GRIEP-KOU? „S)okter JCartje"adviseert een „cMijnhardtje"
Het Landbouw- en het Verkeersbeleid
De vrijving
tusschen Frankrijk
en Italië
BUITENLAND
Memeiland wordt
Duitsch
GOSï>S VSGSri ilttSHGSH VSLYAAaf
WOENSDAG 14 DECEMBER 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Tweede Hamer
De loonen van landarbeiders veel te laag geacht
Wat doen Londen en Berlijn?
IN GEVAL VAN EEN FRANSCH-
ITALIAANSCH CONFLICT.
Chamberlains korte verklaring.
Chamberlain's korte verklaring Maan
dag in het Lagerhuis, dat Groot-Briltannië
riet door speciale verdragsverplichtingen
gehouden was Frankrijk bij te staan inge
val van een Italiaanschen aanval, heeft
zeer de aandacht getrokken. Het ontbre
ken van nadere toelichting bij deze op
zichzelf letterlijk juiste verklaring, is aan
leiding geweest tot zeer verschillende uit
leg, al naar het standpunt waarop de be-
cordeelaar zich stelt.
Zoo zet de diplomatieke correspondent
van de Daily Telegraph uiteen, dat het
antwoord uitsluitend gegrond was op be
staande overeenkomsten, doch dat de be
paling van de omstandigheden, waaronder
beide landen elkaar zouden bijstaan meer
van juridische dan van feitelijke beteeke-
nis geacht kan worden.
Geheel anders is de reactie te Rome.
Gayda schrijft in het Giornale d'Italia:
„De verklaring moet op z'n minst lei
den tot een herziening van het al te op
pervlakkige en ontoegeeflijke Fransche
standpunt, zoomede tot een kalmeering
der geesten, welke, niet zonder gevaar, tot
een onnoodigen graad van oververhitting
zijn gebracht.
Het ontbreekt Chamberlain niet aan be
grip voor verantwoordelijkheid en werke
lijkheidszin. Zijn verklaring is kort en
begrijpelijk. Zij bewijst vooral, dat de
Britsche regeering nauwkeurig weet, dat
de richtlijnen der Italiaansche regeering
niet den Europeeschen vrede bedreigen en
slechts in overeenstemming zijn met den
wil van de wettige en begrijpelijke be
scherming van de politieke en nationale
belangen van Italië.
De verklaringen van Chamberlain be-
teekenen ook een stilzwijgende opwekking
aan Frankrijk, zijn bedoelingen en reacties
scherper te controleeren en de openstaan
de problemen tegemoet te treden met een
geest van vrijmoedige verzoenlijkheid en
helder begrip.
Berlijn voorloopig neutraal.
De Berlijnsche correspondent van het
„Vad." telefoneerde gisteravond:
Hier loopt in ernstige politieke kringen
en ook in buitenlandsche diplomatieke
kringen een gerucht, volgens hetwelk
Mussolini aan Duitschland heeft gevraagd,
•velke houding dit rijk zou aannemen, in
dien, als gevolg van de „Fransch-Joodsche
provocatie" een conflict tusschen Italië en
Frankrijk mocht uitbreken.
Duitschland zou bij een Italiaansch-
Fransch conflict de houding van welwil
lende neutraliteit innemen, gelijk trou
wens bevestigd wordt door de taal van
de Duitsche pers, die alle eischen van Ita
lië ten volle ondersteunt.
Dit geldt echter alleen voor het geval
dat het conflict ge^aïiseerd blijft. Mocht
een derde mogenheid bij deze zaak worden
betrokken, dan zal Duitschland het stand
punt innemen, dat zich daardoor de nood
zakelijkheid voor zou doen tot onderlinge
consultatie der spilmogendheden.
Duidelijke eischen l.z. Tunis.
De Parijsche correspondent van het
„Vad", telefoneerde gisteravond:
Volgens de Temps begint Italië open
kaart te spelen met zijn eischen aangaande
Tunis. De Tribuna is het eerste blad, dat
zonder omwegen als doel van de agitatie
de bezetting van dat gebied opgeeft. Wel
is waar is dit geen officieele daad, maar
de manier waarop de Tribuna stelling
neemt, is officieus.
