Zalig Nieuwjaar
Zoo staan we dan weer aan den voor
avond van een nieuw jaar. Een jaar, dat
voor ons ligt als in nevelen gehuld en we
mitsdien niet weten, noch bevroeden kun
nen, wat het ons brengen zal.
Daar is alleen Eén, die het weet, en dat
is de goede God. Hij alleen weet, of onze
•wenschen in vervulling gaan zullen. Wy
wenschen slechts en hopen, dat het nieuwe
jaar ons brengen zal, wat goed is en ons tot
'vreugde stemmen zal. En daarvoor bid
den wy en vragen Hem, den Uitdeeler van
'alle goeds, dat onze wenschen verhoord
imogen worden.
1 Wat wy wel weten, dat is wat het jaar,
dat heenging ons gebracht heeft.
Wat wij wel weten, dat is, of we in het
efgeloopen jaar, goed ons best gedaan heb
ben en we geen reden in huis en in school
gegeven hebben tot klachten van ouders
én meesters. Zijn er klachten geweest,
laten we dan in 39 beter oppassen; beter
leeren; beter gehoorzamen; beter waar-
oeeren het vele, wat ouders en onderwij
zers voor Uw tijdelijk en eeuwig welzijn
doen en gedaan hebben. Dat is plicht, dure
plicht.
Wie zich aan dien plicht onttrekt, is de
liefde en toewijding en zorg en steun en
moeite niet waard, noch van Uw ouders,
die alles voor U doen tot Uw geluk en
welzijn, noch van Uw oncerwijzers in
school, die moeite noch opoffering sparen,
om U die kundigheden bij te brengen,
noodig in het latere leven, als de school
deuren zich sluiten en ge staan gaat in het
volle leven; in de maatschappij, waar de
arbeid wacht en ge de vruchten gaat pluk
ken van het geleerde in school en in huis.
Denki daar eens over na! Dan beseft ge
pas, wat ge te danken hebt aan Uw goede
brave Ouders; aan Uw bereidwillige en
'hulpvaardige leermeesters en dan niet ver
geten, Uw priesters, die de Catechismus U
uitlegden en U den weg wezen en leerden,
wat êr nobdig is in dit leven, om later in
den schoon en hemel te komen; het eind
doel van dit leven op aarde
Kijk, daaraan moet je denken, bij de ver
nieuwing van het jaar en dan zult ge
van. zelf het bidden niet vergeten voor het
welzijn van al die weldoeners, die allen
meer deden, dan ge nu beseffen kunt.
En nu rest mij nog een woord te spre
ken tot al mijn Neefjes en Nichtjes, die mij
trouw ter zijde stonden in het afgeloopen
jaar. Ik dank U allen, die meededen aan
den wedstrijd en trouw ons Hoekje volg
den en waardeerden, wat wij gaven. By-
zonderen dank verdienen vooral de velen,
die door het insturen van verhaaltjes, vers
jes en rijmpjes en opstellen toonden, ons
tér wille te zijn en hielpen ons Hoekje te
maken tot een graag gelezen blad door
groot en klein.
En nu wensch ik U, de Ouders en de
Neefjes en Nichtjes, een hartelijk en wel
gemeend:
„ZALIG NIEUWJAAR"!
Oom W i m.
Voor de Grooten,
1938—1939
door Anton Roels.
Nóg is het oude jaar niet heengegaan,
-Nog éénmaal zitten wij genoegeiijk
te zamen
En denken aan het goede en het kwaad,
En aan de zorgen, die weer tot ons
kwamen.
We praten over wie zyn weggegaan
En die nu toeven in hel eeuwig leven;
We spreken zachter, als we denken aan
De stoimen, die langs ons zyn
heengedreven.
Voorzeker had het oude ook veel
schóóns,
Dat ons weer stut en steun is voor
de tijden,
Die komen zullen als een strenge wet
En die door niets en niemand zijn
te mijden.
