BINNENLAND FAILLISSEMENTEN Uw Handteekening Het beleid der Regeering VRIJDAG 27 JANUARI 1939 DE LE^SCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 NED. R. K. MIDDENSTANDSBOND Prijsvraag tekst Bondslied. De Ned. R. K. Middenstandsbond heeft een prijsvraag uitgeschreven, niet als laat ste datum van inzending 31 Maart 1939. Gevraagd wordt een gedicht te schrij ven van maximaal 24 regels, dat eventueel zou kunnen dienen als tekst voor een te com poneeren Bondslied van den Ned. R. K. Middenstandsbond. De inzendingen zullen werden beoordeeld door een Jury bcrtaande uit de heeren Dr. A. A. Olierook pr. te Amsterdam, J. A. Koops te Venlo en Mr. F. J. H. Bach te Den Haag. Er wordt beschikbaar gesteld een prijs van 75.— voor een gedicht, dat als bonds lied in aanmerking zal kunnen komen; daar naast zullen twee troostprijzen van resp. 25.en 20.worden uitgeloofd. Nadere gegevens in Jen vorm van een prospectus alr.mede andere gewenschte in lichtingen worden door het Bureau van de Ned. R. K. Middenslandsbond, Maurits- kade 23, Den Haag, op schriftelijke aan vraag gaarne toegezonden. BESTRIJDING DER JEUGDWERK LOOSHEID. Vervanging meisjes door jongens? Naar het „Hbld." verneemt, stelt de Ar beidsinspectie thans op last van den minis ter voor Sociale Zaken een onderzoek in, of en in hoeverre het mogelijk is op fabrie ken en werkplaatsen meisjes van 14 a 18 jaar door jongens te doen vervangen. Op grond van de resultaten van dit onderzoek zal dan worden nagegaan of er voldoende kansen zijn om op deze wijze de werkloos heid onder de mannelijke jeugd te bestrij den en eventueel ook meer meisjes voor huishoudelijke doeleinden beschikbaar te krijgen. F. N. Z. NOTEERING VOOR FRIESCHE KAASSOORTEN. De F. N. Z.-noteering voor Friescfie kaassoorten is heden te Leeuwarden als volgt vastgesteld (in centen per kg.): Goudsche 20 plus 1820 cent, idem 40 plus 33—34 cent, idem volvet 44—45 cent, Edammer 20 plus 1920 cent, Edammer 43 plus 3334 cent, broodkaas 10 plus 33 34 cent, Leidsche 20 plus 2021 cent. Stemming kalm. BOTERHEFFING ONGEWIJZIGD Het bedrag van de heffing en de steun- uitkeering op boter, is behoudens tusschen- tijdsche wijziging, voor de week van 26 Januari tot 2 Februari vastgesteld op 60 cent per K.G. AANGEBRACHTE BIGGENMERKEN Van bevoegde zijde vernemen wij, dat in de week van 9 tot 14 Januari 1939 zijn aangebracht 52.212 biggenmerken( tegen over 40.451 in de overeenkomstige periode van het jaar 1938. TIJDELIJK BACON-TEKORT IN ENGELAND. Totaal extra-contingent van 762.000 kilo. Ter voorziening in een tijdelijk tekort, ontstaan door kleinere leveringen uit het binnenland en uit Canada, zal Engeland een extra-baconcor.lingent ter gróótte van 15.000 cwl. (d.i. 762 ton) toelaten uit Ier land en sommige Europeesche landen. Of Nederland, welks maandcontingent rond 2200 ton bruto bedraagt, een aandeel zal krijgen in dit extra-contingent, is nog niet bekend, doch zeker is, dat wy even tueel zullen kunnen leveren, dit in tegen stelling tot 1937, toen wij een extra-contin gent moesten laten passeeren, omdat we niet genoeg'bacon varkens in ons land had den. Wij herinneren er aan, dat als gevolg van de Engelsche invoerbeperking onze export van bacon naar dat land, welke tot 1933 steeds om de 50 millioen kilo schommelde, in de laatste vijf jaren is gedaald tot de helft. STERFTE AAN MOND- EN KLAUWZEER. Het aantal sterfgevallen ten gevolge van het mond- en klauwzeer heeft in de week 15 t/m 21 Januari 1939 bedragen: 31 run deren, 29 kalveren en 26 varkens en oiggen. Sedert de week 1926 September 1937, zijn aan mond- en klauwzeer bezweken: 6007 runderen, 6697 kalveren, 4813 varkens en biggen, 386 schapen en 85 geiten. R.