OMGEVING
Het 4e Reg. Infanterie te Leiden
zijn 125-jarig bestaan
bij
STADSNIEUWS
DONDERDAG 5 JANUARI 1939
DE LETSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Eenige grepen uit de
historie
Deze week, bij de herdenking van het
125-jarig bestaan der Zaalberg-fabrieken,
kwam de garnizoenscommandant, comman
dant van het 4e Regiment Infanterie, over
ste H. D. Buurman, de jubileerënde direc
tie en commissarissen gelukwenschen. In
de eerste plaats geschiedde zulks vanwege
den band, welke, er steeds tusschen Zaal
berg en het Leger heeft bestaan, maar het
geschiedde eveneens, omdat overste Buur
man in dat jubileum een treffende over
eenkomst zag met het 4e Regiment Infan
terie, dat thans eveneens eenzelfde jubi
leum viert.
Beide, Zaalberg en het 4e Reg. Infanterie,
waren toen de Nederlandsche republiek het
juk der Fransche overheersching had af
geschud, vrijwel gelijktijdig geboren als ge
volg van de herkregen onafhankelijkheid.
En hoewel er naast deze overeenkomst
wel eenig verschil in opzet was Zaal
berg toch ontstond uit persoonlijk initia
tief van den stichter en het 4e Regiment
werd gevormd door de organisatie der Ne
derlandsche weermacht is er voor het 4e
Regiment toch even groote reden aanwe
zig om dit jubileum op feestelijke wijze te
herdenken.
Het feit, dat de commandant van het
jubileerende Vierde pas onlangs tevens
garnizoenscommandant is geworden draagt
er niet weinig toe bij om aan de herden
king den noodigen luister bij te zetten.
Maar dat zou afgezien daarvan toch wel
gebeurd zijn, wijl overste Buurman zoo
danig met dit Regiment is opgegroeid, dat
een luisterrijke herdenking niet achterwe
ge kon blijven. Overste Buurman toch dien
de bij het Vierde in alle rangen en ziet
zich thans geplaatst in de hoogste waar
digheid, zoodat de verzorging van een luis
terrijke herdenking bij hem in goede han
den was.
Geen wonder ook. dat overste Buurman
zoowel uit de geschiedenis als uit zijn per
soonlijke herinneringen veel van den le
vensloop van het Vierde weet te vertellen.
De voornaamste feiten daarvan willen we
hier onben lezers voorleggen.
De historie van ons leger
en van het 4e R. L
De afschudding van het juk der Fransche
overheersching na den val van Napoleon
bracht vanzelfsprekend mee, dat de eerste
zorg der nieuw gevormde regeering was:
de oprichting van een ëigeh legèrT
Vroeger was dé verdediging dér Neder
landen veeral toevertrouwd geweest aan
vreemde troepen, huurlingen genaamd,
welke echter maar een al te gering basis
van zekerheid verschaften.
De oprichting van een eigen leger bracht
evenwel groote moeilijkheden met zich
mede.
In de eerste plaats kostte zulks veel geld
en tijdens de vreemde overheersching had
het Nederlandsche volk reeds zooveel moe
ten opbrengen, dat het als het ware ver
armd en uitgeteerd was. Doch de drang
naar zelfstandigheid dwong tot nieuwe of
fers, welke daarvoor echter gaarne ge
bracht werden.
'n Andere moeilijkheid was, dat het niet
voldoende was soldaten op de been te bren
gen. Het ontbrak ook aan kader, aan offi
cieren, die aan de jónge troepen leiding
konden geven.
Na veel wikken en wegen kwam de re
geering der vrije Nederlanden ten slotte tot
den volgenden weermachtsvorm:
1. het staande leger, bestaande uit vrij
willigers en bestemd voor den dienst, zoo
wel in het binnen- als in het buitenland;
2. de Nationale Militie, bestemd voor de
landsverdediging;
3. Schutterijen, bestemd voor het hand
haven der orde en als leger-reserve.
De twee eerstgenoemden, het staande le
ger dus en de nationale militie, vormden
het eigenlijke leger, de schutterijen deden
zooveel als politiedienst.
