voor de grote was
DE
NIEUWE KRACHTEN IN DE
NEDERLANDSE WASKETELS
Tegenstrijdig oordeel over de
Stompwijkers.
DE NIEUWE
WAST ZONDER VERDERE HULP
Wie in God gelooft....
KERKNIEUWS
VRUDAG 13 JANUARI 1939
DE LEIPSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG.
GESCHIEDENIS DER PAROCHIE STOMPWIJK
Een pastoor dacht zich in het paradijs
Een ander noemde het een kikkerland, en
nog erger! Restauratie van de kerk
Er werken thans nieuwe krachten in de Nederlandse wasketels.
Het gezwoeg op wat vroeger de vermoeiendste dag in de hele
week was - de wasdag - heeft nu afgedaan. De huisvrouw heeft
op deze dag vele uren vrije tijd gekregen - iets, wat vroeger on
mogelijk was. Het is dan ook geen wonder, dat alle huisvrouwen
•othousiast zijn over deze nieuwe krachtdat ze die met
open armen ontvangen. Geen wonder, dat iedere huisvrouw
deze ontdekking beschouwt als de grootste gebeurtenis, die
sinds jaren in de geschiedenis van de huishouding is voorge
komen. Ze praten er over tijdens het thee-uurtje en op alle
kransjes en onder het winkelen.
Zg zeggen: „Wij zijn blij, dat deze nieuwe kracht ons helpt".
W
2-MINUTIN KOOKMETHQDI
SCHEIKUNDIGE ONDERZOEKINGEN
Maanden lang hebben onze scheikundigen in Vlaardingen gewerkt
om de beste, gemakkelijkste en veiligste manier te vinden om het
goed hagelwit te krijgen. Ze hebben gewerkt met reageerbuizen
en retorten om Rinso te verbeteren. Ze behandelden wasgoed
op alle mogelijke manieren. Ten slotte ontdekten ze
de ,,2-Minuten-Kookmethode".
NIEUWE KRACHT ONTDEKT!
Hoe is het mogelijk,
wit is? Doordat de
OUDE METHODEN AFGEDAAN!
Geen extra wasmiddelen zijn meer nodig.
Hard wrijven is overbodig. Als gewoon
lijk zet U het goed 's nachts in de week
en kookt het dan de volgende dag
slechts 2 minuten in Rinso. U kan het
langer laten koken, maar nodig is het niet.
SPAART WERK - SPAART GAS
SPAART TIJD!
Wat een besparing! Geen gezwoeg meer.
De was staat korter op het gasstel. Uw
was vraagt nu oneindig minder tijd van
U. U is uren vroeger klaar. De „Rinso-
2-minuten-kookmethode" brengt in alle
opzichten besparingen: U gebruikt na
tuurlijk voortaan Rinso!
dat een was na 2 minuten koken hagel-
deskundigen Rinso een nieuwe waskracht
gaven! Een overvloed van reinigend
schuim dringt door het weefsel. In
2 minuten onttrekt dit prachtige en ac
tieve schuim al het vuil aan het goed.
ONGEKENDE HELDER
HEID VERKREGEN!
De nieuwe kracht in Rinso brengt
nieuwe helderheid. Elk spoortje vuil
komt los door het reinigende sop en
vliegt uit het weefsel. De „2-Minuten-
Kookmethóde°° voorkomttevens het
geel worden van het goed. Het blijft
hagelwitHet Rinso-sop maakt het
goéd schoner dan U het zelf kan!
Rinso
XIV (slot)
door A. N. Duynisveld pr,
In een brief 1) van 8 Mei 1873 schreef
pastoor Canters aan secretaris Vregt over
het Stompwijk zijner dagen: „Eene een
voudige zedelijke boerengemeente, waar
imen nog te onbeschaafd'is om te kunnen
veinzen; waar de mensch zich vertoont zoo
als hij is, in den eenvoud en oprechtheid
des harten; daarbij eene nieuwe kerk, een
voudig en nederig wel is waar, zooals eene
cLorps-parochiekerk behoort te zijn, maar
toch door hare schoone vormen en zuive
ren bouwstijl de aandacht tot zich trek
kende. En dan weldra een woonhuis in
harmonie met zulke gemeente en zulke
kerk; wat kan men meer op deze wereld
verlangen?