-K. BOND VOOR SLECHTHOORENDEN Te Utrecht is opgericht een landelijke R.-K. Bond voor Slechthoorenden „St Li- duina", die de goedkeuring van het Hoog waardig Episcopaat, op haar statuten heeft verkregen. Het secretariaat is gevestigd, bij mej. Nell vr.n Sc'naijk, Cnopinstraat 19, Utrecht, waar verder alle inlichtingen zyn te verkrijgen. L CONCURRENTIEMETHODES VAN EEN TWEETAL GROOTONDERNEMINGEN. Een vertoog van den Ned. R. K. Midden standsbond aan den Minister van Economische Zaken. De toenemende moeilijkheden, die de middenstandsbedrijven ondervinden uit de concurrentiemethoden, welke door groot ondernemingen worden toegepast, hebben het Hoofdbestuur van den Ned. R. K. Mid denstandsbond aanleiding gegeven de aan dacht van den Minister van Economische Zaken voor deze aangelegenheid te vra gen. Het is uiteraard bekend, dat de po sitie van het kleinbedrijf geenszins roos kleurig mag worden genoemd. De achter ons liggende economische moeilijkheden hebben niet alleen verschillendee onderne mingen in dit bedrijf tot den ondergang gebracht, maar practisch het financieeie weerstandsvermogen van nagenoeg alle kleinondernemingen gebroken. Dit heeft tot gevolg, dat ae kleinondernemmg thans meer dan ooit gevoelig is voor optreden, dat de reeds moeilijke concurrentie-om- standigheden totaal ontwricht. Een dergelijk ontwrichtend optreden meent de N. R. K. M. te moeten zien in de concurrentiemethoden, welke thans worden toegepast met name door de N V. Bat'a en de N.V. Unox. Door de N.V. Bata, welker uitbreiding in den schoenhandel blijkbaar nog niet voldoende wordt gevonden, is thans ook het terrein van de schoenreparalie betre den op een wijze, welke naar het gevoe len van den N. R. K. M. niet meer onder behoorlijke concurrentie kan worden ge- rexend. Deze onderneming is er in 's-Her- togenbosch toe overgegaan, schoenrepara tie gedurende enkele weken te verrichten tegen halven prijs. Voor herstelwerk wer den dan bedragen in rekening gebracht, die zoo laag zijn, dat het voor geen zelf standigen schoenhersieller nog mogelijk is een Deslaan in zijn bedrijf te behouden. Het is duidelijk, welke de gevolgen van deze concurrentiemethoden voor de klei ne zelfstandige schoenhsrstellers moeten zijn, en weike gevoelens het optreden van deze buitenlanosche onderneming in den betrokken kring en ver daarbuiten moet teweegbrengen. Van anaeren, maar in zijn gevolgen niet minder ontwrichtenden aard, zijn de concurrentiemeihoden van het Unox- vleeschwarenbedrijf. Deze onderneming poogt o.a. hare producten te plaatsen in net slagersbearijf op het platteland. Lukt het echter niet om de slagers in een be paald gebied tot afnemers te krijgen, dan wordt eenvoudig economische dwang toes- gepast. Men plaatst dan de vleescnwaren in kruidenierswinicels of dergelijxe, in de onmiddellijke omgeving van de betreffen de slagers, en zorgt zoo noodig voor de piaatsmg van vieeschsnijmachines aldaar. Op deze wijze wordt de plattelandsslager tot afnémen gedwongen, uit vrees voor erger. Hierbij speelt uiteraard de toestand ten platteelande een rol, dat hier, in tegenstel ling tot de steden, de vleeschwaren nog bijna uitsluitend in de slagerij worden verkocht. De N.V. Unox bevordert op deze wijze de voor den middenstand in het algemeen zoo gevaarlijke verdoeze ling van branchegrenzen, maar vooral is te laken de dwang, welke deze methode van zakenooen inhoudt. Het is uiteraard bekend, dat den Mi nister vooralsnog weinig formeelee midde len ter beschikking staan om tegen deze gesignaleerde feiten op te treden. Toch meende de Ned. R. K. Middenstandsbond goed te doen, deze feiten onder de aan dacht van den Minister te brengen, om dat daaruit blijkt, hoe de moeilijkheden van het kleinbedrijf, instede van te ver minderen, nog steeds groeien, en welk streven naar beheersching en overwoeeke- ring van het kleinbedrijf bij verschillen de grootondernemingen aanwezig is. o R.