
In een gisteravond te Londen gehouden
rede heeft de minister van overzeeschen
handel, Hudson, met betrekking tot de
passage in de door Hitier gehouden rede,
waarin hij zeide, dat zijn land moest ex
porteeren of ondergaan, verklaard: „Ik ge
loof dat dit uit den mond van Hitier een
der bemoedigendste verklaringen is, die
wij sedert lang gehoord hebben. Het is
even waar voor Engeland. Persoonlijk
geloof ik dat. als wij het vertrouwen in
de wereld kunnen herstellen en de tegen
woordige internationale spanning kunnen
doen verdwijnen, er ruimschoots voldoen
de uitvoerhandel zal zijn voor onze beide
landen.
Daarom, zoo besloot Hudson, juich ik
deze verklaring toe, omdat ik meen, dat
zij zou kunnen leiden tot het tot stand ko
men van een verstandige regeling tus
schen onze beide regeeringen tot ontwik
keling van de markten tegen redelijke
prijzen en tot beëindiging van een scher
pe concurrentie, welke onzinnig is.
EEN FRANSCH COMMENTAAR.
De „Paris Soir" trekt twee conclusies uit
de redevoering van Hitier: De democra
tieën moeten zich nauwer aaneensluiten
en wanneer Hitier werkelijk den vrede
wil. is hij in staat dien te krijgen, wanneer
hij zijn collega in Rome matigt. Wat
Frankrijk betreft: „Zijn standpunt blijft
gelijk. Alles wat redelijk is, lijkt Frank
rijk goed. Het zal geen duimbreed grond
afstaan van wat het bezit.
Maar het wil wel alles bestudeeren en
zelfs op een zeker plan het koloniaal pro
bleem, wanneer het om een algemeene re
geling gaat, waaruit de vrede zou kunnen
voortkomen en aan het einde waarvan de
ontwapening zou komen".
WAARSCHUWEND GELUID VAN DE
„FRANKFURTER ZTG."
In een commentaar op de redevoering
van Hitier meent de „Frankfurter Zei-
tung" te moeten 'waarschuwen tegen een
overdreven waardeering van de vredes-
verzekeringen van Hitier. Het blad
schrijft:
„Dat moet niemand er toe brengen ge
makkelijk in zijn leunstoel te gaan liggen
en opgelucht uit te roepen: „alles gaat
goed".
Hitier voert geen oorlog voor koloniën
en wij hoeven ze niet terug te geven. Die
houding komt reeds aan het licht in ver
schillende Fransche en Engelsche dagbla
den".
Het Duitsche blad is van oordeel, dat de
hoop van Hitier op een langdurigen vrede
slechts gebaseerd is op zijn hoop, dat de
opbouwende krachten zullen zegevieren
bij de naburen van Duitschland over de
afbrekende krachten, die natuurlijk vijan
dig gezind zijn jegens Duitschland.
DE REACTIE VAN HET VATICAAN.
Opzegging van het concordaat niet
waarschijnlijk.
De Romeinsche correspondent van de
„Tijd" seinde aan zijn blad:
„Voorzoover zij de religieuze situa
tie betrof, volgde de rede de beginse
len en de directieven, welke tot nog
toe voor de geheele perscampagne
golden".
Niet meer dan dezen eenen zin wijdt
de „Osservatore Romano" van gister
avond aan dat gedeelte van Hitler's
rede, waai'in getracht werd de beschul
diging te weerleggen, dat in Duitsch
land een Kerkvervolging heerschte.
De argumenten, welke Hitler gebruikte,
waren allerminst nieuw en werden reeds
ontelbare malen weerlegd.
Hoe het Vaticaan op Hitler s rede rea-
geeren zal, is nog een open vraag. De
groote nadeelen, welke de Kerk van een
opzegging van het Concordaat zou onder
vinden, hebben reeds menigmaal den H.
Stoel ervan teruggehouden om de bestaan
de relaties met Duitschland te verbreken.
