BINNENLAND
WOENSDAG 25 JANUARI 1939
DE LEIÜSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
PRINS BERNHARD IN DEN RAAD
VAN STATE.
Prins Bernhard heeft Dinsdagmiddag de
vergadering van den Raad van State bij
gewoond.
HET BANKGEHEIM.
Advies is gevraagd over de gevolgen van
het niet-handhaven van het bankgeheim.
In de Memorie van Antwoord aan de Eer
ste Kamer betreffende de begrooting van
financiën voor 1939 deelt de minister het
volgende mede:
Overeenkomstig zijn in de Tweede Ka
mer gedane toezegging heeft de minister
zich tot den Economischen Raad gewend
met de vraag, welke, naar het oordeel van
den Raad, de directe en indirecte gevolgen
zouden zijn van een gedragslijn van de
belastingadministratie, waarbij niet langer
gehandhaafd wordt het onderscheid, dat
thans gemaakt wordt tusschen bank- en
ondere ondernemingen, wat betreft het ge
bruik tegenover derden van bij controle
verkrijgbare en verkregen gegevens. (Dit
is het bankgeheim, zooals het aan de
ambtenaren is opgelegd).
Na ontvangst van het rapport van den
Economischen Raad zal de minister de hier
besproken aangelegenheid opnieuw in over
weging nemen.
TEGEMOETKOMING GROOTE
GEZINNEN.
De commissie-Fleskens heeft den minister
rapport uitgebracht.
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer betreffende de begvooting
van Financiën voor 1939 deelt de minister
mede, dat de commissie-Fleskens in zake
tegemoetkoming aan groote gezinnen haar
rapport betreffende de punten, waarover
de minister advies heeft gevraagd, dezer
dagen heeft uitgebracht.
STATENVERKIEZING IN
ZUID-HOLLAND OP 19 APRIL.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebben besloten de verkiezing vart leden
der Prov Staten in deze provincie te doen
plaats hebben op Woensdag 19 April.
(Dit bericht is dus in tegenspraak met
een vroeger blijkbaar onjuist be
richt, dat de verkiezing op 26 April zou
plaats hebben).
PROVINCIE UTRECHT LEENT 1.4
MILLIOEN.
De provincie Utrecht gaat een obligatie-
leening aan, groot f 1.393.000 tegen een
rente van 2 y7 pet. De leening heeft een
looptijd van 10 jaar.
De inschrijving staat open voor een be
drag van 1 millioen op Maandag 30 Ja
nuari ten kantore van de Twentsche Bank
en de firma Lippmann, Rosenthal Co.
tot de koers van 101 pet.; 393.000 is reeds
tegen emissievoorwaarden geplaatst.
DE DEVIEZENREGELING VOOR
„GRENSGANGERS".
Mededeeling van den Regeeringspersdienst.
Zooals bekend, genieten de in Nederland
wonende arbeiders, die in het Duitsche
grensgebied werken, van een speciaal voor
hen geldende deviezenregeling.
Dezer dagen heeft een bericht de ronde
gedaan, dat, in afwachting van een nader
te treffen regeling, de geldende bepalingen
door de Duitsche regeering met één maand,
dus tot 1 Maart zouden zijn verlengd.
De Regeeringspersdienst deelt
mede, dat dit bericht niet juist is
gebleken.
Gelijk aan alle organen -der openbare
arbeidsbemiddeling in de grensstreken in
December is medegedeeld, bestond toen
reeds de mogelijkheid, dat de gedurende
het jaar 1938 gegolden hebbende betalings
regeling voor grensarbeiders in 1939 zou
worden herzien. Sedert heeft de Duitsche
regeering met ingang van 1 Februari ver
anderingen in de bestaande regeling ge
bracht.
Voor zoover dientengevolge Nederland-
sche arbeiders niet meer in de gelegenheid
zijn in Duitschland passend werk te aan
vaarden, kan er op gerekend worden, dat
zij in Nederland op gelyke wijze zullen
worden behandeld als andere onvrijwillig
werkloozen.
PROF. REINDERS TE DELFT.
Eervol ontslag aangevraagd.
Prof. dr. W. Reinders, hoogleeraar in de
physische chemie, heeft met ingang van
September a.s. eervol ontslag aangevraagd
als hoogleeraar aen de Technische Hooge-
school te Delft.
