Prov. Staten van Zuid-Holland Vreemde cheques en bankpapier WOENSDAG 14 DECEMBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 LANDENWEDSTRIJD NEDERLAND—FRANKRIJK. Naar wij vernemn zijn de besturen van de Koninklijke Nederlandsche Athletiek Unie en den Franschen Athletiek Bond het eens geworden over een jaarlijks terugkee renden landenwedstrijd. Het ligt in de bedoeling, dat deze lan denwedstrijd de eerste maal in Nederland zal plaats vinden, waarschijnlijk in het Olympisch Stadion te Amsterdam. Deze ontmoeting zal reeds in het aanstaande sei zoen worden georganiseerd. NIKKANEN EN KOSKELA ERNSTIG GEWOND. De wereldrecordhouder in het speerwer pen, de Fin Nikkanen, is tengevolge van een motorongeluk ernstig gewond. De ath- leet zat in het zijspan van een motorrijtuig, dat bestuurd werd door den eveneens zeer bekenden athleet Koskela. Nikkanen werd uit het zijspan geslingerd en met een geblesseerden linkerarm opge nomen. Koskela was er nog veel erger aan toe. In hopeloozen toestand werd dit slacht- offger opgenomen en naar het ziekenhuis te Helsinki overgebracht, Naar men zich herinnert heeft Nikkanen dit seizoen op 16 October te Helsinki het wereldrecord speerwerpen op 78.80 me ter gebracht. GYMNASTIEK HET K.N.G.V. PINKSTERBONDSFEEST TE ARNHEM. Reeds meer dan 5400 voorloopige inschrijvingen. Ons wordt medegedeeld dat begin De cember, dus bijna een half jaar voor het 27e K.N.G.V. Pinksterbondsi'eest zal plaats vin den, reeds bijna honderd vereenigingen niet een totaal van ruim 5400 turners en turnsters een voorloopige inschrijving heb ben ingezonden. Nog nimmer tevoren zijn op denzelfden datum- zoovele aanmeldin gen tot deelneming binnengekomen, en er mag dan ook gerekend worden op een totaal van 170 tot 200 vereenigingen uit den lande. Opvallend is het vrij groote aantal ver eenigingen, die vroeger zelden of nooit aan een bondsfeest deelnamen en ditmaal van de partij willen zijn. Het is dan ook vrij zeker dat inderdaad voor de eerste maal de 10.000 deelnemers aan een dergelijk bondsfeest zullen wor den bereikt. LEIDSCHE SCHAAKBOND. De competitie. L.S.G. II wint van U.D. I te Hoelofarends- veen met 61/2xx1 l/2xx. Deze wedstrijd werd gisteren in den Vergulden Turk ge speeld voor de 2e klasse A. Het totaal re sultaat was als volgt: Leidsch Schaakgen. IIU.D.I. I (R'Veen) D. de JongP. v. Emmerik 1—0 Dr. J. F. SirksG. A. v. Rijn xx Mr. A. G. de Blécourt P. v. Dooren (n.o.) 1—0 A. E. J. ModdermanL. Turk 1—0 C. J. A. v. d. Eist—A. P. v. Pelt A F. G. A. ZandvlietJohs Oomen J. P. RiedelP. Seip M. J. DiebenJ. Hillebrand J. H. PasstoorsJ. v. Klink W. v. d. ReekC. Pauw 1—0 xx 0—1 1/2-1/2 1—0 1—0 6 l/2xx—1 l/2xx Een partij (bord 2) wordt uitgespeeld, bord 6 beslist. Door deze groote overwin ning plaatste L.S.G. II zich bij de leiders. GROOTE GONGWEDSTRIJD TE LEIDEN Het bestuur van den Leidschen Schaak bond heeft voor de leden der aangesloten clubs een gong- of bliksem wedstrijd uitge schreven waaraan tegen een geringe ver goeding kan worden deelgenomen. Deze wedstrijd is vastgesteld op Woensdag 28 Dec. a.s. des avonds 8 uur in In den Ver gulden Turk aan de Breestraat te Leiden. Daar de Bond reeds 700 leden telt, kunnen ongetwijfeld een groot aantal liefhebbers verwacht worden. LUCHTVAART Centraal vliegveld Onder voorzitterschap van jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, Commissaris der Koningin, zijn de Provinciale Staten van Zuid-Holland gisteren in de Ridderzaal te 's-Gravenliage bijeengekomen. De heer Sandifort (S.D.A.P.) be spreekt de aanvulling van de „piassen- verordening". Hij zou in die verordening ook willen betrekken de rietlanden, voor komende in de Nieuwkoopsche plassen, en eveneens de bebouwde kommen. Het is spr. niet duidelijk waarom b.v. de Vlist niet door deze verordening zal worden be schermd. De heer Van Asch van Wijck A. R.) zegt, dat hetgeen onder bebouwde köm moet worcien verstaan, door.de verschil lende kantonrechters verschillend zal wor den beoordeeld. Het criterium zal niet in elke gemeente hetzelfde zijn. Spr. is voor stander van het opnemen van een defini tie van de bebouwde kom in de „plassen- verordening". De heer De Bruin (Ged. Staten) de sprekers beantwoordende, verdedigt het voorstel. