HERDENKING VAN ..DINGAANSDAG".
EEN KORTE DROOM
S)e ÊGicbdieöoti^cmt
Jhr. H. van den Bosch vierde Vrijdag zijn 25 jarig jubileum als burgemeester der gemeente
Leersum. bij welke gelegenheid de schooljeugd den jubilaris en zijn echtgenoote een zanghulde
bracht
Ter gelegenheid van den 1Ö0sten Dingaansdag vond Vrijdag op de Zuid
Afrikaansche legatie te Den Haag een receptie plaats. Minister mr J A. de
Wilde en de gezant, dr. H. D. van Broekhuizen, in gezelschap van eenige
dames in voortrekkers-costuum
De nieuw benoemde burgemeester van
Ede, de heer L. R. Middelberg, is
Vrijdag als zoodanig geïnstalleerd. Ce
loco burgemeester, de heer W. S.
Voorthuizen, hangt den nieuwen bur
gervader den ambtsketen om
in het Rijkstere.oonKanioor aan de
5pu straat te Amsterdam zijn eenige
telefonisten specaal belast met het
aannemen van gesprekken, waarmede
op de lagere scholen in verschillende
plaatsen thans onderricht in telefoneeren
wordt gegeven
De Academie Francaise hield dezer dagen haar |aarlijk-
sche zitting ter uitdeeling van de prijzen, welke in het
afgeloopen jaar zijn toegekend. André Bellessort tijdens
zijn rede
Uitgaande van den Rijks telefoondienst wordt op de lagere scholen in ver
schillende plaatsen onderricht in telefoneeren gegeven. Leerlingen van een
der lagere scholen te Hilversum vragen een gesprek met Amsterdam aan
Toen de uitslag van de stemming in het Memel-gebied bekend werd, ver
trokken zeer vele Joodsche inwoners in allerijl naar het buitenland, bevreesd
voor moeilijkheden. Een der hoog opgeladen verhuiswagens, gereed voor vertrek
FEUILLETON
door
ANNY VAM PANHUYS.
25)
Heribert kon niet ancers dan haar gelijk
geven: zyn veriovingsbericht mocht niet
een soort van sensatienieuwtje worden voor
roddelende kennissen. Hij legde zich bij hel
uitstel neer, te meer daar zijn tante aan
bood freule Pereny tactvol van een en an
der op de hoogte te ort-ngen.
En ook Marina vond Lei uitstekend, nog
enkele maanden te wachten, en zy reisde
daarna met mevrouw on Kawitz naar een
klein badplaatsje aan den Rijn, met ver
langen uitziend naa, Let oogentiik, dal
Heribert haar zou toepen.
En ny riep naar vroeger dan zy' zelf had
durven hopen.
Het was in de laatste dagen van Juli, dat
Heribert schreef: „Kom liefste, dar vieren
we onze verloving, ik verlang zoo ondrage
lijk naar je!"
Toen liet Marina in alelrijl haar koffers
pakken, keerde terug naar Frankfurt en
nam haar intrek in hetzelfde hotel, waar
ze de eerste maal gelogeerd had.
Nu volgden heerlijke dagen, de ééne al
rijker aan geluk dan de andere, en er be
gon al iets uit te lekken van de op handen
zijnde verloving.
De kennissen en buren van prins Heri
bert stonden verbaasd. Wie was dat: gra
vin Pereny?
Niemand kende haar, niemand herinner
de zich, dien naam ooit eerder gehoord te
hebben.
Iedereen was even nieuwsgierig. Maar
men kwam niet veel bijzonderheden te we
ten. Niet anders, dan dat Hortense Pereny
uit een oud Hongaarsch gravengeslacht
stamde, wees was, waarbij blijkbaar eenigs-
zins gefortuneerd, en dat de prins haar ver
moedelijk tijdens zijn reis had leeren ken
nen.
Die reis, die hij immers slechts gemaakt
had om de wilder onberekenbare Jutta von
Talberg te vergeten. Dat was hem blijk
baar nogal spoedig gelukt; hij had zich snel
weten te troosten.
De jonge gravin moest een schitterende
verschijning zijn. De belangstelling voor
haar persoon steeg ten top.
Prinses Alexandra wenschte een verlo
vingsfeest in intiemen kring. Het zou plaats
hebben op keistee! Weidingen, daar de bruid
immers heelemaal geen familie bezat.
De oude prinses had er schik in, wat be
schermend op te treden en het jonge meisje
dat zoo heel alleen op de wereld stond,
zooveel mogelijk te bemoederen. Ze kwam
nu telkens bij haar toekomstige nicht in
Frankfurt op bezoek en Marina had nog
meermalen het deel Hongaarsche geschie
denis moeten bestudeeren, om aan de hand
daarvan een paar aardige anecdoten te fan-
taseeren over den een of anderen Pereny.
want van tijd tot tijd besteeg de goede tan
te Alex steeds weer haar stokpaardje.
Ze verzuimde intusschen ook niet, Ma
rina wegwijs te maken in de geschiedenis
van het huis Dettenburg-Weidingen en Ma
nna vergat meer en meer. dat ze in wer
kelijkheid slechts een onbekenden, burger
lijken naam droeg. Ze begon aristocratisch
te denken, voelde zich solidair met alles
wat een adellijken titel droeg en haar gra
felijke naam scheen zóózeer haar eigen
dom te worden, of ze dien van haar ge
boorte af gedragen had. En wat haar eerst
een onverdiend geschenk van het lot had
geschenen, de liefde van den prins, leek
haar nu weliswaar nog kostbaar, maar toch
vanzelfsprekend: iets dat haar rechtens toe
kwam.