Het concordaat, hoe dikwijls ook door
Duitschland geschonden, geeft aan de
Kerk toch nog altijd een rechtspositie,
waarop Zij bij haar Apostolischen arbeid
steunen kan.
Eerste Leidsche
Begrafenisonderneming
voor Roomsch Katholieken
GEVESTIGD 1882
G. H.KLEINHANS
Pieter de ia Couristraa. 22
TRANSPORT TELEFOON 1455
RUMOER ROND EEN
BENOEMING
DE OUDE HAAT HERLEEFD.
Heftig Kamerdebat over benoeming van
Martens.
In de Belgische Kamer heeft zich een
heftig debat ontsponnen over de benoeming
tot lid van de Kon. Vlaamsbhe Academie der
Medicijnen van dr. Martens, oud-lid van
den Vlaamschen Raad, die in 1920 wegens
hoogverraad bij verstek ter dood veroor
deeld was, doch in 1929 amnestie heeft ge
kregen.
De liberaal Mundeleer noemde de benoe
ming een ware uitdaging van den natio-
nalen geest, die geen enkel vaderlander kan
aanvaarden. Martens, zeide hij, moet de
academie goedschiks of kwaadschiks ver
laten.
In zijn antwoord zeide ministerpresident
Spaak, dat de interpellatie van Mundeleer
de moreele eenheid der natie in gevaar
brengt. Hij verklaarde, dat de regeering
niet op haar besluit zou terugkomen, waar
op de Vlaamsche afgevaardigden den pre
mier luide toejuichten, terwijl Ie liberalen
heftig protesteerden.
Tenslotte had de Kamer de keuze tus
schen twee moties: één van den liberaal
Max, waarin de benoeming van dr. Mar
tens betreurd wordt, en die van den
Vlaamsch-Katholiek van Cauwelaert, een
eenvoudige motie om over te gaan tot de
orde van den dag.
In de nachtelijke zitting, die daarop
volgde, oefende de liberaal Devèze, minis
ter van staat en oud-minister van defensie,
heftige critiek uit op Spaak, dien hij ver
antwoordelijk stelde voor deze benoeming.
De aanwezigheid van Martens in de
Academie noemde hij een schande, en hij
dreigde zich van de regeering waarvan
hij een der steunpilaren is te zullen af-
keeren, als de benoeming niet werd teniet
gedaan.
Nadat ook nog de socialist Hubin de be
noeming van Martens gelaakt had, kwam
Spaak voor het laatst tusschenbeide. Hij
verklaarde diep getroffen te zijn door de
verdeeldheid, die zich in de Kamer had
geopenbaard, en deed een beroep op den
verzoeningsgezinden geest der Waalsche en
Brusselsche afgevaardigden.
De Kamer zal Donderdag over de beide
moties stemmen. Aangezien Spaak den
steun heeft van de Vlaamsche afgevaardig
den zonder onderscheid van partij, schijnt
het zeker, dat hij de meerderheid zal be
halen.
Betoogingen van oud-strijders.
De vereenigingen van oud-strijders te
Brussel hadden gisteren tegen het einde
van den middag hun aanhangers opgeroe
pen om het resultaat af te wachten van de
interpellatie, die ingediend was door Mun
deleer betreffende de benoeming van Mar
tens. Groepen betoogen. werden in het be
ging van den avond gevormd achter de af
zettingen der politie en gendarmerie. Een
honderdtal betcogers heeft getracht een
afzetting te verbreken om bij het parlement
te komen, doch de ordedienst belette hun
dit
De betoogende oud-strijders zijn langs
de boulevards in het centrum der stad ge
trokken en hebben zich daarna verzameld
in de buurt van een theater, waar de koning
een galavoorstelling moest bijwonen. Bij
zijn aankomst hebben de betoogers, die
door een sterke politiemacht in bedwang
werden gehouden, den vorst een langdurige
ovatie gebracht. De oud-strijders zijn daar
op haar de neutrale zóne vertrokken, waar
de politie de orde wist te handhaven.
