Laatste berichten
Twee lijken ge
vonden.
MARKTBERICHTEN
WOENSDAG 4 JANUARI 1939
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 3
MOSSOEL-OLIE VLOEIT NAAR DE
MIDDELLANDSCLIL ZEE
Engelands levensader door de woestijn.
Oude Assyrische bodem schenk! nafta
en vijanden.
Herkrijgt Mesopotamië zijn vrucht
baarheid?
Haifa, Januari 1939.
Sinds maanden verschijnen in de
bladen bij herhaling berichten
over Arabische aanslagen op de
„pipe line", de Engelsche olielei
ding van Mossoel naar Haifa, het
nieuwe Engelsche vlootsteunpunt
in het oostelijk deel van de Mid-
dellandsche Zee. Onderstaand ar
tikel geeft een overzicht van het
ontstaan van de pipe-lim. en van
den tegenwoordig heerschenden
gespannen toestand.
Wie de woestijn bedwingen kan, zal eens
een grootsche daad in de geschiedenis der
menschheid volbracht hebben. Dit inzicht
ligt ten grondslag aan alle grenzen en pro
jecten, die, op het oogenblik nog utopisch,
morgen misschien met de middelen der mo
derne techniek en ingenieurskunst de Sa
hara willen bevloeien of aan een opnieuw
vruchtbaar maken van de Gobi denken. De
mensch kijkt met een scheel oog naar de
leege zandwoestijnen en wil niet, dat zij,
die eens vrucht droegen, eenzaam en nutte
loos blijven liggen. Eén resultaat is reeds
bereikt. Over deze prestatie willen wij spre
ken.
Vele geheimen heeft de bodem reeds
moeten prijsgeven en met recht zijn wij
daar trotsch op. Toen elf jaren geleden bij
Kirdoek, in de nabijheid van het Iraksche
Mossoel, de eerste boortorens werden ge
bouwd, zullen de Bedoeïnen, de tenten
kampen der Europeanen aanschouwend,
zich wel met angst en verbazing hebben
afgevraagd, wat dit alles te beteekenen
had. Op de velden van Irak ontstonden dan
na 1925 vele constructies uit cement, ijzer
en steen. Deze materialen werden tezamen
met motoren en onderdeelen van machines
moeizaam naar hier getransporteerd. In-
heemsche krachten onder Europeesche lei
ding werden aangeworven, spoedig had
men 10.000 arbeiders in dienst, en zelfs me
nige Bedoeïn nam het houweel in de band
om zijde aan zijde met den langzamen Fel-
lach en den doör hem verachten Arabier uit
de stad zijn brood te verdienen. Het werk,
in 1927 begonnen, in Januari 1935 voltooid,
was het dubbele buizensysteem, dat de
Mossoel-olie naar dt Middellandsche Zee
moest dragen een gigantisch plan.
Terwijl boven de bronnen de boortorens
en onmiddellijk daarnaast de pompstations
verrezen, trokken de gemotoriseerd colon
nes arbeiders steeds dieper de wildernis is.
Zandstormen trachtten de dapperen tegen
te houden. Troepen Bedoeïnen, mannen van
vijandelijke stammen, kwamen op onbe
slagen paarden in den nacht aangereden
en roofden de werkkampen uit, zonder on
derscheid van vriend en vijand. Maar het
stel naadlooze buizen drong steeds dieper
de woestijn binnen.
Mesopotamië wordt weer
vruchtbaar.
De petroleum van het primitieve Azië
zal naar de schepen der civilisatie in de
Middellandsche Zee-havens vloeien. Enge
lands vloot, zijn industrie en landbouw, het
Britsche wereldrijk wil zich in het Pales-
tijnsche Haifa van de kostbare vloeistof
voorzien, ook Frankrijk wil deelnemen en
zelfs het aan petroleum zoo rijke Amerika
belegt hier zijn kapitaal. Van Krikoek tot
de Middella. dsche Zee is het niet slechts
een zuiver economische begeerte, maar
daarnaast ook ten politiek belang, een mi
litair misschien beslissende factor, die een
overheerschende rol speelt. Tienduizend ar
beiders leggen Engelands levensader door
de woestijn aan en de 10 millioen pond, die
de aanleg verslinden zal, zijn vooi het
grootste deel een reusachtige investeering
voor de Britsche marine.