Haar goede oude adel was het volko
men waard, met een prinsenkroon verbon
den te worden.
Marina werd in deze dagen een beetje
hoogmoedig en wanneer ze zich herinnerde
wat ze vroeger was geweest, was het haar
of ze terugdacht aan een droom.
„Je moet nu je papieren eens laten ko
men, liefste", zei Herilert op zekeren dag.
„Op onze publieke verloving kan dan bin
nen enkele maanden ons huwelijk volgen."
Ze knikte.
„We kunnen trouwen wanneer je wilt,
want ik ben in het bezit van mijn papieren;
ik neem die altijd overal mee, omdat je in
het buitenland nooit kunt weten of je je
misschien eens uitvoerig moet kunnen legi-
timeeren."
„Wat verstandig van je, Hortense", prees
hij, en verzocht haar toen, hem de papieren
ten laten zien.
Toen Marina ze hem overreikte, verloor
ze toch voor een kort oogenblik haar ge
wone zekerheid en met spanning keek ze
naar zijn gezicht, of Tiem mischien het een
ot ander opviel, dat niet in orde was. Maar
Heribert's gelaatsuitdrukking veranderde
niet in het geringste, terwijl hij een en an
der vluchtig doorlas.-en -ze herademde ver
licht toen hij ze haar teruggaf.
„Het is allemaal keurig in orde, Hor
tense, zoover ik kan beoordeelen; ik zal
natuurlijk nog informeeren of dit alles vol
doende is. Cnz-» ondertrouw zal wel vlot
en zonder moeilijkheden kunnen plaats vin
den."
Nogmaals herademde ze heimelijk. Door
zijn woorden schenen dé laatste angsten en
bezwaren uit den weg te worden geruimd.
Ei leek geen gevaar meer te bestaan, dat
de waarheid aan het licht zou komen en
ze behoefde blijkbaar niet meer te vreezen.
dat iets haar huwelijk in den weg zou
kunnen staan. Ze was nu volkomen zeker
van haar zaak.
Langzamerhand leerde Marina nu ook
verschillende familieleden van den prins
kennen, die bijzonder met haar ingenomen
schenen. Vooral vorst Joachim Dettenbuvch
wiens bezit in de omgeving van Kassei lag.
Hij was het hoofd van den oudsten tak
der Dettenburgs, Heribert behoorde tot een
jongere lijn.
Vorst Joachim had een markant, scherp-
besneden gezicht, en droeg voortdurend een
monocle in het rechteroog. Daardoor nam
hij Marina critisch op.
„Ik moet toch eens precies zien, wat He
ribert tegenwoordig voor 'n smaak heeft",
merkte hij fluisterend tegen prinses Alex
andra op. Daarna knikte hij zijn jongen
neef goedkeurend toe.
„Je hebt geen slechten keus gemaakt
jongen dat is edelras."
Heribert hoorde zooiets graag, en het
leek hem nu een booze, dwaze droom dat
hy ooit een schaduw van wantrouwen je
gens zijn uitverkorene had gevoeld.
Wat was hij door haar gelukkig gewor
den! Het was of hij door haar liefde een
nieuw leven was binnengegaan en hij ver
langde vurig naar den tijd, dat ze hier op
Weidingen als slotvrouwe zou heerschen.
Hij had zich vóórdien nooit heel veel be
kommerd om het onmiddellijk beheer van
de groote landerijen, die bij het kasteel be
hoorden; nu wilde hij een goede landheer
worden, hij wilde zijn bezit in stand hou
den en uitbreiden voor de nieuwe genera
tie, voor de Dettenburgers, die n a hem zou
den komen
Een fiere, voorname, en toch zoo onuit-
sprekelijk-lieftallige kasteelvrouwe zou zij
zijn, z'n mooie, schitterende Hortense. O,
het geluk had hem dan toch niet voorgoed
verlaten, zooals hij in de donkere dagen,
die achter hem lagen, zoo dikwijls wanho
pig had gevreesd.
Op het verlovingsfeest waren behalve
vorst Joachim en een verre nicht, die er
gens in het Zwarte Woud in een klooster
pension woonde, slechts enkele intieme
bevriende buren genoodigd. Een baron
Lerch zu Lerchenstein met zijn vrouw en
landraad von Grusingen met zijn niet meer
jonge, een weinig mismaakte dochter. An
ders niemand.
Marina reed met mevrouw von Kawitz
naar Weidingen en onder haar mantel droeg
ze een witsatijnen japon zonder eenige ver
siering, die haar cachet uitslutend ontleen
de aan de prachtige coupe. Prins Heribert
was verrukt, toen hij haar zoo zag.
Glad en eenvoudig sloot het glanzende
wit om haar prachtige gestalte, en deze ge
wilde eenvoud deed het schitterende rood
gouden haar des te verrasender uitkomen.
Als een glanzende kroon sloten de korte
krullen om het smalle hoofdje.
„Edelras". herhaalde vorst Joachim ook
vandaag weer, en glimlachend voegde hij
erbij: „De Dettenburgs waren van ouds
her knappe kerels, maar hun vrouwen
muntten tot dusver niet uit door al te groo
te bekoorlijkheid. Het werd waarachtig
tijd, dat Heribert eens met deze tradilit
brak." (Wordt vervolgd).