Uit Tunis wordt gemeld, dat twee jeug
dige Italianen, de gebroeders Patane, gis-
terochent zijn veroordeeld tot 15 dagen
gevangenisstraf wegens verzet tegen de
politie. De jongeleiden droegen op opval
lende wijze fascistische insignes, waar
door een releltje ontstond. Toen politie in
greep hebben de beide Italianen agenten
geslagen.
Egypte en het Suezkanaal.
De Egyptische gezant te Berlijn heeft
gistermorgen een langdurige bespreking
gevoerd met von Ribbentrop.
In diplomatieke kringen te Berlijn ver
onderstelt men, dat de Egyptische gezant
van dit onderhoud gebruik heeft gemaakt
om von Ribbentrop in kennis te stellen
van het standpunt der Egyptische regee
ring in de kwestie van het statuu van het
Suezkanaal, welke kwestie door Italië is
opgeworpen.
Het Egyptisch standpunt zou het vol
gende zijn:
Het Suezkanaal wordt over twintig jaar
het eigendom van den Egyptische staat.
Op het oogenblyik trekt Egypte belangrij
ke inkomsten uit exploitatie van het ka
naal en heeft 't geen enkel belang bij een
kunstmatige vermindering der hef'ingen.
DUITSCHLAND
ANTI-SEMIETISME EN GODS
DIENSTLESSEN.
Een protest van kardinaal Bertram.
De spanningen in de betrekkingen tus
schen het Duitsche Rijk en de Katholieke
Kerk worden naar voren gebracht in een
rondschrijven van kardinaal Bertram, den
aartsbisschop van Breslau, waarin de pre
laat de Duitsche geestelijkheid er van in
kennis stelt, dat nij bij het ministerie van
onderwijs heeft geprotesteerd tegen het
besluit der nationaal-socialistische c-nder-
wijzersorganisatie het godsdienstonderwijs
in de scholen te staken ten teeken van pro
test tegen den moord op vom Rath door
een Poolschen Jood.
De „Osservatore Romano" publiceert dit
document. De kardinaal doet er in uitko
men, dat het bijzonder Katholiek onder
wijs niet de geschiedenis van het Joodsche
volk tot onderwerp heeft, doch die van de
goddelijke openbaring. Hij merkt op, dat
de definitieve opschorting van het gods
dienstonderwijs een stand van zaken in
het leven zou roepen welke strijdig zou
zijn met artikel 21 van het Concordaat. De
kardinaal beveelt aan deze circulaire ter
kennis te brengen van de geestelijkheid in
de parochies en verdere richtlijnen af te
wachten.
HITLER WORDT TE DANTZIG
VERWACHT.
Met hardnekkigheid houdt te Dantzig
het gerucht aan, dat Hitier binnenkort
een bezoek zal brengen aan de Vrije Stad.
De huiseigenaars hebben aanzegging ge
kregen de gevels hunner huizen op te la
ten knappen „ter gelegenheid van het a.s.
bezoek van een hooge persoonlijkheid".
Indien het bezoek doorgaat, zal Hitier,
naar men meent te weten, niet komen als
officieel persoon, doch als leider der na
tionaal-socialistische partij.
LITAUEN
UITING VAN DEN VOLKSWIL.
Vredelievend als Litauen niet
„recalcitrant" is.
Dit is geen Landdagverkiezing, zoo zegt
de Börsenzeitung van de verkiezingen in
het Memeiland, het is een uiting van den
volkswil en deze volkswil is Duitsch; hij
verlangt zijn recht, sluit een hoofdstuk af
en is geenszins geneigd om nieuwe wijn
in den ouden zak van het Memelstatuut te
gieten.
Zoo is het, er is absoluut geen twijfel
aan, dat het Memeiland tot Duitschland
terugkeert, seint de Berlijnsche correspon
dent van het „Vad.".
Nochtans staat tevens als een paal bo
ven water, dat Duitschland geen tour de
force voorbereidt, daar deze voorshands
totaal overbodig schijnt.