Prof. Reinders werd op 2 Augustus 1874
te Warfum geboren. Hij doorliep de H. B.
S. te Wageningen en studeerde van 1893
tot 1898 chemie aan de universiteit van Am
sterdam.
In 1899 promoveerde hij op een proef
schrift over mengkristallen van kwikjodide
en kwikbromide en maakte hij een studie
reis naar Londen, Zurich en Leipzig. Dr.
Reinders was van 19001901 leeraar aan
de H. B. S. te Veendam en van 19011908
aan het gymnasium te Breda. In 1908 werd
hij benoemd tot hoogleeraar aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft.
Van zijn hand zijn vele publicaties ver
schenen.
KLACHTEN OVER BURGEMEESTER
VAN OOTMARSUM
De minister van Binnenlandsche Zaken
stelde persoonlijk ter plaatse een
onderzoek in.
Het anders zoo rustige stadje Ootmarsum
staat momenteel in het middelpunt van ve
ler belangstelling en met een zekere span
ning wacht men af, hoe de kwestie, die de
gemoederen bezig houdt, zich zal ontwik
kelen.
De oorzaak van een en ander is gelegen
in het feit, dat de vorige week op den laten
avond de minister van Binnenlandsche Za
ken, de heer van Boeyen, vergezeld van het
lid van Ged. Staten van Overijsel, mr. dr.
J. W. Schneider, geheel onverwacht een be
zoek heeft gebracht aan Ootmarsum, in
verband met klachten, welke zijn inge
bracht tegen den burgemeester dier ge
meente, jhr E. L. M. Th. von Bönninghau-
sen.
Deze klachten zouden hierin bestaan dat
de heer Von Bönninghausen meermalen in
het openbaar van zijn sterk pro-Duitsche
gezindheid zou hebben blijk gegeven en
uitlatingen hebben gebezigd, die, wanneer
ze juist zijn, een eigenaardig licht werpen
op de mentaliteit van dezen burgervader.
De heer Von Bönninghausen stamt uit
een oude, adellijke, katholieke familie van
Duitsche origine en staat ongeveer 12 H
jaar aan het hoofd van de gemeente Oot
marsum, waarvan de bevolking uitsluitend
katholiek is. Dat hij Duitschgezind is, is al
gemeen bekend en ook de burgemeester zelf
steekt deze sympathie voor Duitschland
niet onder stoelen of banken.
Op zekeren dag moet, volgens de
wethouders, de burgemeester zijn boek
je te buiten zijn gegaan, toen in een
vergadering van B. en W. in de span
nende Septemberdagen de politieke
toestand ter sprake kwam. Hij moet
zich in dezen zin hebben uitgelaten,
dat, wanneer de Duitschers ons land
zouden binnenvallen, hij de eerste zou
zijn, die zich aan hun zijde zou scharen.
De wethouders, de heeren Joosten en
Reuwer, zijn over deze uitlating zeer ont
stemd geweest, doch een aanleiding tot een
klacht bij de hoogere autoriteiten hebben
zij daarin niet gevonden.
De burgemeester ontkent pertinent zich
in bovenbedoelden zin te hebben uitgelaten
en is van meening, dat men, door zijn
woorden te verdraaien, een actie tegen hem
heeft willen ontketenen, om hem als bur
gemeester onmogelijk te maken. Volgens
hem dateert deze hetze trouwens niet van
vandaag of gisteren. Reeds bij de aanvaar
ding van zijn burgemeesterschap kwam hij
in conflict met de plaatselijke geestelijk
heid, doordat hij zijn medewerking weiger
de aan den bouw van een nieuwe bijzondere
school. Men heeft hem dit nooit vergeven,
meent hij en naar zijn meening is men van
zekere zijde achter de schermen steeds aan
het werk geweest, om hem als burgemees
ter te „wippen". Men heeft, zoo meent hij,
ook getracht zijn herbenoeming te verhinde- J
ren, doch deze kwam reeds 18 November
van het vorig jaar af, terwijl de herbenoe
ming eerst 22 December inging. De actie,
die thans tegen hem gaande is, beschouwt
de burgemeester als een opgeschroefden
politieken rel, waarvoor de wethouders
zich laten misbruiken, doch die in werke
lijkheid door een bepaalde zijde, die hem
niet sympathiek gezind is, in het leven is
geroepen, naar hij meent.