Zeiden wij zoo juist: „het primitieve
Azië?" Nu, in het Tweestroomenland tus-
schen Euphraat en Tigris lag vroëger een
vruchtbare bodem. Grouce rijken kwamen
en vergingen, het economsiche leven van
deze antieke wereld oloeide en verwelkte,
ook aan politiek deed men reeds en de As-
syriërs gebruikten de olievelden, om daar
voor hun godheden een eeuwig vuur te ont
steken en het plek te winnen, dat zij voor
hun bouwwerken gebruikten. Of op het
oogenblik mischien een of andere staat uit
de „pipe line" de leer van het algemeen be
lang zal trekken, opdat de politiek niet
weer de brandfakkel aan het vredeswerk
ontsteekt? Inderdaad, Irak, het uit den we
reldoorlog ontstane, sinds eenige jaren van
het mandaatsbestuur bevrijde Arabische
staatswezen, heeft dit lofwaardige plan.
Wanneer er maal eenmaal genoeg petro
leum door de buizen gestuwd is en de re
geering van Irak uit haar tantièmes aan
zienlijke Kapitaal-reserven gevormd heeft,
kan de nieuwe irrigatiedroom van Mesopo
tamië in vervulling gaan. Dan zullen in de
Tigris enorme stuwdammen ontstaan en de
barrières van ijzer en cement zullen het
water naar zij kanalen leiden. Twee en een
half millioen hectaren land kunnen dan
weer tot tuinen en akkers worden. Dat is
de wensch van Irak.
De „zee der beslissingen".
Aziatische petroleum voor de motoren
van Eurooa! Vier milToer tonnen per jaar
vloeien ui' den bodem /an Mossoel, worden
naar de ontgassingstanks en dan naar de
pompstations geleid, raderen en machines
staan nooit stil, noch bij dag noch bij nacht,
mooie Europeesche nederzettingen liggen
aan den woestijnrand, de radio Drengt
SAMENZWERING
door
MARTIN DEVILéE,
Darmin zat rustig, schijnbaar met ge
sloten oogen, tegen de balustrade van de
voorgalerij. De beenen had hij hij ge
kruist onder het lichaam, de handen lagen
slap in den schoot, zoodat ze twee bruine
vlekken maakten op het rood en blauw van
zijn sarong. Hij leek een afgodsbeeldje, dat
in hoogste berusting zat te mediteeren.
Maar tusschen de oogleden was een zeer
nauwe spleet, waardoor hij scherp ver
schillende dingen waarnam.
Hij zag, dat mandoer Pa Kromo zich
niet haastte, nadat hij de koelies naar de
fabriek had gebracht, en dat Li Hung, de
Chineesche kassier, dood op zijn gemak
kwam aanwandelen en een praatje ging
maken met Pa Kromo.
Dit alles was in het geheel niet zoo
vreemd; 't was warm, en Pa Kromo was
mandoer, en Li Hung was baas over de
dubbeltjes, die hij eens in de week gaf aan
de vrouwen en mannen en kinderen, die
tusschen het suikerriet hadden gewerkt.
Waarom zouden ze zich haasten? Ze waren
beiden baas over anderen. En 't was warm,
betoel-betoel. Bovendien was hun baas, de
toean besar er niet.
Natuurlijk was die er niet, anders zou
Pa Kromo direct naar de fabriek zijn ge
gaan, en zou Li Hung nu al in zijn kassiers
hokje zitten, en zou Darmin zelf een ander
plekje hebben opgezocht om te luieren.
- Dan had hij niets van de samenzwering ge
zien.