Zechlin, de Duitsche gezant te Kof no,
heeft hier met verscheidene autoriteiten
overleg gepleegd. Hij wacht tot de defini
tieve resultaten der verkiezingen bekend
zijn en zal dan met instructies naar Kof no
terugkeeren. Deze instructies hebben tot
strekking om de overdracht op vredelie
vende wijze in zijn werk te laten gaan. De
regeering Smetana zal waarschijnlijk op
merkzaam maken op de omstandigheid,
dat Litauen Memel als haven evenmin kan
ontberen als Memel Litauen als achterland
kan missen. Op dit punt zal Duitschland
ongetwijfeld tot concessies zijn geneigd. Of
men met de „Angliederung" zal wachten
tot den Landdag bijeen zal komen, schijnt
nog onbeslist, maar in geen geval zal
Duitschland tot eenigen gewelddadigen
stap overgaan, tenzij dat Litauen het daar
toe zou dwingen, wat onwaarschijnlijk
wordt geacht. Duitsche troepen zullen, als
Litauen niet recalcitrant is, wat trouwens
geen effect zou hebben, in Memeiland
slechts binnenmarcheeren teneinde daar
feestelijk te worden binnengehaald.
De tot nu toe bekende verkiezings
uitslagen.
Tot nu toe zijn de volgende gedeeltelijke
uitslagen bekend van de verkiezingen
voor den Landdag van Memel:
Van alle uitgebrachte stemmen heeft de
Memelduitsche lijst verworven: in het dis
trict Memel 97 7 pet., in het district Hey-
dekrug 95.1 pet., in het district Poggen
93.5 pet.
Uit de stad Memel zijn nog geen uitsla
gen ontvangen.
Uittocht van Joden.
Volgens de Poolsche bladen verblijven
nog ongeveer 2000 Joden in het Memelge-
bied. 4000 Joden zijn naar het eigenlijke
Litauen verhuisd.
FRANKRIJK
LEVENSLANGE DWANGARBEID
TEGEN MEVR. SKOBLIN GEëlSCHT.
De advocaat-generaal heeft gisteren le
venslangen dwangarbeid geëischt in het
proces Skoblin.
ENGELAND
DE KWESTIE DER JOODSCHE
VLUCHTELINGEN.
Resolutie van de Zionistische federatie.
De Zionistische federatie van Grcot-Brit-
tannië en Ierland heeft een resolutie aan
genomen, waarin wordt verklaard, dat de
federatie bijzonder is getroffen door het
feit, dat de Britsche regeering van oordeel
is geweest, dat het haar niet mogelijk was,
het aanbod van de Palestijnsche Joden,
10.000 Joodsche kinderen uit Duitschland
op te nemen en te onderhouden, te aan
vaarden.
AMERIKA
VERBOD TOT UITVOER VAN EEN
ERFENIS NAAR DUITSCHLAND.
De rechtbank van Philadelphia heeft be
sloten dat de nalatenschap van den over
leden Duitscher Franz Hertmann, welke
91.000 dollar bedraagt, niet uitgevoerd
mag worden naar de erfgenamen in
Duitschland.
Dit besluit is genomen als antwoord, op
het verbod van uitvoer van kapitaal, dat
door de Duitsche regeering is genomen.
RECHTZAKEN
DE SCHIETPARTIJ TE RUWIEL
Landbouwer van M. veroordeeld tót
lyi jaar met aftrek van preventief
Hedenmorgen heeft de Utrechtsche
Rechtbank uitspraak gedaan in het proces
tegen den landbouwer van M., die in Juni
van dit jaar een aantal schoten heeft ge
lost op eenige Rijksveldwachters, toen
dezen zich met geweld toegang wilden ver
schaffen tot zijn boerderij, aangezien hij
geweigerd had, aan de crisis-ambtenaren
toegang te verleenen.
De Officier van Justitie, jhr. mr. Twiss
Quarles van Ufford, had zich baseerend op
het psychiatrisch rapport, het „poging tot
doodslag" uit de ten laste legging laten ver
vallen en bracht de beschuldiging terug
tot weerspanningheid, waarvoor hij, ge
zien de omstandigheden, niet eens de maxi
mumstraf wilde eischen. Hij had twee jaar
gevangenisstraf geeischt met aftrek van de
preventieve hechtenis. De verdediger, mr.
Kappeyne van de Capello, had op een cle
mente straf aangedrongen.
Hedenmorgen deed de Rechtbank uit
spraak en veroordeelde van M. tot 1 y, jaar
gevangenisstraf met aftrek van preven
tieve hechtenis.
FRAUDE BIJ PROVINCIALEN
WATERSTAAT.