Wij mijmeren, terwijl de kachel snort
En velen zich gewild luidruchtig toonen
En zich-vermaken met een jolig lied,
Dat alle somberheid en ernst wil hoonen.
Dan slaat de klokl Weer is een jaar
voorbij!
Wij staan en wenschen aan elkaar
het goede
En hopen, dat de Schepper om, ook thans
Voor rampen en voor dwalingen
zal hoeden.
Laat ons dan bidden in dit eerste uur
En smeeken om Zijn grooten, rijken
Zegen,
Het jaar begint! Waar leidt het ons
naar toe?
Doch ondoorgrondelijk zijn God es
wegen
Attentie
Tot myn spijt kan Ik eenige bijdragen,
ingestuurd voor ons Sint Nicolaas- en
Kerstnummer niet plaatsen. We zullen
deze stutvjes bewaren tot het volgend jaar.
Het zijn bijdragen van No. 1 Mientje Her
mans, 2 Agnes v. d. Horst, 3 Mia Reekers,
4 Bernard Saaibrink, 5 Nelly Hensing, 6
Antje Keizer, 7 Rie, 8 Van „Doornroosje",
4 Truus de Haas, 10 Emmy v. <L Berg,
11 Tonia Droogt, 12 Jan Oltvoort.
Oom W i m.
HERINNERING,
door Cor v. Dicst.
Weer ging een jaarkring henen:
Ons bleef herinnering aiienen;
Herinnering aan blijde en bange uren,
Hoe kort ol lang ze moesten duren.
Herinnering aan nachtmerries, hoe naar!
Hoe kregen we 's morgens 't huiswerk
klaar?
Aan lange nachten, die wakend door we
brachten,
Uit vrees voor repetities en klachten.
Aan sommen, die maar niet tut wilden
komen,
En die, als spoken verschenen in
droomen.
Herinnering aan dictees, die wemelden
van fouten,
En strafwerk ons bezorgden, en niet
ongezouten.
En dan Maart met zijn overgangs
examen,
Jaartallen, die als gedrochten al op ons
kwamen!
Augustus zomervacantie, zou verademing
brengen!
Als 't zonnetje stygt en de dagen gaan
lengen,
October of November? enfin, ge zult dit
nog weten,
Bracht 'n wedstrijd van Oom Wim, die
'k niet zal vergeten.
Kortom, ik heb nog heel veel goede
wenschen,
Waarvan ik u allen profiteeren zal
laten!
'k Hoop, dat 't beste, wat ge u zelf wilt
wenschen
Dit jaar voor u geve zonder maten!
Oom Wim, u druk ik eerstens beide
handen
En wensch daarbij heel de redactie ook
te zien,
Om u allen bij de wisseling van het jaar
weer,
Mijn hartelijkste wenschen aan te biên.
Alle lezers, medewerkers, dames zoowel
als heeren,
U wensch ik allen bb 't begin van 't
nieuwe jaar,
Dat ge ons Hoekje lezen blijft en
waardeeren,
Dan is 't zaakje weer voor elkaar.
Ik dank u allen hierbij tevens
Voor de gelukwenschen mij toegedacht!
Ik spoed me dus van 't podium weer
henen,
Ook mijn taak is hiermee weer
volbracht!
Goeden avond!
OUD EN NIEUW,
door Anny van Diest
'n Jaar gaat van ons heen;
En laat ons slechts het denken
aan 't grijs verleden;
Weemoed welt op in t harte,
om wat van ons henenging.
Biydschap, dankbaarheid om 't goede,
dat we deden.
Danken moeten we den Schepper
van 't Heelal,
Hij leidde ons en gaf ons moed
en krachten
En hield ons staand, hoe fel de
stormen woedden
Zegende 't werk, opdat t gedaan
zou worden zonder klachten.
En hadden we soms verdriet en
knaagde leed ons harte,
Ontvlood ons oog in droefheid,
r meen'ge traan;
Toch moeten wij dankbaarheid
gedenken,
Want vele aangename gedachten
vullen ons bestaan.