Darmin begreep niet veel van wat er
dien middag gebeurde. De toean was weg
gegaan met den njonja, en had de baboe
allerlei dingen gezegd. Daar was het al mee
begonnen, 't Was natuurlijk dom geweest
van den toean, om alleen Sarina, de baboe,
in het vertrouwen te nemen. Hij had óók te
zorgen, dat de boel draaide. Hij met zijn
veertien jaren was even goed verantwoor
delijk voor de goede gang van zaken. Maar
tegen hem had de toean alleen gezegd:
„taoeh Darmin!" De njonja was zelfs in
den auto gestapt zonder hem te zien. Dat
griefde hem.
Hieraan dacht hij, toen hij daar zat aan
de voorgalerij. Als de toean het overbodig
achtte hem m te lichten omtrent de wrek-
zaamheden, achtte hij het totaal overbodig,
iets te doen.
Pa Kroma en LiHung stonden onver
schillig te praten, te onverschillig en te
zacht, om echt te zijn, zeils in ueze hitte.
Dit viel Darmin op. Hy verschoof een wei
nig, maar hield zijn oogen half gesloten.
„Eh Darmin", riep de mandoer, die de
beweging zag, en daardoor opmerkzaam
gemaakt werd op den jongen, „eh.... Dar
minjij moet werken...."
„Tsss", deed deze, en meer niet.
„Hij slaapt", zei Li Hung, „hij ziet ons
niet. Laat nem slapen".
„Tsss", zei Darmin bijna onhoorbaar.
Toen zag hij meer vreemde dingen. Van
den eenen kant kwam toean van der Steen,
van den anderen kant mandoer Karmo. De
twee samenzweerders hielden onmiddellijk
op, gaven elkaar een strootje een vuur, en
gingen weg, in tegengestelde richting. Zij
liepen in de meest onverschillige houding,
die denkbaar is.
„Tsss", deed Darmin verwonderd.
De twee pas-aangekomenen bleven staan
praten, even zacht en onhoorbaar als de
vorigen. Ze keken beiden tegelijk naar
hem, en haalde de schouders op. Ze ston
den op den zelfden afstand ais Li Hung en
Pa Kromo, op een vijf en twintig pas. Blijk
baar waren zij ervan overtuigd, dat hij
sliep.
Darmin verschoof onrustig. Er klopte iets
niet. Er hing iets onnatuurlijks in de lucht,
waarvan hij de beteekenis niet kon vatten.
Toean van der Steen gaf hem dikwijls
standjes, wanneer de toean besar er niet
dansmuziek en schlagers uit alle deelen
var de wereld. Verder naar het westen
moeten vijf reusachtige pomp-installaties
de hoogteverschillen, d>e de Libanon ver
oorzaakt, overwinnen. Maar dat :j reeds in
oe nabijheid van de Middellandsche Zee,
die niet in de laatstf plaats door de» petro
leum een „z ;e der beslissingen" werd. Vijf
tienhonderd kilometer werden onder alle
moeilijkhedent, die de aardbu- te bieden
heeft, onder alle plagen van den Oriënt be
dwongen. Tweehonderdvijftig kilometer
van de velden van Kirkoek verwijderd, in
Haditha aan de Euphraat, vinlt een split
sing plaats. Een pipe-line leidt naar Haifa,
nog 900 kolometer verwijderd, de andere
naar Tripolis in Syrië, dat op een afstand
van 850 kilometer van Haditha verwijderd
ligt.
Boven echter, aan den hemel van Azië,
cirkelen vliegtuigen en waarnemers kijken
uit naar eventueele vijanoen. Hetzelfde
doen de militaire patrouilles in Irak en
Transjordanië, die met eigenaardige mut
sen op en een bijzonder teeken op de
mouw, Engelands levensader bewaken. In
Palestina doen Tommies dienst, in Syrië
Poilus. Tanks, boosaardige machinedieren,
kruipen langzaam voort. Op een of andere
plaats mogen Bedoeïnen schoten op de olie
leiding afvuren of dynamietbommen aan
brengen. Maar de woestijn is bedwongen,
een droom is werkelijkheid geworden, He
laas begeleidt politiek de voltooiing van het
werk. Wanneer de vloten \un twee rijken
aan de Middellandsche Zee de brandstof
fen willen halen, die zij poodig hebben,
moeten deze rijken hun macht en hun
sterkte ontpiooien. Druk echter wekt tegen
druk op dat weter. de technici der olie
maatschappijen uit eigen ervaring. En al
dus levert de oude Assyrische bodem den
Engelschen en Franschen de petroleum en
vijanden.
was. En nu werd hem niets gezegd? Of
schoon hij hier zat te slapen?
