Van Schaapherder
Fabrieksdirecteur
CORRESPONDENTIE
Martha v. Bemmelen, Zoeter-
woude. Wat een allerhartelijkste
brief heb ik van jou ontvangen. Ik ben
blij te hooren, dat het je goed gaat. Zeg
dat wel „je moet altijd wat hebben wat
je hindert". Zoo is het ook. Was dat niet
het geval, dan zou het hier volmaakt zijn.
Nu wensch ik je in je verder leven veel
geluk en bij uitstek een flinke werk
kring, waar je het heel goed zult hebben.
Dag Martha! Schrijf me maaï eens af en
toe! Veel groeten aan Pa en Moe en de
twaalf broertjes en zusjes.
Theo Kramp, Leiden. De ver
jaardagen heb ik ingeboekt. En over die
instrumenten zal ik eens nader informee-
ren. Dan hoor je het wel. Dag jongen!
Kinderen Bellekom, Katwijk.
Ik heb de verjaardagen ingeboekt en
de verandering van woonplaats genoteerd.
Hoe vinden jullie Katwijk! Dat is anders,
als in Voorschoten is wel? En dan zoo vlak
bij zee! Heerlijk in de zomervacantie! Wat
zullen jullie daar genieten. Maar wees
voorzichtig en denkt er om, dat de zee
diep en onbetrouwbaar is. Dag jongens!
Maakt wederkeerig de groeten aan Pa en
Moe!
Koos Mentink, Leiden. Zoo
wil ik het hooren. Geen prijs toch weer
meedoen. En me beloven de volgende
keer nog mooiere teekeningen in te stu
ren! Dat is werk! Het kan haast niet zijn,
maar ik zal het gelooven. Dag Koos!
Groet Vader en Moeder en mijn andere
vriendjes van me! Hoe gaat het op school?
Hoor ik nog eens wat?
Mevr. K. te Alphen. Zooals u
wel gemerkt zult hebben, heb ik aan uw
wensch voldaan en de kleintjes ingeboekt.
Wanneer was de verjaardag van Annie
ook weer? Laat u me dat nog eens weten!
Ik kan die lange lijsten van 3000 kindei-en
niet naslaan. Met hand en groet!
Cobie Vermeulen, Boskoop.
Heb je nog in het lijstje gestaan of niet?
Ik kreeg je briefkaart op 30 Nov. Dat was
zeker te laat! Bij den volgenden wedstrijd
reken ik vast op jou. Je hebt wel gezien,
dat er deelnemers genoeg waren. Meer
dan 1000, zooals je zag! Maar de prijzen
waren dan ook schitterend. Dat is waar.
Dag Cobie! Met hand en groet ook voor
je oudei-s.
Annie Heetvelt, Leiden. Ja,
dat boekje is mooi! Ik wed, dat je het ook
met plezier lezen zult! En zit jij nu al in
de 8ste M.U.L.O. Jongen, jongen, wat zal
jij geleerd zijn. Het doet me plezier, dat
jij het daar zoo goed stellen kunt. Nu be
grijp ik Annie, dat je veel werk hebt. Bij
de gewone school nog de Congregatie en
de Vakschool! Dat is flink van je' Ga 700
door en Vader en Moeder zullen veel ple
zier aan je beleven. En zoo hoort het! Dag
Annie! Veel groetjes aan Vader en Moe
der. Voor jou ook de hand!
Aty Groene wegen, Leiden.
Dat is ferm! Je wilde meedoen en daar
om stuui-de je dit opstelletje in plaats van
de raadsels! Waren ze nu heusch zoo
moeilijk! Ik kan het haast niet gelooven.
Graag zie ik weer eens een oriefje tege
moet, maar dan minstens van twee kant
jes. Wil je? Dag Aty! Groet alle huisge-
nooten.
Willy Biegelaar, Leiden. Of
ik je broer Frans ken? Dat is een oude
speciale vriend van me! Maar of hij nu
ondeugender is dan jij bent, betwijfel ik!
Je moet geen kwaad van mijn vrienden
zeggen. Dan ben ik er ook nog, hoor! Dag
Willy. Goed blijven meedoen. Groet va
der en moeder en je broer van me, en
schrijf jij nog eens een langen brief!