Hoewel het 4e Regiment feitelijk afstamt
van het 14e Regiment Infanterie, dat eerst
later officieel werd opgericht, ligt zijn oor
sprong in eerste instantie in het bestaan der
z.g. Velites-troepen.
Deze waren in 1813 nog in Frankrijk en
vormden daar een Depot van de Keizerlij
ke Jonge Garde. In 1814 kwam dit corps
hier te lande aan.
Bij Besluit van den Souvereinen Vorst
van 9 Januari 1814 werd o.a. opgericht het
5e bataljon Jagers; bij de vereeniging met
de Zuidelijke Nederlanden werd dit het 18e
bataljon Jagers nadat te voren reeds d(
Velites daarbij waren overgegaan.
Dit bataljon maakte tijdens den veld
tocht in 1815 deel uit van het korps, dat
in den slag bij Waterloo gelegerd was te
Hal, waar het te zorgen had voor bescher
ming van den rechtervleugel der Verbon
den Legers. Toen de slag bij Waterloo ge
ëindigd was in een voor onze troepen gun
stig resultaat, trok het korps naar Frank
rijk, waar het deel nam aan het beleg
Valenciennes, welke stad zich bij den val
van Napoleon overgaf.
De troepen der Nederlanden keerden
daarna naar Holland terug, waarna de ba
taljons infanterie werden vereenigd tot af-
deelingen, samengësteld uit de bestaande
Armee met die der Nationale Militie.
En daarvan was de 14e afdeeling infan
terie, welke werd opgericht bij Kon. Besluit
van 8 October 1815 en daaruit werd het
4e Regiment gevormd.
WIE HET COMMANDO OVER HET
VIERDE VOERDEN.
Niet minder dan bijna veertig comman
danten heeft het Vierde regiment Infante
rie in deze 125 jaar geteld, daarbij inbe
grepen degenen, die over de 14e Afd. het
commando voerden.
Hun namen zijn:
van de 14de afdeeling infanterie: de kolo
nels F. Knotze (1830), J. van Duynen
(1830—39), A. G. van Bronkhorst (1839)
en luit.-kol. J. J. Wagener (184Ö).
de kolonels: J. J. Wagener (1842'44), C.
H. Menso (1844—'47), G. J. Buchner (1847
—1853), A. van Hoey (1853—'58), C. P.
Winckel (1858—'61), W. A. van Toll (1862
N. Mac Leod (1836—'69), P. G.
Booms (18691870), W. von Lindenberg
auf Wrangel (1870—1873), C. L. Loder
(1873—1876), M. M. Westenberg (1876—
'79), F. J. G. W. Leers (1879—'85), W. H.
Doorman (1885'88) H. F. Alings (1888—
'91), J. A. K. H. W. Vogel (1891—1892), F.
C. .Bloem (1892—'93), G. L. Langguth
(1893—*97), W. B. J. Duycker (1897—1901),
Jhr. L. F. A. van Goes (1901—'02, Jhr. W.
van der Wijck (1802—'04), G. J. W.
Koelemans Beijnen (1904'05), D. F. H.
Helbach (1905'07), J. F. Oberholzer
(1907—'09), C. D. de Roon (1909—'12), W.
H. van Terwisga (1912'13),
en ;de luit.-kolonels: W. L. Overduyn
(1913—'15), J. P. A. van Weeren (1915
19), G. W. Fris (1919—'22), Jhr. H. J. den
Beer Poortugaal (1922'25), C. C. de Gel
der (1925—'27), J. H. C. P. Brandt (1927),
G. Ie Poole (1927'31), Jhr. D. de Brauw
(1931—1932), H. Rooseboom (1932—'33), A.
W. F. Koningsfeld (1933—'37).
Opvolger van luit.-kol. A. W. F. Konings
feld werd op 14 April van het vorig jaar
lüit.-kol. H. D. Buurman.
Hetzij hem gegeven lange jaren de be
langen- van „zijn" Regiment te behartigen.
Dat het bij hem in goede handen is, daar
van zijn allen en niet het minst de Leger
leiding ten zeerste overtuigd.