„Tssa", zei hij fluisterend, en nog zachter
maalde het in zijn hersens, dat er iets ver
keerd ging, dat er onheil broeide, dat neer
zou komen op anderen.
Onwillekeurig trokken de spieren van
zijn armen en beenen samen. Hij zat klaar
om op te springen. Maar wat zou dat
geven? Toean was er niet, njonja evenmin,
en de baboe evenals kokki zouden hem uit
lachen en den huid volschelden.
De zon kroop verder. De plek, die een
half uur geleden nog volop schaduw was,
blakerde nu. Maar Darmin bewoog zich
niet. Liever zou hij uitgedroogd zijn dan cp
te staan, en het tweede stelsamenzweer
ders wantrouwen te geven.
Hij zag hen bewegingen maken; hij merk
te op, dat van der Steen naar het huis wees,
en met de handen den omtrek omvatte in
een loozen greep. Het leek alles heel ge
woon en dood-onschuldig, maar Darmin's
veertienjarig verstand kon enkele dingen
niet vatten.
Ten eerste, dat toean van der Steen hem
met rust liet. Dat was verontrustend. Ten
tweede, dat die zelfde toean zoo vriend
schappelijk deed met mandoer Karmo. Hij
gaf hem zelfs een cigaret. De toean was
machinist op de fabirek, Karmo was een
gewone mandoer-smid. Toean was een
blanda, terwijl Karmo in een kampong was
geboren. En ten derde (hij had moeite, het
eerste en. tweede punt te onthouden), Fa
Kromo en Li Hung hadden hier ook ge
staan, en hadden even geheimzinnig ge
daan.
Darmin werd bang voor iets benauwends,
het „Iets", dat nog geen naam had, maar
toch in de lucht hing. Er gebeurden ab
normale dingen, die lijnrecht indruischten
tegen alles, waaraan hij gewend was. Ze
hadden hard moeten praten, moeten
schreeuwen desnoods; ze hadden hem moe
ten wegjagen, toean van der Steen had
hem het nuis in moeten sturen. Maar er ge
beurde niets, totaal niets, en daarom werd
hij bang.
Toean van der Steen en Karmo gingen
weg. Ze gingen samen weg. Ze keken nog
eens naar hem om. Darmin bewoog met.
Hij mocht niet weten, dat zij daar geweest
waren. Toen sprong hij op. Hij struikelde,
zijn spieren waren verstijfd van het lange
zitten, en rolde zoo het huis binnen. In zijn
hoofd en hart was een groote vrees geko
men, waarvan hij alleen de oorsprong
wist.
De toean besar was terug gekomen met
de njonja, enkele dagen daarna. Er was
drukte in huis. Kokki smeet in de bijkeu
kens met haar pannen, de baboes liepen
heen en weer. Darmin zelf liep in den weg
en kreeg op zijn vragen slechts korte, on
bevredigende antwoorden. Kokki wist al
leen, dat er feest was, omdat de toean en
de njonja vijf en twintig jaar getrouwd
waren, en dat ze daarom veel eten moest
klaar maken.
Hij dwaalde het huis door, hij ging naar
buiten, waar, in duisternis, veel menscnen
bijeen waren. Hij liep in de menigte. Hij
zoent. Hij wilde de oplossing weten van het;
geen hy een paar dagen geleden had ge
zien en gehoord. De inlanders kakelden
en kletsten, hij hoorde het niet. Hij sioeg
geen acht op hun verbaasde uitroepen,
wanneer zy iets ontdekten in het groote
huis. Dat was allemaal bekend voor hem.