Gretha Kapt ij n, Sassenheim.
Aangename kennismaking, Gretha! Ik
vind het aangenaam te hooren, dat jullie
mijn verhaal zoo mooi vinden en dat Moe
der het ook leest is zeker vereerend voor
mij. Ja, Annie v. Diest is mijn rechter
hand en schrijft heel mooie dingetjes!
Met 11 man dagelijks is zeker gezellig.
Dat weet ik bij ondervinding. En nu wacht
ik weer op een mooi briefje van jou. Dag
Gi-etha! Groet'alle huisgenooten van mij!
Corrie v. d. Bosch, Stompwijk.
Bij dat feest had ik ook willen zijn.
Een 40-jarig jubileum van den heer Pas
toor is geen alledaagsch feest. Wat is dat
goochelen toch interessant! Hoe behendig
zijn die Professors! Die kunstjes moet je
ook eens leer en! Dag Corrie. Groet je alle
huisgenooten van me! Schrijf nog eens!
Hiebij zullen we het laten.
De volgende week gaan we door!
Wie een brief schrijft, krijgt een ant
woord terug.
Oom WIM.
Hoeveel inwoners rond
Leiden op 1 Jan. 1939
1. Leiden
77012
2. Sassenheim
6123
3. Zoetermeer
3650
4. Alk'emade
6347
5. Nieuwkoop
3355
6. Voorschoten
6983
7. Leiderdorp
3235
8. Rijnsaterwoude
691
9. Bodegraven
6G29
10. Valkenburg
1087
11. Nootdorp
2078
12. Koudekerk
1734
13. Zoeterwoude
4587
14. Zevenhoven
1077
15. Ter Aar
4081
18. Hillegom
11821
17 Lisse
9824
18. Hazerswoude
4946
19. Oegstgeest
8817
20. Warmond
3039
21. Woubrugge
2555
22. Voorhout
3650
23. Boskoop
7916
24 Noordwijk
12058
25. Katwijk
18150
26. Zwammerdam
2587
27. Rijnsburg
4838
28. Le:dschendam
9216
29. Leimuiden
2152
Wie zijn jar'g?
Van 27 Jan. tot en met 2 Februari,
Op 27 Jan.
Joop Verkley. Ridderstraat, 57, Alphen.
Bep Bekkers, Pelikaanstr. 17.
Fietje Bos, Zonneveldstr. 15, H'Woude.
Theodoor van Warmerdam, de Zilk E 75.
Rini van Goozen, 208 A H'Woude.
Hannie Gras, 2de Greenest. 28.
Op 28 Jan.
Jar. v. d. Hoeven D 20, Z'Woude.
Dora Lomans D 244 Dorp H'Woude.
Jo Noorderwier, Katwijk a. d. Rijn, Grcote
Steeg 11
Dominicus de Roo, Schoolstr. 6.
Mientje Padberg, Leeuwerikstr. 11.
Annie en Thea v. Diemen, Weipoort B 98,
Zoeterwoude.
Ton Bokern, P. Kerkgr. 1.
Gretha Levarkt, Schoolstr. 2.
Kees v. d. Voorn, Dorpstr. 250 B, Warmond
Op 29 Jan.
Kees Welling, N. Rijn 58.
Rika v. d. Klauw. Hongmade B 266.
Rinus v. d. Zijden, Dr. v. Noortstr. 57,
Stompwijk.
Tiny van Amsterdam, A 186, H'Woude.
Jantje Rijsbergen, waar?
Op 30 Jan.
Cor van Tol, Hoomade B 276.
Jan Berst, Hoogmade B 270
Jan Ruigrok, Molenstr. 21a Noord wijk.
Koosie Bosman, Spoorstr. 476, R'Veen.
Dorus v. Leijden, Hoogmade.
Op 31 Jan.
Theo Berendsen, Rijndijkstr. 80.
Jacob Haverkamp, Alphen, Oranjestr. 61.
Josine Verhagen, Stompw.w. 72, Stomp
wijk.
Beppie Leune, R'Veen 172.
