BINNENLAND WOENSDAG 25 JANUARI 1939 DE LEIÜSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 PRINS BERNHARD IN DEN RAAD VAN STATE. Prins Bernhard heeft Dinsdagmiddag de vergadering van den Raad van State bij gewoond. HET BANKGEHEIM. Advies is gevraagd over de gevolgen van het niet-handhaven van het bankgeheim. In de Memorie van Antwoord aan de Eer ste Kamer betreffende de begrooting van financiën voor 1939 deelt de minister het volgende mede: Overeenkomstig zijn in de Tweede Ka mer gedane toezegging heeft de minister zich tot den Economischen Raad gewend met de vraag, welke, naar het oordeel van den Raad, de directe en indirecte gevolgen zouden zijn van een gedragslijn van de belastingadministratie, waarbij niet langer gehandhaafd wordt het onderscheid, dat thans gemaakt wordt tusschen bank- en ondere ondernemingen, wat betreft het ge bruik tegenover derden van bij controle verkrijgbare en verkregen gegevens. (Dit is het bankgeheim, zooals het aan de ambtenaren is opgelegd). Na ontvangst van het rapport van den Economischen Raad zal de minister de hier besproken aangelegenheid opnieuw in over weging nemen. TEGEMOETKOMING GROOTE GEZINNEN. De commissie-Fleskens heeft den minister rapport uitgebracht. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer betreffende de begvooting van Financiën voor 1939 deelt de minister mede, dat de commissie-Fleskens in zake tegemoetkoming aan groote gezinnen haar rapport betreffende de punten, waarover de minister advies heeft gevraagd, dezer dagen heeft uitgebracht. STATENVERKIEZING IN ZUID-HOLLAND OP 19 APRIL. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben besloten de verkiezing vart leden der Prov Staten in deze provincie te doen plaats hebben op Woensdag 19 April. (Dit bericht is dus in tegenspraak met een vroeger blijkbaar onjuist be richt, dat de verkiezing op 26 April zou plaats hebben). PROVINCIE UTRECHT LEENT 1.4 MILLIOEN. De provincie Utrecht gaat een obligatie- leening aan, groot f 1.393.000 tegen een rente van 2 y7 pet. De leening heeft een looptijd van 10 jaar. De inschrijving staat open voor een be drag van 1 millioen op Maandag 30 Ja nuari ten kantore van de Twentsche Bank en de firma Lippmann, Rosenthal Co. tot de koers van 101 pet.; 393.000 is reeds tegen emissievoorwaarden geplaatst. DE DEVIEZENREGELING VOOR „GRENSGANGERS". Mededeeling van den Regeeringspersdienst. Zooals bekend, genieten de in Nederland wonende arbeiders, die in het Duitsche grensgebied werken, van een speciaal voor hen geldende deviezenregeling. Dezer dagen heeft een bericht de ronde gedaan, dat, in afwachting van een nader te treffen regeling, de geldende bepalingen door de Duitsche regeering met één maand, dus tot 1 Maart zouden zijn verlengd. De Regeeringspersdienst deelt mede, dat dit bericht niet juist is gebleken. Gelijk aan alle organen -der openbare arbeidsbemiddeling in de grensstreken in December is medegedeeld, bestond toen reeds de mogelijkheid, dat de gedurende het jaar 1938 gegolden hebbende betalings regeling voor grensarbeiders in 1939 zou worden herzien. Sedert heeft de Duitsche regeering met ingang van 1 Februari ver anderingen in de bestaande regeling ge bracht. Voor zoover dientengevolge Nederland- sche arbeiders niet meer in de gelegenheid zijn in Duitschland passend werk te aan vaarden, kan er op gerekend worden, dat zij in Nederland op gelyke wijze zullen worden behandeld als andere onvrijwillig werkloozen. PROF. REINDERS TE DELFT. Eervol ontslag aangevraagd. Prof. dr. W. Reinders, hoogleeraar in de physische