Wat ook 't nieuwe jaar ons
moge brengen,
Vertrouwvol, zonder vrees, gaan
wij het tegemoet;
Hoe ook 't lot zich moge wenden
of keeren:
't Is Gods Hand, die voor gevaren
ons behoedt.
'n Zalig, gelukkig nieuwjaar kom ik
nu wenschen
Aan vriend en kennis, Oom Wim
en alle lezers groot en klein;
Moge 't nieuw begonnen
negentien negen en dertig,
Voor U allen prettig, aangenaam
en gunstig zijn!
Wie zijn jarig?
Van 30 Dec. tot en met 5 Jan.
Op 30 Deo.
An toon de Grijs, Bakkerkorffstr. 10.
Jeanne v. d. Kroft Wasbekerl. 138 Warmond
Bep Langver, Oranjestr. 19.
Marie Thérèse Plouvier, Lorentzkade 24.
Anna Heemskerk Heerenw. A HI, Warmond
Op 31 Dec.
Jannie Overdijk, Langegr. 248.
Jan van Schie, Zijlsingel D 17, Warmond
Jozef van Noort, Hoogewoerd 122.
Ilennie Tuynman, Seringestr. 65a
Gerard van Bennekomt Rijnd. 364, H'woude
Joppie Staats, Hoogl.kerkgr. 3.
Hennie Kuyken, Rijnsb.weg 144, Oegstgeest
Gré Tuynman, Schölvinckstr. 361 Warmond
Op 1 Jan.
Piet v. d. Geer, Lammeschansweg 71.
Kees Mooyman, Wilsveen 11, Leiaschendara
Theo Rodenburg, Zijde 204, Boskoop.
Cik Groenewegen, O. Rijn 54.
Truus van Dam, Oosthavenstr. 7.
Wim Wesselingh
Op Z Jan.
Annie van Lammeren, Boskoop.
Annie de Bruyckère, Parkstr. 63a.
Bernard Hunca, Gerrit Douwstr. 2a.
Abraham Schouten, Siaalw.str. 29.
Mies Arnmerlaan, Thorbeckestr.
Op 3 Jan.
Koos van Leeuwen, H'woude,Dorp E98.
Corne Bakker, Celesslr. 21.
Caihrina Veldhoven, Ryndykstr'. 76.
Piet Peterman, Pioenstr. 14
Willy Pley, v. d. Waalstr. 7. j.
Op 4 Jan.
Paul Verbrugge, v Bemmelenstr. 2
Piet Rippe, Breestr. 106.
Piet Warmerdam, 's-Giavtnd.weg 42 Voorh.
Sjaan Bontje R'veen, Zuideind.
Jo v. d. Voorn, Hoogmade, Kooipark.
Jan v. d. Stok, JJoezaslr. 21a.
Marietje v. d. Vlugt, Ter Aar C 151.
Op 5 Jan.
Jan Heetveld, Anna van Saksenstr. 8.
Ria Deckers, Dorpssir. 84, Z woude.
Simon v. d. Wülik, Rypw. D 32.
Corne Zoet, O. Wetering.
Gerrit v. d. Akker, Miening, Z'woude.
Rika Pekelhof, Voorstr. 281, Nieuwveen.
Ik feliciteer de jarigen. Wie zyn of haar
naam in deze lyst wil opgenomen zien, of
bij het verlaten der school van deze lijst
wil afgevoerd woorden, schrijve me min
stens 14 dagen voor den verjaardag. Zoo
ook wie verandert van woonplaats, straat of
huisnummer.
,OOM WIM
LIEVE OUDERS.
Rie.
Zou ik willen achterbleven.
Op den eersten dag van 't jaar
Met myn wenschen voor U beiden,
Oprecht gtmeend en waar.
'k Zou dan heel ondankDaar wezen.