Dora van Schie, Hoofdstr. 61, Voorhout.
Bep Segaar, Witte Rozenstr. 40.
Op 1 Febr.
Rietje Zaal, Noordeinde 18,
Corrie Simons, 28a Kolfm.steeg.
Adriaan v. d Voorn, Kerkpad A 181, Lan-
geraar.
Op 2 Febr.
Joop Segaar, Witte Rozenstraat 40.
Antoon Termeulen, R'Veen B 312.
Lecnarda v. d. Meer, Noordwijk.
Jozef Meiman, Wasstr 3.
Geertje Kors, 3e Poell. 73, Lisse.
Joke v. Santen, Ofwegen, Woubrugge.
Hendrika Molenkamp, Kasstr. 2, Wasse
naar.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zijn of haar naam in deze lijsten
wiJ opgenomen zien, of bij het verla
ten der school van deze lijst wil afge
voerd worden, schrijve me minstens 14 da
gen vóór den verjaardag. Zoo ook wie ver
andert van woonplaats, straat of huisnum
mer. Oom WIM.
Uitverkoop
door Anton Roe!s.
Vandaag begint de uitverkoop
En maakt men weer grimassen,
Om d' aankoop tegen lagen prijs
Van prima regenjassen!
Vandaag begint alweer de pret,
Dat men op straat blijft slapen,
Omdat een ander niet „dat pak"
Ontijdig weg zal kapen!
Vandaag begint de bokspartij
Tusschen de vele klanten;
We lezen het met stil plezier
Vanavond in de kranten
Vandaag vandaag is ieder dol,
Als door de schrik bevangen:
Ach ja 't is waar! De uitverkoop
Is heden aangevangen!
2 Januari 1939.
Een droeve Kerstmis, die
blij eindigde
Gerard Keizer
II.
Kareis keek hem na.
Vreemd toch, die man had een herinne
ring opgewekt, alsof hij hem eerder had
ontmoet. Maar, waar??
Met een ruk keerde Kareis zich om, en
ging, geholpen door de kellnerf die al
dien tijd zwijgend had doorgewerkt, de
boel verder opredderen.
„Ziezoo, zei hij, nu weet je het wel hé.
„Ja meneer, en nogmaals dank, nu heb
ik tenminste wat werk.
Zoo sprekend had Kees z'n jas uitge
trokken en stond er een oogenblik besluite
loos mee in de handen.
„Je jas, 0, hang die daar maar op, zei
Kareis voorkomend.
Meteen keerde Kareis zich al weerom,
want de kellner had juist 3 bier besteld,
en het was langzamerhand al vrij druk ge
worden met bezoekers. Daar begon de
muziek, die toch om 7 uur gekomen was,
de eerste wals te spelen.
In het geroezemoes was Kareis, al gauw
z'n hulpknecht vergeten, die nu al glazen
stond te spoelen, alsof hij nooit iets anders
gedaan had. Toch zorgde Kees ervoor dat
men, vanuit de zaal z'n gezicht niet duide
lijk kon waarnemen.
De avond verliep vrij spoedig, en het zal
zoowat half tien zijn geweest, teen er plot
seling een heer kwam binnenstappen.
Hij ging aan een tafeltje zitten, en be
stelde aan de toegeschoten kellner een kop
koffie. Onderwijl liet hü z'n oogen dqor de
zaal dwalen tot zij op het buffet bleven
rusten.
Kees had net toevallig even een blik
door de zaal gewaagd, en dit werd hem
noodlottig.
De heer stond schielijk op en kwam met
groote stappen op het buffet af.
„Hola" ouwe jongen, verstop je niet,
kom liever eens te voorschijn!" riep hij
vroolijk.
Kees, met vuurrood hoofd kwam achter
het buffet vandaan en zeide: „Pardon,
meneer, ik heb niet de eer U te kennen,
kunt U zich ook in de persoon vergassen!?"
„Neen, neen, weerstreefde de heer, wat
zou je denken, dat ik André Louter, niet
meer kénde?"
Kees, of nu beter gezegd: André Louter
had fluks z'n wijsvingers op de mond ge
legd, als om den heer het zwijgen op te
leggen.