En toen zag hij.
Tuschen de bijgebouwen stond van der
Steen met mandoer Karmo. Even veis.ar Li
Hung met pa Kromo. Vóór van der Steen
stond een vreemd ding, een rond instru
ment, flauw zientbaar in het licht van een
lucifer. Deze werd er bijgebraciit, een korte,
knetterende vlam.
Darmin begreep plotseling in al zyn
voiheid het onoegrepene: de machine stond
gericht op het nuis, waar juist de toean
oesar de voorgalerij opxwam. Die twee
hier waren samenzweerders, die het op
hem gemunt hadden.... Hier, temidden
van het feest, pleegden zij een aanslag.
Een korte sprong, een rauwe schreeuw...
met een alles omverloopende snelheid
wierp Darmin zich op de helsche machine,
om dan beide handen het brandende ding
uit elkaar te trekken....
Den volgenden dag stond er een kort be
richt in de dagbladen:
tijdens het feest deed zich een klein
incident voor. De machinist van de onder
neming, de heer van der Steen, had juist
de lont van de eerst vuurpijl aangestoken,
toen de djonggoe Darmin zich er op stort
te. Op het zelfde oogenblik kwam de pijl
tot ontbranding, met het droevig gevolg,
dat den jongen enkele vingers werden af
gerukt. Hoe hij tot deze daad kwam, is tot
nu toe niet duidelijk. Zijn verhaal klinkt
zeer verward".
(Reeds opgenomen In een gedeelte onzer
vorige oplage).
SCHAKEN
SIR GEORGE A. THOMAS VOORZITTER
DER „BIG EIGHT".
Sir George A. Thomas heeft, na gerui-
men tijd met dr. M. Euwe te Hasting ge
confereerd te hebben, het hem aangebo
den voorzitterschap van de „Big Eight"
aanvaard.
Ook Milner Barry heeft zich bereid ver
klaard in het bestuur der vereeniging zit
ting te nemen.
Men zoekt thans naar een secretaris. Men
noemt den naam van den Elgelschen advo-
catt Whitcroft, die ook bestuurslid van den
Engelschen Schaakbond is. Hij staat be
kend als goed organisator.
BINNENLAND.
UITBREIDING VAN DE HAAGSCHE
WATERVOORZIENING.
B. en W. van 's-Gravenhage hebben
den raad een voorstel doen toekomen
met betrekking tot de uitbreiding van
de middelen tot watervoorziening,
waarvan de raad reeds sedert geruimen
tijd de noodzakelijkheid heeft erkend.
Bij dit voorstel is overgelegd een
uitvoerig nader rapport van den di
recteur van de Haagsche Duinwater-
eiding, welke het water onttrekt aan
de rivier de Lek, en waarbij het Lek-
water na een nader vast te stellen voor
behandeling wordt vervoerd naar het
bestaande zuiveringsbedrijf in de dui
nen met toepassing, voorloopig nog
gedeeltelijk, van de infiltratie-draina
gemethode aldaar.
De kosten hiervan worden begroot op
ƒ6.400.000 verhoogd met een bedrag van
150.000 voor een practijkproeven-infil-
tragemethode, doch een volkomen uitge
werkt plan met volledige kostenbegroo-
ting zal den raad nader worden aangebo
den.
Voor de nadere uitwerking van het plan
en het voortzetten van proeven bij Berg
ambacht wordt thans een voorloopig cre-
diet van ƒ75.000 aangevraagd.
B. en W. wijzen er in hun toelichting op,
dat het door den directeur ingezonden rap
port de voledige instemming heeft van den
directeur van het Rijksbureau voor de
Drinkwatervoorziening en dat het boven
dien volledig past in het schema van de
commissie voor de drinkwatervoorziening
van het Westen des lands.