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Mevrouw De V r i e s—B ruins (S.D. A.P.,) spreekt over de begrooting van de stichting „Rosenburg''. Zij wenscht meer gediplomeerde verpleegsters, hetgeen al leen mogelijk is, wanneer de at'beidsvcoi- waarden verbeterd worden. De heer Van Z ij p (Lib.) ondersteunt het betoog van mevrouw De Vries Bruins. De heer B-olsius (Ged. Staten) zegt, dat de provincie alleen tot taak heeft te zorgen voor plaatsen voor krankzinnigen. De medische behandeling is de taak van het rijk en daaronder valt ook de verhou ding tusschen gediplomeerd en ongediplo meerd verplegend personeel. Mevrouw De VriesBruins en de heer Bolsius repliceeren, waarna de be- gróoting wordt vastgesteld. Da heer Drost (Lib.) zegt dat het vliegveldvraagstuk waarschijnlijk heden.' avond (gisteren) in de Tweede Kamer aan de orde komt. Het komt hem wen- schelijk voor, dat de Staten vóór deze be handeling van hun gevoelen doen blijken. Spr. doet daarom het voorstel, in afwij king van de agenda, een door hem inge diende motie te behandelen, waarin zegd wordt, dat een centrale luchthaven moet gelegen zijn in het centrum van de giootste hevolkings-agglomeraties, dat Schiphol aan dien eisch niet voldoet en waarin Gedeputeerde Staten wordt ver zocht op de totstandkoming van een wer* kelijk centraal gelegen vliegveld bij d€ regeering aan te dringen. De voorzitter meent, dat de omstandig heid, dat de kwestie van het vliegveld vanavond in de Tweede Kamer zou be handeld worden, een consideratie is van de agenda af te wijken en hij stelt voor deze motie hedenmiddag om 2 uur in bespreking te nemen. Aldus wordt beslo ten. De motie is mede-onderteekend door de heeren Schilthuis (V.D.), Ter Laan (S.D. A.P.), Trouw (Lib.), Hendriks (R.K.), De Kek (R.K.) en Folmer (C.H.). Voortgezet wordt de behandeling de agenda. De heer Trouw (Lib.) bespreekt het praeadvies van Ged. Staten over een wij ziging in het algemeen polder-reglement. Deze wijziging is bepleit door den Zuid- Hollandschen waterschapsbond en houdt in. de bepaling, dat aanslagen beneden de 0.25, op dit bedrag zullen worden vast gesteld. Ged. Staten stellen in hun prae- avöies den Staten voor, dit verzoek niet in te willigen. De heer .Trouw verdedigt het voor stel van den waterschapsbond. Om een uur schorst de voorzitter de vergadering. Na heropening, gistermiddag, van de vergadering der Prov. Staten van Zuid- Holland, stelde de voorzitter aan de orde de motie van den heer Drost c.s. inzake het centrale vliegveld. De heer Drost (Lib.) licht de motie tce. Het betreft hier een nationaal belang, waarbij betrokken is een groot provin ciaal belang zoodat de staten wel degelijk competent zijn deze zaak te behandelen. Indien een centraal vliegveld in Neder land wenschèlijk is, moet het dan geves- Ir. DAMME UIT INDIë TERUG. Voorloopig geen verdere verlaging van telefoontarief NederlandIndië. Met het vliegtuig „Wielewaal", dat gis termiddag op Schiphol aankwam, is de di recteur-generaal van den P.T.T.-dienst, dr. ir. M. H. Damme, teruggekeerd van een verblijf van enkele weken in Ned. Indië, waarheen hij ruim vier weken geleden met zijn echtgenoote, eveneens per K.L.M., was vertrokken. De reis van den heer Damme droeg groo- tendeels een particulier karakter. Hij heeft zich namelijk speciaal beziggehouden met zaken betreffende de Algemeene Indische Mijnbouwmaatschappij, in welker leiding hij zitting- heeft. Tal van autoriteiten heeft de heer Damme bezocht en tweemaal is hij tijdens zijn ver blijf door den Gouverneur-Generaal ont vangen. Natuurlijk heeft hij van de ge legenheid gebruik gemaakt om ook P.T.T.