Prov. Staten van Zuid-Holland
Wilt U iets weten?
STADS
NIEUWS
AGENDA
DONDERDAG 15 DECEMBER 1938
DE PDSCWE CO!i?ANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
REGENACHTIG.
De Bilt seint:
Verwachting:
Voor het Westen van het land: tot ma
tig of krachtig toenemende Zuid-Oostelij
ke tot Zuidelijke wind, zwaar bewolkt of
betrokken weer, met waarschijnlijk eenige
regen, weinig verandering in temperatuur.
Voor het Oosten van het land: Tot matig
of krachtig toenemende Zpid-Oostelijke
tot Zuidelijke wind, zwaar bewolkt of be
trokken weer, geen regen van beteekenis,
weinig verandering in temperatuur.
Den Helder: lichte regen, O. Z. O. matige
wind 4 gr. C.
Vlissingen: betrokken Z. Z. O. zwakke
wind 8 gr. c.
De Bilt: zwaar bewolkt Z. O. matige wind
3 gr. C.
Groningen: betrokken Z. O. matige wind
2 gr. C.
Maastricht: zwaar bewolkt, windstil 3
gr. C.
BUITSCHLANDSCH WEERSOVERZICHT.
Het gebied van hoogeluchtdruk over het
Noord-Oostelijke deel van het waarne
mingsgebied neemt nog steeds verder in
beteekenis toe. In Midden-Ru6land komen
barometerstanden van 1065 m.b. (bijna 800
mm.) voor. Op den Oceaan ontwikkelde
zich gisteren een nieuwe stormdepressie,
welke hedenmorgen ten Westen van de
Britsche Eilanden lag en aldaar den lucht
druk snel deed dalen en op Ierland regen
veroorzaakte. De wind waait er krachtig
tot stormachtig uit het Zuiden. In Frank
rijk, het Zuid-Westen van ons land, Ier
land, langs de Noorsche kust en in het En-
ge!rche kustgebied is het weer nog zeer
zacht, in het binnenland van Engeland
v/erd hedenmorgen echter plaatselijk lich
te vorst gemeld. Ook In Midden-Scandina-
vië nam de vorst toe, terwijl zeer koude
luchtmassa's uit Rusland in het Oosten van
het waarnemingsgebied doordringen. He
denmorgen was de temperatuur ten Oos
ten van Berlijn overal onder het vries
punt, in Polen nam de vorst reeds tot ma
tig toe. Verder kwam ook in Zuid-Duitsch-
land en Zwitserland hedenmorgen lichte
vorst voor. Regen van eenige beteekenis
werd in het af*eloooen etmaal alleen door
Bri+-che en West-Fransche stations ge
meld.
LUCHTTEMPERATUUR.
5.3 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.:
Van Donderdasnamiddag 4.17 ur tot
Vrijdagmorgen 7.34 uur.
HoOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Vrijdag 16 Dec.
voorm. 8.40 en nam. 9.05 uur.
Maan op 2.20 uur Vrijdagnacht.
Maan onder 12.47 uur Vrijdagmiddag.
Vraag: Inzake Klaverjassen.
A partij Apartij B. (spel 1500 p.). Par-
tö A moet nog 115 punten halen om het
spel te winnen, maar partij B heeft 150
roem in handen. Deze 115 punten worden
door A gehaald (inclusief den laatsten
slag). Er is dus niet gedekt. Partij A had
114 punten plus stuk (134 punten). Partij
B had 48 punten plus 150 roem is 198 pun
ten, en is intusschen ook uit (1500 p.) en
komt zelfs hooger in aantal punten dan
A. Het partij A met den laatsten slag nu
de partij gewonnen of?
B. Tevens zou ik U nog willen vragen
of een vijfkaart boven 4 gelijken gaat en
C. of een vijfkaart en een zeskaart beide
100 punten zijn.
A n t w o o rd A.: Wanneer het spel
gewoon uitgespeeld wordt, is degene,* die
het hoogste aantal punten over heeft, win
naar.
B. een vijfkaart gaat boven viersgelij-
ken; immers viersgelijken is in zekerfe zin
ook slechts een vierkaart.
C. Zonder afspraak telt een zes-, zeven-
of achtkaart geregeld 100 punten meer.
Maar zeer veel worden ze alle met een vijf
kaart gelijk gesteld.
Vergadering van gisteren.