„Had ik nu ook een archief, dat uwer
aandacht waardig was, dan zou het geen
kunst zijn, u eens hier te krijgen.
„Wat moet het toch een genot zijn in die
oude documenten te snuffelen en daaruit
de historie van het verledene te halen. 2)
Mij dunkt, ware ik geen pastoor, dan was ik
niets liever dan archivaris".
In de Stompwijksche pastorie hangt zyn
portret, waarvan de mooie breede sjerp,
in dien tijd een ongewone kleeding, bijzon
der de aandacht trekt.
De opvolger van pastoor Canters was
Petrus Franciscus Masker.
Hij werd den 4den October 1828 gebo
ren te Delft; op 15 Augustus 1854 priester
gewijd, waarna hij kapelaan was te Zeven
hoven 3) tot 1859; daarna gedurende drie
maanden assistent te Leiden in de parochie
van O. L. Vrouw.
Den 12den Juli 1859 kreeg hij eervol ont
slag en vertrok als missionaris naar Su
riname, doch keerde reeds den 24sten Juni
1866 om gezondheidsredenen naar het va
derland terug. Op 24 November van dat
jaar werd hij benoemd tot assistent in het
Maagdenhuis te Amsterdam, en den lOden
Februari 1867'tot pastoor te Bleiswijk 4).
Ofschoon hij voor de Katholieken van die
parochie geen onbekende was als semi
narist bracht hij zijn vacanties gewoonlijk
door te Bergschenhöek, en maakté zoo de
wordingsgeschiedenis der nieuwe parochie
Bleiswijk mee, terwijl hij als priester bij dé
inwijding van het kerkje de feestrede hield
haperde er toch iets in de verhouding
tusschen pastoor en parochianen. Daarom
vroeg pastoor-Masker den 4den December
1869 verplaatsing naar Zwaag, waar hij
bleef tot 27 Januari 1884. Toen begon voor
hem een tijd van rusteloos zoeken. Hij
werd pastoor te Stompwijk tot 15 Septem
ber 1885, vervolgens te Zoeterwoude aan
den Hoogen Rijndijk tot 1 November 1888,
waarna hij eervol ontslagen werd uit de
bediening en zich vestigde te Zevenaar. Hij
overleed den 28 November 1906 en werd te
Zwaag begraven. 5)
Te Zwaag had hij een ruime Mariakapel
met Lourdesgrot gesticht, hetgeen, zooals
hij schrijft, de naijver van anderen op
wekte.
Als pastoor van Stompwijk kreeg hij
•bevel „niets nieuws wat daar niet bestond
te beginnen, zelfs geen kleine afbeelding
van O.L.Vrouw van Lourdes in de kerk
te plaatsen."
Pastoor Wilhelmus Franciscus van Kam
penhout, den 28sten Januari 1826 te Lei
den geboren en 14 Augustus 1850 tot pries
ter gewijd, was kapelaan te Zierikzee van
1850 tot 1853; te Nes en Swaluwebuurt tot
1855 en te Rotterdam (S. Laurentius) tot
1862. 6)
Daarna werd hij pastoor te Buitenvel-
dert tot 1869; vervolgens te Rijswijk tot
1885.
Het was een zenuwachtige, onrustige
PASTOOR G. F. D. BEKKER
PASTOOR C. FLOOR
man, die uit Rijswijk weg wilde, omdat de
kerk hem te klein was en te benauwd. 7)
Toen kwam hij te Stompwijk, den 25-
sten September 1885, maar reeds in 1886
vroeg hij ontslag, omdat zijn slechte ge
zondheid het vochtige polderland-klimaat
niet kon verdragen; weinig vleiend noem
de hij Stompwijk „een kikkerland". Boven
dien kon hij met de bevolking van Stomp
wijk niet opschieten. Bekend is van hem
het gezegde: „de varkens van Rijswijk wa
ren nog beter dan de boeren van Stomp
wijk". Daarbij kwam nog, dat hij de open
staande pastorie van Leiderdorp had ver
zocht, welke niet aan hem, maar aan zijn
voorganger te Stompwijk, aan pastoor
Masker, was gegeven.