chemie, heeft met ingang van September a.s. eervol ontslag aangevraagd als hoogleeraar aen de Technische Hooge- school te Delft. Prof. Reinders werd op 2 Augustus 1874 te Warfum geboren. Hij doorliep de H. B. S. te Wageningen en studeerde van 1893 tot 1898 chemie aan de universiteit van Am sterdam. In 1899 promoveerde hij op een proef schrift over mengkristallen van kwikjodide en kwikbromide en maakte hij een studie reis naar Londen, Zurich en Leipzig. Dr. Reinders was van 19001901 leeraar aan de H. B. S. te Veendam en van 19011908 aan het gymnasium te Breda. In 1908 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan de Tech nische Hoogeschool te Delft. Van zijn hand zijn vele publicaties ver schenen. KLACHTEN OVER BURGEMEESTER VAN OOTMARSUM De minister van Binnenlandsche Zaken stelde persoonlijk ter plaatse een onderzoek in. Het anders zoo rustige stadje Ootmarsum staat momenteel in het middelpunt van ve ler belangstelling en met een zekere span ning wacht men af, hoe de kwestie, die de gemoederen bezig houdt, zich zal ontwik kelen. De oorzaak van een en ander is gelegen in het feit, dat de vorige week op den laten avond de minister van Binnenlandsche Za ken, de heer van Boeyen, vergezeld van het lid van Ged. Staten van Overijsel, mr. dr. J. W. Schneider, geheel onverwacht een be zoek heeft gebracht aan Ootmarsum, in verband met klachten, welke zijn inge bracht tegen den burgemeester dier ge meente, jhr E. L. M. Th. von Bönninghau- sen. Deze klachten zouden hierin bestaan dat de heer Von Bönninghausen meermalen in het openbaar van zijn sterk pro-Duitsche gezindheid zou hebben blijk gegeven en uitlatingen hebben gebezigd, die, wanneer ze juist zijn, een eigenaardig licht werpen op de mentaliteit van dezen burgervader. De heer Von Bönninghausen stamt uit een oude, adellijke, katholieke familie van Duitsche origine en staat ongeveer 12 H jaar aan het hoofd van de gemeente Oot marsum, waarvan de bevolking uitsluitend katholiek is. Dat hij Duitschgezind is, is al gemeen bekend en ook de burgemeester zelf steekt deze sympathie voor Duitschland niet onder stoelen of banken. Op zekeren dag moet, volgens de wethouders, de burgemeester zijn boek je te buiten zijn gegaan, toen in een vergadering van B. en W. in de span nende Septemberdagen de politieke toestand ter sprake kwam. Hij moet zich in dezen zin hebben uitgelaten, dat, wanneer de Duitschers ons land zouden binnenvallen, hij de eerste zou zijn, die zich aan hun zijde zou scharen. De wethouders, de heeren Joosten en Reuwer, zijn over deze uitlating zeer ont stemd geweest, doch een aanleiding tot een klacht bij de hoogere autoriteiten hebben zij daarin niet gevonden. De burgemeester ontkent pertinent zich in bovenbedoelden zin te hebben uitgelaten en is van meening, dat men, door zijn woorden te verdraaien, een actie tegen hem heeft willen ontketenen, om hem als bur gemeester onmogelijk te maken. Volgens hem dateert deze hetze trouwens niet van vandaag of gisteren. Reeds bij de aanvaar ding van zijn burgemeesterschap kwam hij in conflict met de plaatselijke geestelijk heid, doordat hij zijn medewerking weiger de aan den bouw van een nieuwe bijzondere school. Men heeft hem dit nooit vergeven, meent hij en naar zijn meening is men van zekere zijde achter de schermen steeds aan het werk geweest, om hem als burgemees ter te „wippen". Men heeft, zoo meent hij, ook getracht zijn herbenoeming te verhinde- J ren, doch deze kwam reeds 18 November van het vorig jaar af, terwijl de herbenoe ming eerst 22 December inging. De actie, die