In'de gisteren gehouden vergadering van
de Prov. Staten heeft de heer De Bruin
(Ged. Staten) de motie-van Voorst tot
Voorst inzake wijziging van het poldsr-
reglement bestreden in de motie worden
Ged. Staten uitgenoodigd een wijziging
van het polderreglement voor te bereiden,
welke den vrijdom van polderlasten van
openbare wegen opheft, voorzoover die
vrijdom niet bestond bij de invoering van
het Provinciale Wegenplan.
Spr. schetste de beteekenis van den mo
dernen weg voor het polderland, waardoor
het transport van lanobouwproducten en
andere goederen voor de bevolking veel
economischer is geworden Het argument,
dat men zoo moeilijk vergunning voor uit
wegen naar den verkeersweg kan krijgen
er. dat daarom deze weg zoo weinig waarde
heeft voor de omwonenden, gaat stellig
niet op. Tot nu toe is geen aanvraag voor
een uitweg geweigerd doch men kan niet
verlengen, dat langs de verkeerswegen in
het vlakke land maar overal huizen worden
gebouw en toegangen tot den verkeersweg
gescnapen. De gronden in de polders on
dergaan door modernen wegenaanleg een
aanmerkelijKfc waardevermeerdering, waar
tegenover de enkele centen per hectare aan
meerdere polderlasten in het niet verzin
ken. Van 21 polders komt er voor elf de
verhoogi.,g als gevolg \an aanleg van pro
vinciale wegen op nog geen 10 cent per
hectare, voor 18 van de 21 blyft zij bene
den de 15 cent en voor 3 polders komt zij
neer op een verhooging van 1525 cent.
Afschaffing daarentegen zou de provin
ciale begrooting met 20 (>00 belasten.
Spr. moet op grond van een en ander de
aanneming van de motie ernstig ontraden.
In repliek wees de heer Schilthuis
vV.D nog op het belang, dat de open
bare wegen hebben bij een niet te hoog
waterpeil in het polderlard. Bij de door
den hetr De Bruin genoemde verhoogin
gen dient ook de invloed van den vrijdom
voor de tijkswegen te worden gerekend en
dan komt men op ongeveer 40 cent verhoo
ging per hectare terwijl de provinciale be
grooting met niet meer dan 10.000 extra
zou worden belast door de afschrijving van
dien vrijdom.
De heer Van Voorst tot Voorst (R.K.)
verdedigt nader zijn motie.
De heer Van der Bas ,A.R.) acht het recht
en billijk, dat rijk en provincie meebetalen
aan de polderlasten
De heer Rijlaarsdam (N.S.B.) betoogt,
dat de boerenstand systematisch wordt
achtergesteld en dat alles moet worden ge
daan om de lasten van de boeren te ver
lichten.
Na dupliek van den heer De Bruin wordt
de motie-Van Voorst tot Voorst met 42
tegen 27 stemmen aangenomen.
Bij hst voorstel tot het verleenen van pro
vinciale subsidie in de kosten van herstel
van monumenten hebben de heeren Heie
mans (C.H.) en Van Asch van Wijck
(A.R.) bezwaar gemaakt tegen het stellen
van bijzondere voorwaarden aan snm-
mge suosidies. De heer Sandifort (S.D.)
sloot zich daarbij aan en was van oordeel,
dat dergelijke voorwaarden voor allen be
hoorden te gelden.
Na de heropening der vergadering werdt
de behandeling voortgezet van het voorstel
van Gedeputeerde Staten tot het verleenen
van provinciale subsidies in de kosten van
herstel van monumenten van geschiedenis
en/of kunst.
De heer Schmal (Ged. Ötaten) zegt dat
zooveel mogelijk met de wenschen van de
verschillende sprekers rekening zal worden
gehouden. Spr. gelooft niet, dat de toestand
zoo ernstig is als door de sprekers is afge
schilderd. Eerst moet hei Rijk subsidie ver
leenen en dan volgt eventueel de provincie.
Aan de orde is vervolgens het
voorstel tot bijdrage in de kosten van droog
making van den Noordschen Buurtpolder
onder de gemeente Zevenhoven goed
gekeurd. De heer Folmer (C.H.) wenscht
meer gegevens. Hij juicht dit belangrijke
plan van werkverschatiing toe en heeft
geen bezwaren tegen een provinciale bij
drage van 85.500, zooals is voorgesteld.
Spr. dringt aan op een reent van verkoop,
dat moet worden toegekend aan de eigena
ren van gronden bij d4i plan betrokken.
De heer v. Bas (A.R zeide te zullen
voorstemmen, omdat dit p an 500 man ar
beid zal verschaffen, maar hij meent, dat
de gronden te duur gekocht worden.