Binnenland
DRAMA IN DE HOOFDSTAD
De politie van het bureau Singel te Am
sterdam werd er vanmiddag omstreeks
twaalf uur van in kennis gesteld, dat er zich
in het perceel in de Oude Doelenstraat een
afschuwelijk drama 'had afgespeeld.
Onmiddellijk begaven zich enkele recher
cheurs iaar het bewuste perceel, waar
in een sigarenmagazijn is gevestigd.
Zij vonden daar de lijken van een
man en een vrouw, beiden ongeveer
veertig jaar. Zij vertoonden schotwon
den in het hoofd.
De eigenaar van de zaak, die niet
thuis was, doch die eenige oogenblikken
later in de zaak verscheen, is door de
politie naar het bureau Singel meegeno
men, om verhoord te worden.
De Justitie heeft de beide lyken in be
slag genomen en naar het Binnen Gasthuis
laten vervoeren.
Het onderzoek ter plaatse stond onder lei
ding van den substituut-officier van justi
tie, mr. de Blécourt en den rechter-commis-
saris, mr. Dijksterhuis.
Voorloopig staat de politie nog voor een
raadsel en heeft ze nog geen antwoord kun-
ien geven op de vraag, of hier sprake is
van moord en zelfmoord, dan wel van een
dubbele moord.
Het is haar bekend geworden, dat de
vrouw met den eigenaar van de zaak, die
ongeveer 48 jaar is, omgang heeft gehad.
Verdere bijzonderheden ontbreken echter
nog.
SCHIP IN BRAND.
Het te Wemeldinge thuis behoorende mo
torschip „Resnova", schipper Van Houdt,
geladen met vlas en op weg van Colijns-
plaat naar België, is op de Ooster Schelde,
door onbekende oorzaak in brand gevlo
gen.
De drie opvarenden, t.w. de kapitein,
diens vrouw en een knecht, konden, zij het
met zeer veel moeite, door een passeeren-
den schipper Heydens met een roeiboot
worden gered. Zy zijn te Wemeldinge aan
wal gebracht.
Schip en lading moeten als verloren wor
den beschouwd. Het bergingsvaartuig „Zee
hond" van Van der Tak's bergingsbedrijf
zal trachten het schip op de gronden te
zetten.
Alles is verzekerd.
ZWARE IJSGANG IN DE
OVERIJSSELSCHE VECHT.
De Overijsselsche Vecht vertoont zwa-
ren ijsgang. Groote hoeveelheden schotsen
vullen de rivier en de Uiterwaarden, en
dry ven als een hechte massa stroomaf naar
het zwarte water.
De ijsmassa bedreigt de oude houten Ber-
kumerbrug, een ophaalbrug, waarover het
geheele verkeer van Zwolle met centraal
Overijssel gaat, en ook de rails van de De-
demsvaartsche stoomtram loopen.
Met geweld stroomt het water, dat een
stand van vijf meter heeft bereikt, met een
verval van 20 c.M. onder de brug door, een
ijsmuur van 1 a 2 meter dikte met zich
voerende. De brug is reeds dertig centime
ter verzakt, waardoor het brugdek een
diepe kuil vertoont. Alle verkeer over de
brug is stopgezet.
Het wordt thans geleid over de nieuwe
betonnen Berkumerbrug, die een honderd
tal meters stroomafwaarts over de rivier
ligt, doch op een veel hooger niveau ge
bouwd werd.
Stijgt het water nog meer, waarvoor alle
kans bestaat, dan zal de oude brug niet be
houder!* kunnen worden.
Buitenland
MEVROUW DIECKHOF NAAR
DUITSCHLAND VERTROKKEN.
NEW YORK, 4 Jan. (A.N.P.). De echt-
genoote van den Duitschen ambassadeur
ïr de Vereenigde Staten, mevrouw Dieck-
hof, is gisteren met de „Europa" vertrok
ken om naar Duitschland terug te kesren.
Ee dochter van den ambassadeur bevindt
zich nog op haar school te Washington.
EEN GOUVERNEUR IN EEN
SNEEUWHUT.