In verband met deze tegenstrijdige ge
ruchten hebben we aldus de „Tijd" in
Ootmarsum bij de personen in kwestie een
nader onderzoek ingesteld.
Wethouder Reuwer, die met notaris
Joosten in het college van B. en W. zitting
heeft, bevestigde ons, dat burgemeester
Von Bönninghausen de gewraakte uitdruk
king gebezigd heeft en dat daarop door den
gemeente-secretaris, den heer Weustink,
zou zijn geantwooqrd aan het adres van
den burgemeester: „En dan wordt u zeker
gouwleider?!"
Met nadruk ontkende de heer Reuwer,
dat hij en de heer Joosten zich over de pro-
Duitsche gezindheid van den burgemeester
bij de hoogere autoriteiten zouden hebben
beklaagd. Evenmin waren de wethouders
op de hoogte van de komst van den minis
ter. Wel vermoedde men, dat er iets
„broeide".
De heer v. B. zou n.l. eenigen tijd ge
leden tijdens een diner, dat te Olden-
zaal na een jachtpartij was gegeven,
zich ongeveer in denzelfden geest als
in de vergadering van B. en W. hebben
uitgelaten. Men vermoedt, dat dit ter
oore van den minister is gekomen en
aanleiding heeft gegeven tot een nader
onderzoek. Volgens den heer Reuwer is
bij dit onderzoek het gesprokene in de
vergadering van B. en W. vanzelf op
't tapijt gekomen. De minister heeft niet
anders dan een bevestiging willen krij
gen van wat hij reeds wist.
Op onze vraag aldus de „Tijd" of
van zekere zijde getracht wordt den heer
v. B. als burgemeester onmogelijk te ma
ken, antwoordde de heer Reuwer ontken
nend, al was hij er van overtuigd, dat de
z.g. schoolkwestie, die vyf jaar heeft ge
duurd, jhr. v. B. geen goed heeft gedaan
en kwaad bloed heeft gezet.
De z.eerw. heer J. J. Scheepers, pastoor
te Ootmarsum,e tot wien wij ons eveneens
om nadere informaties wendden, was niet
bereid op de hangende kwestie in te gaan.
Dat de geestelijkheid zou getracht hebben
den heer v. B. als burgemeester te wippen,
noemde de pastoor eenvoudig belachelijk,
al is de verhouding tusschen den burge
meester en de plaatselijke geestelijkheid
niet zooals zij diende te zijn. Bij de stich
ting der katholieke scholen heeft men van
den burgemeester geen medewerking on
dervonden, hetgeen een goede verstandhou
ding niet in de hand heeft gewerkt.
Den burgemeester vonden wij gaarne be
reid zijn lezing van de gerezen kwestie te
geven. Wat de wethouders hem in de schoe
nen schuiven ontkent hij voor 100 pet. Ech
ter komt hij er rond voor uit, dat hij sterke
sympathieën voor Duitschland koestert en
pro-militairistisch gezind is. Voor een niet
gering deel vindt zulks zijn oorzaak in het
feit, dat zijn vader vele jaren als officier
in het Duitsche leger heeft gediend en de
heer v. B., behalve vele familieleden, ook
vele vrienden aan de overzijde van de
grens telt. Deze vriendschap stelt hy zeer
op prys, omdat daarvan ook Ootmarsum
als grensgemeente profiteert
De heer v. B. verheelde niet, dat de ver
houding tot de geestelijkheid reeds van
den beginne af slecht is geweest.
Kort na de aanvaarding van zyn burge
meestersambt, in 1927, ontstond een ernstig
conflict over de stichting van een R.K.
school. Spr. heeft zich daar sterk tegen ge
kant en dat heeft men hem zeer kwalijk
genomen. Onomwonden verklaarde de heer
v. B. ons tegenstander te zijn van het bij
zonder onderwijs, vooral in een katholieke
gemeente als Ootmarsum, waar het neutrale
onderwijs z.i. toch voldoende katholiek ge
oriënteerd kan zijn. Naar zijn meening wa
ren by de stichting der katholieke scholen
die er tenslotte toch zyn gekomen, de be
langen der gemeente niet gediend geweest.