- en K.L.M.-belangen te bespreken. Wat het eerste betreft, kon hij met stellig heid verklaren, dat na de jongste verlagin gen voorloopig van verdere verlaging van het telefoontarief tusschen Nederland en Indië geer. sprake zal zij-u. Wel wordt over wogen de mogelijkheid, om nog eenige goedkoo-pe dagen in te voeren. Het brief- tarief voor luchtpost van Indië naar Neder land naar men weet is in omgekeerde richting geen extra-frankeering van lucht post noodig zal voorloopig na de reeds toegepaste verlaging, niet verder verlaagd kunnen worden. Er bestaat op het gebied der brieftarieven binnen den Archipel nog een zoodanigen toestand, dat wanneer de Indische posterijen tot tariefverlagingen zouden overgaan, alleriei binnenlandsche tarieven daarvoor het eerst in aanmerking zouden komen. Wat de K.L.M. betreft, kon die heer Damme mededeelen, dat hij vernomen had, dat de toestemming voor de K.L.M. om, evenals de K.N.I.L.M., een dienst op Austra lië te openen, elk oogenblik kan afkomen. tigd worden in'Schiphol? Spreker gelooft, dat het antwoord van de regeering op deze vraag onjuist is. Hij zegt, dat tusschen het Noordzeekanaal en de Nieuwe Maas 1/3 van onze bevolking woont. Theoretisch zou een centraal vliegveld moeten komen op de lijn Leiden—Utrecht en niet te veï Oostelijk van Den Haag. Daarom begrijpt spr heel goed, dat de regeering aanvan kelijk haar keuze op Leiderdorp had la ten vallen. Bet gewijzigde inzicht van de regeering in flagranten strijd met dit standpunt. Uit nationaal oogpunt is dit nieuwe stand ard onaanvaardbaar en ook uit provin ciaal oogpunt. Spr. licht deze opvatting ui het kort toe, hoewel hij meent, dat zulks in deze vergadering eigenlijk over bodig is. Hij betoogt o.a., dat het complex Rotterdam even belangrijk is als Amster dam en ook de argumenten van het Rot- terdamsche comité zullen objectiever zijn dan die, vervat in de Amsterdamsche bro chure Het gaat er niet om, het Amster damsche vervoer te vermeerderen, maar het gaat om een nationale zaak. De heer Ter Laan (S.D.A.P.) betuigt zijn instemming met de motie en de toe lichting. De heer Van Hoe ij Smith (N.S.B.) zegt. cta*. deze motie duidelijk weergeeft de met ring in de Staten, maar hij betreurt het, dat Ged. Staten niet het initiatief heb ben genomen tot een stap in deze rich ting. De heer Van den Brule (R.K.) be pleit de noodzakelijkheid van twee vlieg- véMen, één in de omgeving van Amster dam en één in de omgeving van Rotter dam. Wanneer men nu centralisatie wenscht, gaat het niet aan Schiphol tot centrea. vliegveld te bestemmen. De Voorzitter zegt, dat het pro bleem juist gesteld is. Ged. Statep zullen gaarne hun medewerking verleen en, de strekking van deze motie aan de regeering mede te deelen. Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie aangenomen. Nadat zoo, buiten de agenda om, de vliegveldkwestie is afgedaan, wordt de be handeling van de agenda voortgezet. De heer De Bruin (Ged. Staten) be antwoordt de opmerkingen van den heer Trouw inzake de kleine aanslagen bij pol ders. Hij is van meening, dat de bestaande regeling gehandhaafd moet blijven en dat het verzoek van den Zuid-Hollandschen Waterschaosbond niet behoort te worden ingewilligd. Het prae-advies van Ged. Staten, waar in geconcludeerd wordt tot niet-inwilli- giitg van het verzoek van den bond, wordt aangenomen met 4520 stemmen. De heer Van Voorst tot Voorst (R.K.) licht een motie tot wijziging van het algemeen polderreglement toe. Met deze motie worden Ged. Staten uitgi digd den vrijdom der openbare wegen van polderlasten af te schaffen, voorzoover de eigenaren dier wegen niet in het genot van den vrijdom waren, voordat met den aanleg en de verbetering der wegen voor doorgaand verkeer ingevolge de wegen plannen, vastgesteld op grond van het provinciaal wegenplan een aanvang werd