Prov. Staten van Zuid-Holland Wilt U iets weten? STADS NIEUWS AGENDA DONDERDAG 15 DECEMBER 1938 DE PDSCWE CO!i?ANT EERSTE BLAD - PAG. 2 REGENACHTIG. De Bilt seint: Verwachting: Voor het Westen van het land: tot ma tig of krachtig toenemende Zuid-Oostelij ke tot Zuidelijke wind, zwaar bewolkt of betrokken weer, met waarschijnlijk eenige regen, weinig verandering in temperatuur. Voor het Oosten van het land: Tot matig of krachtig toenemende Zpid-Oostelijke tot Zuidelijke wind, zwaar bewolkt of be trokken weer, geen regen van beteekenis, weinig verandering in temperatuur. Den Helder: lichte regen, O. Z. O. matige wind 4 gr. C. Vlissingen: betrokken Z. Z. O. zwakke wind 8 gr. c. De Bilt: zwaar bewolkt Z. O. matige wind 3 gr. C. Groningen: betrokken Z. O. matige wind 2 gr. C. Maastricht: zwaar bewolkt, windstil 3 gr. C. BUITSCHLANDSCH WEERSOVERZICHT. Het gebied van hoogeluchtdruk over het Noord-Oostelijke deel van het waarne mingsgebied neemt nog steeds verder in beteekenis toe. In Midden-Ru6land komen barometerstanden van 1065 m.b. (bijna 800 mm.) voor. Op den Oceaan ontwikkelde zich gisteren een nieuwe stormdepressie, welke hedenmorgen ten Westen van de Britsche Eilanden lag en aldaar den lucht druk snel deed dalen en op Ierland regen veroorzaakte. De wind waait er krachtig tot stormachtig uit het Zuiden. In Frank rijk, het Zuid-Westen van ons land, Ier land, langs de Noorsche kust en in het En- ge!rche kustgebied is het weer nog zeer zacht, in het binnenland van Engeland v/erd hedenmorgen echter plaatselijk lich te vorst gemeld. Ook In Midden-Scandina- vië nam de vorst toe, terwijl zeer koude luchtmassa's uit Rusland in het Oosten van het waarnemingsgebied doordringen. He denmorgen was de temperatuur ten Oos ten van Berlijn overal onder het vries punt, in Polen nam de vorst reeds tot ma tig toe. Verder kwam ook in Zuid-Duitsch- land en Zwitserland hedenmorgen lichte vorst voor. Regen van eenige beteekenis werd in het af*eloooen etmaal alleen door Bri+-che en West-Fransche stations ge meld. LUCHTTEMPERATUUR. 5.3 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.: Van Donderdasnamiddag 4.17 ur tot Vrijdagmorgen 7.34 uur. HoOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 16 Dec. voorm. 8.40 en nam. 9.05 uur. Maan op 2.20 uur Vrijdagnacht. Maan onder 12.47 uur Vrijdagmiddag. Vraag: Inzake Klaverjassen. A partij Apartij B. (spel 1500 p.). Par- tö A moet nog 115 punten halen om het spel te winnen, maar partij B heeft 150 roem in handen. Deze 115 punten worden door A gehaald (inclusief den laatsten slag). Er is dus niet gedekt. Partij A had 114 punten plus stuk (134 punten). Partij B had 48 punten plus 150 roem is 198 pun ten, en is intusschen ook uit (1500 p.) en komt zelfs hooger in aantal punten dan A. Het partij A met den laatsten slag nu de partij gewonnen of? B. Tevens zou ik U nog willen vragen of een vijfkaart boven 4 gelijken gaat en C. of een vijfkaart en een zeskaart beide 100 punten zijn. A n t w o o rd A.: Wanneer het spel gewoon uitgespeeld wordt, is degene,* die het hoogste aantal punten over heeft, win naar. B. een vijfkaart gaat boven viersgelij- ken; immers viersgelijken is in zekerfe zin ook slechts een vierkaart. C. Zonder afspraak telt een zes-, zeven- of achtkaart geregeld 100 punten meer. Maar zeer veel worden ze alle met een vijf kaart gelijk gesteld. Vergadering van gisteren. In'de gisteren gehouden vergadering van de Prov. Staten heeft de heer De Bruin (Ged. Staten) de motie-van Voorst tot Voorst inzake wijziging van het poldsr- reglement bestreden in de motie worden Ged. Staten uitgenoodigd een wijziging van het polderreglement voor te bereiden, welke den vrijdom van polderlasten