thans tegen hem gaande is, beschouwt de burgemeester als een opgeschroefden politieken rel, waarvoor de wethouders zich laten misbruiken, doch die in werke lijkheid door een bepaalde zijde, die hem niet sympathiek gezind is, in het leven is geroepen, naar hij meent. In verband met deze tegenstrijdige ge ruchten hebben we aldus de „Tijd" in Ootmarsum bij de personen in kwestie een nader onderzoek ingesteld. Wethouder Reuwer, die met notaris Joosten in het college van B. en W. zitting heeft, bevestigde ons, dat burgemeester Von Bönninghausen de gewraakte uitdruk king gebezigd heeft en dat daarop door den gemeente-secretaris, den heer Weustink, zou zijn geantwooqrd aan het adres van den burgemeester: „En dan wordt u zeker gouwleider?!" Met nadruk ontkende de heer Reuwer, dat hij en de heer Joosten zich over de pro- Duitsche gezindheid van den burgemeester bij de hoogere autoriteiten zouden hebben beklaagd. Evenmin waren de wethouders op de hoogte van de komst van den minis ter. Wel vermoedde men, dat er iets „broeide". De heer v. B. zou n.l. eenigen tijd ge leden tijdens een diner, dat te Olden- zaal na een jachtpartij was gegeven, zich ongeveer in denzelfden geest als in de vergadering van B. en W. hebben uitgelaten. Men vermoedt, dat dit ter oore van den minister is gekomen en aanleiding heeft gegeven tot een nader onderzoek. Volgens den heer Reuwer is bij dit onderzoek het gesprokene in de vergadering van B. en W. vanzelf op 't tapijt gekomen. De minister heeft niet anders dan een bevestiging willen krij gen van wat hij reeds wist. Op onze vraag aldus de „Tijd" of van zekere zijde getracht wordt den heer v. B. als burgemeester onmogelijk te ma ken, antwoordde de heer Reuwer ontken nend, al was hij er van overtuigd, dat de z.g. schoolkwestie, die vyf jaar heeft ge duurd, jhr. v. B. geen goed heeft gedaan en kwaad bloed heeft gezet. De z.eerw. heer J. J. Scheepers, pastoor te Ootmarsum,e tot wien wij ons eveneens om nadere informaties wendden, was niet bereid op de hangende kwestie in te gaan. Dat de geestelijkheid zou getracht hebben den heer v. B. als burgemeester te wippen, noemde de pastoor eenvoudig belachelijk, al is de verhouding tusschen den burge meester en de plaatselijke geestelijkheid niet zooals zij diende te zijn. Bij de stich ting der katholieke scholen heeft men van den burgemeester geen medewerking on dervonden, hetgeen een goede verstandhou ding niet in de hand heeft gewerkt. Den burgemeester vonden wij gaarne be reid zijn lezing van de gerezen kwestie te geven. Wat de wethouders hem in de schoe nen schuiven ontkent hij voor 100 pet. Ech ter komt hij er rond voor uit, dat hij sterke sympathieën voor Duitschland koestert en pro-militairistisch gezind is. Voor een niet gering deel vindt zulks zijn oorzaak in het feit, dat zijn vader vele jaren als officier in het Duitsche leger heeft gediend en de heer v. B., behalve vele familieleden, ook vele vrienden aan de overzijde van de grens telt. Deze vriendschap stelt hy zeer op prys, omdat daarvan ook Ootmarsum als grensgemeente profiteert De heer v. B. verheelde niet, dat de ver houding tot de geestelijkheid reeds van den beginne af slecht is geweest. Kort na de aanvaarding van zyn burge meestersambt, in 1927, ontstond een ernstig conflict over de stichting van een R.K. school. Spr. heeft zich daar sterk tegen ge kant en dat heeft men hem zeer kwalijk genomen. Onomwonden verklaarde de heer v. B. ons tegenstander te zijn van het bij zonder onderwijs, vooral in een katholieke gemeente als Ootmarsum, waar het