„Wat, niets zeggen, riep de heer echter
overmoedig en waarom niet?"
„Iedereen in deze zaal mag weten, dat
ik hedenavond, de vóóravond van Kerst
mis, m'n beste vriend heb teruggevonden,
een vriend, die ik dood waande, een vriend,
die met dapp're heldenmoed, mij heeft ge
red op het slagveld, in de wereldoorlog van
19141918. Langzaam was het heel stil ge
worden in het café, de muziek had opge
houden met spelen, en alle bezoekers ston
den te luisteren naar de heldere stem van
den heer.
André Louter, die nu toch wel inzag, dat
hij z'n incognito niet langer kon bewaren,'
was het voorwerp van ieders belangstel
ling.
„Als de dames en heeren het goedvinden,
klonk weer de stem van den heer, zal ik
U het voorval verhalen. Dit voorstel vond
algemeene bijval en de heer begon: „De
oorlog was reeds een jaar aan het woeden,
toen ik eensklaps van mijn kantoor werd
opgeroepen om dienst te nemen onder de
soldaten.
Daar op het slagveld leerde ik André
Louter kennen. En eens, toen er vrijwilli
gers werden opgeroepen om de omgeving
te verkennen, hadden André en ik ons op
gegeven.
Wij waren met ons zessen en nauwelijks
waren wij een honderd meter uit het fort
verwijderd of opeens klonk er een ver
schrikkelijke losbarsting. Een handgranaat
was verraderlijk tusschen ons in ontploft.
Ik voelde een vreeselijke pijn in m'n lin
kervoet. Mijn kameraden zag ik allen, in
woeste galop terug ijlen naar het fort.
Ik wilde hun achterna, maar., ik kon
niet want m'n voet deed ondragelijk pijn,
bij iedere baweging.
Steeds verder en verder verwijderden
zich m'n kameraden en.... of het zoo zijn
moest, van beide kanten, was men op net
geluid van de handgranaat af, weer be
ginnen te schieten.
De kogels floten mij om de ooren, en
ik verkeerde in een hachelelijke positie,
daar ik elk oogenblik getroffen kon worden.
In doodsangst schreeuwde ik het uit:
„André help!" EnAndré had schijnbaar
boven het rumoer uit mijn noodkreet ge
hoord.
En..,, terwijl de verraderlijke projec
tielen om ons heen vlogen, wierp hij mij
over z'n schouder en zoo knietende
kruipende.... en kopende bereikten wij
het fort.
De verteller zweeg en een donderend
U vraagt
1. Wie is de uitvinder van de fotografie
kunst?
2. Hoeveel inwoners telt Japan?
3. Wat is een „scribent"?
4. Wat is een „episode"!
5. Wat is een „epos?"
WIJ antwoorden
1. In 1839 'den 7en Jan. (dus 100 jaar ge
leden) wist Daguerre zijn vinding te doen
erkennen en was de practische waarde der
fotografie een feit geworden.
De vinding van de bruikbare fotografie
is het resultaat geweest en zoo gaat het
meestal met belangrijke uitvindingen
van een reeks uitvindingen op dat gebied
rn is ten slotte bekroond door de aange
brachte verbeteringen van Daguerre en
Niepce.
2. ruim 72 millioen. Er zijn 148 steden
met 26 mill, inwoners. Ik zal er eenige
noemen:
Tokio met 6.457.00 inw.
Osaka met 3.321.000 inw.
Nagoya met 1.224.000 inw.
Kioto met 1.159.300 inw.
Kobe met 933 000 inw.
Yokohama met 777.500 inw.
(ongeveer Amsterdam).
3. Dit is latijn. bet. schrijver.
4 Dit bet. inlassing; ook tu_schenverhaal
voorval, kleine gebeurtenis.
5. Heldendicht. (Ook epopee.)
De z snneüJraien
door Trans Cuppen.
Op een .mooie zomermorgen kwam de
zon als een roode bol boven de horizon
en weldra zond zij haar gouden stralen
over de bedauwde velden en wegen om
menschen en dieren den nieuwen dag aan
te kondigen.