De heer v. B. gaf toe, bfj de justitie
een aanklacht tegen de beide wethou
ders te hebben ingediend en wel op
grond van de overweging, dat hij den
indruk heeft, dat de zaak op dit oogen-
blik niet objectief onderzocht wordt en
de heer v. B. zich in zijn eer en goeden
naam acht aangetast door den laster,
die over hem werd verspreid. Wel
geeft de burgemeester toe zich sympa
thiek over Duitschland te hebben uit
gelaten, doch nimmer in die bewoordin
gen, als hem in de schoenen worden ge
schoven.
Dat er wel degelijk tegen hem agitatie
wordt gevoerd en de wethouders op de
hoogte waren van de komst van den minis
ter, concludeert de heer v. B. uit het feit,
dat in andere gevallen dergelijke klachten
schriftelijk worden behandeld of de be
trokkene op het departement wordt ont
boden. Nu stond de minister plotseling voor
de deur van het gemeentehuis, op het mo
ment, dat er een vergadering van B. en W.
werd gehouden. Anders vergadert ons col
lege altijd Donderdags aldus de heer v.
B. doch het was wel toevallig, dat in die
week de wethouders op Donderdag geen
vergadering konden houden, doch wel op
dien bewusten Dinsdagavond.
Eigenaardig vond de burgemeester het
ook dat, terwyl hij de gewraakte woorden
bijna vyf maanden geleden zou hebben ge
zegd, nu eerst deze zaak op de proppen
wordt gebracht. Hij concludeert daaruit,
dat zijn herbenoeming als burgemeester, die
eerder afkwam dan verwacht werd, aan
bepaalde personen niet welgevallig was en
tot dit relletje heeft geleid.
De verhouding met de wethouders is
steeds van aangenamen aard geweest, doch
de rioleeringskwestie heeft een verwijde
ring gebracht tusschen de meerderheid van
den raad en de wethouders. Naar de mee
ning van den burgemeester speelt ook deze
j kwestie een rol in deze geschiedenis, even
als het feit, dat zijn broer, het voormalige
raadslid van Tubbergen, een bekend N.S.
B 'er is. Hoe het ook zij, de heer v. B, is van
meening, dat allerlei factoren het onderzoek
vertroebelen. Ook acht hy het onjuist, dat,
nadat hij, de secretaris en wethouder Reu
wer door den minister waren gehoord,
laatstgenoemde met wethouder Joosten
ruggespraak heeft kunnen houden.
Tenslotte zeide ons de burgemeester, dat
hij gaarne alle medewerking zal verleenen
om deze aangelegenheid tot volledige klaar
heid te brengen, maar dat hij zich er steeds
met hand en tand tegen zou verzetten,
wanneer onbevoegden invloed op den gang
van zaken in het gemeentebestuur zouden
trachten uit te oefenen.
Aldus het verhaal in de „Tijd".
BROCHURE IN BESLAG GENOMEN.
In een brochure over het georganiseer
de anti-semitisme hier te lande en de ge
brekkige activiteit der regeering daarte
genover heeft de heer G. van den Burg de
redactie van „De Misthoorn'' op een lijn
gesteld met de redacteuren van „Der
Stürmer" van Julius Streicher en hen
misdadigers genoemd.
Dit laatste op grond van de voortduren
de en grove beleedigingen van een Ne-
derlandsche bevolkingsgroep, hetgeen bij
de wet verboden is en tevens een aantas
ting is van onze Nederlandsche bescha
ving.
Op grond van deze betiteling als misda
digers heeft de redactie van „De Mist
hoorn", bestaande uit de heeren dr. P.
Molenbroek en J. Nijse, een aanklacht
wegens beleediging tegen den schrijver
ingediend bij den officier van justitie te
Amsterdam. Als gevolg hiervan zijn Za
terdagmiddag j.l. de laatste 41 van de
4000 exemplaren dezer brochures bij den
schrijver in beslag genomen.
Het oud-Kamerlid mr. G. A. Boon zal
als rechtskundig raadsman van den heer
G. van den Burg optreden.
DREIGEND CONFLICT IN TWENTE.