neutrale onderwijs z.i. toch voldoende katholiek ge oriënteerd kan zijn. Naar zijn meening wa ren by de stichting der katholieke scholen die er tenslotte toch zyn gekomen, de be langen der gemeente niet gediend geweest. De heer v. B. gaf toe, bfj de justitie een aanklacht tegen de beide wethou ders te hebben ingediend en wel op grond van de overweging, dat hij den indruk heeft, dat de zaak op dit oogen- blik niet objectief onderzocht wordt en de heer v. B. zich in zijn eer en goeden naam acht aangetast door den laster, die over hem werd verspreid. Wel geeft de burgemeester toe zich sympa thiek over Duitschland te hebben uit gelaten, doch nimmer in die bewoordin gen, als hem in de schoenen worden ge schoven. Dat er wel degelijk tegen hem agitatie wordt gevoerd en de wethouders op de hoogte waren van de komst van den minis ter, concludeert de heer v. B. uit het feit, dat in andere gevallen dergelijke klachten schriftelijk worden behandeld of de be trokkene op het departement wordt ont boden. Nu stond de minister plotseling voor de deur van het gemeentehuis, op het mo ment, dat er een vergadering van B. en W. werd gehouden. Anders vergadert ons col lege altijd Donderdags aldus de heer v. B. doch het was wel toevallig, dat in die week de wethouders op Donderdag geen vergadering konden houden, doch wel op dien bewusten Dinsdagavond. Eigenaardig vond de burgemeester het ook dat, terwyl hij de gewraakte woorden bijna vyf maanden geleden zou hebben ge zegd, nu eerst deze zaak op de proppen wordt gebracht. Hij concludeert daaruit, dat zijn herbenoeming als burgemeester, die eerder afkwam dan verwacht werd, aan bepaalde personen niet welgevallig was en tot dit relletje heeft geleid. De verhouding met de wethouders is steeds van aangenamen aard geweest, doch de rioleeringskwestie heeft een verwijde ring gebracht tusschen de meerderheid van den raad en de wethouders. Naar de mee ning van den burgemeester speelt ook deze j kwestie een rol in deze geschiedenis, even als het feit, dat zijn broer, het voormalige raadslid van Tubbergen, een bekend N.S. B 'er is. Hoe het ook zij, de heer v. B, is van meening, dat allerlei factoren het onderzoek vertroebelen. Ook acht hy het onjuist, dat, nadat hij, de secretaris en wethouder Reu wer door den minister waren gehoord, laatstgenoemde met wethouder Joosten ruggespraak heeft kunnen houden. Tenslotte zeide ons de burgemeester, dat hij gaarne alle medewerking zal verleenen om deze aangelegenheid tot volledige klaar heid te brengen, maar dat hij zich er steeds met hand en tand tegen zou verzetten, wanneer onbevoegden invloed op den gang van zaken in het gemeentebestuur zouden trachten uit te oefenen. Aldus het verhaal in de „Tijd". BROCHURE IN BESLAG GENOMEN. In een brochure over het georganiseer de anti-semitisme hier te lande en de ge brekkige activiteit der regeering daarte genover heeft de heer G. van den Burg de redactie van „De Misthoorn'' op een lijn gesteld met de redacteuren van „Der Stürmer" van Julius Streicher en hen misdadigers genoemd. Dit laatste op grond van de voortduren de en grove beleedigingen van een Ne- derlandsche bevolkingsgroep, hetgeen bij de wet verboden is en tevens een aantas ting is van onze Nederlandsche bescha ving. Op grond van deze betiteling als misda digers heeft de redactie van „De Mist hoorn", bestaande uit de heeren dr. P. Molenbroek en J. Nijse, een aanklacht wegens beleediging tegen den schrijver ingediend bij den officier van justitie te Amsterdam. Als gevolg hiervan zijn Za terdagmiddag j.l. de laatste 