van openbare wegen opheft, voorzoover die vrijdom niet bestond bij de invoering van het Provinciale Wegenplan. Spr. schetste de beteekenis van den mo dernen weg voor het polderland, waardoor het transport van lanobouwproducten en andere goederen voor de bevolking veel economischer is geworden Het argument, dat men zoo moeilijk vergunning voor uit wegen naar den verkeersweg kan krijgen er. dat daarom deze weg zoo weinig waarde heeft voor de omwonenden, gaat stellig niet op. Tot nu toe is geen aanvraag voor een uitweg geweigerd doch men kan niet verlengen, dat langs de verkeerswegen in het vlakke land maar overal huizen worden gebouw en toegangen tot den verkeersweg gescnapen. De gronden in de polders on dergaan door modernen wegenaanleg een aanmerkelijKfc waardevermeerdering, waar tegenover de enkele centen per hectare aan meerdere polderlasten in het niet verzin ken. Van 21 polders komt er voor elf de verhoogi.,g als gevolg \an aanleg van pro vinciale wegen op nog geen 10 cent per hectare, voor 18 van de 21 blyft zij bene den de 15 cent en voor 3 polders komt zij neer op een verhooging van 1525 cent. Afschaffing daarentegen zou de provin ciale begrooting met 20 (>00 belasten. Spr. moet op grond van een en ander de aanneming van de motie ernstig ontraden. In repliek wees de heer Schilthuis vV.D nog op het belang, dat de open bare wegen hebben bij een niet te hoog waterpeil in het polderlard. Bij de door den hetr De Bruin genoemde verhoogin gen dient ook de invloed van den vrijdom voor de tijkswegen te worden gerekend en dan komt men op ongeveer 40 cent verhoo ging per hectare terwijl de provinciale be grooting met niet meer dan 10.000 extra zou worden belast door de afschrijving van dien vrijdom. De heer Van Voorst tot Voorst (R.K.) verdedigt nader zijn motie. De heer Van der Bas ,A.R.) acht het recht en billijk, dat rijk en provincie meebetalen aan de polderlasten De heer Rijlaarsdam (N.S.B.) betoogt, dat de boerenstand systematisch wordt achtergesteld en dat alles moet worden ge daan om de lasten van de boeren te ver lichten. Na dupliek van den heer De Bruin wordt de motie-Van Voorst tot Voorst met 42 tegen 27 stemmen aangenomen. Bij hst voorstel tot het verleenen van pro vinciale subsidie in de kosten van herstel van monumenten hebben de heeren Heie mans (C.H.) en Van Asch van Wijck (A.R.) bezwaar gemaakt tegen het stellen van bijzondere voorwaarden aan snm- mge suosidies. De heer Sandifort (S.D.) sloot zich daarbij aan en was van oordeel, dat dergelijke voorwaarden voor allen be hoorden te gelden. Na de heropening der vergadering werdt de behandeling voortgezet van het voorstel van Gedeputeerde Staten tot het verleenen van provinciale subsidies in de kosten van herstel van monumenten van geschiedenis en/of kunst. De heer Schmal (Ged. Ötaten) zegt dat zooveel mogelijk met de wenschen van de verschillende sprekers rekening zal worden gehouden. Spr. gelooft niet, dat de toestand zoo ernstig is als door de sprekers is afge schilderd. Eerst moet hei Rijk subsidie ver leenen en dan volgt eventueel de provincie. Aan de orde is vervolgens het voorstel tot bijdrage in de kosten van droog making van den Noordschen Buurtpolder onder de gemeente Zevenhoven goed gekeurd. De heer Folmer (C.H.) wenscht meer gegevens. Hij juicht dit belangrijke plan van werkverschatiing toe en heeft geen bezwaren tegen een provinciale bij drage van 85.500, zooals is voorgesteld. Spr. dringt aan op een reent van verkoop, dat moet worden toegekend aan de eigena ren van gronden bij d4i plan betrokken. De heer v. Bas (A.R zeide te zullen voorstemmen, omdat dit p an 500 man ar beid zal verschaffen, maar hij meent, dat de gronden te duur