Daarmee werd een geheel nieuwe perio
de ingeluid, want al spoedig bleek het on-
dóéhlijk een staand leger van 'vrijwilli
gers, ie- onderhouden, in verband waarme
de de korpsen werden, opgeheven en ver
deeld over de bataljons der nationale mi
litie."
Tot dan toe hadden vele Belgen deel uit
gemaakt van de verschillende bataljons,
-doch bij het gèschil met België verdwe
nen, velen, hunner uit de gelederen om over
te gaan bij het leger van den nieuw ge-
vormden Staat.
Zoo vormden het eerste en tweede ba
taljon der 14e Afd. Inf. het Belgische 5de
Unie Regiment de Ligne, dat aanvankelijk
belast werd met de verdediging van de
stad Antwerpen.
Wat van de oude 14de Afd. Infanterie
was overgebleven kwam ter sterkte van
bijna 70 officieren en ongeveer 650 man in
garnizoen in de vesting Maastricht, v<
namelijk ter verdediging van de bekende
voorstad Wijk.
Dank zij de krachtige houding van den
gouverneur van de Vesting, generaal-ma-
joor (later luit.-generaal) B. J. C. baron
Dibbetz, oud-officier van de Napoleontische
Garde-, bleef- de orde in de stad gehand
haafd en voor overrompeling door Belgi
sche strijdkrachten gevrijwaard, zoodat
Maastricht evenals de tegenwoordige pro
vincie Limburg voor Nederland behouden
bleef.
Na-den Tiendaagschen Veldtocht in.Bel
gië trad er een tijdperk van rust in, welke
benut werd voor de inwendige reorgani
satie.
Als gévolg daarvan werd in 1840 de be
staande 14e Afdeeling Infanterie omge
doopt in 4e Afdeeling Infanterie. In 1842
werd.de officieele naam 4e Regiment Infan
terie, welke tot op den huidigen dag be
waard is gebleven.
Er volgde daarna nog een periode, waar
in het Vierde, dat aanvankelijk in Maas
tricht gelegerd was, gedurende korteren of
langeren tijd in Leiden, Delft, Haarlem en
Gouda was gehuisvest, totdat in 1861 Lei
den definitief als garnizoensplaats werd
aangewezen. Wel-kwam op den lsten Mei
dat jaar alleen het 1ste Bataljon, doch
na zeven jaar werd ook de Staf van het
Vierde naar de Sleutelstad overgeplaatst.
In 1859 dreigde er een mobilisatie, toen
tusschen Frankrijk en Oostenrijk oorlog
uitbrak, doch gelukkig kwam het voor ons
leger niet zoover.
Anders ging. hek echter in 1870 bij den
meer nabijen oorlog tusschen Frankrijk en
Duitschland. Toen werd het Nederlandsche
leger wel gemobiliseerd en vormde het 4e
Reg. Inf. een deel van de 2e brigade der
le Divisie, waarbij" als legerplaats Alkmaar
werd aangewezen.
Tijdens deeze mobilisatie werd een nieuwe
reorganisatie doorgevoerd. De Schutterijen
werden opgeheven-om plaats te maken voor
thans nog bestaande Landweer, ge
vormd uit oudere lichtingen der militie.
Deze laatste werden vergroot, de dienst
tijd werd uitgebreid, de oefeningen werden
verbeterd. Een en ander had tot gevolg, dat
drie regimenten infantéfie "werden opge
richt n.L. het -9e, het 10e en -het 11e. Daar
door ging het 5de bataljon -van 4 R. I. over
10 R.I. en werd het vijfde bataljon 4
R.I. overgenummerd in het .derde.
In Februari 1903 brak een groote sta
king uit onder het personeel-der spoorwe
gen. Teneinde de orde en de rust te ver
zekeren en den dienst der spoorwegen te
beschermen, riep de Regeering twee lich
tingen buitengewoon onder de wapenen,
waarmede het doel volkomen bereikt werd.
