GRIEP-KOU? „S)okter JCartje"adviseert een „cMijnhardtje" Het Landbouw- en het Verkeersbeleid De vrijving tusschen Frankrijk en Italië BUITENLAND Memeiland wordt Duitsch GOSï>S VSGSri ilttSHGSH VSLYAAaf WOENSDAG 14 DECEMBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Tweede Hamer De loonen van landarbeiders veel te laag geacht Wat doen Londen en Berlijn? IN GEVAL VAN EEN FRANSCH- ITALIAANSCH CONFLICT. Chamberlains korte verklaring. Chamberlain's korte verklaring Maan dag in het Lagerhuis, dat Groot-Briltannië riet door speciale verdragsverplichtingen gehouden was Frankrijk bij te staan inge val van een Italiaanschen aanval, heeft zeer de aandacht getrokken. Het ontbre ken van nadere toelichting bij deze op zichzelf letterlijk juiste verklaring, is aan leiding geweest tot zeer verschillende uit leg, al naar het standpunt waarop de be- cordeelaar zich stelt. Zoo zet de diplomatieke correspondent van de Daily Telegraph uiteen, dat het antwoord uitsluitend gegrond was op be staande overeenkomsten, doch dat de be paling van de omstandigheden, waaronder beide landen elkaar zouden bijstaan meer van juridische dan van feitelijke beteeke- nis geacht kan worden. Geheel anders is de reactie te Rome. Gayda schrijft in het Giornale d'Italia: „De verklaring moet op z'n minst lei den tot een herziening van het al te op pervlakkige en ontoegeeflijke Fransche standpunt, zoomede tot een kalmeering der geesten, welke, niet zonder gevaar, tot een onnoodigen graad van oververhitting zijn gebracht. Het ontbreekt Chamberlain niet aan be grip voor verantwoordelijkheid en werke lijkheidszin. Zijn verklaring is kort en begrijpelijk. Zij bewijst vooral, dat de Britsche regeering nauwkeurig weet, dat de richtlijnen der Italiaansche regeering niet den Europeeschen vrede bedreigen en slechts in overeenstemming zijn met den wil van de wettige en begrijpelijke be scherming van de politieke en nationale belangen van Italië. De verklaringen van Chamberlain be- teekenen ook een stilzwijgende opwekking aan Frankrijk, zijn bedoelingen en reacties scherper te controleeren en de openstaan de problemen tegemoet te treden met een geest van vrijmoedige verzoenlijkheid en helder begrip. Berlijn voorloopig neutraal. De Berlijnsche correspondent van het „Vad." telefoneerde gisteravond: Hier loopt in ernstige politieke kringen en ook in buitenlandsche diplomatieke kringen een gerucht, volgens hetwelk Mussolini aan Duitschland heeft gevraagd, •velke houding dit rijk zou aannemen, in dien, als gevolg van de „Fransch-Joodsche provocatie" een conflict tusschen Italië en Frankrijk mocht uitbreken. Duitschland zou bij een Italiaansch- Fransch conflict de houding van welwil lende neutraliteit innemen, gelijk trou wens bevestigd wordt door de taal van de Duitsche pers, die alle eischen van Ita lië ten volle ondersteunt. Dit geldt echter alleen voor het geval dat het conflict ge^aïiseerd blijft. Mocht een derde mogenheid bij deze zaak worden betrokken, dan zal Duitschland het stand punt innemen, dat zich daardoor de nood zakelijkheid voor zou doen tot onderlinge consultatie der spilmogendheden. Duidelijke eischen l.z. Tunis. De Parijsche correspondent van het „Vad", telefoneerde gisteravond: Volgens de Temps begint Italië open kaart te spelen met zijn eischen aangaande Tunis. De Tribuna is het eerste blad, dat zonder omwegen als doel van de agitatie de bezetting van dat gebied opgeeft. Wel is waar is dit geen officieele daad, maar de manier waarop de Tribuna stelling neemt, is officieus. Uit Tunis wordt gemeld, dat twee jeug dige Italianen, de gebroeders Patane, gis- terochent zijn veroordeeld tot 15 dagen gevangenisstraf wegens verzet tegen de politie. De jongeleiden droegen op opval lende wijze fascistische insignes, waar door een releltje ontstond. Toen politie in greep hebben de beide Italianen agenten geslagen. Egypte en het Suezkanaal. De Egyptische gezant te Berlijn heeft gistermorgen een langdurige bespreking gevoerd met von Ribbentrop. In diplomatieke kringen te Berlijn ver onderstelt men, dat de Egyptische gezant van dit onderhoud gebruik heeft gemaakt om von Ribbentrop in kennis te stellen van het standpunt der Egyptische regee ring in de kwestie van het statuu van het Suezkanaal, welke kwestie door Italië is opgeworpen. Het Egyptisch standpunt zou het vol gende zijn: Het Suezkanaal wordt over twintig jaar het