Bij de N.V. Nico ter Kuile en Zoon
te Enschedé.
De besturen der drie samenwerkende
textielarbeidersorganisaties hebben een ul
timatum gesteld aan de N.V. Nico ter Kuile
en Zoon te Enschede voor de northropwe-
vers. De directie heeft den door de orga
nisaties gestelden eisch, een gemiddeld
loon van 47 cent per uur, exclusief ver
goeding voor ploegwerk, afgewezen.
Naar de mededeeling der directie, be
dragen de uurloonen der wevers gemid
deld 42 cent per uur, exclusief 10 procent
vergoeding voor ploegen werk.
De organisatiebesturen achten dit loon
voor een in ploegen werkenden wever, die
vaak 35 en meer getouwen bediend, te ge
ring.
Indien voor of op 4 Februari geen over
eenkomst wordt bereikt, zal het werk 6 Fe
bruari niet worden hervat.
DE 80STE VERJAARDAG VAN DEN
EX KEIZER.
Herinneringen uit dagen van glorie.
Daar het aantal gasten, dat ter gelegen
heid van den tachtigsten verjaardag van
ex-keizer Wilhelm naar huize. Doorn zal
gaan, ten einde Z. M. op dien dag persoon
lijk geluk te wenschen, bijzonder groot zal
zijn, heeft men besloten de officieele ont
vangsten reeds eenige dagen tevoren te
doen beginnen.
Gisteren arriveerde, als eerste buiten-
landsche gast, generaal-veldmaarschalk A.
von Mackensen, de 89-jarige oud-bevelheb
ber uit den wereldoorlog. Met den D-trein
uit Berlijn kwam hij te 8 uur 28 gister
morgen te Amersfoort aan. Op het perron
te Amersfoort was namens den ex-keizer ter
begroeting aanwezig graaf von Schwerin,
die destijds deel uitmaakte van den staf
van generaal veldmaarschalk von Macken
sen. De generaal was vergezeld van Oberst-
Leutnant von Lützow, die vroeger tot
's Keizers onmiddellijke omgeving heeft
behoord.
Generaal von Mackensen was in uniform.
Toen hij den trein uitstapte, werd hy door
de wachtenden hartelijk begroet. Het was
een treffend oogenblik voor den bijna
negentig jarigen generaal, toen een Duit
sche dame, mevrouw Servus, die vriend
schappelijke betrekkingen met prinses Her
mine onderhoudt, uit de wachtenden naar
voren trad en den generaal een bouquet tul
pen overhandigde en hem hartelijk wel
kom heette op Nederlandschen bodem.
Generaal Von Mackensen dankte mevr.
Servus voor deze zeer gewaardeerde atten
tie.
Nadat de chef van het station Amersfoort,
de heer Houtman, en de commissaris van
politie, de heer Goorhuis, aan den gast wa
ren voorgesteld, verliet het gezelschap het
perron; het begaf zich naar de gereedstaan
de auto. Via het Smallepad en de Barchman
Wuijtierslaan werd de reis naar Doorn
voortgezet.
Omstreeks negen uur gistermorgen arri
veerde generaal-veldmaarschalk ,Von
Mackensen te Doorn. Vele belangstellenden
hadden zich voor de hoofdpoort van Huize
„Doorn" opgesteld om den bejaarden gast
bij zijn aankomst hartelijk toe te juichen.
Op Huize „Doorn" is zeer veel aandacht
besteed aan de versiering. Voor den hoofd
ingang is een baldakijn geplaatst, terwijl
zwart-witte vlaggen, de kleuren van het
huis Hohenzollern, op tal van plaatsen zyn
aangebracht. Daarbij is een groote illumina
tie tot stand gebracht, welke Huize „Doorn"
en de aangrenzende bijgebouwen des
avonds in een zee van licht zal zetten. Ge
neraal-veldmaarschalk Von Mackensen
werd bij den ingang van Huize „Doorn"
verwelkomd door den hofmaarschalk, waar
na de generaal direct zijn intrek nam in de
Oranjerie. Kort na twaalven heeft ex-keizer
Wilhelm de eerste delegatie officieel ont-
cieel ontvangen.