Want aan U heb ik te danken
Wal ik ben gelyk gy ziet.
'k Zal dan voor U beiden bidden
Tot den Heer van wel en wee,
Dat Hij spare U tal van jaren
In gezonaneid, liefd' en vreê.
'k Beloof ook plechtig goed te leeren,
Braai te zyn in school en kerk
En zult U vast tevreden wezen
Over myn te maken werk.
Nu lieve Ouders, ga ik spelen
Mijn versje heb ik opgezegd:
Ik wensch U nogmaals „heil en zegen"
Zoo spreekt mijn hartje heel oprecht.
NIEUWJAAR
door
Erna te Voorschoten
Het nieuwe jaar is gekomen.
Het oude jaar is heengegaan
Ze zijn vannacht heel, heel vrome
Elkaar zachtjes voor by gegaan.
Doch nauw'lijks zag het nieuwe jaar
Dat het oude was verdwenen
Of het ging er van door,
De Lente tegemoet alleene
DENK ER OM!
door
Als je iederen nieuwen dag
Van dit jaar begint met gullen lach,
Als je met een blij gezicht
Als je zonder veel gepraat
Aan je -werk denkt en je plicht,
Anderen helpt met woord en daad,
Als je steeds naar beter streeft,
Heb je niet voor niets geleefd.
Als je in je levenstijd
Blijheid om je heen verspreidt,
Als je veel aan Jezus denkt,
Hem je hart en liefde schenkt,
Als je steeds Maria mint,
Als haar trouw en dankbaar kind,
Als je steeds göed voorbeeld geeft,
Heb je niet voor niets geleefa!
ZALIG NIEUWJAAR!
door
de kinderen Homan
Wij drieën met elkaar
Wenschen U, lezers al te gaar
Spontaan een Zalig Nieuwjaar
Drukken daarbij eerst Oom Wim de hand
En d'andere heeren van de krant.
Voor de fraaie prijzen dit jaar gegeven
Voor wie, bij een wedstrijd uitgeschreven
Overwinnaars zijn gebleven,
Moet heel de jeugd die trouw U leest, U
dankbaar zyn
En 't is de vurige wensch van ons allen
groot en klein,
Dat ook weer in 't nieuwbegonnen jaar.
Ons hoekje, dat we zoo graag lezen,
Zoo fyn en mooi en actueel mag wezen.
Met een reuze wedstrijd zoo nu en dan,
Waarbij 'k weer mooie prijzen
winnen kan!
Dat 't nieuwe jaar veel voorspoed
moge geven
Dat allen in blijdschap en in vreugde
moge leven
Is voor U, Oom Wim, en voor de lezers
van Uw blad
Onze vurigste wensch, die ik te wenschen
had.
Tot slot de hartelijke groeten, zoo U ziet
Die zich noemen bij elkaar: Cisca, Riekie,
Piet
OUD JAAR-NIEUWJAAR
door
Slsca Homan
Op 't eind van 't afgelopen jaar
Wil ik den lieven Jezus eerst gaan vragen
Of Hy my vergeven wil, wat ik misdeed
In voorbije dagen.
Was ik soms wel eens ondeugend, stout,
Had ik mijn foutjes, zoowel grooten als
wel kleinen
Volgend jaar ga ik vast myn best eens
doen.
Want Jezuke houdt veel van al de Zijnen.
En als dan 't nieuwe jaar weer begint
Ga ik Jezuke Zijn zegen vragen.
Ik bid Hem dan: „o Jezus zoet":
„Help my voortaan goed te wezen,
alle dagen".
Dan wensch ik ook een Zalig Nieuwjaar
Aan allen, die mij dierbaar wezen;
Familie, vrienden en geburen, ook
Oom Wim
En alle Neven, Nichten, die my lezen.