-K. POLITIEBOND „ST. MICHAEL" BESTAAT 25 JAAR. Groote offervaardigheid der leden. Bij gelegenheid van het zilveren jubi leum van de R.-K. Politiebond „St. Mi- chaël" bevat de „Roomsch Katholieke Po- litie-ambtenaar", het officieel orgaan van den Bond die thans meer dan 2230 leden telt, enkele zeer merkwaardige statistische gegevens, waaruit de goede geest en groo te offervaardigheid blijkt, die er in deze landelijke organisatie leeft. Het Steun fonds dat in 1921 werd opgericht, keerde in totaal uit een bedrag van 13818.50, het Overlijdensfonds ƒ3.250. Voor Bijzondere Nooden werd.6758.50 geofferd. Ten be hoeve van de Politievakschool in 's-Her- togenbosch werd 11.850 bijeengebracht. Dat ook de geestelijke belangen goed be hartigd werden blijkt wel uit het feit, dat door den Bond voor het Retraitewerk een bedrag van byna 34 duizend gulden werd besteed. Bovendien werd in de kerk van den eersten Bondsadviseur pastoor Mersel te Rotterdam een altaar van St. Michaël opgericht, waarvoor ƒ4000 werd besteed uit vrijwillige bijdragen. Aan dit altaar wordt elk jaar op den Patroonsdag een H. Mis voor de leden opgedragen. In 1931 werd een Priesterstudiefonds gesticht waar voor de leden eveneens vrijwillig hun bij dragen storten: in vier jaar werd niet min der dan 20824.39 geofferd. In totaal brachten de leden van Sint Michaël uit vrijwillige bijdragen een kapitaal bijeen van 99164.03 ten behoeve van goede wer ken. Dit getuigt onget^'-jfeld van een zeer groote offervaardigdheidszin en mag bij dit zilveren jubileum niet onvermeld blijven. De viering van het zilveren jubileum zal op 29 Januari op zeer eenvoudige wijze piaals hebben. De Bondsadviseur pastoor Goossens te Nuenen zal dien dag in zijn parochiekerk H. Mis van dankbaarheid opdragen, waarbij het volledige hoofdbe stuur tegenwoordig zal zijn, terwijl de eigenlijke herdenking zal geschieden bij gelegenheid van het Congres dat dit jaar in 's-Hertogenbosch zal worden gehou den. WAARSCHUWING TEGEN EEN CREDIETBANK. De commissaris van politie te Arnhem geeft belanghebbenden in overweging, al vorens in relatie te treden met de te Arn hem gevestigde wederkeerige maatschap pij Nationale Credietbank Arnhem, zich om inlichtingen tot hem te wenden. Deze maatschappij is ten nauwste ver want aan de Nationale Onderlinge Finan ciering Maatschappij „Natomy", te Arn: hem, ten aanzien van welke maatschappij de commissaris van politie te Arnhem be langhebbenden bij herhaalde malen ge plaatst bericht, eveneens in overweging gaf, geen relaties aan te gaan, alvorens bij hem inlichtingen te hebben ingewonnen. GOUDA KRIJGT EEN TUNNEL Verbetering van de toegang tot de stad uit het Noorden. Reeds langer dan een'kwart eeuw is uit gezien naar een verbetering van de toe gang de Noord-zijde van Gouda. Toen de plannen van rijk en provincie tot het aanleggen van groote verkeers wegen vastere vorm aannamen, heeft het vorige college van burgemeester en wet houders het maken van een tunnel in studie genomen en volgden de eerste be sprekingen. Deze besprekingen hebben ten slotte geleid tot overeenstemming over de bouw van een tunnel onder de spoorlijn door. Op 7 Februari om 14 uur zal de aanbe steding van het werk plaats hebben in het gebouw van de N.S. te Utrecht. Hoewel de spoorwegen dit werk aanbe steden, zal Gemeenteweken van Gouda toch de leiding bij de uitvoering hebben, in overleg met de N.S. Een der eerste werkzaamheden voor den aannemer zal bestaan in het omhoog bren gen van de spoorbaan. Al het heiwerk bin nen een