Hij nam tijdelijk ontslag uit de bediening
en vestigde zich te Heemstede. In 1889
werd hij pastoor te Noordwijkerhout, waar
hij den 20sten December 1896 kwam te
ov^lijden.
Zijn opvolger te Stompwijk was pastoor
Gijsbertus Franciscus Dominicus Bekker, te
Rotterdam geboren den 31sten Juli 1839.
Priester gewijd op 15 Augustus 1866, was
hij assistent te Goes tot 25 Dec. 1886; ka
pelaan te Bodegraven tot 1869; te Vogelen
zang tot 1875; te Amsterdam (O. L. Vr.
Onb. Ontv.) tot 1880. Den 31sten Maart van
dat jaar werd hij pastoor te Wieringen en
den 8sten Mei 1886 te Stompwijk, waar hij
op 26 December 1917 is overleden.
Te Stompwijk bouwde hij de parochiale
Zusterschool, welke in September 1908 in
gebruik werd genomen.- In de kerk liet hij
verwarming aanleggen.
Zijn portret, geschilderd door Jan Dun
selman, werd door den tegen woord igen pas
toor gezonden naar Wieringen, wijl het den
pastoor voorstelt in zijn eerste pastoorsja
ren. In de pastorie te Stompwijk hangt van
hem een peinture Bogaerts.
Pastoor Bekker was een eeuvoudige man,
van vriendelijken omgang met zijn paro
chianen en jegens zijn medepriesters bij
zonder hartelijk en gastvrij.
De tegenwoordige herder van Stompwyk,
Cornelius Floor werd den 25sten Januari
1865 te Hilversum geboren. Den 17den Fe
bruari 1894 priester gewijd, werd hij op
dienzelfden dag benoemd tot kapelaan te
Volendam, den 29sten November 1897 tot
kapelaan te Amsterdam (Begijnhof) en den
18den Nov. 1900 te Rotterdam (H.H. Mart.
v. Gorcum).
Den 30sten October 1909 werd hij pas
toor te Wijk aan Zee en den 5den Januari
1918 te Stompwijk.
Reeds het volgende jaar, in 1919, begon
hij met het kerkhof te vergrooten.
In 1920 kocht het kerkbestuur de open
bare school van de gemeente, en reeds den
6den December van dat jaar werd zij als
katholieke jongensschool in gebriuk geno
men. Door Mgr. G. van Noort, geboortig
uit Stompwijk, werd de school den 25sten
Januari 1921 plechtig ingezegend.
De meisjesschool werd in 1921 vergroot
tizoT den aanbouw van een afzonderlijke
naaischool, terwijl ook in 1927 de jongens
school vergroot werd en omgebouwd.
In de jaren 1928 en 1929 had de groote
restauratie der kerk plaats. De vloer, die
ook onder pastoor Bekker, alzoo twee
maal was vernieuwd, verzakte weder
om, zoodat de banken van het midden
schip in schuinen stand stonden. Het 30.000
kilo zware altaar, dat niet geheel op de
fundeering rustte, drukte in het priester
koor de vloer omlaag en de buitenmuur der
kerk uit het lood. Na ingesteld onderzoek
verklaarden de architect B. J. Koidewey
en de bouwkundig ingenieur Huydts: „als
de kerk in Den Haag stond, werd zij fi-
naaj gesloten., zij is hoogst gevaarlijk".
Onder hun bekwame leiding, waarbij ook
genoemd mogen worden de practische raad
gevingen van den metselaar P. J. Beekman,
werden kerk en toren gerestaureerd. De
toren werd zelfs geleidelijk afgebroken, ter
wijl de spit bleef staan, rustend op een be
tonnen constructie, welke was aangebracht
op den luidzolder. De restauratie vorder
de een bedrag van 38000 guldén.
Tijdens de restauratie diende op de da
gen in de week het gymnastieklokaal der
jongensschool als noodkapel.