De heer v. d. Weijden (R.K.) juicht bet
voorstel van harte toe en wijst er op, dat
dergelijke objecten ook in andere provin
ciën worden uitgevoerd.
De heer Jansen Maneschijn (A.R.)
wenscht evenals de heei Folmer meer ge
gevens. üen sprekers, die zich gekant heb
ben tegen de uitvoering in werkverschaf
fing, antwoordt hij, dai het hier niet an
ders kan. De provinciale subsidie lijkt spr.
volkomen verantwoord.
De heer Henkels (Geo. Staten) stelt vast,
dat de instemming met dit voorstel alge
meen is. Het was dit college niet mogelijk
geweest meer gegevens te verstrekken, om
dat het niet wenschelijk is over de waarde
van de gronden gegeven^ te verstrekken.
Z. h. st. wordt hel voorsiel aangenomen.
Aan de ordt is een voorstel om maximaal
1 35.000 uit de provinciale kas beschikbaar
te stellen.
Over den verkoop van een provinciaal
terrein te Leiden voert de heer Wilbrink
(C.H.) het woord. Het terrein is gelegen
aan den Hoogen Rijndijk ten Zuidwesten
van de Wilhelminabrug, groot 28.888 M2.
Voorgesteld wordt het terrein te verkoo-
pen aan N. A. van Zijp te Leiden voor
65.000.
Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.
Zonder discussie en z.h.st. worden eenige
punten afgedaan.
Aan ae orde is daarna het wegenverslag
1938.
De heer Trouw (Lib.) heeft in het alge
meen groerte waardeering voor dit verslag.
Hij maakt enige opmerkingen over de
wegen op do eilanden.
De heer le Bruin vGed Staten) beant
woordt den spreker
Z.h.st. w: rdt het betreffende voorstel
aanvaard, e enals wijzigingen van het pro
vinciaal en tertiair wegenplan.
Z.h.st. wo dt eveneens aanvaar^ de toe
kenning aan het Rijk van een provinciale
bijdrage in de kosten van den bouw van
een nieuwe Hoori.brug te Rijswijk (Z.H.).
Deze bijdrage is b;paaki op f 100.000 met
dien verstarde even wei, dat dit bedrag zal
worden verhoogd, dan wel verlaagd met
het verschil in de on-uerhouds- en bedie-
r.ingskosten van de bestaande Hoornbrug
er. de. te bouwen brug.
De voorzitter sluit Je vergadering, die
hedenochtend om 11 uur zal worden voort
gezet.
Vergadering van heden.
In de vergadering van Prov. Staten zijn
heden de algemeene beschouwingen gehou
den over de begrooting voor 1939.
De heer Ter Laan (o.D.j zegt dat Zuid-
Holland net laagst is met de opcenten en
is er z.i geen reden tot verlaging der op
centen ovei te gaan. mede met het oog op
de groote behoefte naar werk.
Aan de hand van het verslag van de rijks
commissie van aavies voer werkverschaf
fing en werkverruiming in Zuid-Holland
betoogt spr. dat de beteekenis van deze
werkzaamheden niet bijzonder groot is.
Spr. bepleit een rondrijweg voor de Ree-
wijksche plassen en vraagt of het juist is
dat er een nieuw droogmakingsplan bestaat.
WAT
ONZE VEILIGHEID
KOST
IN LEIDEN WORDEN RELATIEF-HOOGE
BEDRAGEN VEREISCHT.
Een vergelijking met andere steden.
Tot de belangrijkste, maar zeker ook tot
de dankbaarste verplichtingen van elk
stadsbestuur behoort de zorg voor de open
bare veiligheid. Voor weinig andere onder
deden van de gemeentelijke huishouding
offert de burgerij met zooveel genoegen
of althans met zoo weinig misnoegen
haar belastingpenningen. Wat niet weg
neemt, dat zij ook daarbij graag zuinigheid
betracht zal zien.
Toch is de vraag, welke bedragen ter
wille van de openbare veiligheid moeten
worden uitgegeven, er niet alleen een van
zuinigheid. De ééne stad heeft nu eenmaal
meer politietoezicht nóódig dan de andere.
Dat behoeft niet te wijzen op grootere mis
dadigheid bij de ééne en grootere braaf
heid bij de andere stadsbevolking maar het
houdt vooral verband met de wijze van
stads-aanleg, de dichtheid der bebouwing,
de verkeersdrukte in het algemeen, het al
of niet doorkruist worden door adres voor
doorgaand verkeer, en dergelijke factoren.