41 van de 4000 exemplaren dezer brochures bij den schrijver in beslag genomen. Het oud-Kamerlid mr. G. A. Boon zal als rechtskundig raadsman van den heer G. van den Burg optreden. DREIGEND CONFLICT IN TWENTE. Bij de N.V. Nico ter Kuile en Zoon te Enschedé. De besturen der drie samenwerkende textielarbeidersorganisaties hebben een ul timatum gesteld aan de N.V. Nico ter Kuile en Zoon te Enschede voor de northropwe- vers. De directie heeft den door de orga nisaties gestelden eisch, een gemiddeld loon van 47 cent per uur, exclusief ver goeding voor ploegwerk, afgewezen. Naar de mededeeling der directie, be dragen de uurloonen der wevers gemid deld 42 cent per uur, exclusief 10 procent vergoeding voor ploegen werk. De organisatiebesturen achten dit loon voor een in ploegen werkenden wever, die vaak 35 en meer getouwen bediend, te ge ring. Indien voor of op 4 Februari geen over eenkomst wordt bereikt, zal het werk 6 Fe bruari niet worden hervat. DE 80STE VERJAARDAG VAN DEN EX KEIZER. Herinneringen uit dagen van glorie. Daar het aantal gasten, dat ter gelegen heid van den tachtigsten verjaardag van ex-keizer Wilhelm naar huize. Doorn zal gaan, ten einde Z. M. op dien dag persoon lijk geluk te wenschen, bijzonder groot zal zijn, heeft men besloten de officieele ont vangsten reeds eenige dagen tevoren te doen beginnen. Gisteren arriveerde, als eerste buiten- landsche gast, generaal-veldmaarschalk A. von Mackensen, de 89-jarige oud-bevelheb ber uit den wereldoorlog. Met den D-trein uit Berlijn kwam hij te 8 uur 28 gister morgen te Amersfoort aan. Op het perron te Amersfoort was namens den ex-keizer ter begroeting aanwezig graaf von Schwerin, die destijds deel uitmaakte van den staf van generaal veldmaarschalk von Macken sen. De generaal was vergezeld van Oberst- Leutnant von Lützow, die vroeger tot 's Keizers onmiddellijke omgeving heeft behoord. Generaal von Mackensen was in uniform. Toen hij den trein uitstapte, werd hy door de wachtenden hartelijk begroet. Het was een treffend oogenblik voor den bijna negentig jarigen generaal, toen een Duit sche dame, mevrouw Servus, die vriend schappelijke betrekkingen met prinses Her mine onderhoudt, uit de wachtenden naar voren trad en den generaal een bouquet tul pen overhandigde en hem hartelijk wel kom heette op Nederlandschen bodem. Generaal Von Mackensen dankte mevr. Servus voor deze zeer gewaardeerde atten tie. Nadat de chef van het station Amersfoort, de heer Houtman, en de commissaris van politie, de heer Goorhuis, aan den gast wa ren voorgesteld, verliet het gezelschap het perron; het begaf zich naar de gereedstaan de auto. Via het Smallepad en de Barchman Wuijtierslaan werd de reis naar Doorn voortgezet. Omstreeks negen uur gistermorgen arri veerde generaal-veldmaarschalk ,Von Mackensen te Doorn. Vele belangstellenden hadden zich voor de hoofdpoort van Huize „Doorn" opgesteld om den bejaarden gast bij zijn aankomst hartelijk toe te juichen. Op Huize „Doorn" is zeer veel aandacht besteed aan de versiering. Voor den hoofd ingang is een baldakijn geplaatst, terwijl zwart-witte vlaggen, de kleuren van het huis Hohenzollern, op tal van plaatsen zyn aangebracht. Daarbij is een groote illumina tie tot stand gebracht, welke Huize „Doorn" en de aangrenzende bijgebouwen des avonds in een zee van licht zal zetten. Ge neraal-veldmaarschalk Von Mackensen werd bij den ingang van Huize „Doorn" verwelkomd door den hofmaarschalk, waar na de generaal direct zijn intrek nam in de Oranjerie. Kort na twaalven heeft ex-keizer Wilhelm de eerste delegatie