De Gemeenteljjke Reinigingsdienst jubileert. Vijf-en-twintig |1914-1939| jaren arbeid aan een „schoone" stad DINSDAG 3 JANUARI 1939 DE I rircrMjr COURANT TWEF.DE W.*n - P*fi. 5 Eén-en-twintig jubilarissen gehuldigd HOE HET BEDRIJF GROEIDE De Gemeentelijke Reinigings- en Ont- smettingsdienst van deze stad heeft vandaag zijn 25-jarig bestaan op luisterrijke wijze herdacht. Het was meer dan een herdenking van het simpele feit, dat 25 jaren geleden de particuliere vuilnis-ophaling werd afge schaft en overgegaan werd tot een van ge meentewege gt organiseerden dienst. Het was bovendien een feest, omdat er zoo- velen waren, die al dien tijd hadden mede gearbeid, om dezen dienst te maken tot die keurig geregelde en volkomen aan redelijke eischen beantwoordende organisatie, tot welke hij thans is uitgegroeid. En dat feest is gevierd door de hartelijke en spontane medewerking van allen, die aan den Reini gingsdienst zijn verbonden, van hoog tot laag. HULDIGING DER JUBILARISSEN Directeur de Jong spreekt zijn getrouwen toe Het feest werd ingezet te 9 uur met de huldiging van de 21 jubilarissen, die vanaf den aanvang in dienst van de Gemeente- reiniging zijn geweest. Een van hen was helaas wegens ziekte verhinderd deze plechtigheid bij te wonen. Op het aangegeven uur verzamelden alle leden van het personeel zich in de smaak vol tot feestzaal omgetooverde garage van de dienstgebouwen aan de Noorderstraat en arriveerden de jubilarissen met hun dames, per auto afgehaald van hun huis. Bij het betreden van de feestzaal, die zij nauwelijks zullen hebben herkend als hun oude getrouwe garage, klonk een speciaal voor deze gelegenheid vervaardigd wel komstlied hun tegen. Vervolgens sprak de directeur van den Gemeentelijken Reinigingsdienst, de heer J. H. de Jong de aanwezigen toe. „Vandaag is het feest op ons Reinigings- erf nu wij, dank zij de hoogelijk gewaar deerde medewerking van burgemeester en wethouders, in staat gesteld worden op ge paste wijze te herdenken, dat voor 25 jartn onze dienst werd gesticht. Thans zijn wij in meer intiemen kring bij een ter huldiging van 21 ambtenaren en werklieden, die sinds 1 Januari 1914 on vermoeid, ieder in zijn afdceling, gearbeid hebben aan een schoone „Sleutelstad". Ongetwijfeld zal het niet dikwijls voor komen, dat zulk een groot aantal werkzame leden van een gemeentelijke instelling ge lijktijdig zyn zilveren jubileum viert. Aangezien is het mij te kunnen consta- teeren, dat deze dag, die niet ongemerkt mocht voorbij gaan, zoo enthousiast en spontaan door het geheele personeel is voorbereid. Daarvoor zeg ik U allen hartelijk dank. Zeer erkentelijk zijn wy de uit Uw mid den gevormde feestcommissie, die hierbij steeds de leiding had". Nadat spr. dank had gebracht aan mevr. Sloots en haar assistente voor de muzikale begeleiding van het welkomstlied, èn aan de 5 meisjes, die vanaf den vroegen morgen in de weer waren geweest om aan deze huldiging een bijzonder cacftet te verleen en, herdacht spr. zijn voorganger, wijlen den heer C. de Koning, die gedurende 17 jaar met de jubilarissen heeft samengewerkt. De reinigingstechniek is in de afgeloopen 25 jaar zeer veranderd en het was niet al tijd gemakkelijk zich telkens opnieuw aan te passen. De jubilarissen zijn daarin ech ter geslaagd en daarom wenscht spr. hen allen, mede namens het college van B. ei W. van harte geluk. In 't bijzonder huldigde spr. den heer Landaal, den administrateur en penning meester, wiens stiptheid, werklust en on kreukbare eerlijkheid hij ten zeerste prees. Ook