Voor de burgerij echter is niet* de hoofd
zaak of de openbare veiligheid al of niet
noodwendig duur móet zijn, maar of ze
duur is. En zoo bezien, neemt Leiden geen
gunstige plaats in, daar de kosten voor de
openbare veiligheid in onze stad relatief
hoog zijn, zooals een vergelijking laat zien
met de beide andere Zuid-Hollandsche ste
den van ongeveer gelijk zielenaantal, n.l,
Dordrecht en Schiedam.
De kosten voor de openbare veiligheid
bestaan uit die voor het politietoezicht in
den ruimsten zin, voor de brandweer en
voor de straatverlichting. Wat de politie
betreft, wordt de hoofdschotel van de uit
gaven gevormd door dt salarissen en toe
lagen aan de inspecteurs, agenten en hoofd
agenten, rechercheurs, en administratieve
ambtenaren. Dit corps bestaat in Leiden uit
158 man, Dordrecht uit 118 en in Schiedam
uit 101 man. Aan salarissen en toelagen zal
in 1939 aan hen worden uitbetaald in:
Leiden ƒ319.648
Dordrecht 238.065
Schiedam 215.800
Schakelen wij, om de vergelijking ge
makkelijker te maken, den storenden in
vloed van het verschillend inwonertal uit,
en berekenen wij deze uitgaven daarom per
duizend zielen, dan blijken de politie-sa-
larissen te kosten in:
Leiden 4.203
Dordrecht 3.890
Schiedam 3.455
In deze uitgaven staat het Leische cijfer
aan de spits, hetgeen ook het geval is met
de kosten voor kleeding en uitrusting van
het politiecorps. Daaraan zullen we in Lei
den in 1939 moeten besteden 19.979, ter-
wyl Dordrecht slechts 10.830 en Schie
dam 14.930 hieraan zal uitgeven. Per dui
zend inwoners komt dat neer op:
Leiden 262
Dordrecht 177
Schiedam 239
Van het totaal der uitgaven vormen de
ze kleeding- en uitrustingskosten geen
hoofdbestanddeel, maar niettemin verdient
het aandacht, hoezeer deze uitgaven pro
centueel uitéénwijken en welk een onge-
Kan er in deze provincie niet meer wor
den gedaan op het geoied van werkver
schaffing en werkverruiming?
Spr. is overtuigd van ja en toont dit aan
met citaten uit het plan-Westhoff.
Dit is sprekers laatste redevoering bij
gen prov. begrooting, want hij zal in de
Staten niet terugkeeren.
De heer Rijlaarsdam (N.S.B.) maakt
eenige opmerkingen over de bestrijding
van ziekten onder het vee. Hij wenscht een
verhooging van de vergoeding voor het af
slachten van tuberculeus vee, welken
wensch hij in een motie tot uitdrukking
heeft gebracht.
De heer Van Eek (o.D.) pleit voor het
verleenen van subsidie aan het provinciaal
drankweer comité.
Spr. dient een motie in mede namens
eenige andere leden, om op de begrooting
een bedrag van f 905 voor dit doel te bren
gen. Geiijk aan dit bedrag op de begroo
ting van 1938.
De heer Drost (Lib.) brengt hulde aan
het financieele beleid van Gedeputeerden
en voor ae uitgevoerde werken.
De heer Folmer (C.H.) brengt hulde aan
de rijkscommissie van advies voor werk
verschaffing en werkvergunning, al is hij
van meening, dat het aantal tewerkgestel-
den betrekkelijk gering is in verhouding
tot het aantal werkloozpn.
Van het plan-Westhoff zal Zuid-Holland
minder profiteeren dan andere provincies,
waar meer werkgelegenheid is dan in deze
provincie.
Wat den financieelen toestand betreft, kan
spreker zich in het algemeen vereenigen
met het betoog van der. heer Drost.
Hij is .óór het verleenen van subsidie aan
het drankweer comité en behoort tot de
mede-onderteekenaars van de motie-van
Eek.
De voorzitter schorst hierop de zitting.
lijke verhouding er ook bestaat tusschen
deze* kosten in elke stad en den omvang
van het politiecorps. Veel minder onderlin
ge afwijking vertoonen de kosten voor de
politiebureaux en de z.g. wachtgebouwen.