Generaal-veldmaarschalk Von Mackensen
en admiraal Von Schmidt kwamen de ge-
lukwenschen aanbieden van leger en ma
rine der oude Duitsche weermacht. Von
Mackensen was gekleed in het oude uni
form van de Leib-huzaren. Vervolgens ont
ving de gewezen keizer de delegatie van
de Deutsche Standesherren, bestaande uit
vorstelijke personen, die nooit geregeerd
hebben en welke delegatie gevormd werd
door de vorsten Zu Hohenlohe,t Langen-
berg en Loewenstein. Ten slotte bood de
delegatie van het voormalige Keizerlijke
hoofdkwartier hare gelukwenschen aan.
Generaal-veldmaarschalk Von Mackensen
tevens hiervan leider, was verge
zeld van generaal Von Dommers, generaal-
luitenant Von Gramon, Oberst-Leutnant
Meves, majoor Von Ilsemann, die tevens
adjudant van den keizer is en generaal dr.
Green. Generaal-veldmaarschalk Von
Mackensen bood den exkeizer namens het
voormalige hoofdkwartier een zilveren her
inneringsbeker aan, evenals vroeger op ver
jaardagen van den keizer geschiedde. Na
de ontvangst van de delegatie vereenigde
de ex-keizer zich met zijn gasten aan een
lunch.
Gisteravond werd een galadiner aange
boden, waaraan de leden der delegaties
aanzaten.
Na afloop werd een filmvertooning ge
geven in tegenwoordigheid van den ex-
keizer.
F. VV. DE ROOIJ t
In het St. Joseph-ziekenhuis te Heerlen
is na een kortstondige ziekte overleden de
heer F. W. de Rooij, directeur van het tech
nisch bureau van „Ons Limburg" aldaar.
De heer de Rooij werd 19 Augustus 1885
te Oegstgeest geboren. Gedurende 24
jaar was hij in dienst van „Ons Limburg"
aldus de „Msb.".
Als directeur van het technisch bureau
kwam hij in de mijnstreek met zeer velen
in aanraking en werd om zijn sympathieke
persoonlijkheid zeer gewaardeerd.
Vanmorgen heeft onder groote belang
stelling de uitvaart en begrafenis plaats ge
had.
DE HOOGE STAND VAN DE MAAS.
Scheepvaart gestremd.
Tengevolge van den hoogen waterstand
is sinds hedenmiddag de scheepvaart te
Venlo gestremd. Schepen, Swelke een hoo
gere ligging boven het watervlak hebben
dan zes meter, kunnen de Maasbrug te
Venlo niet meer passeeren, omdat de door
vaart 6.05 meter bedraagt. Heden moesten
dan ook drie schepen ten noorden van de
Maasbrug ten anker gaan. Het zyn de
schepen Limousin uit Straatsburg, Rijn
binnenvaart uit Antwerpen en Adrie van
Hardinxveld.
Men verwacht nog een meter was, zoo
dat dan de waterstand slechts anderhalve
INTERNATIONALE
BIDWEEK
Bekeering van alle heidenen.
Dat er na negentien eeuwen christendom
nog zooveel heidendom gevonden wordt;
bet is voor ons een gewone zaak, die bijna
onze aandacht niet heeft, althans veel te
weinig. Maar weten we wel, dat het byria
de helft is van de menschheid, die nog in
de duisternis van het heidendom leeft!
Mogen we daar onverschillig tegenover
staan? Is de zaak van de uitbreiding van
het Rijk Gods niet onze eigen, persoonlij
ke zaak. Duidelijker dan ooit moet dit ons
thans na de herhaalde lessen van de laatste
Fausen en nu de Missieactie ons iederen
dag uitnoodigend tegemoet treedt, voor
oogen staan, dat we allen hier een roeping
te vervullen hebben.