de heer Neuteboom werd persoonlijk gehuldigd, van wiens energie veel wordt gevraagd bij zijn omvangrijke en veel-om- vattende taak. Het was spr. onmogelijk alle andere ju bilarissen hoofd voor hoofd toe te spre ken; slechts maakte hij een uitzondering voor v. d. Meel, die wegens ernstige ziekte niet tegenwoordig kon zijn. Tot allen zeide spr.: „Met elkaar hebben wij de zorg voor een schoone, reine sleutelstad, welke functie hierbij ook wordt vervuld. Samen zijn wij de „groote werkvrouw" in de gemeente. Reeds 25 jaren hebt gij als „groot-reiniger" uw krachten gegeven. Leiden met zijn vele grachten en nauwe straten heeft wel zeer in het bijzonder den reinigingsman noodig. Ongetwijfeld is mede door uw toedoen de volksgezondheid bevorderd, een feit dat nooit te hoog kan worden aangeslagen. Moge het u allen nog vele jaren worden geschonken uw arbeid in goede gezondheid en met lust te verrichten tot heil van Lei den's burgerij". DE TEGENWOORIGE DIRECTEUR DE HEER J. W. DE JONG De burgemeester, mr. A. van de Sande Bakhuyzen, deelde mede, dat het weth. Splinter ten zeerste speet, dat hij door lich te ongesteldheid verhinderd was hier aan wezig te zijn. Namens het Gemeentebestuur uitte spr. een gelukwensch tot alle jubilarissen en hij onderstreepte het door den heer de Jong gesprokene ten volle. Daarbij geeft spr. de verzekering, dat het Gemeentebestuur den geest van den direc teur, die streng en stipt op zijn plicht en die van zijn personeel is, ten zeerste op prijs stelt. De heer de Jong heeft dien geest ook op zijn personeel overgebracht en zoo heb ben allen zich aan de geheel veranderde omstandigheden weten aan te passen. Door hun steeds ijverige plichtvervulling hebben allen er toe bijgedragen den dienst eer goeden naam in den lande te verschaf fen en met trots durft het Gemeentebestuur dan ook bij herhaling den dienst en zijn outillage aan vreemdelingen, die de stad bezoeken, te laten zien. Na een woord van dank namens het Ge meentebestuur aan alle jubilarissen, over handigde de burgemeester persoonlijk de gebruikelijke gratificatie. Vervolgens spraK de heer J. H. Sloots. voorzitter van de feestcommissie, die er aan herinnerde, dat op het menschdom rust een wet. waaraan allen zonder eenig onder scheid onderworpen zijn en deze wet ver plicht allen tot den arbeid. De wereldapos- tel schrijft het in korte woorden: „Zoo iemand niet wil werken, dat hij dan ook niet ete". De mensch moet echter eten, dit eischt zijn natuur, derhalve moet hij ook wer ken, dit is het gebod der natuur. Dit gebod hebben allen opgevolgd in dienst van dit jubileerend bedrijf. En daar om is het temeer jammer, dat een der ju bilarissen wegens ziekte niet aanwezig kan zijh. Spr. uit den wensch, dat God dezen ju bilaris moge schenken wat hem zalig is en hi' hoopt, dat dit een spoedig ..erstel zij. Misschien is d't voorbeeld gesteld om het ve-gankelijke van 's menschen stre\ en te to( nen en op deze wijze wordt wellicht voorgehouden, dat de mensch hier is om zijn tijdelijk en eeuwig geluk te bevorde ren, ook in den arbeid. Na over een arbeid als plicht eenigszins t" hebben uitgeweid, wees spr. erop, dat men door zijn arbeid een bestaansmogelijk heid schept voor zich en zijn gezin. Dit reeds is een hartelijke gelukwensch waard en spr. verheugt zich daarover ten zeerste. Maar deze toegewijde arbeid eischt waardeering. Dit is een plicht van sociale rechtvaardigheid en liefde. Daardoor werken alle tevens mede aan den opbouw van een nieuwe gemeenschap, welke redding kan brengen in de chaoti