gekocht worden. De heer v. d. Weijden (R.K.) juicht bet voorstel van harte toe en wijst er op, dat dergelijke objecten ook in andere provin ciën worden uitgevoerd. De heer Jansen Maneschijn (A.R.) wenscht evenals de heei Folmer meer ge gevens. üen sprekers, die zich gekant heb ben tegen de uitvoering in werkverschaf fing, antwoordt hij, dai het hier niet an ders kan. De provinciale subsidie lijkt spr. volkomen verantwoord. De heer Henkels (Geo. Staten) stelt vast, dat de instemming met dit voorstel alge meen is. Het was dit college niet mogelijk geweest meer gegevens te verstrekken, om dat het niet wenschelijk is over de waarde van de gronden gegeven^ te verstrekken. Z. h. st. wordt hel voorsiel aangenomen. Aan de ordt is een voorstel om maximaal 1 35.000 uit de provinciale kas beschikbaar te stellen. Over den verkoop van een provinciaal terrein te Leiden voert de heer Wilbrink (C.H.) het woord. Het terrein is gelegen aan den Hoogen Rijndijk ten Zuidwesten van de Wilhelminabrug, groot 28.888 M2. Voorgesteld wordt het terrein te verkoo- pen aan N. A. van Zijp te Leiden voor 65.000. Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen. Zonder discussie en z.h.st. worden eenige punten afgedaan. Aan ae orde is daarna het wegenverslag 1938. De heer Trouw (Lib.) heeft in het alge meen groerte waardeering voor dit verslag. Hij maakt enige opmerkingen over de wegen op do eilanden. De heer le Bruin vGed Staten) beant woordt den spreker Z.h.st. w: rdt het betreffende voorstel aanvaard, e enals wijzigingen van het pro vinciaal en tertiair wegenplan. Z.h.st. wo dt eveneens aanvaar^ de toe kenning aan het Rijk van een provinciale bijdrage in de kosten van den bouw van een nieuwe Hoori.brug te Rijswijk (Z.H.). Deze bijdrage is b;paaki op f 100.000 met dien verstarde even wei, dat dit bedrag zal worden verhoogd, dan wel verlaagd met het verschil in de on-uerhouds- en bedie- r.ingskosten van de bestaande Hoornbrug er. de. te bouwen brug. De voorzitter sluit Je vergadering, die hedenochtend om 11 uur zal worden voort gezet. Vergadering van heden. In de vergadering van Prov. Staten zijn heden de algemeene beschouwingen gehou den over de begrooting voor 1939. De heer Ter Laan (o.D.j zegt dat Zuid- Holland net laagst is met de opcenten en is er z.i geen reden tot verlaging der op centen ovei te gaan. mede met het oog op de groote behoefte naar werk. Aan de hand van het verslag van de rijks commissie van aavies voer werkverschaf fing en werkverruiming in Zuid-Holland betoogt spr. dat de beteekenis van deze werkzaamheden niet bijzonder groot is. Spr. bepleit een rondrijweg voor de Ree- wijksche plassen en vraagt of het juist is dat er een nieuw droogmakingsplan bestaat. WAT ONZE VEILIGHEID KOST IN LEIDEN WORDEN RELATIEF-HOOGE BEDRAGEN VEREISCHT. Een vergelijking met andere steden. Tot de belangrijkste, maar zeker ook tot de dankbaarste verplichtingen van elk stadsbestuur behoort de zorg voor de open bare veiligheid. Voor weinig andere onder deden van de gemeentelijke huishouding offert de burgerij met zooveel genoegen of althans met zoo weinig misnoegen haar belastingpenningen. Wat niet weg neemt, dat zij ook daarbij graag zuinigheid betracht zal zien. Toch is de vraag, welke bedragen ter wille van de openbare veiligheid moeten worden uitgegeven, er niet alleen een van zuinigheid. De ééne stad heeft nu eenmaal meer politietoezicht nóódig dan de andere. Dat behoeft niet te wijzen op grootere mis dadigheid bij de ééne en grootere braaf heid bij de andere stadsbevolking maar het houdt vooral verband met de wijze van stads-aanleg, de dichtheid der bebouwing, de verkeersdrukte in het algemeen, het al of niet doorkruist worden