gemaakt. Deze motie is mede-ondertee- kend door den heer Trouw (Lib.) en den heer Schilthuis (V.D.). De heer Rijlaarsdam (N.S.B.) dersteunt de motie. De heer Schilthuis (V.D.) zegt, dat de wegen groot belang heben bij het hand haven van een behoorlijk polderpeil dat het dus niet meer dan billijk is, dat zij in de lasten van den polder bijdragen. In dezen geest hebben ook geadresseerd gezamenlijke provinciale landbouworga nisaties in Zuid-Holland, verschillende polderbesturen en de Zuid-Hollandsche W aterschapsbond. De heer Van der Bas (A.R.) is voor stander van het voorstel-Van Voorst c.s. Hij wijst er op, dat de landbouw groote moeilijkheden heeft bij het opbrengen van de polderlasten De heer Trouw (Lib.) zegt, dat het georganiseerde polder- en landbouwwezen dezen vrijdom van openbare wegen als een groote onbillijkheid beschouwt. Op verschillende gronden is spr. het eens met het ingediende voorstel. De heer A. J. Kersten (St. Ger.) be pleit de belangen van den boerenstand en steunt het voorstel. De heer J. C. Diepenhorst (A.R.) schaart zich onder de voorstanders van de motie. De heer De Bruin (Ged. Staten) be antwoordt de verschillende sprekers. De slechte toestand ten plattelande kan geen argument zijn om den vrijdom van pol derlasten voor de wegen af te schaffen. De onderhavige kwestie is nu al driemaal (voor het eerst in 1933) in de Staten ge weest. Als argumenten voert spr. o.a. aan, dat de wegen een openbaar belang dienen en dus vrij dienen te blijven van lasten voor andere openbare belangen; dat het belang van de wegen bij een goed functionnee- rend polderstelsel niet te vergelijken is met het belang van andere deelen van den polder; dat de overige gronden door dien vrijdom niet noemenswaard belast wor den en dat het voordeel van een moder nen verkeersweg opweegt tegen dien vrij dom. De voorzitter schorst om 5 uur de ver gadering, die hedenochtend om 11 uur hefvat zou worden. De spoorwegen en het busverkeer Een door de Spoorwegen gepropageerd verweer contra de wilde busdiensten maakt oogensehijnlijk den indruk goed gefundeerd te zijn; in werkelijkheid laat het echter ruimte voor zeer ernstige critiek. Wij zullen dit verweer op den voet volgen (het gedeelte tusschen aanhdlingsteekens geeft, tendeele verkort, het standpunt der Spoor wegen weer): „De Nederlandsche Spoorwegen kun- „nen hun bedrijf 9lechts uitoefenen op „grond van een door den Minister van „Waterstaat verleende concessie, onder „een samenstel van voorschriften, zoo- „als: vervoerplicht, dienstvoorwaarden, „rusttijden, verlofregelingen, tarieven, „etc.1' Het antwoord op deze bewering is een voudig: De wilde busdiensten zouden niets liever doen dan ook hun bedrijf onder con cessievoorwaarden drijven, alle hierge noemde eischen zouden zij gaarne aanvaar den en nunne tarieven zouden desondanks belangrijk onder die der Spoorwegen kun nen liggen. Voor de exploitatie van het traject Am sterdam -Rotterdam werden door de bus diensten vele concessies aangevraagd. Deze werden echter door de R.A.P. Commissie alle afgewezen op grond van bescherming van de Spoorwegen, die tegen alle aanvra gen bezwaar hadden ingediend. De schuld, dat de bussen wild zijn ligt dus niet bij de bussen, doch bij de spoor- wegbeschermende wetgeving. b. „De Spoorwegtarieven hebben gelijke „prijzen per k.m. voor alle lijnen als „grondslag. Hierdoor wordt ook het „reizen op minder drukke lijnen tegen „redelijke prijzen mogelijk. De „Spoorwegen zouden op lijnen met „druk verkeer gemakkelijk hun prijzen „kunnen verlagen, indien alleen deze „door hen werden geëxploiteerd". Hier nebben wij nu „des Pudels Kern". Deze bewering der Spoorwegen houdt niet minder in dan eene erkenning, dat de reizigets tusschen Amsterdam Haarlem - Den riaag Rotterdam Utrecht, etc. moeten mede betalen vooi net vervoer van reizigers tusschen kleine en onbeduidende plaatsen. Of met andere woorden: om het