officieel ont- cieel ontvangen. Generaal-veldmaarschalk Von Mackensen en admiraal Von Schmidt kwamen de ge- lukwenschen aanbieden van leger en ma rine der oude Duitsche weermacht. Von Mackensen was gekleed in het oude uni form van de Leib-huzaren. Vervolgens ont ving de gewezen keizer de delegatie van de Deutsche Standesherren, bestaande uit vorstelijke personen, die nooit geregeerd hebben en welke delegatie gevormd werd door de vorsten Zu Hohenlohe,t Langen- berg en Loewenstein. Ten slotte bood de delegatie van het voormalige Keizerlijke hoofdkwartier hare gelukwenschen aan. Generaal-veldmaarschalk Von Mackensen tevens hiervan leider, was verge zeld van generaal Von Dommers, generaal- luitenant Von Gramon, Oberst-Leutnant Meves, majoor Von Ilsemann, die tevens adjudant van den keizer is en generaal dr. Green. Generaal-veldmaarschalk Von Mackensen bood den exkeizer namens het voormalige hoofdkwartier een zilveren her inneringsbeker aan, evenals vroeger op ver jaardagen van den keizer geschiedde. Na de ontvangst van de delegatie vereenigde de ex-keizer zich met zijn gasten aan een lunch. Gisteravond werd een galadiner aange boden, waaraan de leden der delegaties aanzaten. Na afloop werd een filmvertooning ge geven in tegenwoordigheid van den ex- keizer. F. VV. DE ROOIJ t In het St. Joseph-ziekenhuis te Heerlen is na een kortstondige ziekte overleden de heer F. W. de Rooij, directeur van het tech nisch bureau van „Ons Limburg" aldaar. De heer de Rooij werd 19 Augustus 1885 te Oegstgeest geboren. Gedurende 24 jaar was hij in dienst van „Ons Limburg" aldus de „Msb.". Als directeur van het technisch bureau kwam hij in de mijnstreek met zeer velen in aanraking en werd om zijn sympathieke persoonlijkheid zeer gewaardeerd. Vanmorgen heeft onder groote belang stelling de uitvaart en begrafenis plaats ge had. DE HOOGE STAND VAN DE MAAS. Scheepvaart gestremd. Tengevolge van den hoogen waterstand is sinds hedenmiddag de scheepvaart te Venlo gestremd. Schepen, Swelke een hoo gere ligging boven het watervlak hebben dan zes meter, kunnen de Maasbrug te Venlo niet meer passeeren, omdat de door vaart 6.05 meter bedraagt. Heden moesten dan ook drie schepen ten noorden van de Maasbrug ten anker gaan. Het zyn de schepen Limousin uit Straatsburg, Rijn binnenvaart uit Antwerpen en Adrie van Hardinxveld. Men verwacht nog een meter was, zoo dat dan de waterstand slechts anderhalve INTERNATIONALE BIDWEEK Bekeering van alle heidenen. Dat er na negentien eeuwen christendom nog zooveel heidendom gevonden wordt; bet is voor ons een gewone zaak, die bijna onze aandacht niet heeft, althans veel te weinig. Maar weten we wel, dat het byria de helft is van de menschheid, die nog in de duisternis van het heidendom leeft! Mogen we daar onverschillig tegenover staan? Is de zaak van de uitbreiding van het Rijk Gods niet onze eigen, persoonlij ke zaak. Duidelijker dan ooit moet dit ons thans na de herhaalde lessen van de laatste Fausen en nu de Missieactie ons iederen dag uitnoodigend tegemoet treedt, voor oogen staan, dat we allen hier een roeping te vervullen hebben. Het woord „leekenapostolaat", ons ge leerd door Paus Pius XI, heeft ons opge roepen, om, ieder op eigen wijze en naar eigen krachten, „Apostelen" te zijn, uit- breiders van het Rijk Gods. Dat is een taak, ons door het H. Doopsel op de schou- oers gelegd, en eens zal ons zware reken schap gevraagd worden van de wyze, waarop wij die apostel-talenten hebben ge bruikt. Als dan deze Intern. Bidweek wordt gesloten met de laatste intentie: de bekee