In de dagen der kerkrestauratie herdacht
men het 300-jarig bestaan der parochie, bij
welke gelegenheid door de parochianen een
nieuw altaar werd geschonken. Het is een
vleugelaltaar, op de luiken wordt in beeld
gebracht de vereering van het H. Sacra
ment in het Bisdom Haarlem, en wel op de
binnenluiken: lo. de H. Mis, voorgesteld
door de laatste H. Mis van Stompwijk's
eersten pastoor, Maarten van der Velden;
2o. de H. Communie in beeld gebracht door
de H. Liduina, die de H. Communie ont
vangt; 3o. de aanbidding, voorgesteld door
keizer Maximiliaan een bezoek brengend
aan het Sacrament van Mirakel te Amster
dam, en 4o. de verdediging van het H. Sa
crament: de twee H.H. Martelaren van
Gorcum, n.L Adrianus van Beek en Jaco
bus Lacops, pastoor en kapelaan van Mon
ster, tegenover hun rechters. Op de bui
tenluiken staa(; afgebeeld het Mirakel van
Amsterdam, n.l. de H. Hostie in de vlam
men, en het overbrengen der miraculeuze
H. Hostie door den priester der Sint Nico-
laaskerk.
Met de wijding vair dit altaar, den 26sten
September 1929 door Mgr. Aengenent werd
de kerkrestauratie op waardige wijze be
sloten.
In 1936 werden in den toren drie nieuwe
klokken gehangen, gegoten in de bekende
klokkengieterijen van Petit en Flitsen te
Aa"le-Rixtel, we'ke klokken, afgestemd in
cis, ais en fis, de namen dragen van: Cor
nelius, Maria en Salvator.
De parochie Stompwijk, wier geschiede
nis hiermee wordt beëindigd, telde op 1
Januari van dit jaar 1545 parochianen,
waarvan 1258 communicanten.
1) Bissch. oud-archief te Haarlem.
2) Vregt schreef in die dagen zijn be
langrijke opstellen in de Bijdragen van
Haarlem over het Apostolisch vicarisschap
van Joannes van Bijlevelt.
3) Bijdr. Bisd. Haarl.: dl. XXXVI, bl.
459
4) O.c.: dl. XXXVII, bl. 166.
5) O.c.: dl. XXXIX, bl. 417.
6) Bijdr. Bisd. Haarl., dl. XXXVII, bl.
270, 313, 347.
73 O.c.: dl. XXXVIII, bl. 448.
Het Katholiek Comité van actie
„Voor God" schrijft ons t
Wie in God gelooft, denkt niet
alleen bij 't open graf: de Heer
heeft gegeven, de Heer heeft ge«
nomenhij is zich deze waarheid
van dag tot dag bewust. Hij
begaat daarom ook niet de fout,
de echtgenoot, het kind, de vriend
tot zijn God te maken*
Prof. Dr. H. Hanselmann.
233.
Onze jongens zijn terug van vacantie
en zijn alweer ijverig over hun boeken
gebogen.
Ofschoon het nieuwe schooljaar nog ver
af is gaan toch onze zorgen reeds uit naar
de noodige aanvulling van de „levende
inventaris" van het Missiehuis.
Voor vele. jongens moet in deze laatste
maanden, welke zij op de lagere school
doorbrengen, een keuze worden gemaakt
wat zij met hun leven zullen gaan doen.
Sommigen hebben daar reeds over na
gedacht bij hunzelf of misschien reeds
óver gesproken met hun ouders. Anderen
staan nog besluiteloos op den tweesprong.
Ongetwijfeld zal God uit hen Zijn keu
ze doen voor den dienst van Zijn Altaar.
Het is iets wonderbaar teer, als God in
een jongensziel het verlangen legt om
zich te wijden aan Zijn dienst. Een groote
uitverkiezing inderdaad!
Maar het mag ook niet vergeten wor
den, dat in zoo'n gewichtige tijd de in
vloed van zielzorgers, van ouders en op
voeders vaak richtinggevend en beslis
send moet worden geacht. Juist om het
teere en onzichtbare van Gods genade
werking, is leiding, raad en steun voor
een jongen onontbeerlijk in deze moei
lijke tijd.
Gelukkig de jongensziel, die zulk een
wijze onbaatzuchtige leiding vindt en ge
steund dcor een vurig en innig gebed, lot
een edelmoedig en verstrekkend besluit
weet te komen.
Father G. v. LEEUWEN.
St. Bonifacius Missiehuis Directe
Hoorn, giro 120937.