KOPENHAGEN, 4 Jan. (A. N. P.) De
gouverneur van Molt aan de Oostkust van
Groenland, zal de rest van den winter met
zijn gezin in een sneeuwhut moeten door
brengen, aangezien zijn huis aan de Sco-
resby Sund op den avond van Nieuwjaars
dag is afgebrand. Een groot deel van den
zomer zal hij in een tent moeten leven,
want het zal niet mogelijk zijn nieuw
bouwmateriaal aan te voeren voor het ein
de van de zomer.
Bij den brand kon het archief van den
gouverneur gered worden.
ELLSWORTH AAN DE ZUIDPOOL.
WASHINGTON, 4 Jan. (A. N. P.). De
Poloreiziger Lincoln Ellsworth is volgens
een radiobericht gisteren bij de groote ijs-
barriere van het Zuidpoolgebied aangeko
men. Vanaf het Poolschip „Wyatt-Earp"
zijn vliegtuigen opgestegen, welke zullen
zoeken naar een geschikt landingsterrein
en kampeerplaats.
TAXISTAKING TE NEW-YORK.
Politiecorps van 19.000 man doet dienst.
NEW YORK, 4 Jan. (A. N P.). Voor den
eersten keer sedert 1927 is de geheele po-
Ltiemacht van New York, welke 19.000 man
sterk is, op de been om dienst te doen met
het oog op de staking van 11.000 taxichauf
feurs, daar gevreesd wordt voor een her
haling de hevige incidenten, welke zich
hebben voorgedaan bij de taxistaking in
1934. Tot nu toe zijn nog slechts weinig in
cidenten gemeld. De stakers hebben de
onafhankelijke rijders gewaarschuwd van
de straat te blijven.
AMSTERDAM, 4 Jan. Vee. Ter vee
markt waren heden aangevoerd: 201 vette
kalveren 7882, 6876 en 5866 cent per
kg levend gewicht; 50 nuchtere kalveren
712 per stuk, 129 varkens: vleeschvar-
kens, wegende van 90110 kg. 5859 cent
zware 5657 cent, vette 5455 cent per
kg. slachtgewicht. Overzicht: vette kalve
ren: ruimere aanvoer, zeer luie handel, han
del prijzen beduidend lager. Nuchtere kal
veren: matige aanvoer, vlugge handel,
p'.ijzen hooger. Varkens: zeer matige aan
voer, weinig handel, prijzen lager.
BOSKOOP, 4 Jan. Bloemenveiling.
Rozen per bos van 10 stuks: Briarclif 70
130 cent, Butterfly 140 cent, Wilh. Kordes
2.403.20, Rosalandia 80150 cent, Edith
Helen 1.60, Seringen 0.801.40, Cycla
men per stuk 8 cents.
KOUDEKERK, 3 Jan. Eierenveiling Kou
dekerk-Rijndijk. Aanvoer 2200 stuks eieren
en 17 pond boter. Prijzen: kippeneieren
4.004.90 per 100 stuks, boter 6878 cent
kaas 2630 cent per pond. kippen 7090
cent, hanen 0.701.00, konijnen 155 al
les per stuk.
VEUR, 3 Jan. Eierenveiling Café „Het
Wapen van Veur". Aangevoerd: 14300 kip
peneieren 4.905a.55, 2400 henneneieren
4.304.70, 250 eendeneieren f 3.25 per
100 stuks. 41 kipoen 0.601.15. 25 een
den 5065 cent. 76 konijnen 0.502.200,
4 duiven 1528 cent per stuk.
WOERDEN, 4 Jan. Kaas. Aanvoer 91
partijen. Prijzen: met rijksmerk le kwal.
2627, 2e kwal. 2425.50, zware tot
28.— per 50 kg., Handel matig.
WISSELNOTEERINGEN (AMSTERDAM)
Londen 8.507/s
Berlijn 73.75
Parys 4.82
Brussel 31.031 /2
Zwitserland 41.56
Kopenhagen 3? 95
Stockholm 43.72
Oslo 42.77
New York 1.84
Praag 6.30