HET IJS OP DE GROOTE RIVIEREN.
Het geluk ligt in de
sneeuw
Een hevige explosie verwoestte te Algiers een der restaurants den Stadsschouwburg te Amsterdam wordt op 1 Januari a s. de tradltio-
Een persoon werd gedood, twintig gewond. Dp ruïne na het neele opvoering van Vondel', .Gysbiecht van Aemstel" gegeven. Een
ongeval scène voor de kloosterpoort
„Werpt geen vuil in de grachten* wordt den Amsterdammer geleerd, doch
het vuilnis op het ijs in de grachten der binnenstad bewijst, dat de bewoners
zieh van dit devies weinig aantrekken
„Een bijt in het ijs en de visch bijt". Een tafreeltje op de
Lek bij Schoonhoven, waar het ijs nog niet gebroken is, zoo
dat menig vischje verschalkt kon worden
De strijd tusschen Milaan en Brussel tijdens het internationaal
ijshockey-tournooi te St. Moritz, waar de meest op den voor
grond tredende clubs vertegenwoordigd zijn
De demonstraties
in Dpboeti ten
gunste van Frank
rijk zijn gedurende
de laatste dagen
talrijk
De burgemeester van Bussum, de heer H. de Bordes, heeft Donderdag als
zoodanig afscheid genomen. Burgemeester De Bordes tijdens zijn afscheids
rede tot den raad en genoodiqden
FEUILLETON
Een Wintersportroman
van
PETER KRAYENBüHL.
(Nadruk verboden).
2)
Toen Koltschek smadelijk werd verraden,
vluchtte ze, nou.... en toen verrasten op
een goeden ochtend vreemde bergbeklim
mers haar, terwijl ze niet ver van hier pro
beerde om die top daar vanuit een kloof
in de lucht te laten springen. Verstandig
heid is nu eenmaal haar sterkste eigenschap
niet, ten minste niet, wat wij zoo onder
verstand verstaan..
Wederom verdween ze voor een jaar, toen
dook ze plotseling opnieuw op, engageerde
houthakkers en timmerlui, kocht daar bo
ven de geheele helling tegen grof geld en
het bosch er onder bovendien en in korten
tijd verrees daar toen dat duistere blok
huis. Ja en sindsdien heeft ze zich hier
geheel en al ingeburgerd, al is de toestand
dan eigenlijk zoo, dat iemand, die toeval
lig haar weg kruist, nooit precies weet, of
hü nu een mensch van vleescb en bloed
of een of anderen boschgeest voor zich
hééft..— Wat? O nee, daarin vergist u zich.
baron! Ze heeft alle menschen volkomen op
haar hand! U moet in het dorp niet pro-
beeren één woord kwaad van Petra te zeg
gen, want dan riskeert u uw gezonde bot
ten! Als een koe niet kan kalven of een
of andere dorpeling aan een onbekende
ziekte lijdt, dan komt meestal eerst Petra
en dan mijn persoontje, de dokter.... Wij
begrijpen elkaar, maar nog liever vermij
den we elkaar....
Ze leidt den dorpsstier, alsof het een
kind is en in den zaaitijd vragen de boe
ren om den eersten worp uit haar hand.
U moest Petra eens zien melken! Voor
mij zelf heeft ze met de wichelroede naar
water gezocht, toen ik twee jaar geleden
n-.'n huis liet bouwen.... Toch geloof ik,
dat ze den laatsten tijd wat veranderd is;
ze schijnt wat kalmer te zijn geworden.
Het niet oninteressante verhaal van den
medicus wekt zoowel twijfel als verbazing,
al naar den aard, de herkomst en de toe
komst van de luisterende hotelgasten.
De laatste extravagance van alle ge-
blaseerden: Terug naar de natuur! Ik dank
jet zegt Girsholm, die zelf van alles blasé
is Zijn ontmoeting met Petra en haar raad
selachtige opmerking, laten hem nog geen
rust.
Zou ze de toekomst kunnen voorspel
len en geesten kunnen opwekken? wil de
ongedurige Brigitte weten, een flapper,
hunkerend naar romantiek en fantasie.
Girsholm klemt zijn monocle vaster in het
oog en staart haar verbaasd aan.
Vierhonderd jaar geleden zou men
haar als heks op den brandstapel hebben
gebracht, meent dr. Muschle, die in het
maatschappelijk leven griffier aan een klein
Saksisch kantongerecht is.
En ik zou ba^r als vriendin willen
hebben, denkt, eeni*gszins afzijdig Grace
Arlen, een jonge Engelsche miss. die
slechts een korte trip naar Kaiserhof in
St. Valentin heeft gemaakt. Want eigen
lijk hoort ze met haar vader thuis in het
Grand Hotel van het naburige Antonswil.
In stilte neemt Grace zich voor, Petra bij
de eerste de beste gelegenheid, die zich
daartoe biedt, op te zoeken.
Een zeldzaam bloeddorstig mensch,
die meneer de griffier! stoort Girsholm
zacht fluisterend haar overpleinzing.