DUITSCHLAND
BUERCKEL'S BENOEMING TOT
GOUWLEIDER.
Inleiding tot belangrijke bestuurs-
hervorming in Oostenrijk.
De benoeming van Joseph Buerckel, rijks
commissaris van Oostenrijk, tot gouwleider
van Weenen, is van bijzonder belang. Zij
doet namelijk belangrijke wijzigingen voor
zien in het binnenlandsche bestuur van
Duitschland, welke waarschijnlijk op 1
April tot stand zulien komen. Op dien da
tum zal, zooals sedert den „Anschluss" voor
zien was, Seyss Inquart, thans rijksstad-
houder van Oostenrijk, als rijksminister
naar Berlijn komen en zal Oostenrijk vol
komen ophouden te bestaan als bestuurs-
eenheid.
Op dienzelfden datum zullen de zes na-
tionaal-socialistische districten van Oosten
rijk samenvallen met de bestuursdistricten
van het rijk en zal, een nationaal-socialis-
tische gouwleider in elk van deze districten
worden aangesteld. De rijksstadhouder zal
dan tegelijkertijd hoofd van de partij en
hoofd van de regeering zijn.
Deze hervorming, welke geleidelijk in 't
geheele rijk zal worden doorgevoerd, zal in
Oostenrijk beginnen. Men gelooft niet. dat
dit binnen de eerste twee jaren zal zijn
voltooid.
Alle geruchten, die thans weer de ronde
doen, over een benoeming van Goering tot
rijkskanselier, schijnen voorbarig. Deze be
noeming zal, indien zij al plaats heeft, niet
eerder geschieden dan na de voltooiing van
de bestuurshervorming.
In antwoord op een vraag betreffende
zijn bevindingen bij Mussolini heeft Cham
berlain gisteren in het Lagerhuis medege
deeld, dat de besprekingen te Rome in een
sfeer van volkomen openhartigheid gevoerd
zijn.
Wij zijn overeengekomen, binnenkort be
sprekingen te houden over de grenzen /an
Italiaansoh Oost-Afrika, den Soedan en de
aangrenzende Britsche gebieden.
Wij hebben niet verheeld, dat wij het be
treuren, dat de Italiaansche betrekkingen
met Frankrijk den laatsten tijd slechter zijn
geworden.
Uit de daarop volgende bespreking is ge
bleken, dat de Spaansche kwestie de groote
slagboom tusschen Frankrijk en Italië is:
zoolang de oorlog niet geëindigd is, is het
niet waarschijnlijk, dat onderhandelingen
tusschen de beide landen nut zouden heb
ben.
Mussolini heeft duidelijk verklaard, dat
Italië niets van Spanje zou eischen, als de
oorlog voorbij is. Daarna heeft Ciano lord
Halifax nog de verzekering gegeven, dat
Italië geen territoriale ambities in Spanje
heeft.
Over het vraagstuk der ontwapening heb
ben we een nuttige bespreking gehad^ waar
bij is gebleken, dat Mussolini voorstander
is van kwalitatieve beperking, zoodra de
omstandigheden gunstiger voor onderhan
delingen zouden zijn.
Sprekende over zijn bezoek aan Z. H. den
Paus zeide Chamberlain: „Het was mij en
lord Halifax een voorrecht, dat wij nimmer
zullen vergeten, kennis te nemen van
's Pausen bewondering en toegenegenheid
voor den koning, de koningin en het volk
van het Britsche rijk.
Wij waren diep bewogen door den moed
en de menschlievendheid, welke den Paus
bezielen en in zijn houding en zienswijze
tot uiting komen.
FASCISTEN VERSTOREN EEN
VERGADERING.
Minister Kingsley Wood moet zijn rede
afbreken.