door adres voor doorgaand verkeer, en dergelijke factoren. Voor de burgerij echter is niet* de hoofd zaak of de openbare veiligheid al of niet noodwendig duur móet zijn, maar of ze duur is. En zoo bezien, neemt Leiden geen gunstige plaats in, daar de kosten voor de openbare veiligheid in onze stad relatief hoog zijn, zooals een vergelijking laat zien met de beide andere Zuid-Hollandsche ste den van ongeveer gelijk zielenaantal, n.l, Dordrecht en Schiedam. De kosten voor de openbare veiligheid bestaan uit die voor het politietoezicht in den ruimsten zin, voor de brandweer en voor de straatverlichting. Wat de politie betreft, wordt de hoofdschotel van de uit gaven gevormd door dt salarissen en toe lagen aan de inspecteurs, agenten en hoofd agenten, rechercheurs, en administratieve ambtenaren. Dit corps bestaat in Leiden uit 158 man, Dordrecht uit 118 en in Schiedam uit 101 man. Aan salarissen en toelagen zal in 1939 aan hen worden uitbetaald in: Leiden ƒ319.648 Dordrecht 238.065 Schiedam 215.800 Schakelen wij, om de vergelijking ge makkelijker te maken, den storenden in vloed van het verschillend inwonertal uit, en berekenen wij deze uitgaven daarom per duizend zielen, dan blijken de politie-sa- larissen te kosten in: Leiden 4.203 Dordrecht 3.890 Schiedam 3.455 In deze uitgaven staat het Leische cijfer aan de spits, hetgeen ook het geval is met de kosten voor kleeding en uitrusting van het politiecorps. Daaraan zullen we in Lei den in 1939 moeten besteden 19.979, ter- wyl Dordrecht slechts 10.830 en Schie dam 14.930 hieraan zal uitgeven. Per dui zend inwoners komt dat neer op: Leiden 262 Dordrecht 177 Schiedam 239 Van het totaal der uitgaven vormen de ze kleeding- en uitrustingskosten geen hoofdbestanddeel, maar niettemin verdient het aandacht, hoezeer deze uitgaven pro centueel uitéénwijken en welk een onge- Kan er in deze provincie niet meer wor den gedaan op het geoied van werkver schaffing en werkverruiming? Spr. is overtuigd van ja en toont dit aan met citaten uit het plan-Westhoff. Dit is sprekers laatste redevoering bij gen prov. begrooting, want hij zal in de Staten niet terugkeeren. De heer Rijlaarsdam (N.S.B.) maakt eenige opmerkingen over de bestrijding van ziekten onder het vee. Hij wenscht een verhooging van de vergoeding voor het af slachten van tuberculeus vee, welken wensch hij in een motie tot uitdrukking heeft gebracht. De heer Van Eek (o.D.) pleit voor het verleenen van subsidie aan het provinciaal drankweer comité. Spr. dient een motie in mede namens eenige andere leden, om op de begrooting een bedrag van f 905 voor dit doel te bren gen. Geiijk aan dit bedrag op de begroo ting van 1938. De heer Drost (Lib.) brengt hulde aan het financieele beleid van Gedeputeerden en voor ae uitgevoerde werken. De heer Folmer (C.H.) brengt hulde aan de rijkscommissie van advies voor werk verschaffing en werkvergunning, al is hij van meening, dat het aantal tewerkgestel- den betrekkelijk gering is in verhouding tot het aantal werkloozpn. Van het plan-Westhoff zal Zuid-Holland minder profiteeren dan andere provincies, waar meer werkgelegenheid is dan in deze provincie. Wat den financieelen toestand betreft, kan spreker zich in het algemeen vereenigen met het betoog van der. heer Drost. Hij is .