Maar wat denkt u van onze vrouwelijke
berggeest?
Of die Petra nu blasé is of een heks
of wat dan ook,'kan me minder schelen.
Hoofdzaak is, dat haar oog het hart der
aarde nabij schijnt te zijn en dat is on
getwijfeld iets groots en zeldzaams, ja
dat is een groote genade
Dieter in de sneeuw.
Terwijl men beneden in Kaiserhof de
raadselachtige figuur der baltische vreem
delinge onder den loupe neemt, onder
breekt Petra aan den voet van het „Helle
Joch" haar razende vaart, werpt zich jui
chend in den bocht om daarna met een ruk
stii te staan. Dan trekt ze de zeehonden
vellen over haar ski's om de steille helling
te beklimmen.
Boven op den tweeden bergrug onder
den grooten top bindt ze af, gooit haar
latten naast zich neer, ontdoet zich van
haar liederen jekker en wollen vest en
wrijft haar armen flink met sneeuw in.
In haar rugzak vindt ze appels en brood
en bovendien iets vloeibaars, dat scherp
in de keel brandt. Dan legt ze zich op haar
rug in de sneeuw, de armen onder hel
hoofd gevouwen. Het spel van de middag
zon op de, door sneeuw gekoelde huid is
een prikkelend genot, dat elke zenuv spant
en het geheele lichaam nieuwe kracht
geeft.
De met ijs bedekte Kaiserplatz breekt
de helle zonnestralen, die in bonte kleuren
op de Rothornalm vallen. Om den steilen
Annenrots trekt de wind weerbarstige ne
velsluiers, de Lange Finger verheft zich
dreigend in een valsch licht en slechts het
Satanshorn ligt in diepe, indigodonkere
schaduwen. De Blaue Wand kleurt zich
meer en meer.
Petra droomt. Ze heeft een dwerg met
een bult en een achthoekigen monocle bij
zijn vestje en zet hem aan een ijsreus, die
op een fluit blaast en een rok draagt, als
voedsel voor....
Een krakende donderslag in haar on
middellijke nabijheid doet haar wakker
schrikken.
Verdraaid! Kunnen jullie niet stil
zijn, als ik....
Van de noordelijke helling van den Schle-
henkamm is een lawine omlaag gestort
en in de smalle kloof, welke het Helle
Joch van de Antonshoogte scheidt, terecht
gekomen. Petra staat op, eerst nog wat
traag, maar dan strekt zij haar armen naar
voren en maakt achter elkaar een serie
diepe kniebuigingen. Bij de zesde maal
breekt zij haar vrije oefeningen echter plot
seling af....
Haar scherp oog heeft een donkere stip
ontdekt iets zwarts ontsiert de smette-
looze witte pastelglans van den Blaue
Wand, juist daar, waar deze een knik ver
toont en zacht glooiend naar het dorp St.
Valentin afloopt. De stip beweegt zich
zelfs.
Dan aarzelt Petra niet langer; innerlijk
heeft ze ergens een geheime klok, die haar
nooit zonder reden en steeds stipt op tyd
waarschuwt.
In tien seconden heeft ze haar ski's
aangeboden en het volgende oogenblik suist
ze weg, diep in de knieën doorbuigend.
Binnen twee minuten in sneltrein tempo
is ze aan den overkant, waar de korte
helling naar boven spoedig is genomen.
Voor haar ligt het lichaam van een jon
geman in een blauw Noorsch ski-pak. Zijn
muts ligt tien meter hooger op de helling;
het rood-blonde haar hangt gedeeltelijk
over het breede, licht gewelfde voorhoofd.
Aan zijn linkerslaap kleeft bloed; een der
stokken heeft hem bij den val verwond.
Petra knielt bij hem neer, ontbloot de
borst van den verongelukte en constateert
hartslag en pols. Hij steunt zachtjes....
De even geopende mond heeft om de
smalle lippen een kinderlijk kuische trek.
De neus is kort en recht met een fijne boog
by de vleugels.
Petra steunt het achterover gevallen
hoofd, zet hem een, met cognac gevulde
veldflesch aan den mond en constateert tot
haar bevrediging, hoe hij gretig slikt. Met
haar krachtige linkerhand wrijft zy over
het voorhoofd van den vreemdeling.
Het duurt niet lang, of hij slaat de oogen
op; verwonderd glijdt zijn blik over het
donkere gelaat '-an de vrouw, die zich
over hem heen heeft gebogen.
Ach. neemt u me niet kwalijk, ik ge
loofzegt hij fluisterend.
De luchtdruk van die lawine daar
heeft u tegen den bergwand geslingerd. U
mag van geluk spreken Het is nogal licht
zinnig om op die steile plaats hier zonder
het roode touw rond te wandelen....
U hebt gelijk.... natuurlijk, neemt u
me niet kwalijk, maar.En slechts aarze
lend komt het van zijn lippen: -= Hebt u
misschien wat te eten?
(Wordt vervolgd).