sche verwarring van den laatsten tijd. Hiervoor kan men niet beter zijn dank baarheid toonen dan door het aanbieden van een gelukwensch, waarbij voor ieder een geschenk a's persoonlijk bewijs van be langstelling werd gevoegd. Namens de jubilarissen sprak de kassier boekhouder, de neer D. Landaal een woord van dank. Spr. uitte zijn hartelijk, erkentelijkheid voor de waardeerende, wooiden van den bvgemeester, maar eveneens voor de har telijke gelukwenschen van den directeur den heer de Jong. Ook aan de feestcommissie zegde spr. dank en hij wekte tenslotte allen op voort te gaan op den ingeslagen weg om aldus te werken in belang van dienst en gemeente. Hierna sprak nog de oudste van het per- soreel, de heer J. Leget die allen opwekte tot hartelijke samenwerking, om dat dit er zoo heel veel .oe bijdraagt om het levensgeluk te verhoogen. Na een woord van dank van den direc- teui. den heer de Jong, werden verver- schingen aangeboden. - Onderwijl werden mevr. de Jong bloe- mer aangeboden voor de hulp, welke zij haar man steeds heeft verleend. Het geheel werd opgeluisterd door piano- ei: vioolmuziek van mevr. Sloots en mej. Lam an. DE OFFICIEELE HERDENKING. De officieele herdenking van het 25-jarig bestaan vond te 11 uur plaats, eveneens in de groote garage. Haar ruimte kwam thans wel goed van pas, want het aantal aanwe zigen bedroeg ongeveer 250 personen. On- der degenen, die van hun belangstelling blijk gaven, waren het college van B. en W., (uitgezonderd wethouder Splinter), vele raadsleden, het college van B. en W. van Nieuwkoop (de gemeente, die het Leidsche vuil ontvangt) met den secre taris en den gemeente-opzichter dier ge meente; voorts de heer G. A. de Monyé, die met den heer V. de Groot een belangrijk a«ndeel heeft gehad in de grondlegging van den jubileerenden dienst; ir. Driessen, oud- directeur v. Gemeentewerken verscheidene hoofden van gemeentelijke diensten, het bestuur van de Ned. Ver. v. Reinigings directeuren enz. EEN GESCHIEDKUNDIGE TERUGBLIK Rede van directeur de Jong De directeur van den jubileerenden dienst, de heer J. H. de Jong, hield een rede, waarin hij na verwelkoming der aan wezigen, een terugblik wierp op de geschie denis van de gemeente-reiniging. Aanvankelijk moesten de gemeentunarer, er maar zelf voor zorgen, dat hun erf en hun straatje schoon gehouden werd, maar in later tijd ging men inzien, dat ook de openbare reinheid georganiseerd moest worden. Als eerste stap in de goede rich ting namen vele gemeentebesturen het be sluit de inzameling van huisvuil en het rei nigen der steden op te dragen aan aanne mers. Leiden had als stad met vele grachten zijn bijzondere moeilijkheden. Zoo deelde spr. o.a. mede, dat reeds meer dan 400 jaren lang geklaagd is over de hin derlijke lucht uit de grachten. Men schreef dit niet in de laatste plaats toe aan het wer pen van vuil in het water. Reeds in 1445 werd er boete op gesteld, doch het scnijnt niet veel geholpen te hebben. Interessant waren enkele grepen uit de historie van vroeger eeuwen, welke in hun vrij primi tieve maatregelen op ons een bijna lachwek- kenden indruk maken. Geleidelijk ging echter de bevordering der openbare reinheid vooruit en werd ten slotte op 1 Januari 1914 een volledige ge meentelijke dienst. Vóór dien datum waren reeds verschillende onderdeelen van den reinigingsdienst in gemeentelijk beheer. De uitvoering van de voornaamste onder deelen, w.o. ze'jis hef inzamelen van huishoudelijk afval, was echter in handen van een pachter. Uitvoerig schetste spr. hoe reeds in 