DEMONSTRATIES IN SYRIË. Het geluk ligt in de sneeuw Een kijkje op Grmdelwald tn Zwitserland, waérheen het Prinselijk echtpaar voornemens is, zich voor eenigen tijd te begeven De pijl duidt de plaats aan, waar het hotel „Adler" zich tusschen de boomen bevindt en waar de vorstelijke personen hun intrek zullen nemen Nabij het Fransche grensplaatsje d'Arrens aan den voet van de Pyre neeën is een nationalistisch bombardementsvliegtuig neerges'ort, waar bij de vijf inzittenden om het leven zijn gekomen. Het wrak van het vliegtuig in den sneeuw Talrijke gebouwen stonden te Damas onder strenge bewaking in ver band met de groote demonstraties, welke in Syrië plaats hadden kort «oor de komst van den nieuwen Franschen Hooge Commissaris Hotel „Adler" te Grindelwald, waar het Prinselijk echt paar eenigen tijd zal vertoeven In Syrië hadden groote demonstraties plaats kort voor de komst van den nieuwen Franschen Hooge Commissaris. De drukte te Damas Te St. Moritz trainen de deelnemeis aan de internationale ruiter- wedstrijden, waarbij ruiters uit vele landen uitkomen. Het vertrek in de sneeuw FEUILLETON Een Wintersportroman van PETER KRA YENBÜHI* (Nadruk verboden). 26, Nog vóór echter Grace met haar bezoe ker de deur bereikt heeft, wordt deze van buiten geopend en ruischt mevrouw Arlen het vertrek binnen. Met het gebruikelijk élan van haar gevleugeld temperament maakt zij zich van den baron meester. Neemt u me niet kwalijk, waarde ba ron, ik verneem zoo juist van mijn man, dat u ons de eer aandoet; mijn dochter is zoo vreeselijk souverein, dat zij het blijk baar niet noodig vond. Heeft zij u tenmin ste nogal prettig beziggehouden? Grace heeft nog juist tijd om haar vin ger op den mond te leggen. Heel prettig zelfs, mevrouw, ik ben eenvoudig verruktzegt Girsholm, die zich galant over de nem toegestoken hand heenbuigt, waardoor mrs. Arlen het spot tend lichje in zijn ooghoeken ontgaat. Baron Gilsholm moet helaas direct weg, mama, zijn trein vertrekt over een uurwerpt Grace er wat koel tusschen. Maar over een paar dagen ben ik te rug en dan zal ik stellig niet verzuimen, mevrouw.... tracht Girsholm het harde feit van zijn onvermijdelijk vertrek wat te verzachten. In de hall ontmoeten zij mr. Arlen. Girs holm neemt ook van hem afscheid, nadat Grace hem nogmaals dringend op het hart heeft gebonden onmiddellijk, maar met de noodige omzichtigheid te telefoneeren zoo- dra hem iets bekend is. Terwijl Grace en haar „Pap" arm in arm naar de serre van het hotel wandelen, spoedt Girsholm zich op snelle ski's naar Kaiserhof in St Valentin. Tot zijn verbazing vindt hij zijn kamer open en daarbinnen ontdekt hij Brigitte, die bezig is de bijna leege lade van het schrijfbureau door te snuffelen. Ze toont zich zeer verrast. Neem me niet kwalijk, alsjeblieft, ik wou een brief schrijven en zoek naar pa pier.... Ik kan geen papier gebruiken, waarop de naam van het hotel voorkomt. Dat neem ik graag aan jongedame, maar desondanks vind ik het niet bijster sympathiek, dat je hier zoo brutaalweg binnendringt Brigitte snuffelt intusschen verder met trage, maar onrustige bewegingen. Girs holm wordt woedend. Ga weg, alsjeblieft, ik moet pakken. Brigite schrikt van den ongewoon ruwen toon, waarop hij dat zegt en sluipL bang en kleintjes naar de deur. Girsholm geeft geen antwoord en be gint zijn koffer te pakken. Wel een volle minuut kijkt ze toe, dan verlaat ze zwij gend het vertrek. De baron belt en bestelt een slede naar het station. Als hy een half uur later naar beneden gaat, staat Brigitte reeds geheel gekleed bij de deur. Ik ga mee Girsholm onderdrukt met moeite een scherpe afwijzing. Er staan nu te veel men- schen om hem heen en niets haat hij meer dan een scène coram populo. Lersner vraagt naar Dieter. Op het „raadhuis", dat tevens als school dienst doet en tegen de woning van den predikant is aangebouwd, treft Grace slechts den onderwijzer, die in zijn vrijen tijd tevens als gemeente-secretaris op treedt. De burgemeester een gemoede lijke herbergier is naar de distbij gele gen stad. Grace verstaat de kunst 't gewenschte contact tot stand te brengen door eerst de, door den meester zelfgebouwden radio te bewonderen. Er gaat meer dan een half uur mee