afstand van drie meter van de spoorbaan zal des nachts worden verricht. De tunnel krijgt een gedeelte voor net auto-snelverkeer met een doorgangshoogte van 4.05 meter en een breedte van 6.80, in begrepen de schampkanten. Links en rechts banen voor langzaam verkeer, drie meter hoog en 4.50 meter en 4 meter breed, inbe grepen de troittoirs voor de voetgangers resp. 1.50 en 1 meter breed. Het over- dexte gedeelte van de geheele tunnl be draagt 19 meter, dat der spoorbaan 10 meter. Het werk moet uiterlijk twaalf maanden na ae gunning, dus 1 Maart 1940 geheel gereed worden opgeleverd. De begrooting Deoraagt 363.000. Het rijk draagt J 125.000 en de provincie 75.000 bij in de kosten. De tewerk te stellen arbeiders moeten via de arbeidsbeurs uit Gouda betrokken naar vrije keuze van den aannemer. De arbei ders moeten minstens drie maanden werk loos en minstens twee jaar ononderbroken in de gemeente Gouda gevestigd zijn. Er mogen vijftien procent jeugdige arbeiders worden tewerkgesteld. „Vooruit". Uitgesproken: Petrus van Benten. groentenhandelaar, Amsterdam, Argonautenstraat 1 hs. Cur.: mi. J. D. J. Scheltinga, Keizersgracht 697, Amsterdam Wilhelm Joseph Wulfers, machinist groote vaart, Amsterdam, van Speykstraat 135 hs. Cur.: mr. E. Reinhold, P. C. Hooft- straat 18, Amsterdam. C. S van 't Oesten, caféhouder, Am sterdam. Andreas Bonnstraat 2. Cur.: mr. A. H. A. J. Drost, Prinsengracht 790, Am sterdam. Opgeheven: L. Offers. Voorburg. J. Putter, Haarlem. H. Sysenaar Sr., Hillegom. H Sysenaar Jr., Hillegom. Het Katkolick Comité van Actie „Voor God" schrijft ons: Ge hebt misschien Uw naam opgeschre ven ten bewijze, dat ge protesteert tegen bepaalde misdaden bedreven tegen Kerk en geloovigen. Heeft hier Uw naam werkelijk iets te zeggen, is Uw hand teekening werkelijk de vertegenwoordig ster van iemand, die zelf diep geloovig, en met een hart, dat brandt voor de zaak van God en Kerk, spontaan zijn gerecht vaardigde verontwaardiging uit over wat een mede-geloovigc, ccn mede-katholiek om Christus' Wille wordt aangedaan Zoo niet, dan is Uw handteekening toch niet meer geweest dan ccn doodc krabbel. Alleen de 'cvendc, diepe getuigenis van een overtuiging heeft Iets Ie zeggen tot hem, die die overtuiging mist. De feiten dwingen tot protectie VRIJHANDELAAR NAAR OVERTUIGING In de afdeelingen der Eerste Kamer zijn over de protectionnistische koers van het kabinet-Colijn opmerkingen gemaakt, die de regeering in haar heden verschenen me morie van antwoord nopens de rijksbegroo- ting voor 1939 niet met stilzwijgen voor bijgaat. Nog altijd is minister Colijn, zoo lezen wij, een overtuigd vrijhandelaar, maar hij is dat niet in dien verwoeden zin, dat, ter wijl anderen onze goederen van hun mark ten weren, wij daarentegen de hunne on belemmerd op onze markt zouden moeten toelaten. De vraag, hoe zich in dit rampzalige we- relddrijven het best te verdedigen; zoo ver volgt de memorie, is er zuiver een van practijk. Bij veranderingen, die beperkt zijn in tijd, verdient het stelsel van contin- genteeringen de voorkeur. Heeft men daar entegen te doen met verschijnselen, die van blij venden aard zijn, dan verdient bescher ming der eigen markt door middel van een tarief de voorkeur, hoewel ook dan de con- tingenteeringen niet geheel gemist kunnen worden. Reeds in 1935 was dr. Colijn tot de overtuiging gekomen, dat, met het oog op de verstarring door de contingenteering, het vraagstuk tarief of contingenteering na der moest worden bezien. Dit punt maakte ook eenige malen een onderwerp van be spreking in den raad van ministers uit. Toen de minister-president in 1937 op nieuw geroepen werd een kabinet te for- meeren, heeft hij in zijn program ,dat op