DE VOGELS IN DEN WINTER
door Oom Wim
Twee keer in het jaar kom ik met een
verzoek tot u, en wel om in den zomer geen
vogelnestjes uit halen en in den .vinter om
voor onze vogels te zorgen, dat 7r niet van
honger, gebrek en koude omkomen Onze
gevederde zangers zyn door O. L Heer niet
alleen geschapen om ons leven te vermooicn
en te veraangenamen, maar ook om de tal-
looze, schadelijke insecten te vernietigen tot
behoud van tuinen en velden en boom
gaarden en bosschen.
Wel nu, help de vogels door het kwade
jaargetijde heen; verschaft ze datgene, wat
ze voor hun onderhoud noodjg hebben, als
de natuurlijke v. edselbronnen minder ru»n:
gaan vloeien.a
Hoe zullen de vogels, die overwinteren,
eten vinden als de velden leegstaan en alle
graan is opgeborgen in de schuren.
Hoe zullen ze eten vinden, als de grond
gesloten ligt door den vorst en waar zullen
ze hun dorst lesschen, als bruggen geslagen
liggen over rivieren en slooten en grach
ten?
Hoe zullen ze eten vinden, ais de sneeuw,
de tuinen en pleinen en plaatsjes pn stroten
bedekt heeft en onze vogels teve geels uit
zien naar een zaadje; een wormpje; een
stukje appel; een korstje brood of kaas of
naar iets anders, als het maar eetbaar is en
hun honger gestild wordt, die zoo wreed
kan zijn en zoo menig jong leventje heeft
doen ophouden te bestaan.
Houdt gij van vogels? Wie zou neen dur
ven zeggen?
Zoo ja, helpt dan mee! Gij kunt, hoe klein
gij ook zijt!
Niemand van u allen, die dit leest, of gij
kunt er het uwe bijdragen tot leniging van
dien nood.
Laten we dus samen eens gaan zien, wat
we doen kunnen en gaan spreken over de
wintervoedering.
Deze voedering moet aan twee eischen
voldoen.
1. Ze moet gemakkelijk zijn uit te voe
ren.
2e. Ze moet geen kosten van beteekenis
met zich brengen.
Aan de hand van het jaarboekje der
„Nederlandsche Vereeniging tot Bescher
ming der vogels" zullen we hierop nader
antwoord geven.
Zeer dikwijls zal het gebeuren, dat men
pas op het denkbeeld komt, de vogels te
gaan voeren, als de nood van deze dieren
reeds hoog gestegen is, d.w.z. bij sneeuw of
strenge koude.
Wacht men zoo lang met maatregelen
te nemen, dan zal in vele gevallen het
voeren uitgesteld worden en ook hier zal
uitstel licht tot afstel leiden. Men behoeft
niet uit te stellen, ieder heeft wel datgene
in huis, waarmee de vogels geholpen kun
nen worden.
Als uitstekend voedsel kan worden aan
bevolen:
le kaas.
2e spek (al of niet gerookt).
3e bruinbrood.
De vogels, welke het gemakkelijkst op
het wintervoer te lokken zijn, zijn wel de
meezen, in het bijzonder de koolmees en
de pimpelmees; deze zijn letterlijk verzot
op kaas en spek. Het spreekt, dat men in
de meeste gevallen nemen zal een kaas-
korst of een spekzwoerd. Men kan deze
met een dun touwtje bevestigen aan een
of ander takje of stokje, doch zoodanig,
dat het voedsel nog ruim 11/2 M. van den
grond verwijderd blijft, opdat de. kat
ten de vogels niet kunnen bespringen.
Het doet er niet toe, als het vtjedsel
slingert, de meezen halen het wel én de
n usschen blijven er van ai. Zoo blijft dit
voedsel wel voor de meezen alleen over.
Ook een korst bruinbrood is voor hen een
lekkernij.
Op dezelfde wijze kan men ook ophan
gen:
I: een halve cocosnoot (het open ge
deelte naar beneden).
II: een slinger van apennootjes (pinda's)
aan een touwtje geregen. (Beter is het, ge
knoopt).