1903 werd aangedrongen op gemeentelijk be heer, en welke factoren ten slotte hebben geleid tot de instelling van den Reinigings dienst. De heeren V. de Groot en G. A. de Monyé, resp. directeur van den Gem, Reinigingsdienst te 's-Gravenhage en Zui- phen, trachten een uitvoerig gedocumen teerd rapport uit in 1911 en op grond van dat rapport werd tot oprichting van den dienst besloten. De eerste directeur werd de heer C. de Koning, toenmaals hoofdop zichter van de Gemeentereiniging te Utrecht, die 17 jaar lang zijn krachten aan het bedrijf heeft gegeven. De installatie, inclusief de verorandingsoven, kostte 318.500, en werd voltooid onder bekwame leidingvan ir. Driessen. Op 18 December 1913 werd de vuil verbrandingsoven by wijze van proef m werking gesteld. Naast Rotterdam was Leiden de tweede gemeente in ons land, waar sindsdien het siadsvuil langs den weg van verbranding zou worden verwijderd. Vervolgens ging spr. in groote trekken de geschiedenis van de laatste 25 jaren na. Het personeel bestond bij de aanvang uit 6 ambtenaren, 66 werklieden en 9 bellen jongens. Bovendien had de pachter van het hand- baggerwerk nog 15 arbeiders te werk ge steld, zoodat in totaal aan 96 personen de zorg voor een reine stad was opgedragen. De belienjongens werden in 1917 ont slagen. In 1929 nam de Raad op voorstel van burgemeester en wethouders een zeer ge wichtig besluit, n.l. opheffing van de vuil- verbrandings-installatie. De voortdurende stijging van exploita tiekosten was oorzaak, dat naar een an dere wijze van vuilverwijdering werd om gezien, vooral toen de bestaande inrichting moest worden gerestaureerd, een nieuwe zuig-trek-installatie met aschvanger moest worden aangebracht en de verbrandings capaciteit vergroot. Men besioot, het vuil niet langer te ver branden, maar de afvalstoffen te gebrui ken voor de ophooging van rietlanden. Vanaf 18 Nov. 1929 worden de ingeza melde afvalstoffen afgevoerd naar de Ge meente Nieuwkoop, die hiermede waarde Icoze rietlanden weet om te werken tot vruchtbare akkers, die in de zomermaan den met begrijpelijke trots door haar gaarne aan belangstellenden worden ge toond. Ongetwijfeld wordt op deze wijze te Nieuwkoop werk van groot sociaal-econo misch nut verricht. Over het algemeen baart den gemeente besturen het regelmatig verwijderen van de aanzienlijke hoeveelheden huis- en slraatvuil veel zorg. Door de toename van papier als verpakkingsmiddel en in den vorm van brochures en couranten zyn de hoeveelheden huisvuil ia de laatste jaren DE PLAQUETTE VAN DEN JUBILEERENDEN DIENST per hoofd der bevolking niet onbelangrijk gestegen, zoodat deze zorgen steeds grooter worden. In Mei van hetzelfde jaar werd in be drijf gesteld een baggermolen voor het op diepte houden van grachten. Tevens wer den aangeschaft een sleepboot met een 7-tal onderlossers voor den afvoer van de aldus opgebaggerde diepspecie. Helaas moest aan den Directeur, den heer de Koning, in dit zelfde jaar zieken verlof worden verleend, netwelk heeft ge leid tot diens eervol ontslag op 1 Octo bei 1930. Op 1 April 1931 werd de leiding gelegd ir. handen van den tegenwoordigen direc teur. De uitbreiding van de stad, de toene- nr ing van het verkeer, stadsverbetering door aanleg van straten en asphalteering van wegen hadde de aan den dienst te stei- ien eischen in hooge mate verzwaard. Bovendien was de techniek op het gebiec /an reinigingsmateriaal in de laatste jare sterk vooruitgegaan. Het beschikbare materieel en het aan tal aanwezige paarden was ten eenenmale onvoldoenae. Door iet huren van particuliere vracht auto's werd hierin voorzien, waarbij door het personeel herhaaldelijk moest worden overgewerkt. De dienst moest worden gereorganiseerd Na advies van Je Commissie van Fabri cage en die van Financiën werd op voor stel van Burgemeester en Wethouders bij besluit van den Raad dd. 4 Juli 1932 het hiervoor tenoodigle crediet, groot rond f 120.000.