dit punt ongewijzigd aanvaard werd, o.a. opgenomen, dat de Nedetrlandsche handels politiek tot verweer of tot het afdwingen van concessies over alle wapenen moest kunnen beschikken, die voor dat doel doel treffend geacht konden worden. In dat program werd ook gewaagd van tariefsverhoogingen en voorts werd be paald, dat de handelspolitiek in haar fun- damenteele vraagstukken zou worden be handeld in een ministerieele commissie, be staande uit de ministers van Buitenlandsche Zaken, van Economische Zaken, van Finan ciën en van Koloniën, onder leiding van den voorzitter van den ministerraad. Minister Colijn wenscht niet gerekend te worden tot hen, voor wie de onsterfelijke figuur door Cervantes in 't leven geroepen het, levensvoorbeeld is. Op dit terreir re kent hij zich te behooren tot de realisten. Overigens zal wel blijken, zoo besluit de memorie op dit punt, dat de bestempeling van de handelspolitieke koers van het ka binet als „px'otectionnistisch' niet van over drijving vrij te pleiten is. De weerkracht van ons land Met het oordeel van eenige leden, dat het gebeurde met Tsjecho-Slowakije de veiligheid van de kleine Staten heeft verminderd, kan de regeering in zoo verre instemmen, dat daardoor eens te meer is gebleken, dat kleine staten, in geval van nood, niet hebben te rekenen op de hulp van groote mogendheden, wanneer niet de levensbelangen van die mogendheden door een aanval op een kleinen staat zoo ernstig in gevaar worden gebracht, dat zij zich genoopt gevoelen tot eigen behoud in te grijpen. Gelet op de strategische positie van ons land, mag worden aangenomen, dat in een West-Europeesche conflict, waarin Nederland zou worden betrok ken, zoodanige belangen van groote mogendheden in het geding zullen zijn, dat Nederland niet alleen zal staan. Dat geldt mutatis mutandis evenzeer voor het Nederlandsche overzeesche gebied. Wel zal er op moeten worden gerekend, dat de Nederlandsche weermacht in staat moet zijn althans aanvankelijk met eigen kracht een aanval van welke zijde dan ook te kunnen weerstaan; dit blijft het onge wijzigd standpunt van de regeering. Het oordeel, dat door onze weermacht weinig of niets voor onze eigen beveiliging kan worden bereikt, kan geenszins worden ge deeld. Ook de meening, dat de voor defen sie uitgetrokken bedragen, op welk peil ook gesteld, steeds willekeurig blijven, moet de regeering als onjuist afwijken, daar deze bedragen bestemd zijn ter versterking van de in groote trekken reeds sedert jaren bestaande en duidelijk omschreven organi satie der weermacht. Onder de huidige om standigheden is het zeker niet mogelijk de gelden, wenschelijk voor andere overheids uitgaven, te verkijgen door bezuiniging op de defensie-uitgaven te land of ter zee. De regeering blijft van meening, dat bij de bepaling van de mate van het gevaar voor onze veiligheid het aanhouden van een goudvoorraad hier te lande van weinig be- teekenis is. In verband met het hierboven opge merkte zal het duidelijk zijn, dat de re geering zich met de door verscheidene le den gemaakte opmerkingen over de pre ventieve werking der weermacht kan ver eenigen en zeer zeker met de opvatting, dat leger en vloot primaire punten van over heidszorg z:jn en bezuiniging daarop zeer groote gevaren zou meebrengen. Geen „plan"- maar „rapport"-Westhoff Regeering ziet groot belang In uitbreiding van cultuurgronden. De regeering heeft de grondbeginselen van het rapport-Westhoff aanvaard. Men doet echter goed n'et te spreken van een Plan"-Westhoff, aldus de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer nopens de rijksbegrooting voor 1939. Het woord Plan" werpt gedachten aan staatkundige problemen op en een absolute eenheid. Het