Het onderhoud, de verlichting en verwar
ming van deze bureaux zal n.l. in Leiden
8.749 vergen tegen 7.850 in Dordrecht en
8.920 in Schiedam. Per duizend inwoners
beloopen deze kosten dus in:
Leiden 115
Dordrecht 128
Schiedam 143
In dit opzicht weet men in Leiden de uit
gaven dus het meest beperkt te houden.
De brandweer is niet overal op gelijken
voet geregeld. Meer en meer gaat men er
toe over, politie en brandweer te combinee
ren. Waar dat, zooals te onzent reeds
geschiedde, zullen de brandweerkosten da
len maar de politiekosten zij het ook in
mindere mate stijgen. Leiden zal in 1939
aan de brandweer in totaal 8.779 beste
den. Dordrecht 18.570, Schiedam 25.200.
Per duizend in\voners bedragen dientenge-
volgede de brandweerkosten in:
Leiden 115
Dordrecht 303
Schiedam 403
Combineeren wij, om de hierboven aange
geven reden, de kosten voor politie en
brandweer, dan komen wij dus tot de vol
gende bedraggn per duizend inwoners:
Leiden 4.695
Dordrecht 4.498
Schiedam 4.239
Veel grooter dan bij deze cijfers Is het
verschil bij de kosten voor de openbare
verlichting, die in onze stad noch uitzon
derlijk hoog, npch uitzonderlijk laag zijn.
In 1939 zal de straatverlichting hier n.l.
f 105.700 vregen, tarwijl Schiedam
101.905 tot dit doel zal moeten uitge
ven terwijl Dordrecht evenwel met
35.225 kan volstaan. Per duizend in
woners is dit:
Leiden 1.389
Dordrecht 575
Schiedam 1.631
Deze onderlingen afwijkingen zijn wel
opvallend groot. Per duizend inwoners zal
Schiedam ten naastenbij het drievoudige
moeten uitgeven van Dordrecht!
Ten slotte heeft elke gemeente dan ten
behoeve van de openbare veiligheid nog
een aantal uitgaven te doen, c.a. voor de
pensionneering van het personeel voor ren
te en aflossing van de stichtingskosten der
gebouwen voor politie en (of) brandweer,
voor subsidies aan politiescholen, even
tueel ook aan burgerwachten e.d., tenge
volge waarvan het totaal-bedrag, dat elk
der genoemde steden aan de openbare vei
ligheid ten kosten moet leggen, in 1939 zal
bedragen, in:
Schiedam 600.787
Dordrecht 366.692
Schiedam 415.629
Rekenen wij ook deze bedragen om per
duizend ingezetenen, dan komen wij tot het
volgende eindresultaat:
Leiden 7.900
Dodrecht 5.990
Schiedam 6.650
Blijkens deze becijferingen vraagt de
openbare veiligheid in Leiden wel gevoeli
ge offers van de burgerij, daar Schiedam
kan volstaan met 84 pet. en Dordrecht zelfs
met 76 pet. van de bedragen, die te onzent
pei duizend inwoners onvermijdelijk blij
ken te zijn.
LEIDEN.
Donderdag, Mij. van Toonkunst, het strijk
trio Pasquier, Stadsgehoorzaal,
8.15 uur.
Donderdag, Bureau-zitting R. K. Reclassee-
ringsvereeniging, Gebouw St. Vin-
cen dusver., Hoogl. Kerkgracht 32,
89 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
cpothekeken te Leiden wordt van Zaterdag
19 tot en met Vrijdag 16 December a.s.
aargenomen door de apotheek P. du
Croix, Rapenburg 9, tel. 807.
Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek,
Wilhelminapark 8, tel. 274.
VEREENIGING „OUD-LEIDEN".
De omgeving van Leiden in den
Romeinschen tijd.
De restauratie van den Stadhuisgevel.
Hoe oud en grijs en eerbiedwaardig Lei
den ook moge zijn, de eer de oudste te
heeten onder de plaatsen in Rijnland is
haar niet gegund. En terloops heeft dr.
Braat, conservator aan het Rijksmuseum
van Oudheden, Leiden zelfs ervan be
schuldigd een valsche naam te hebben op
gegeven en zich ten onrechte te tooien
met de titel „Lugdunum Batavorum".
Deze ontluistering van onze goede stad
heeft plaats gehad op een bijeenkomst
een zeer druk bezochte bijeenkomst van
de Vereeniging „Oud-Leiden", gisteren
avond in de Lakenhal gehouden.