Tegen gepensionneerden ambtenaar zes
maanden gevangenisstraf geëischt.
Eenige maanden geleden werd by den
provincialen waterstaat een fraude ont
dekt, welke gepleegd moest zijn door den
inmiddels gepensioneerden bouwkundigen
ambtenaar H. F. P. Deze werd gearres
teerd en legde een volledige bekentenis af.
Gisteren heeft hij zich voor dit feit voor
de rechtbank te verantwoorden gehad.
Het bleek, dat hij aan een groote firma,
welke werken voor de provincie uitvoerde,
een voorschot had gevraagd voor onvoor
ziene uitgaven. Het was gewoonte, dat der
gelijke bedragen op de girorekening van
den betrokken ambtenaar worden gestort
en zoo geschiedde het hier ook. P. heeft
zich deze gelden evenwel toegeëigend en
toen hij daardoor in moeilijkheden kwam,
heeft hy een „staat van meer en minder
werk" vervalscht' door materialen hooger
op te geven, dan de waarde was.
Bij de ontdeking van deze fraude bleek,
dat hij vier jaar lang deze practijken heeft
bedreven en zich een bedrag van ongeveer
ƒ4000 heeft toegeëigend.
Verdachte gaf de feiten volmondig toe.
Als getuige werd nog gehoord een inge-
n'eur van den rijkswaterstaat.
De officier van justitie, mr. N. S. Hoek
stra, zeide in zijn requisitoir, dat men
ambtenaren ten volle moet kunnen ver
trouwen en dat tekortkomingen als deze,
als ernstige feiten moeten v/orden be
schouwd. Spr. eischte zes maanden gevan
genisstraf.
De verdediger, mr. Borghols, zeide, dat
men verdachte wel zeer in de verleiding
heeft gebracht, doordat de gelden op zijn
privé-giroreker.ing werden gestort en de
firma de (vervalschte) staten mede onder-
teekende.
In verband met verdachte's goeden staat
"an dienst en diens leeftijd, drong pleiter
op een voorwaardelijke gevangenisstraf
aan. Uitspraak 27 dezer.
GEHAMER OP DE
SPOORWEGEN
Vergadering van gisteren.
Aan de orde is de begrooting van het de
partement van oeconomische zaken en van
het Landbouwcrisisfonds (voortzetting).
De heer WEITKAMP (C.H.) meent, dat
de industrie meer zorg ondervindt dan de
landbouw. Onder de kleine boeren is de
nood groot. Het Landbouwboekhoudbureau
heeft hierover een leerzaam rapport uitge
geven. Spr. meent niet eenzijdig te zijn in
zijn verlangens.
De heer VAN DER PUTT (R.-K.) oppert
bezwaren tegen de concernvorming in de
margarineproductie. De Unilever beheerscht
een derde der productie. Daardoor heeft
dit concern een zeer groote machtspositie
verworven. Spr. vraagt aandacht voor het
gevaar, dat groote concerns deskundige
ambtenaren, die kennis over concurrenten
hebben, in hun dienst nemen. Bij de sa
menwerking tusschen bedrijfsgenooten
heeft de Unilever een te overwegende po
sitie. Bij een nieuwe margarineconventie
behoort er naar meer evenredigheid tt wor
den gestreefd. Het is noodig, dat naast het
grootbedrijf de zelfstandige ondernemingen
blijven bestaan. De verdwijning van tal van
kleine bedrijven heeft aan het grootbedrijf
belangrijke voordeelen opgeleverd. Kan de
regeering hier niets tegen doen.
De heer BIEREMA (Lib.) meent, dat de
crisismaatregelen voorshands gehandhaafd
moeten worden. In het afgeloopen jaar ste
gen de wereldmarktprijzen zoo, dat men
een oogenblik dacht de richtprijzen te kun
nen missen. Doch de wereldprijzen zijn
daarna weer gedaald. De stijging was voor
namelijk aan misoogsten te wijten geweest.
Deze oogst echter was een record-oogst.
Met den minister ziet spr. veel aantrek
kelijks in de overneming van crisismaat
regelen door de bedrijfsgenooten. Het is
jammer, dat op dit punt zoo weinig is tot
stand gekomen. Spr. is wat sceptisch ge
stemd in deze zaak. Ook de landbouwor
ganisaties zijn wat bang voor haar prestige.