Het 4e Reg. Inf. bewaakte toen dag en
nacht de baanvakken bij de garnizoenen
Delft, Leiden en Haarlem. De orde werd
gehandhaafd en de voedselvoorziening van
bevolking was, dank zij de militaire
maatregelen, verzekerd.
Toen in het jaar .1911 de oorlog dreig
de tusschen Frankrijk en Duitschland wer
den ook bij het Vierde maatregelen geno
men om een spoedige mobilisatie te verze-
kei'en. Wel is waar betrok (het regiment de
legerplaats bij Harderwjjk,'"doch er bleef in
het garnizoen personeel achter om voor
bereidende maatregelen te nemen.
Het jaar 1913 bracht de laatste reorga
nisatie voor den wereldoorlog. In dat jaar
werden n.l. de voor het geval van mobili
satie te vormen 5e ëri '6e bataljons reeds in
vredestijd opgericht. De regimenten wer
den verdubbeld en in brigadeverband ver
eenigd. Aldus vormde het 4e Regiment In
fanterie de 4e infanterie brigade, bestaande
uit het 4e en het 15e Regiment Infanterie.
Het Ie en Ille bataljon vormden de gelijk
namige bataljons, van het nieuw opge
richte 15e regiment Infapterie, het IVe werd
le en het Ille bataljon van 4 R.I. werd
nieuw opgericht.
Een algeheele mobilisatie volgde bij den
grooten wereldoorlog in 1914. Het Neder
landsche leger was eén der eerste gemobi
liseerd en het feit,-dat Nederland toen bui
ten den oorlog is gebleven wordt voorna
melijk "toegeschreven- aan de uitstekende
reorganisaties, welke Ih deze eeuw herhaal
delijk werden doorgevoerd.
Het Vierde bleef in de jaren 19141918
in en om de Sleutelstad, terwijl de batal
jons om beurten werden ondergebracht te
Bussum, Haarlem en Katwijk aan den
Rijn.
De mobilisatie-toestand had de legerlei
ding intusschen weer nieuwe inzichten ge
geven, als gevolg waarvan na 1918 telkens
reorganisaties plaats vonden.
Zoo werden de bataljons opgeheven en
bestond het regiment aanvankelijk uit den
Staf, drie schoolcompagnieën en de oplei
dingscompagnie. Daarop werd eerst deze
laatste en daarna ook een der schoolcom
pagnieën opgeheven. Later werd weder een
derde compagnie opgericht en droegen de
drie compagnieën den naam van Tirailleur-
Mitrailleur- en Spécialisten-compagnle. In
1933 werd de Mitrailleurcompagnie opgehe
ven en vereenigde met de Specialistencom
pagnie.
Toen de brigades van 2e regimenten wer
den gewijzigd in brigade van 3 regimen
ten, behoorde het 4e R. I. aanvankelijk tot
de He brigade en thans tot de brigade Gre
nadiers en Jagers (Ie Infanteriebrigade).
In oorlogstijd vormt deze brigade de Ie di
visie.
De laatste leger-reorganisatie ligt nog
versch in het geheugen. De voortdurende
onrust in de omliggende landen maakte in
de eerste plaatsuitbreiding van het leger
noodzakelijk. Het feit, dat nieuwe lichtin-
gen steeds in dienst kwamen, wanneer de
oudere lichting was afgezwaaid was oor-
Heiligen vragen voor de
arme kinderen
EEN BEDE VAN MARIA, JOSEPH.
PETRUS EN LEONARDUS
Gij hebt natuurlijk gisteren uw avond
blad gelezen. Wij, de Patroonheiligen
van uw Parochiekerken, Maria, Joseph, Pe
trus en Leonardus verwachten morgenoch
tend met de aankomst van de Driekonin
gen bij de Kerstkribbe al onze parochianen.
Allemaal met een kleine gave voor de
zwakke kinderen uit onze stad. Wij hebben
bij de kribbe een groote koperen schaal ge
zet en op den grond kunt u de pakjes met
kleeren neerleggen. Weest niet bevreesd,
want vanuit ons steenen beeld houden wij
een oogje op uw goede gaven. Wij hebben
echter aan de Pastoors van de kerken moe
ten beloven, dat wij zorg zullen dragen,
dat niemand onder de H. Missen en onder
het Communie-Uitreiken de orde en rust
verstoort. Na de laatste H. Mis verwachten
wij de grootste toeloop; de kinderen mo
gen dan liedjes zingen ter eere van het
Kerstkind.