ring van alle heidenen, dan zien we hier voor ons een ontzaggelijk terrein, waarop wy onze talenten van gebed moeten uit buiten. Wanneer we de halve wereld nog in heidendom weten, dan verwondert het ons misschien, dat het succes van negen tien eeuwen christendom nog zoo gering is geweest, dat duizend millioen (1000.000.000) zielen nog niet eens van Christus gehoord hebben. Maar één ding is zeker: dat gerin ge succes ligt niet aan de genade, die im mers al-verwinnend is. Huiveren we dan voor de andere oplossing, die toch de eeni ge mogelijke is; dan moet het gelegen hebben aan de menschheid zelf. Natuurlijk behoeven we gelukkig niet alleen te zien naar deze donkere bladzijde, want hoeveel zelfverloochening en bloed, hoeveel marte- laarsbloed is er noodig geweest om ten minste de helft der manschheid tot Chris tus te brengen. Maar begrijpen we toch ook goed de verantwoording, die wij al ien gezamenlijk thans nog dragen om die andere helft van het menschdom te bekeeren tot Christus' kruis. Voor hen moe ten we Apostelen zijn. Durven we dan onze gezamelijke verant woording aan!! Minstens door ons gebed! Uw Rijk kome, o, Heer, ook over de vele beidenzielen, die dorsten naar de verlos sing van Uw Bloed, die hongeren naar Uw Rijk. M. A. JANSEN, Pr. Warmond. meter lager zal zijn dan de beruchte water stand van Januari 1926. De stand tte Maastricht is thans 45.53 M. boven A.P. De hoogste stand in Januari 1926 was 46.92 M. boven A.P., zoodat het verschil tusschen beide standen thans slechts 1.38 M. is. ROOKVERBOD VLIEGTUIGEN OPGEHEVEN? Voor de Nederlandsche verkeersvliegtui gen en de verkeersvliegtuigen van buiten- landsche maatschappijen, wanneer deze zich boven Nederlandsch grondgebied bevin den, bestaat thans een rookverbod voor passagiers en bemanning. Bij Koninklyk Besluit is thans de mogelijkheid geopend, dat dit rookverbod zal worden opgeheven. Hierbij wordt bepaald, dat het rookver bod niet geldt ten aanzien van door of van wege den minister van Waterstaat aange wezen typen van luchtvaartuigen, voor zoover deze luchtvaarttypen voldoen aan de op dit punt door of vanwege den minis ter van Waterstaat te stellen bijzondere eischen voor de inrichting en mits bij het gebruik de vast te stellen veiligheidsmaat regelen worden nagekomen. Dit beteekent de eerste schrede op den weg naar de op heffing van het rookverbod in verkeers vliegtuigen, waarvan de bedoeling natuur lijk geen andere kan zijn, dan dat in af- zienbaren tijd het rooken zal worden toe gestaan. In Amerikaansche, Duitsche en Engelsche verkeersvliegtuigen wordt reeds algemeen het rooken toegestaan en het is wel eigen aardig, dat in de Douglas-machines, zooals de K. L. M. ze in gebruik heeft, in Amerika en Australië het rooken toegestaan is Bij de aflevering zitten in de Douglas-machi- nes aschbakjes hetgeen er duidelijk genoeg op wijst, dat deze machines door de con structeurs voor rooken van passagiers ge schikt worden geacht. Wanneer de machi nes in Nederland komen worden de asch bakjes er uit gehaald. Vanwege het ministerie van Waterstaat worden verschillende eischen gesteld voor en aleer het rooken zal worden toegestaan. Dit betreft de maatregelen tegen brandge vaar, de brandveiligheid van het toestel en het toezicht dat eventueel op achtelooze passagiers door stewards of personeel kan worden uitgeoefend. Hieromtrent moet de K. L. M. waarborgen geven en het deskun dig onderzoek naar de vliegttuigtypen in zake het brandgevaar moet bevredigend zijn. „Telegraaf"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 7