óór het verleenen van subsidie aan het drankweer comité en behoort tot de mede-onderteekenaars van de motie-van Eek. De voorzitter schorst hierop de zitting. lijke verhouding er ook bestaat tusschen deze* kosten in elke stad en den omvang van het politiecorps. Veel minder onderlin ge afwijking vertoonen de kosten voor de politiebureaux en de z.g. wachtgebouwen. Het onderhoud, de verlichting en verwar ming van deze bureaux zal n.l. in Leiden 8.749 vergen tegen 7.850 in Dordrecht en 8.920 in Schiedam. Per duizend inwoners beloopen deze kosten dus in: Leiden 115 Dordrecht 128 Schiedam 143 In dit opzicht weet men in Leiden de uit gaven dus het meest beperkt te houden. De brandweer is niet overal op gelijken voet geregeld. Meer en meer gaat men er toe over, politie en brandweer te combinee ren. Waar dat, zooals te onzent reeds geschiedde, zullen de brandweerkosten da len maar de politiekosten zij het ook in mindere mate stijgen. Leiden zal in 1939 aan de brandweer in totaal 8.779 beste den. Dordrecht 18.570, Schiedam 25.200. Per duizend in\voners bedragen dientenge- volgede de brandweerkosten in: Leiden 115 Dordrecht 303 Schiedam 403 Combineeren wij, om de hierboven aange geven reden, de kosten voor politie en brandweer, dan komen wij dus tot de vol gende bedraggn per duizend inwoners: Leiden 4.695 Dordrecht 4.498 Schiedam 4.239 Veel grooter dan bij deze cijfers Is het verschil bij de kosten voor de openbare verlichting, die in onze stad noch uitzon derlijk hoog, npch uitzonderlijk laag zijn. In 1939 zal de straatverlichting hier n.l. f 105.700 vregen, tarwijl Schiedam 101.905 tot dit doel zal moeten uitge ven terwijl Dordrecht evenwel met 35.225 kan volstaan. Per duizend in woners is dit: Leiden 1.389 Dordrecht 575 Schiedam 1.631 Deze onderlingen afwijkingen zijn wel opvallend groot. Per duizend inwoners zal Schiedam ten naastenbij het drievoudige moeten uitgeven van Dordrecht! Ten slotte heeft elke gemeente dan ten behoeve van de openbare veiligheid nog een aantal uitgaven te doen, c.a. voor de pensionneering van het personeel voor ren te en aflossing van de stichtingskosten der gebouwen voor politie en (of) brandweer, voor subsidies aan politiescholen, even tueel ook aan burgerwachten e.d., tenge volge waarvan het totaal-bedrag, dat elk der genoemde steden aan de openbare vei ligheid ten kosten moet leggen, in 1939 zal bedragen, in: Schiedam 600.787 Dordrecht 366.692 Schiedam 415.629 Rekenen wij ook deze bedragen om per duizend ingezetenen, dan komen wij tot het volgende eindresultaat: Leiden 7.900 Dodrecht 5.990 Schiedam 6.650 Blijkens deze becijferingen vraagt de openbare veiligheid in Leiden wel gevoeli ge offers van de burgerij, daar Schiedam kan volstaan met 84 pet. en Dordrecht zelfs met 76 pet. van de bedragen, die te onzent pei duizend inwoners onvermijdelijk blij ken te zijn. LEIDEN. Donderdag, Mij. van Toonkunst, het strijk trio Pasquier, Stadsgehoorzaal, 8.15 uur. Donderdag, Bureau-zitting R. K. Reclassee- ringsvereeniging, Gebouw St. Vin- cen dusver., Hoogl. Kerkgracht 32, 89 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der cpothekeken te Leiden wordt van Zaterdag 19 tot en met Vrijdag 16 December a.s. aargenomen door de apotheek P. du Croix, Rapenburg 9, tel. 807. Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek, Wilhelminapark 8, tel. 274. VEREENIGING „OUD-LEIDEN". De omgeving van Leiden in den Romeinschen tijd. De restauratie van den Stadhuisgevel. Hoe oud en grijs en eerbiedwaardig Lei den ook moge zijn, de eer de oudste te heeten onder de plaatsen in Rijnland is haar niet gegund. En terloops heeft dr. Braat, conservator aan het Rijksmuseum van Oudheden, Leiden zelfs ervan be schuldigd een valsche naam te hebben op gegeven en zich ten onrechte te tooien met de titel „Lugdunum Batavorum". Deze ontluistering van onze goede stad heeft plaats gehad op een bijeenkomst een zeer druk bezochte bijeenkomst van de Vereeniging „Oud-Leiden", gisteren avond in de Lakenhal gehouden. Dr. Braat sprak over de omgeving van Leiden in den Romeinschen tijd. Het be grip omgeving had de spreker iets wijder genomen