Allemaal komen, want op de Hemel
deuren staat geschreven: „Wie God heeft
bemind en zijn evenmensch liefgehad, mag
alleen hier binnengaan". En op de binnen
zijde van de deuren wij mogen het ver
klappen staat geschreven :„Wat gij op aar
de hebt gegeven, ontvangt gij hier meer dan
honderdvoudig terug".
In deze courant vindt u een mooi voor
beeld op papier, morgen kunt u dit plaatje
in werkelijkheid zien in onze parochieker
ken. Reeds hartelijk bedankt.
Namens het Bestuur van de
R.K. Kinderuitzending.
Uw Parochie-Patroon-
Heiligen.
Zoo zal het morgen zijn, als de kinderen op de smeekbede der parochie-heiligen
hun gaven voor de arme kinderen komen neerleggen bij de kribbe.
HELLEGOM
Zang en muziekavond. Gisteravond
werd in hotel Sisterman onder leiding van
mej. Annie Leegwater een zang- en mu
ziekavond gegeven door ,,'t Hillegom's Do
zijntje" en viool- en pianoleerlingen. De
concertzaal zag er met bloeiende tulpen en
hyacinthen en met palmen op 't podium,
feestelijk uit. Mej. Leegwater opende den
avond en hierna werd aan het rijkwisse-
land programma begonnen, 't Dozijntje be
staat uit 12 meisjes van 712 jaar en men
moet 't onuitputtelijk geduld der dirigente
bewonderen, die er zulke mooie nummers
in kreeg.
Jaarvergadering E. H. B. O. Woensdag
avond hield de E. H. B. O. onder leiding
van den heer J. Paling in het gebouw Pa
trimonium haar jaarvergadering, die, ge
zien het slechte weder, nog vrij goed be
zocht was.
Uit het jaarverslag van den secretaris
vernamen wij, dat de toestand der vereeni
ging gunstig is. Het aantal werkende leden
steeg tot 53, waaronder 27 gediplomeerden.
Aan de Reddingsbrigade werd nieuw leven
ingeblazen, 10 cursisten slaagden voor het
eenheidsdiploma, de zomeroefeningen wer
den goed bezocht De dankbetuiging aan
den ploegcommandant voor diens vele
werkzaamheden werd .door applaus onder
streept.
Er worden dezen winter drie cursussen
gehouden die zeer goed bezocht worden.
Het jaarverslag van den penningmees
ter deelde mede, dat, nadat het nadeelig
saldo van het vorig jaar ad 59.was weg
gewerkt, er nog een batig saldo was van
23.59.
In zijn verslag als ploegcommandant deel
de de heer Schoonderbeek mede, dat in 87
gevallen hulp was verleend. Hieronder wa
ren zeer ernstige, zelfs met doodelijken af
loop, terwijl ook het zuurstofapparaat
meermalen goede diensten had bewezen.
Ook was men op verzoek verschillende kee-
ren behulpzaam geweest bij- het vervoeren
van zieken, werd assistentie verleend bij
OVERSTE H. D. BUURMAN, commandant van het jubileerende regiment (rechts)
met enkelen zijner dageüjksche medewer kers,
zaak, dat het land gedurende een zekere
periode, als weerloos was.
Verlenging van diensttijd was een der eer
ste gevolgen daarvan, maar dit leidde te
vens tot uitbreiding van regimenten en ka-
zernementen. Voor het 4e Reg. Infanterie
leidde dit tot heroprichting van het tweede
Bataljon, welke in Maart 1937 een feit
werd, waarvoor Weert als garnizoensplaats
werd aangewezen, terwijl in October j.l.
de sterkte van het eerste bataljon werd ge
bracht op drie compagnieën, waarbij ter
vervanging van het geschut 6e Veld-Art.,
dat eigenlijk behoorde tot het wapen der
artillerie, tevens het veel lichter pantser-
afweergeschut werd ingedeeld, dat geheel
wordt bediend door infanteristen.