Dr. Braat sprak over de omgeving van
Leiden in den Romeinschen tijd. Het be
grip omgeving had de spreker iets wijder
genomen dan gebruik is, vermoedelijk
wel om deze reden, dat omtrent de eigen
lijke omgeving van Leiden uit dien tijd
zoo weinig bekend is.
De hoogere strooken aangeslibd klei en
zand langs den Rijn zijn zeker reeds vroeg
bewoond geweest, en ook de geestgron-
den in het duinlandschap.
De archaeclogische vondsten in de dui-
nem Wassenadr. Katwijk) geschieden diep
onder het zand; het nieuwe duin is vaak
over het oude duin heengestoven. Van
deze verstuiving gaf spr. merkwaardige
voorbeelden van onderzoekingen op
Schouwen. Eenigszins uitvoeriger stond
spr. stil bij de opgravingen op „Ocken-
burgh", een mheemsche nederzetting uit
het midden van de 2e tot het midden van
de 3e eeuw.
De Oude Rijn vormde in de eerste
eeuwen onzer jaartelling de grens van het
Romeinsche Keizerrijk. Lanjs de rivier
werden verscheidene castella gebouwd:
een groote vlootbasis te Vechten (Fec-
tio), en versterkingen te Utrecht (Dam
plein), de Meern, Woerden, Bodegraven,
Zwammerdam (als men in het tuintje van
den stationschef graaft, komt men met
een zakvol Romeinsche scherven thuis!),
Alphen, Rinenburg (Hazersvvoude) en
Roomburg, even buiten Leiden. Dit laat
ste moet weer een belangrijke vestiging
zijn geweest, omdat aldaar de gracht van
Corbulo uitmondde in den Rijn. Ook
zijn sporen van Romeinsche vestigingen
gevonden te Valkenburg (Torenvliet), te
Katwijk en ten slotte de Brittenburg, die
nu onder de gclven van de zee begraven
ligt. Spr. achtte het niet onmogelijk of on
waarschijnlijk, dat de Brittenburg een Ro
meinsche vesting was uit de 4e eeuw,
toen keizer Julianus nog eens „flink is op
getreden" tegen de Germanen, die de ko
rentoevoer vanuit Engeland (Brittannië)
verhinderden.
Merkwaardig waren de luchtphoto's, die
spr. vertoonde van het castellum te
Vechten en van oude Germaansche wegen
'■rond de nederzetting „Ockenburgh"; deze
oude sporen teekenen zich, uit de lucht
gezien af door een lichte verkleuring in
de plantengroei.
Interessant was het ook de „verlanding"
van de Vliet te velgen, tot aan den ouden
Maasmond en het ontstaan van de Linge,
als een.dijk.
In de pauze werd gaarne gebruik ge
maakt van de gelegenheid, door dr. Pe-
linck, directeur van de Lakenhal, geboden
een kostbaar bruikleen te bezichtigen: een
schilderij van Jan Steen, voorstellende de
weddenschap tusschen Antonius en Cleo
patra, wie het duurste menu kon samen
stellen!
Na de pauze heeft de heer J. A. L. Bom,
hoofdopzichter van de restauratie van den
ouden Stadhuisgevel, een lezing gehou
den over zijn geliefd werk-object. Na een
korte vermelding in jaartallen van de ge
schiedenis der gevel, gaf spr. een indruk
van de enorme moeilijkheden, die moes
ten worden overwonnen, om de uit de
verwoesting geredde deelen te classificee-
ren en de ontbrekende brokstukken aan te
vullen. Met groote toewijding en echt
kunstenaarschap is hierbij te-werk ge
gaan. Men kan gerust verklaren, dat de
nieuwe gevel een grooter kunst-stuk is
dan de oude gevel.
Ook deze spreker was er op uit de Lei-
denaars in het hart van hun hoogmeed te
treffen, met de bemerking, dat, als het
stadhuis niet was afgebrand er toch bin
nen korten tijd een omvangrijke restau
ratie zou zijn noodig geweest. De prach
tige gevel was namelijk slordig en tame
lijk onoordeelkundig tegen de resteerende
middeleeuwsche voorgevel geplakt. Pho
to's van deze ondegelijke plakkerij toon
den zelfs voor leeken duidelijk aan, dat
de gevel uiterlijk gaaf, innerlijk rot was.
De voorzitter van „Oud-Leiden", prof.
dr. Idema, die in zijn openingswoord het
overlijden van den oud-voorzitter, prof.
Van Blom, had herdacht, bedankte in een
puntig slotwoordje de beide lectores van
dezen avond.