Een vergadering in Limehouse, Eastlon-
don, waar de Britsche minister voor de
luchtvaart, Kingsley Wood, gisteren het
woord voerde, heeft men ontijdig moeten
sluiten. Gedurende de geheele vergade
ring hadden fascisten betoogd met ge
schreeuw, met het loslaten van ballonne
tjes en het atsteken van voetzoekers.
Kingsley Wood brak zijn rede plotse
ling af.
Toen het er uitzag, alsof er een gemeen
schappelijke ren naar het podium zou ont
staan, wist Kingsley Wood dit af te wen
den door op te staan met degenen, die op
het podium zaten, en het volkslied aan te
heffen, dat door de fascisten en de regee-
ringsaanhang werd medegezongen. Daarop j
renden de fascisten naar het podium, ten
einde bij den conservatieven candidaat
voor Limehouse, William Courntenay, te
komen.
De politie moest ingrijpen. Voordat de
zaal ontruimd was, ontstonden nog ver
scheidene gevechten.
RONDE-TAFELCONFERENTIE INZAKE
PALESTINA.
Begint 7 Februari a.s.
Malcolm Macdonald heeft gistermiddag
in het Lagerhuis medegedeeld, dat de ron
de-tafelconferentie inzake Palestina zal
beginnen op 7 Februari a.s.
ITALIË
DE ITALIAANSCHE EISCHEN.
„Toestand der Italianen in Tunis wordt
steeds onhoudbaarder".
De „Giornale d'Italia" constateert, dat
de toestand der Italianen in Tunis steeds
erger wordt en steeds onhoudbaarder. Men
kan, zoo schrijft het blad, in Tunis nauwe
lijks Italiaansch spreken, d.w.z. de taal,
die nog nauwelijks vijftig jaar geleden de
eenige was, waarin men zich voor de in
boorlingenbevolking verstaanbaar kon
maken. Met alle middelen trachten de
autoriteiten in Tunis de weerstandskracht
der Italiaansche bevolking te verzwakken,
wat echter niet gelukken zal.
AMERIKA
ROOSEVELT OVER DE
OORLOGS-MOGELIJKHEID
„DE GRENS DER VEREENIGDE STATEN
LIGT IN FRANKRIJK".
„Alarmeerende" mededeelingen.
De New Yorksche ochtendbladen mel
den, dat president Roosevelt in een confe
rentie met de senaatscommissies voor le
ger aangelegenheden verklaard zou heb
ben, dat, „ingeval van oorlog de grenzen
der Vereenigde Staten in Frankrijk zou
den zijn".
De „New York Herald Tribune" meent
zelfs te weten, dat president Roosevelt de
senaatscommissie te verstaan zou hebben
gegeven, dat er reeds nauwkeurige rege
lingen en positieve overeenkomsten zou
den zijn tusschen de Vereenigde Staten
en de Europeesche democratieën.
Volgens dit blad zou de president heb
ben verklaard: „De verantwoordelijke
cp de pijnlijke
plek. bestrijdt \jmW
HOEST. KEELPUM
GRIEP. RHEUMATIEK
STEKEN IN DE ZU.ehi Bjtï
doozen a
35 en 55 ct.
PIJNSTILLENDE WATTEN
VICH ONDER VUUR DER
RECHTSCHEN.
Vich ligt thans binnen het bereik van
van het kanonvuur van de rechtsche
troepen. De voorhoede van de troepen
van Franco zijn de stad tot 12 K.M.
genaderd, na zich meester te hebben
gemaakt van Estany. De opmarsch
wordt voortgezet naar Vich, een be
langrijk knooppunt van de wegen.
In het communiqué van het groote hoofd
kwartier te Salamanca wordt nog medege
deeld, dat de rechtsche troepen aan het
Catalaansche front in den Noordelijken
sector het dorp Cofort hebben veroverd, in
den middensector eenige dorpen hebben
bezet en in den Zuidelijken sectör het dorp
Las Serranias hebben in bezit genomen. In
laatstgenoemden sector zijn de troepen van.