- verleend. Hierdoor werd he' mogelijk dien dienst van reiniging aL,ook /an ontsmetting te brengen op het huidige peil. Ten slottv deelde spr. mede aan de hand van duide.ijke grafieken het een eii ander mede om ïent de samenstelling en de werking van den tegen woordigen aienst. Omtrent den ontsmèttingsdienst, die na '-eel onderhandelingen met het Rijk ein delijk tot stand is gekomen, zeide spr., dat Leiden thans in het bezit is van een een voudige, desniettemin moderne, ontsmet tingsinrichting, waardooi het mogelijk is al de gevraagde desinfecties zoowel voor de stad alsook vooi de omliggende ge meenten atdoende te verrichten. Nadat spr. nog opgemerkt had, dat de laarlijksche exploitatie-kosten door de mo derniseering van den dienst gedaald zijn, bracht hij dank aan allen, die hem in zijn werk steunen en behulpzaam zyn. Reinigings-jubileum-film. Wat de directeur in woorden had ge schetst liet vervolgens de film in beelden zien. Polygoon- Haarlem heeft n.l. een film vervaardigd, welke in ongeveer drie kwar tier in groote lijnen weergeeft de ontwikke ling van net Leidsche Reinigingsbedryf. Deze tilm, welke ook vanavond gedraaid zal woruen op den feestavond in den Foyer, waar de vrouwen nun mannen dan aan een arbeid kunnen zien, en welke op Woensdagmiddag en Woensdagavond nog eens voor de kinderen van het personeel zal worden vertoond deze fiim laat dui delijk en boeiend de ontwikkelingsgang van het bedrijf zien en kweekt interesse voor een dienst, welke veelaj ondei het pu bliek weinig anders bekeno is dan in den vorm van een bellende en kopje-duikelen' de vuilniswagen. Aanbieding plaquettes. Nadat de film gedraaid was. floepte het l:cht weer aan en onthulde de directeur twee bronzen plaquettes in 't volle licht der schijnwerpers. Deze plaquettes zijn aange boden door het gezamenlijke personeel van den Reinigingsdienst Eén ervan zal een plaatsje vinden in het nieuw Raadhuis en dt andere zal pry ken in 1e hall van het kantoorgebouw aan de Noorderstraat. Beide plaquettes zyn aan elkander gelijk ei. vervaardigd naar het ontwerp van den heer H. W. Stöxen, alhier Zy toonen links den ouden toestand ide oude houten kar ren en de schuit voor de trapgeveltjes!) en rechts den nieuwen toestand. Op den voor grond trekt het stoombootje de vrachten huisvuil naar Nieuwkoop De burgemeester mr. A. v. d. Sande Bak huyzen aanvaardde het geschenk namens de gemeente. Op zichzelf waardeeren wij aldus de burgemeester het product van een Leid- schen kunstenaar, dat een sprekende weer gave geeft van de vooruitgang van het be drijf. Dankbaar is het gemeentebestuur, voor dit geschenk, omdat daaruit blijkt de goede geest onder het personeel. Gaarne zal het gemeentebestuur aan deze plaquettes de plaats geven, welke het personeel wenscht Spr. deelde mede, dat het den wethouder van fabricage ten zeerste heeft gespeten, dat hij door ongesteldheid hier thans niet het woord kon voeren, daar onder zijn lei ding het bedrijf is gegroeid. De arbeid van dezen dienst stelt hooge eischen, de om vang van het bedrijf is in de laatste 25 jaren ontzaggelijk uitgebreid. Dat heeft de film zeer goed laten zien. Deze film is een