Het woord „leekenapostolaat", ons ge
leerd door Paus Pius XI, heeft ons opge
roepen, om, ieder op eigen wijze en naar
eigen krachten, „Apostelen" te zijn, uit-
breiders van het Rijk Gods. Dat is een
taak, ons door het H. Doopsel op de schou-
oers gelegd, en eens zal ons zware reken
schap gevraagd worden van de wyze,
waarop wij die apostel-talenten hebben ge
bruikt. Als dan deze Intern. Bidweek wordt
gesloten met de laatste intentie: de bekee
ring van alle heidenen, dan zien we hier
voor ons een ontzaggelijk terrein, waarop
wy onze talenten van gebed moeten uit
buiten. Wanneer we de halve wereld nog
in heidendom weten, dan verwondert het
ons misschien, dat het succes van negen
tien eeuwen christendom nog zoo gering is
geweest, dat duizend millioen (1000.000.000)
zielen nog niet eens van Christus gehoord
hebben. Maar één ding is zeker: dat gerin
ge succes ligt niet aan de genade, die im
mers al-verwinnend is. Huiveren we dan
voor de andere oplossing, die toch de eeni
ge mogelijke is; dan moet het gelegen
hebben aan de menschheid zelf. Natuurlijk
behoeven we gelukkig niet alleen te zien
naar deze donkere bladzijde, want hoeveel
zelfverloochening en bloed, hoeveel marte-
laarsbloed is er noodig geweest om ten
minste de helft der manschheid tot Chris
tus te brengen. Maar begrijpen we toch
ook goed de verantwoording, die wij al
ien gezamenlijk thans nog dragen om
die andere helft van het menschdom te
bekeeren tot Christus' kruis. Voor hen moe
ten we Apostelen zijn.
Durven we dan onze gezamelijke verant
woording aan!! Minstens door ons gebed!
Uw Rijk kome, o, Heer, ook over de vele
beidenzielen, die dorsten naar de verlos
sing van Uw Bloed, die hongeren naar
Uw Rijk.
M. A. JANSEN, Pr.
Warmond.
meter lager zal zijn dan de beruchte water
stand van Januari 1926. De stand tte
Maastricht is thans 45.53 M. boven A.P. De
hoogste stand in Januari 1926 was 46.92 M.
boven A.P., zoodat het verschil tusschen
beide standen thans slechts 1.38 M. is.
ROOKVERBOD VLIEGTUIGEN
OPGEHEVEN?
Voor de Nederlandsche verkeersvliegtui
gen en de verkeersvliegtuigen van buiten-
landsche maatschappijen, wanneer deze zich
boven Nederlandsch grondgebied bevin
den, bestaat thans een rookverbod voor
passagiers en bemanning. Bij Koninklyk
Besluit is thans de mogelijkheid geopend,
dat dit rookverbod zal worden opgeheven.
Hierbij wordt bepaald, dat het rookver
bod niet geldt ten aanzien van door of van
wege den minister van Waterstaat aange
wezen typen van luchtvaartuigen, voor
zoover deze luchtvaarttypen voldoen aan
de op dit punt door of vanwege den minis
ter van Waterstaat te stellen bijzondere
eischen voor de inrichting en mits bij het
gebruik de vast te stellen veiligheidsmaat
regelen worden nagekomen. Dit beteekent
de eerste schrede op den weg naar de op
heffing van het rookverbod in verkeers
vliegtuigen, waarvan de bedoeling natuur
lijk geen andere kan zijn, dan dat in af-
zienbaren tijd het rooken zal worden toe
gestaan.
In Amerikaansche, Duitsche en Engelsche
verkeersvliegtuigen wordt reeds algemeen
het rooken toegestaan en het is wel eigen
aardig, dat in de Douglas-machines, zooals
de K. L. M. ze in gebruik heeft, in Amerika
en Australië het rooken toegestaan is Bij
de aflevering zitten in de Douglas-machi-
nes aschbakjes hetgeen er duidelijk genoeg
op wijst, dat deze machines door de con
structeurs voor rooken van passagiers ge
schikt worden geacht. Wanneer de machi
nes in Nederland komen worden de asch
bakjes er uit gehaald.
Vanwege het ministerie van Waterstaat
worden verschillende eischen gesteld voor
en aleer het rooken zal worden toegestaan.
Dit betreft de maatregelen tegen brandge
vaar, de brandveiligheid van het toestel
en het toezicht dat eventueel op achtelooze
passagiers door stewards of personeel kan
worden uitgeoefend. Hieromtrent moet de
K. L. M. waarborgen geven en het deskun
dig onderzoek naar de vliegttuigtypen in
zake het brandgevaar moet bevredigend
zijn. „Telegraaf"