Franco over een diepte van 13 K.M. opge
rukt en hebben zij eenige plaatsen bezet.
Medegedeeld wordt dat 2.700 man zijn
gevangen genomen of gedeserteerd.
Het communiqué meldt voorts nog, dat
het te Barcelona ontdekte materiaal voort
durend „in fabelachtige mate" toeneemt.
Zoo werden in een droogdok twee duik-
booten- aangetroffen, die nog in alleszins
goeden staat verkeerden.
MAATREGELEN AAN DE FRANSCH-
SPAANSCHE GRENS.
De Fransche troepen aan de grens van
Catalonië zijn aanzienlijk versterkt, de re
den hiervan is* alleen de regeling van de
evacuatie der vluchtelingen. Groote hoe
veelheden brood zijn bijeengebracht om de
vluchtelingen te spijzigen. Alleen vrouwen,
kinderen en grijsaards worden toegelaten.
Gewonde Spaansche strijders worden
zoo ver mogelijk naar het binnenland ver
voerd om de ziekenhuizen in het grensge
bied vrij te houden.
Niettegenstaande de voorzorgen zijn ook
talrijke niet gewonde strijdbare mannen
over de grens gekomen. Zij komen in het
gebergte ongemerkt over de grens; zoodra
zij worden betrapt, worden zij ontwapend
en geïnterneerd.
BETOOGING VOOR WAPENLEVERING
TE LONDEN.
Honderden man extra politie zyn gister
avond saamgetrokken nabij Tottenham
Courtroad te Londen, waar politieke orga
nisaties, die voor de Spaansche republi
keinen zijn, betoogden voor wapenlevering
aan Spanje. Verscheidene duizenden luis
terden naar de redevoeringen waarin cri
tiek wtrd uitgeoefend op het buitenland-
sche beleid der Engelsche regeering, in het
bijzoncjgf ten aanzien van Spanje. Vijftig-
leden van de internationale brigade, die
juist uit Spanje waren teruggekeerd, mar
cheerden op naar de vergadering, vooraf
gegaan door een muziekcorps, dat revolu-
tionnaire liederen speelde. Er werd een op
tocht gevormd, die naar de Parliament
Square trok. Een krachtige politiemacht
stond opgesteld rondom de parlementsge
bouwen. Zij behapdelde den toestand met
veel tact. Het plein werd ontruimd en de
betoogers bleven doorloopen.
mannen, die aan het hoofd staan der Euro
peesche democratieën, kennen mijn hou
ding"
Het blad deelt eveneens mede, dat Roo
sevelt daaraan zou hebben toegevoegd, dat
de Vereenigde Staten klaar moeten zijn
om de regeeringen van Frankrijk en
Groot-Brittannië in geval van oorlog in
Europa te hulp te komen.
Hij zou gepreciseerd hebben, dat de
Vereenigde Staten er zich op moeten voor
bereiden, de democratie te helpen in geval
van een aanval van de zijde der combi
natie RomeBerlijnTokio door de de
mocratieën de noodige wapenen te ver
schaffen, op voorwaarde dat zij contant
betalen.
De „New York Times" zegt, dat de uit
eenzetting, welke Roosevelt in de' se
naatscommissie voor militaire aangelegen
heden heeft gegeven, volgens de woorden
van een harer leden „werkelijk alarmee-
rend" is geweest.
Het blad voegt er aan toe, dat de presi
dent den toestand ernstig genoeg acht om
over de bijzonderheden van zijn verkla
ringen de grootste geheimhouding te heb
ben gevraagd.
De presidente zou, volgens het blad, van
de gelegenheid hebben gebruik gemaakt in
uiterst dringende bewoordingen aan de in
vloedrijkste leden van het Congres te vra
gen zich te onthouden van kleingeestige
critiek op zijn daden bij de leiding der
buitenlandsche politiek in de naaste toe
komst.