De heer LOERAKKER (R.-K.) consta
teert een verschil in de belooning van agra-
rischen en industrieelen arbeid. Spr. vraagt
of daar niets tegen te doen is.
Men kan er niet in berusten, dat die zoo
slecht beloond wordt. Het is een misver
stand te meenen, dat het landbouwbedrijf
niet gerationaliseerd is. Het is onmogelijk
verbetering in de belooning aan te bren
gen zonder prijsstijging van de producten.
De minister had zich daarom niet zoo moe
ten vastleggen op het punt der prijzen.
De heer VAN LIENDEN (S. D.) be
spreekt de steunregeling voor de kleine
boeren.
De heer DROESSEN (R.-K.) zegt, dat wy
de gedachte van afschaffing van den land-
bouwcrisissteun voorloopig van ons moe
ten afzetten. Afschaffing zou ruïneus zijn.
De aanhangers van afschaffing zijn veelal
demagogen, de aanhangers van heffing aan
de grenzen hebben moeten erkennen, dat
hun stelsel, gewogen en te licht bevonden
Als de organisaties de regelingen overne
men, zullen de boeren de maatregelen
meer als eigen werk leeren zien. Hetgeen
cc minister over deze materie thans zegt,
is een stap terug vergeleken bij verleden
jaar. Spr. is bevreesd, dat de betere beloo
ning van agrarischen arbeid door den mi
nister niet bevorderd zal worden, waar dit
tot schade van de andere bevolkingsgroe
pen zou strekken. De minister moet alleen
van het algemeen belang uitgaan en dit
wordt by betere belooning van den agra
rischen arbeid gediend.
De heer SCHILTHUIS (V. D.) bespreekt
de uitbreiding van cultuurgrond. Reeds nu
is er een aantal producten, waarvoor geen
afzet te vinden is. Een dezer producten is
de rogge.
Hoe denkt de minister zich de voorzie
ningen met graan in oorlogstijd? De graan-
gebieden liggen aan grenzen, die in oor
logstijd wellicht in handen van den vijand
komen.
De heer GROEN (R.-K. bespreekt de
plannen van den minister inzake schom
melende richtprijzen. Welke motieven heeft
de minister om elke blijvende verbetering
van het prijspeil van de hand te wijzen?
De toestanden in den tuinbouw zijn
verschillend, doch hij is allerwege hoogst
ernstig. De oorzaken zijn daarvan het lang
durig ontbreken van prijsbeschermingen en
het ontbreken van bedrijfssteun. De voor
zieningen, die de minister ten behoeve van
de tuinders heeft getroffen, hebben slechts
ten deele effect gehad. De steun is zooda
nig geregeld, dat men er al zeer spoedig
buiten valt.
Aan de normen zal nog wat moeten wor
den geschaafd. De credietregelingen juicht
spr. toe. Is het succes er van echter wel
groot? Kan de minister hierover niets con-
vreets meedeelen? Er is meer noodig, na
melijk het waarborgen van een redelijken
prijs voor de tuinbouwproducten. Zoolang
die er niet is, zal het mis zijn.
De heer HILGEN (S. D.) vestigt de aan
dacht op de ongunstige positie der land
en tuinbouwarbeiders. De loonen zijn laag.
Daarbij komt dan nog de werkloosheid,
waarvoor de steunnormen ook laag zyn.
De HEER VAN DER GOER VAN NATERS
(S. D.) bespreekt een geschil tusschen de
Vereeniging van Zaadhandelaren en de
Vereeniging van Zaadtelers en Handela
ren.
Ons natuurschoon gaat op schrikbarende
wijze te loor. Er wordt verkaveld, vergra
ven, genormaliseerd, gekanaliseerd Wij
hebben een prachtig landgehad. De
Vereeniging tot behoud van natuurmonu
menten behoudt zooveel mogelijk. Voor het
natuurschoon beloven de plannen West-
hoff en Mesu niet veel goeds. Aan het bosch
wordt wel wat weinig plaats ingeruimd.
De heer ALGERA (A. R.) bespreekt mi-
nisterieele beschikkingen betreffende de
controlestations voor volvette kaas. In de
ze beschikkingen zijn voorschriften gege
ven betreffende gewicht en kwaliteit o.m.
van lunchkaasjes. Zijn deze regelingen
onder invloed van het buitenland geno
men? En waarom is met de kringen van be
langhebbenden geen overleg gepleegd?