Een zonnestraal kwam bij de leeuwerik,
welke uit zijn nest wipte, vlug omhoog
steeg en in een jubelend lied den nieuwen
dag begroette.
Een tweede straal wekte het haasje.
Deze wreef zich de oogen uit, sprong uit
zijn leger en ging er op uit om hier of
daar wat lekk're kool te zoeken.
Een derde straal viel in het kippenhok,
waar de haan zijn kukeleku uitriep en
hiermede de kippen wekte. Deze vlogen
van de stok en liepen kakelend de tuin in,
zoekend naar wormpjes en verder wat eet
baar was, terwijl zij zich om beurten on
ledig hielden met het leggen van een ei.
In de duiventil werden de bewoners door
een vierde straal gewekt. Deze riepen ge
zamenlijk
Roe-koere, roe-roe,
Die deur is nog toe.
Toen het deurtje open ging, vlogen zij
het veld in, op zoek naar hun dagelijks
ontbijt.
Ook in de bijenkorf kwam 'even door dat
de vijfde straal daar licht kwam brengen.
De bijen vlogen er uit en schudden het
stof van hun vleugels, begonnen aan hun
dagelijksche oijentaak en gonsden van
bloem tot b'oem, waarna zij de vergaarden
honing naar hun bijenhuis brachten.
Een andere straal stuurde de zon in de
slaapkamer van een luiaard. Deze voelde
de straal ook, maar.... hij stond niet op,
draaide zich integendeelnog eens om en
snorkte er weer op los, dat het een lust
was. Hij alleen begroette den nieuwen dag
niet.
Terwijl de andere stralen door hun
vreugdevolle aankondiging, van een dag
van stralende zonneschijn, nieuw opge
wekt le/en brachten, vermocht de laatste
straal den luiaard niet uit zijn bed te krij
gen om mede met de geheele levende we
reld den nieuwen dag met vreugde en
nieuwe werklust tegemoet te treden.
Voorjaarsbuien
Ze komen langzam aangedreven,
Heel rustig, zij aan zij;
Ze brengen kou en natten regen,
Ze gaan ons stil voorbij.
Ze hangen aan den verren einder,
Heel laag en grauw,
En schuiven kil en onverstoorbaar
Langs 't hemelblauw.
De zon is voor hun macht verdwenen,
Wij zijn m duisternis gehuld
En van het tikken van den regen
Is 't huis vervuld.
Wij weten achter grauwe wolken
De zon weer van een nieuwen dag
En mét de keer van licht en warmte
Keert in ons hart de blijde lach.
Anton Roels
applaus barstte los!
Kareis de herbergier had, achter in de
zaal staande het geheele verhaal aange
hoord.
Toen de verteller zweeg, kwam hij op
André Louter toe en zeide:
„Nou, André, nu heb ik je ook thuis
kunnen brengen.
„Kijk mij eens goed aan, ken je mij niet
meer?"
(Slot 'o
tot
door Oom Wim.
XLin.
Vader en moeder Jansen treden binnen;
binnen met lachenden mond en met toe
gestoken handen en als ze dadelijk in den
kleinen kring en het kleine vertrek bij die
twee kleine en toch groote menschjes zijn
gezeten en hun blik laten gaan over de
welvoorziene tafel, die èn voor de man
nen èn voor de vrouwen rijkelijk is voor
zien, dan zegt boer Jansen den meester
na: „heusch het is ons goed hier te zijn."
Goed te zijn door U zelf, maar daarom
niet minder welkom door ons.
Welkom of niet, het zal toch sma
ken, Jan en meester neemt de hem aange
boden sigaar met de hem eigen hoffelijk
heid aan en als hij dadelijk kringetjes blaast
in de lucht en den geur en de aroma prijst,
dan vervolgt ie met een blik op boer Jan
sen.
Ik geloof dat we moesten van wal ste
ken vriend en Jan zeggen, wat wij besloten
hebben te doen.
Jan ziet verwonderd op tot den spreker
en moeder slaat als in gedachten verzonken
de blikken neer. Zij voelt het reeds aan,
als een nieuw geluk, al kan zij zich niet
voorstellen, hoe nog meer zou kunnen ge
daan worden.