vervoer van luttele passagiers op ver keersarme trajecten te kunnen handhaven, moeten Ie honderdduizenden passagiers op de drukke lijnen het dubbele misschien het drievoudige betalen van het tarief, dat noo dig is voor een loonende exploitatie van deze drukke lijnen. Deze gewrongen economie moge in het verleden eenig bestaansiecht hebben gehad, in dezen tijd, nu de kleine plaatsen ge makkelijk per bus, per auto en per rijwiel bereikbaar zijn, is zij niet meer te verde digen. In dit opzicht is juist het busverkeer ideaal; het kan op drukke trajecten reizi gers tegen minimale tarieven vervoeren en toch in tegenstelling met de Spoorwegen - op de magere trajecten met lage tarie ven -werken, door kleiner materiaal te ge bruiken. Tegenover de gewrongen eco nomie der Spoorwegen dus de gezonde na tuurlijke economie, volgens het kostenprin- cipe. c „De wilde bus heeft vervoersplicht noch „arbeidsvoorwaarden, noch heeft zij „magere trajecter te bedienen". Wij stelden reeds, dat de wilde busdiens ten niets liever zouden doen dan onder con cessie-voorwaarden te rijden. Wat het be dienen van de magere trajecten betreft, zoo is wel algemeen bekend, dat het juist de busdiensten zijn, die op magere trajec ten diensten onderhouden. Bij opheffing van Spoorlijnen zijn het allereerst de gere lijnen, die door de Spoorwegen wor den opgeneven en door het busverkeer wor den overgenomen; voor de vette lijnen (AmsterdamRotterdamAntwerpen, etc.) kreeg het busverkeer tot nu toe helaas geen kans op concessie. - Als u tóch iets moet ver Hezen En u hebt 't voor 't kiezen Offert liever dan een uur Dan uw verd'ren levensduur! d „In verband met de heerschende werk- „loosheid wordt (door de busdiensten) „in vele gevallen personeel tegen ab normaal lage bezoldiging aangeno- „men". In de eerste plaats in dit onjuist. Talrijk zijn de gevallen, waarin de wilde busdiens ten ondanks de onzekerheid van hun be staan, hun personeel een zeer behoorlijke fcelooning en arbeidsvoorwaarden geven, In de tweede piaats moet worden opge merkt, dat, wanneer in sommige gevallen de bezoldiging van het personeel te wen schen overlaat, juist de weigering van een concessie de voornaamste oorzaak hiervan is. Het verkrijgen eener concessie, dus exploitatiezekerheid van den ondernemer, beteekent uiteraard ook bestaanszekerheid en betere voorwaarden voor den werkne mer, Daarvoor pleiten de arbeidsvoor waarden in vele geconcessioneerde en zelfs ook vele wilde busbedrijven. e. „De concurrentie der wilde bussen is „echter niet alleen oneerlijk, maar ook „parasitair. Zij kunnen alleen gedijen „zoolang de parallel verbinding der „Spoorwegen, waarvan zij het verkeer „afroomen, bestaat". Deze bewering wordt gelogenstraft door de feiten. Er zijn in Nederland tientallen busverbindingen, waar geen parallel spoor verbindingen zijn, waar dus niets af te loom en valt en desondanks bestaan en flo- reeren deze busdiensten, vervoerende hun ne passagiers tegen lage prijzen in com fortabele bussen. „Men de busdiensten zou stations „moeten bouwen, want men stelt zich „toch niet voor, dat men het geheele „verkeer AmsterdamDen Haag van „de trottoirs van Spui en Damrak kan „afwikkelen". Wanneer men bedenkt, dat het tramver keer in onze steden, dat vele keeren zoo groot is als het reizigersvervoer per spoor, vrijwel uitsluitend vanaf de trottoirs ge schiedt, dan behoeft busvervoer vanaf de trottoirs in het geheel geen schrikbeeld te zijn. Overigens behoeft dit busverkeer niet uit sluitend van Spui of Damrak te geschieden. Integendeel en dit is nu juist weer een der voordeelen van het busverkeer :ou vanaf alle mogelijke punten in onze steden, langs straten en pleinen kunnen ge schieden en wanneer wachtplaatsen noodig zouden zijn, dan schept het busverkeer deze zelf in samenwerking met restaurants, win kels, bedrijven, etc., zoodat ook deze tege lijkertijd van het busverkeer