dan gebruik is, vermoedelijk wel om deze reden, dat omtrent de eigen lijke omgeving van Leiden uit dien tijd zoo weinig bekend is. De hoogere strooken aangeslibd klei en zand langs den Rijn zijn zeker reeds vroeg bewoond geweest, en ook de geestgron- den in het duinlandschap. De archaeclogische vondsten in de dui- nem Wassenadr. Katwijk) geschieden diep onder het zand; het nieuwe duin is vaak over het oude duin heengestoven. Van deze verstuiving gaf spr. merkwaardige voorbeelden van onderzoekingen op Schouwen. Eenigszins uitvoeriger stond spr. stil bij de opgravingen op „Ocken- burgh", een mheemsche nederzetting uit het midden van de 2e tot het midden van de 3e eeuw. De Oude Rijn vormde in de eerste eeuwen onzer jaartelling de grens van het Romeinsche Keizerrijk. Lanjs de rivier werden verscheidene castella gebouwd: een groote vlootbasis te Vechten (Fec- tio), en versterkingen te Utrecht (Dam plein), de Meern, Woerden, Bodegraven, Zwammerdam (als men in het tuintje van den stationschef graaft, komt men met een zakvol Romeinsche scherven thuis!), Alphen, Rinenburg (Hazersvvoude) en Roomburg, even buiten Leiden. Dit laat ste moet weer een belangrijke vestiging zijn geweest, omdat aldaar de gracht van Corbulo uitmondde in den Rijn. Ook zijn sporen van Romeinsche vestigingen gevonden te Valkenburg (Torenvliet), te Katwijk en ten slotte de Brittenburg, die nu onder de gclven van de zee begraven ligt. Spr. achtte het niet onmogelijk of on waarschijnlijk, dat de Brittenburg een Ro meinsche vesting was uit de 4e eeuw, toen keizer Julianus nog eens „flink is op getreden" tegen de Germanen, die de ko rentoevoer vanuit Engeland (Brittannië) verhinderden. Merkwaardig waren de luchtphoto's, die spr. vertoonde van het castellum te Vechten en van oude Germaansche wegen '■rond de nederzetting „Ockenburgh"; deze oude sporen teekenen zich, uit de lucht gezien af door een lichte verkleuring in de plantengroei. Interessant was het ook de „verlanding" van de Vliet te velgen, tot aan den ouden Maasmond en het ontstaan van de Linge, als een.dijk. In de pauze werd gaarne gebruik ge maakt van de gelegenheid, door dr. Pe- linck, directeur van de Lakenhal, geboden een kostbaar bruikleen te bezichtigen: een schilderij van Jan Steen, voorstellende de weddenschap tusschen Antonius en Cleo patra, wie het duurste menu kon samen stellen! Na de pauze heeft de heer J. A. L. Bom, hoofdopzichter van de restauratie van den ouden Stadhuisgevel, een lezing gehou den over zijn geliefd werk-object. Na een korte vermelding in jaartallen van de ge schiedenis der gevel, gaf spr. een indruk van de enorme moeilijkheden, die moes ten worden overwonnen, om de uit de verwoesting geredde deelen te classificee- ren en de ontbrekende brokstukken aan te vullen. Met groote toewijding en echt kunstenaarschap is hierbij te-werk ge gaan. Men kan gerust verklaren, dat de nieuwe gevel een grooter kunst-stuk is dan de oude gevel. Ook deze spreker was er op uit de Lei- denaars in het hart van hun hoogmeed te treffen, met de bemerking, dat, als het stadhuis niet was afgebrand er toch bin nen korten tijd een omvangrijke restau ratie zou zijn noodig geweest. De prach tige gevel was namelijk slordig en tame lijk onoordeelkundig tegen de resteerende middeleeuwsche voorgevel geplakt. Pho to's van deze ondegelijke plakkerij toon den zelfs voor leeken duidelijk aan, dat de gevel uiterlijk gaaf, innerlijk rot was. De voorzitter van „Oud-Leiden", prof. dr. Idema, die in zijn openingswoord het overlijden van den oud-voorzitter, prof. Van Blom, had herdacht, bedankte in een puntig slotwoordje de beide lectores van dezen avond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2