Kijk eens hier, dierbare vriend. Je
weet, wij allen zooals wij hier zitten, heb
ben alleen het oog op jouw toekomst. Je
hebt a gezegd, je moet b zeggen en door
gaan tot z toe. Wij staan er nu éénmaal
op, dat je woekeren zult met de talenten,
die de goede God je schonk. Er volgen nog
twee jaren van harde studie, v/il je het
middelbaar halen, en de plaats in de maat
schappij bemachtigen, die wij voor je ho
pen te vinden. Daarom zal moeten gestu
deerd worden, intens en vrij. Vrij en on
afhankelijk! Vrij en zonder andere zorgen.
Ernstig studeeren en herder zijn, gaat niet
meer. Studeeren en zorgen hebben, gaat
ook niet samen. Daar is het studieveld te
groot voor en., en hier heeft ons de klei
ne Door den weg gewezen en ons iets in
baar onschuld ter overweging gegeven en
v/el toe zij plagend aan het stadion zei: „ik
vind Jan één brok geleerdheid, die bij ons
r;~+ h"ort."
Dat woord van Dora heeft mijn vrouw
en mij niet losgelaten. Daarom hebben we
samen de zaak bekeken, besproken en we
zijn met ons tweeën besloten Jan het vol
gende voor te stellen.
Boer Jansen voorzièt zich van een nieuw
r»"<? pr.fe'lppt hij jou mijn vriend
en nog wel op staanden voet. Je hoeft el
der- niet meer te probeeren om een derge
lijk baantje te bemachtigen, want je zult
geen bewijs van bekwaamheid meekrijgen,
noch een aanbeveling zijnerzijdsch"
„Juist meester, juist zegt boer Jansen en
bii lacht dat hem de tranen langs de dikke
wan «en roRen. Ook moeder Jansen lacht
haar innemend lachje en moeder en zoon,
doen mee, al is het niet zoo spontaan...,
omdat in de ironie van meesters woorden
den lof gevoeld werd van Jans .werk als
herder.
Nu hebben we zóó gedacht.
Jan blijft hier bij zijn moeder studeeren;
hij blijft de lessen volgen in de stad; hij
koopt aPe boeken en werken, die hij
voortaan nood;g heeft nieuw bii den uit
gever en zorgt voor den laatsten druk,
zijn salaris als herder, wordt verdubbeld,
"U bü .«■t"',nr,t is en h®r-*er af.en zoo
hopen wij, dat de studie langs geleidelijker
banen kan gaan dan tot nu toe. En nu nog
wat en niet het minst. Luister Juffrouw
P'eterse, en luister jonge man, neemt u
cit nieuwe voorstel van ons beiden aan,
dan zijn wij tevreden en voldaan en dan
verwachten wij verder.... geen dank!
Neemt u ons voorstel aan? Wat zegt u,
moedertje!
Ja, ja, ik neem het aan, hoe zou ik kun
nen weigeren, maar laat ik een oogenblik
tot me zelf komen: zooveel goedheid heeft
me overwegigd en v/at moet ik zeggen,
dan dank U allen, duizendmaal.
In orde! meer dan genoeg! Zonder
dank doen we hpt toch, als het Jan geluk
kig kan maken.
En wat heb jij daarop te antwoorden,
ouwe herder en vriend der schapen!
Heel veel beste meester, en beste vrien
den van de boerderij; heel veel heb ik
daarop te zeggen. Na mijn dank, een ver
zoek! Mag ik u aRes later, als ik veel geld
verd'em TT beiden p"?s t°ru««even wat u
nu uitgeeft voor moe-der en voor mij? Mag
ik dat, dan kan is u vrij onder de oogen ko
rren, nu en later!
Gekke jongen, nog altijd dezelfde
Jan! Nu, om je plezier te doen, mag je dat,
?1 71R ie nooit een rekening zien en je
schuldbekentenis riet behoeven in te leve
ren. Is het nu goed?
Kom. vul de glazen nog eens! Dan zul
len wij op uw beider gezondheid en op
het slagen van 't eindexamen na twee k
drie jaar drinken!
(W~*J*-•