heen voor hij Grace de breedte van zijn horizon heeft gedemonstreerd: Wee- nen en Milaan, Straatsburg en Stuttgart klinken achtereenvolgens door den luid spreker en als het hem zelfs gelukt om dansmuziek uit het Savoy Hotel in Lon den op te vangen, is hy zoo trotsch als een pauw en acht Grace zich geroepen hem ge roerd de hand te drukken. Maar wanneer zij den man kort en bandig van de annexa tie der gemeentelijke Sennhut bij de Krie- gerhöhe op de hoogte stelt en hem om zijn fiat verzoekt, toont hij zich heel wat min der toeschietelijk en trekt hij zich terug in het ambtelijke. Daar kan ik niets van zeggen, juf fer, de burgemeester is erop het oogen- bJik niet, misschien morgen.... Morgen, morgen? Morgen is het te laat. U behoeft mij trouwens niet te ver tellen, wie hier in werkelijkheid burge meester is, dat zie ik zoo wel. Uw chet is immers herbergier, nietwaar? Wel, dan zal hy contant geld ook op prys weten te stel len. Hier hebt u voorloopig 50 mark, de overige 50 maar ook geen cent meer! volgen, als de gemeente ja heeft gezegd. En dat zal ze toch stellig doen, nietwaar? Er wordt nog wat heen en weer gepraat tot Grace er zeker van is het pleit te hebben gewonnen en hij haar voor het ontvangen bedrag een kwintantie heeft gegeven. Intusschen is de avond gevallen, de ster ren fonkelen aan den winterschen hemel en de rust van het landschap rondom haar dwingt Grace a.h.w. tot een meditatie. Zij denkt aan Dieter en dat stemt haar droevig. Ze wenscht zich mijlen ver weg naar Londen Easteind, naar haar waren huis met de duizend verkoopstertjes, waar men haar noodig heeft, waar haar werk wordt gewaardeerd en waar men geen tijd heeft voor vervelende stemmingen. Het is toch een weldaad te weten, dal men zich oen plaats heeft veroverd in de maatschap pij, cat men een onmisbaar onderdeel vormt van het geweldige raderwerk, dat de wereld in beweging houdt En van Dieter dwalen haar gedachten als vanzelf naar Petra, de wonderlijke klui- zenares. Wat mag er haar toe bewogen hebben haar eenzaamheid op te heffen? Of Dieter er iets van weet? Grace zal het hem niet vragen! Uit hel hotel dringt gedempt strijkmu- ziak naar buiten; five o'clock tea er wordt geoanst. Grace voelt zich plotseling ontevreden: zij verlummelt hier haar tijd, uren en da gen, een deel van haar leven, dat zij nooit meer zal kunnen inhalen. Hoe „dicht", noe door en door vol is toch zoo'n achturige arbeidsdag in vergelijking met dit geesl- doodend vegeteeren, dit leege nietsdoen, dat den dag voorbij doet zijn vóór men goed en wel wakker is.... Grace verlangt er naar zich te concen treert n, eens ernstig over het een of ander na te denken. Zij herinnert zich, dat Die ter haar laatst een boek heeft gegeven over het streven naar reformatie in de pae- dagogie na den oorlogDat komt haar nu juist van pas en ze besluit daarom naar haar kamer te gaan. In de hall ziet ze hoe haar „Pap" in een geanimeerd gesprek is gewikkeld met den bedryfsohef van het hotel, meneer Wil liam Dersner, een bereisd man met veel le- venservsring, van wie de hotelgasten el kaar fluisterend vertellen, dat hij het boeddhisme op Ceylon aan de bron zelf bestudeerd heeft. Zij maakt van deze gelegenheid ge bruik en mengt zich in het gesprek. Het duurt niet lang, of meneer Lersner heeft hen beiden in zijn privékantoor op de thee genoodigd, een thee, die hij zelf heeft toebereid. Met de zwijgende aandacht van een, geheel in zijn hobby opgaanden ken ner schenkt hij de kopjes vol. Grace kan een glimlach niet onderdrukken; het is, alsof hij een of ander mystiek rituaal ce lebreert. Mr. Adlen's oprechte bewondering worot echter pas opgewekt, als Lersner in den loop van het gesprek een of andere geheime lade opent en zijn gasten een map voorlegt, die niets meer of minder bevat dan een oud-Indische miniatuur van onschatbare waarde en een gekleurde Ja- pansche houtsnede van zeldzame schoon heid. Doch daarmee is Lersner niet aan het einde van zyn schatten. Speciaal haalt hy ui*, 'n wandkastje nog een ander kostbaar kleinood, een meesterlijk volmaakte afbeel- uing van een „Wwannon" in ivoor, het pendani van het Verre Oosten voor onze Moeder Gods.... (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 9