III: een cocosschaal, gevuld met ge
smolten vet, al of niet vermengd met za
den. (Zonnepitten of hennipzaad b.v.).
De vogels zyn in den winter volstrekt
niet kieskeurig. Het gaat ze precies als de
menschen. „Honger is de beste saus op
droge aardappels" zoo zegt men zeer juist
van iemand, die alles even lekker vindt,
als ie maar honger heeft. De vogels zijn
ook zoo! Ze nemen alles voor lief, wat eer
baar is.
Een uitstekend vogelvoedsel hebben w«
nog niet besproken. Ik bedoel: beenderen,
waaraan nog een weinig vleesch zit, zoo
wel overblijfselen van wild en gevolgelte.
Dit afval verdwijnt veelal in den vuil
nisbak, doch in den winter kan er geen
nuttiger bestemming aan gegeven wor
den, dan aan de vogels, di,e ons dankbaar
zullen zyn en als ze konden spreken zou
den ze „dien dank" in hartelijke woorden
U betuigen. Geloof dat maar!
Maar het zijn niet alleen de meezen, die
onze hulp vragen, ook andere overblij-
venden verwachten onze steun en hulp.
En voor deze maken we een voertafeltje.
Om zelf zoo'n ding te maken, is ook al
de eeuwige wereld niet. Hiervoor is noo
dig:
le een paal van ongeveer 11/2 M. (La
ger niet met 't oog op de katten).
2e een vloerplank van 50 bij 28 c.m.
Rondom de plank, make men een rand
om te beletten, dat het voer weg waait of
afgeworpen wordt door de etende vogels.
Op zoo'n plank legge men:
a. Een kaaskorst.
b. Een plakje spek.
c. Een korst bruinbrood.
d. Hennipzaad.
e. Zonnepitten.
f. Restjes van de middagtafel.
g. Gemengd voer voor de insecteneter#
(in den handel verkrijgbaar!)
Men lette vooral op, dat kaas, spek ea
brood vastgespijkerd worden, anders wordt
het weggedragen en is dan voor een groo-
ter of kleiner deel verloren, wat niet noo
dig is.
Op de voederplank (zie maar!) komen
meezen, roodborstjes, merels, spreeuwen,
heggemusschen en andere. Het is waar, de
musschen komen ook, maar willen we die
er buiten houden, span dan eens 'n zwarte
draad over de rand van de plank, dwars
over de plank heen. Dan blijven ze ge
woonlijk weg. Ik zeg gewoonlijk. Sommige
brutaaltje* komen toch; zij laten zich niet
foppen. Maar velen zien zoo'n valstrik en
vliegen neen.
Vreemd is het, maar de vinken wagen
zich niet op de vloerplank. Men strooit
voor deze hongerlijdenjes raapzaad uit
or den grond en voor de lijstersoorten fijn
gesneden schillen van appels en peren;
van bananen of half verrotte vruchten, die
anders alweer weggeworpen zouden wor
den.
Lijsters zijn dol op lijsterbessen of bes
sen van de meidoorn, welke rijp en goed
gedroogd, geplukt en onder wit zand weg
geborgen, lang goed blijven.
En dan, nog wat!
Bij vorst vergete men niet een ondiepe
bak met versch water iederen dag gereed
te zetten, daar tal van vogels bij streng
v/interweer veel behoefte hebben aan drin
ken en baden.
Doet ge zoo, dan zal een heerlijk loon
Uw deel zijn en wel een druk en vroolijk
vogelleven in somberen wiintertijd in Uwe
omgeving en dan.... zoo als ik in den
aanhef zei: het is onze plicht de vogels te
beschermen uit liefde voor de natuur en
haar schepselen en ten voordeele van
bosch en veld en tuin.
Door dit lange art. moet voor vandaag
de Correspondentie vervallen en myn ver
haal en het verhaal van Gerard Keizer
.èn „Wie vraagt, wij antwoorden".
Oom Wim.