rapport schuift echter gedachten naar vo ren, die, voor wat de groote lijnen betreft, docr de regeering zijn aanvaard. De verwe zenlijking van de in het rapport neerge legde denkbeelden zal groote oppervlakten nieuwe cultuurgrond doen ontstaan, waar door de landbouwproductie wordt ver groot. De uitvoering dier denkbeelden is ech- 1er op een geheel ander doel gericht, dan dat, hetwelk de huidige landbouwcrisis maatregelen beoogon. Zij heeft o.m. de strekking door de vermeerdering van het bezit aan cultuurgrond op de economische positie van ons land voor altijd grooten in vloed uit te oefenen. Geleidelijk zal worden voorzien in het gebrek aan cultuurgrond oat zich door de toenemende bevolking van het platteland meer en meer open baart. Dit zal ongetwijfeld een voor den bi ter gunstigen invloed op de pacht- en koopprijzen uitoefenen. Daar de bewerking der nieuwe gronden de productie zal doen sty gen, zullen, zoolang het gebrek aan evenwicht tusschen productie en afzet van landbouwproducten voortduurt, richting gevende maatregelen op dit gebied moeten blijven bestaan. Zeer veel zal in dit op zicht afhangen van de ons omringende lan den en van de ontwikkeling van de alge- meenen economischen toe"tand. Dat zich groote moeilijkheden zullen voordoen verheelt de regeering zich aller minst. Hierbij zal bijvoorbeeld kunnen worden overwogen meer akkerbouwpro ducten hier te lande te verbouwen. Prijs- tceslagen zullen dan echter noodig zijn, die bij verminderde import niet meer, zoo als thans, geheel uit de inkomsten der mo- r.opolitieheffing kunnen worden bestreden. Pe regeering vertrouwt echter, dat derge lijke moeilijkheden overwonnen zullen worden. Zij streeft er bovendien voortdu- rtnd naar het noodige te doen om de werkgelegenheid in de groote centra even eens zooveel mogelijk te doen toenemen. Maximum aantal vluch telingen bereikt. Alleen nog toelating in zeer bijzondere omstandigheden. De regeering acht, na het groote aan tal gevallen, waarin sinds 7 Novem ber 1938 toestemming is verleend tot toelating van vluchtelingen (de 7000 zijn reeds overschreden), verdere toe lating van groote aantallen vluchtelin gen niet verantwoord. Slechts in zeer bijzondere omstandigheden kan nog toe stemming worden verleend. Het bovenstaande ontleenen wij aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Ka mer nopens de Rijksbegrooting voor 1939. Wij ontleenen daaraan voorts, dat de toe lating van bloedverwanten niet alleen be perkt is geworden tot ouders en schoon ouders. Ook vele, met name bejaarde, an dere familieleden zijn voor onderbrenging in gezinnen toegelaten, terwijl aan ver scheidene honderdtallen familieleden van verdere graad, meerendeels van middel bare leeftijd, voor opneming in kampemen ten toestemming tot binnenkomst is ver leend. Aan toelating van vrienden van Neder landsche ingezetenen kan, ook indien waar burgen worden gegeven, dat zy niet ten laste van de Nederlandsche gemeenschap zullen komen (uitzonderingsgevallen daar gelaten) niet worden gedacht. De toela ting van familieleden zou daardoor in ge vaar komen. Wat de toelating van transmigranten be treft, is voorzichtigheid geboden. Zoolang niet bepaaldelijk toestemming voor binnen komst in een derde land is verleend, is het meestal zeer moeilijk de juiste emigratie kansen te beoordeelen. Door duizenden Duitsche Joden is emigratie aangevraagd. In dergelijke gevallen zal slechts onder bij zondere omstandigheden na een nauwkeu rig onderzoek toestemming voor voorloo- pig verblijf in ons land worden verleend. Cpneming van trasmigranten (doorreizen- den) tot een eenigszins belangrijk aantal in kampementen is uitgesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7