De heer WIJNKOOP (comm.) meent, dat
de minister met zijn zorg voor de boeren
het omgekeerde zal bereiken wat hy be
oogt. De crisisnadeelen worden voor de
kleinen bestendigd.
De heer DIETERS (N. S.) wijst op het
gewicht der landbouwcursussen. Spr. ver
zoekt den minister aandacht te schenken
aan de landbouwwintercursussen.
Te veel wordt' op groepsbelangen gelet.
De landbouwpolitiek druischt in tegen de
overtuiging der boerenbevolking. De land
bouwende bevolking moet de kern zijn van
onze samenleving, niet zoo maar een wille
keurige groep.
De belooning van den agrarischen ar
beid staat in geen verhouding tot de waar
de van dien arbeid.
Vergrooting van onzen cultuurgrond
juicht spr. toe. Loonende prijzen moeten
daar echter aan gepaard gaan. Wat het
laatste betreft, heeft spr. weinig vertrou
wen in deze regeering.
De heer VAN DIJKEN (A. R.) meent, dat
de controle van het parlement op de han
delingen van het departement van oeco
nomische zaken zeer moeilijk is, vooral in
zake de uitvoering der crisismaatregelen en
de crisisinvoerwet. Spr. vraagt aandacht
voor de bescherming van het natuur
schoon.
De heer KERSTEN (St. G.) kan zich met
het regeeringsbeleid tot zijn leedwezen niet
vereenigen. Zijn bezwaren zijn gelegen in
het landbouwcrisisbeleid, den dwang daar
mee gepaard gaande.
DE MINISTER ANTWOORDT.
De MINISTER VAN OECONOMISCHE
ZAKEN, de heer STEENBERG HE deelt me
de, dat overleg met de Duitsche regeering
inzake den invoer van zaaizaden heeft ge
leid tot het laten vallen van den eisch,
dat een keuringscertificaat aanwezig moet
zijn, zoodat nu ook het certificaat van Wa-
geningen niet meer noodig is.
Spreker zal Woensdagochtend zyn rede
voortzetten.
Te 5.35 wordt de vergadering geschorst
tot des avonds 8 uur.
AVONDVERGADERING.
VERKEERSFONDS.
Aan de orde is de begrooting van het
verkeersfonds voor 1939.
De heer VAN LIDT DE JEUDE (Lib.)
herinnert aan de interpellatie inzake de
wilde busdiensten, waarbij het beleid van
den minister van Justitie vrij algemeen
werd afgekeurd, en aan het arrest van den
Hoogen Raad d.d. 6 dezer, waarbij het R. A.
P. niet verbindend is verklaard. Er is thans
een noodwetje toegezegd. Spr. had liever
gezien, dat de minister daarmede eerder
ware gekomen. Thans blijft de rechtsonge
lijkheid vooralsnog bestaan.
De heer VAN LIENDEN (S. D.) be
spreekt de provinciale wegenheffing in Bra
bant voor rijwielen en paarden.
De heer VAN DEN BRULLE (R. K.) be
pleit, dat groote gemeenten, die voor het
verkeer traversen hebben aangebracht,
daarvoor meer worden tegemoetgekomen.
De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURG (N. S.) noemt het verkeersvraag
stuk met de werkloosheid en de bevorde
ring van den handel tot de belangrijkste
vraagstukken van dezen tijd. Et is weinig
elasticiteit in een departement dat voor het
verkeer heeft te zorgen. Men begrijpt het
probleem niet, en was dit wel zoo, men zou
het niet kunnen oplassen.
De minister ziet niet de groote beteeke-
nis van het motorverkeer voor ons land.
Trouwens, de geheele regeering ziet die
niet. Spreker stelt daartegenover zijn ini
tiatief-ontwerp tot vermi dering der las
ten van het autoverkeer. Spreker betreurt,
dat dit niet tegelijkertijd wordt behan
deld.
De heer DIEPENHORST (A. R.) wenscht
aansluitingen op snelverkeerswegen voor
rekening van het rijk te doen uitvoeren.
De heer ZANDT (St. G.) vestigt de aan-