profiteeren. Dure stations, dure overkapping, dure perrons heeft het busverkeer uiteraard niet noodig, ook daarin schuilt een der oorza ken van zijn goedkoopte. „Niet kan worden toegelaten, dat het „particulier verkeer het Spoorwegen- „verkeer zou afroomen in streken met „groote verkeersdichtheid en het ver- „lies opleverend vervoer in streken met „geringe verkeersdichtheid zou laten „voor den Spoor". li Het is wel vervelend in herhalingen te vervallen, doch het is van belang het nog maals te zeggen: juist het omgekeerde vindt plaats, aan het busverkeer worden slechts concessies voor de magere trajecten, die voor de Spoorwegen geen belang hebben, verleend; alle vette trajecten worden uit sluitend voor de Spoorwegen gereserveerd, daar worden busdiensten opzettelijk ge weerd. Door deze politiek worden op die trajecten met de dichtste vervoersstroomen tarieven aan het publiek berekend, die het drievoudige bedragen der bustarieven en waardoor honderdduizenden passagiers worden gedupeerd. h. „De verschillen tusschen de tarieven „der geconcessioneerde bussen en der „spoorwegen zijn over het algemeen „gering, ja er zijn zelfs streken in Ne derland, waar de geconcessioneerde „bussen wegens de geringe dichtheid „van het vervoer belangrijk meer per „k.m. moeten verlangen dan de spoor- „wegen doen". Het is van belang hier op te merken, dat op deze oogensehijnlijk ware bewering, een geheel ander licht valt bij aandachtige be- studeering van het onder b gestelde. Daar erkennen de Spoorwegen zelve, dat zij aan passagiers op drukke trajecten (Amster dam—Rotterdam) relatief hooge tarieven berekenen, teneinde elders de tarieven lager te kunnen stellen. Zij vervoeren dus op de drukke lijnen boven en elders onder den kostprijs. Het is dus volkomen logisch, dat busdiensten, die geen concessies op de vette trajecten kunnen krijgen, niet in staat zijn zooals de Spoorwegen hunne pas sagiers van het eene (vette) traject tè laten meebetalen voor passagiers op het andere magere) traject. Kortom busdiensten zijn gedwongen te werken op het gezonde eco nomische kosten-principe, tegen welke prin cipe door de Spoorwegen zwaar gezondig-d wordt. i. „De Spoorwegen streven er met kracht „naar het reizend publiek een zoo goed „mogelijke service te bieden". Deze zelfde service trachten de busdiens ten aan het Nederlandsche volk te geven en het medeleven van honderdduizenden buspassagiers in den ongelijken strijd tus schen de bus een-erzijds en Spoor en Staat anderzijds, is voldoende bewijs hoezeer de service en de lage prijzen van de bus door het publiek worden gewaardeerd. j „De Spoorwegen zijn een bedrijf van „en voor het Nederlandsche Volk". Inderdaad; het Nederlandsche volk offert daaraan jaarlijks 30 millioen gulden op, en bereikt desondanks niet anders dan dat de honderdduizenden, die goedkoop transport r.oodig hebben, op de „vette trajecten" Am sterdam—Den Haag—Rotterdam, prijzen moeten betalen, die het drievoudige bedra gen van de tarieven der busdiensten. En het meest verwonderlijke bij dit alles is nog, dat die busdiensten niet om onder stand komen aankloppen, doch jaarlijks vele millioenen guldens bijdragen in de lasten ten bedragevan rond 65 millioen gulden, die het wegverkeer in Nederland telkenjare opbrengt. Concludeerend meenen wij dan ook te mogen stellen, dat de vervoerspolitiek der Regeering, welke tot gevolg heeft gehad, dat het aantal autobussen in 10 jaar tijds vrijwel stationair bleef n.l. 3159 in 1928 en 3841 in 1937, niet alleen uit fiscaal oog punt zeer nadeelig is geweest, doch ook in strijd is met het in alle lagen der bevolking levend verlangen naar vervoersvrijheid, in strijd ook met de vooral thans zoo nood zakelijke verruiming van de werkgelegen heid, welke het autoverkeer, zoowel direct als indirect, bieden kan. 's-Gravenhage, 21 November 1938. E. J. MULLER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 9