propaganda bij uitstek voor de stad Leiden. Bij de betrekkelijk geringe bijdragen, wel ke de gemeente beschikbaar kan stellen, moet er zeer veel kracht van de leiding van den arbeid van het personeel zijn uit ge gaan, om dit resultaat te bereiken. Spr. brengt dan het personeel namens het ge meentebestuur hartelijk dank en hij spreekt den wensch uit dat de samenwerking lang durig moge zijn. In het bijzonder dankt spr. den directeur, den heer de Jong, voor alles wat hij ge organiseerd en gereorganiseerd heeft. Da jongste groote reorganisatie is tot in da puntjes uitgevoerd, de dienst is uitgebreid, het materieel is vernieuwd en het nuttig effect van den dienst is in hooge mate op gevoerd. De directeur heeft in het perso neel een nieuwen geest weten wakker te roepen en de sympathie van de burgerij voor den dienst weten te wekken. Spr. besloot met den wensch, dat de Reinigingsdienst zich in dezelfde mate onder leiding van den directeur zou mogen blijven ontwikkelen. (Applaus) De heer de Jong danKte daarop met enkele woorden, waarna nog het woord voerden de heer Miedema, namens de Ned. Ver. van Reinigingsdirecteuren, de heer Beenhakker directeur van den Gem. Rei nigingsdienst van Amersfoort, de heer IJs van Nieuwkoop, de heer de Monyée een der rapporteurs van vóór 25 jaren en de heer Sioots, die namens het personeel een dank woord sprak aan het gemeentebestuur en den directeur huldigde voor zijn initiatief tot vervolmaking van den dienst, waarbij het thans een voorrecht is te arbeiden. Tenslotte sprak de directeur een dank woord voor de overstelpende bewijzen van sympathie. Moge de Reinigingsdienst nog lang werkzaam zijn in het belang van de stad Leiden. Receptie. Des middags had van 34.30 uur een druk bezochte receptie plaats in het kan toorgebouw van aer Reinigingsdienst, waar velen den jubileerenden dienst in persoon van den directeur kwamen gelukwenschen. Vermelden wy ter. slotte nog, dat in de garage van den dienst een keurige collec tie prenten en doei menten was tentoon gesteld, betrekking hebbende op den open bare reiniging van de stad in vroeger eeuwen. Deze collectie was welwillend be schikbaar gesteld door den gemeente-ar chivaris, dr. v. Royon. Bultenlandsdtie Berichten ERNSTIG TRELNONGELUK IN SPANJE Op den spoorwegovergang in de Straat van Sagunto (Spanje) is een electrische trein van de lijn naar Paterna in botsing gekomen met een tram. Er vielen zeven dooden en zestien gewonden. OVERSTROOMINGEN VAN DE GELE RIVIER Millioenen Chineezen bedreigd Het water van de Gele Rivier, dat in Decembtr de dijken heeft doen bezwijken, dreigt thans 9 millioen Chineezen van hun haardsteden te verdrijven. Deze mededeeling werd gedaan door het internationale comité tot hulpverleening van slachtoffers van hongersnood. Nadat het water van de Gele Rivier zich vereenigd had met water van de Hwai kwam een geheel gebied op de grens tus- schen Anhwei en Kiangsi onder water te staan. Het water stroomt thans in de rich ting van de zee. Tenzij de dijken der Gele Rivier onmiddellijk worden hersteld, is te vreezen. dat nog een gebied van 9.000 vierk. mijlen onder water zal worden gezet Op dit gebied wonen 9 millioen menschen. SNEEUWSTORMEN IN ZWARTE EN AEGEÏSCHE ZEE In het gebied van de Zwarte Zee en de Aegeïsche Zee woeden thans hevige sneeuwstormen. Ettelijke zeilschepen zyn vergaan. Ook het Turksche kolenschip „Millet" (1880 ton) is met de geheele uit 22 koppen bestaande bemanning aan de kust van de Zwarte Zee gezonken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5