In verband hiermede was een verbou
wing der Morschpoort-kazerne noodzake
lijk. Daarmede is men thans druk bezig en
wanneer zich geen stagnaties voordoen
hoopt men hiermede over drie maanden ge
reed te zfjn.
Ten slotte zal, als gevolg van de laatste
reorganisatie, in het voorjaar ook het
tweede bataljon tot drie compagnieën worj
den uitgebreid.
feestelijkheden, voetbalwedstrijden, enz.
De aftredende bestuursleden, mej. H.
Lommerse en de heeren D. E. Nieuwenhuis
en A. J. Stassen, werden als zoodanig her
kozen.
Een uitgebreide bespreking vond plaats
inzake den lichtbeschermingsdienst,. waar
bij de geheele E. H. B. O. is ingeschakeld
geworden. Bij de rondvraag deelde de voor
zitter nog mede, dat van bestuurszijde ener
gieke pogingen zullen worden aangewend
om met het gemeentebestuur tot overeen
stemming te komen inzake het gebruik der
zweminrichting door de leden der red
dingsbrigade, welke pogingen verleden jaar
zijn vastgeloopen.
KATWIJK
„Schuttevaer". De afd. Katwijk en Om
streken van de alg. vereeniging „Schutte
vaer" hield in „Casa Cara" de jaarverga
dering onder leiding van den voorzitter,
den heer W. Zuij derduin. De voorzitter her
innerde in zijn openingswoord aan hetgeen,
alzoo in 1938 was bereikt, b.v. dat in de
nieuwe sluis te Gouda des Zaterdags kan
worden geschut. Spr. herdacht mede het
overlijden van het lid, den heer D. Maag
delij n. Het afgeloopen jaar was voor de
schippers niet slecht geweest. Vooral het
haringseizoen was gunstig geweest. Aan de
vereeniging werd in 1933 het praedicaat
„Koninklijk" verleend. De penningmeester
gaf het financieel overzicht wat een batig
saldo aangaf. Een voorstel om te bewer
ken, dat de spoorbrug meermalen voor de
schepvaart geopend zal zijn, werd aange-
nome. Aan de reederij vereen. „Vuurbaak"
zal verzocht worden lid te worden van
„Schuttevaer". Verzocht zal worden om het
doorvaargeld te Haarlem te verlagen. De
aftredende bestuursleden, de heeren W.
Zuyderduin en G. v. Zuijlen, werden met
bijna algemeene stemmen herkozen. Tot
afgevaardigden voor de algemeene verga
dering werden gekozen de heeren G. v.
I Zuijlen, D. Bokslag en K. Haasnoot. Na
rondvraag sluiting.
SASSENHEIM
Arbeidsbemiddeling. Per ultimo De
cember 1928 stonden als werkzoekende bij
den Dienst der Arbeidsbemiddeling inge
schreven: 51 bouwvakarbeiders, 6 hout
bewerkers, 1 leerbewerker, 1 metaalbe
werker, 1 bakker, 381 land- en tuinbouw-
arbeiders, 11 werknemers in het verkeers
wezen, 3 kantoorbedienden, 4 ongeschoolde
arbeiders; totaal 460 werkzoekenden. Eind
December 1937 waren er 383 ingeschreven.
Nummer één. Door een vrachtauto
is een der palen van de vluchtheuvel aan
de Poellaan omver gereden. Het aanrijden
de voertuig was dermate beschadigd, dat
het niet op eigen krachten van de plaats
des onheils we gkon komen.
Gevaarlijk vermaak. Gistermiddag
vermaakte een deel der jeugd zich aan de
Floris Schoutenstraat met sneeuwballen
gooien.
Een als doelwit genomen meisje kwam
daardoor voor een passeerende auto te
vallen en geraakte er onder.
Bij dr. Le Grand binnen gedragen, bleek
zij niet ernstig gewond te zijn en werd
door den aanrijdenden automobilist naar
huis gebracht.