eigendom van den Egyptische staat. Op het oogenblyik trekt Egypte belangrij ke inkomsten uit exploitatie van het ka naal en heeft 't geen enkel belang bij een kunstmatige vermindering der hef'ingen. DUITSCHLAND ANTI-SEMIETISME EN GODS DIENSTLESSEN. Een protest van kardinaal Bertram. De spanningen in de betrekkingen tus schen het Duitsche Rijk en de Katholieke Kerk worden naar voren gebracht in een rondschrijven van kardinaal Bertram, den aartsbisschop van Breslau, waarin de pre laat de Duitsche geestelijkheid er van in kennis stelt, dat nij bij het ministerie van onderwijs heeft geprotesteerd tegen het besluit der nationaal-socialistische c-nder- wijzersorganisatie het godsdienstonderwijs in de scholen te staken ten teeken van pro test tegen den moord op vom Rath door een Poolschen Jood. De „Osservatore Romano" publiceert dit document. De kardinaal doet er in uitko men, dat het bijzonder Katholiek onder wijs niet de geschiedenis van het Joodsche volk tot onderwerp heeft, doch die van de goddelijke openbaring. Hij merkt op, dat de definitieve opschorting van het gods dienstonderwijs een stand van zaken in het leven zou roepen welke strijdig zou zijn met artikel 21 van het Concordaat. De kardinaal beveelt aan deze circulaire ter kennis te brengen van de geestelijkheid in de parochies en verdere richtlijnen af te wachten. HITLER WORDT TE DANTZIG VERWACHT. Met hardnekkigheid houdt te Dantzig het gerucht aan, dat Hitier binnenkort een bezoek zal brengen aan de Vrije Stad. De huiseigenaars hebben aanzegging ge kregen de gevels hunner huizen op te la ten knappen „ter gelegenheid van het a.s. bezoek van een hooge persoonlijkheid". Indien het bezoek doorgaat, zal Hitier, naar men meent te weten, niet komen als officieel persoon, doch als leider der na tionaal-socialistische partij. LITAUEN UITING VAN DEN VOLKSWIL. Vredelievend als Litauen niet „recalcitrant" is. Dit is geen Landdagverkiezing, zoo zegt de Börsenzeitung van de verkiezingen in het Memeiland, het is een uiting van den volkswil en deze volkswil is Duitsch; hij verlangt zijn recht, sluit een hoofdstuk af en is geenszins geneigd om nieuwe wijn in den ouden zak van het Memelstatuut te gieten. Zoo is het, er is absoluut geen twijfel aan, dat het Memeiland tot Duitschland terugkeert, seint de Berlijnsche correspon dent van het „Vad.". Nochtans staat tevens als een paal bo ven water, dat Duitschland geen tour de force voorbereidt, daar deze voorshands totaal overbodig schijnt. Zechlin, de Duitsche gezant te Kof no, heeft hier met verscheidene autoriteiten overleg gepleegd. Hij wacht tot de defini tieve resultaten der verkiezingen bekend zijn en zal dan met instructies naar Kof no terugkeeren. Deze instructies hebben tot strekking om de overdracht op vredelie vende wijze in zijn werk te laten gaan. De regeering Smetana zal waarschijnlijk op merkzaam maken op de omstandigheid, dat Litauen Memel als haven evenmin kan ontberen als Memel Litauen als achterland kan missen. Op dit punt zal Duitschland ongetwijfeld tot concessies zijn geneigd. Of men met de „Angliederung" zal wachten tot den Landdag bijeen zal komen, schijnt nog onbeslist, maar in geen geval zal Duitschland tot eenigen gewelddadigen stap overgaan, tenzij dat Litauen het daar toe zou dwingen, wat onwaarschijnlijk wordt geacht. Duitsche troepen zullen, als Litauen niet recalcitrant is, wat trouwens geen effect zou hebben, in Memeiland slechts binnenmarcheeren teneinde daar feestelijk te worden binnengehaald. De tot nu toe bekende verkiezings uitslagen. Tot nu toe zijn de volgende gedeeltelijke uitslagen bekend van de verkiezingen voor den Landdag van Memel: Van alle uitgebrachte stemmen heeft de Memelduitsche lijst verworven: in het dis trict Memel 97 7 pet., in het district Hey- dekrug 95.1 pet., in het district Poggen 93.5 pet. Uit de stad Memel zijn nog geen uitsla gen ontvangen. Uittocht van Joden. Volgens de Poolsche bladen verblijven nog ongeveer 2000 Joden in het Memelge- bied. 4000 Joden zijn naar het eigenlijke Litauen verhuisd. FRANKRIJK LEVENSLANGE DWANGARBEID TEGEN MEVR. SKOBLIN GEëlSCHT. De advocaat-generaal heeft gisteren le venslangen dwangarbeid geëischt in het proces Skoblin. ENGELAND DE KWESTIE DER JOODSCHE VLUCHTELINGEN. Resolutie van de Zionistische federatie. De Zionistische federatie van Grcot-Brit- tannië en Ierland heeft een resolutie aan genomen, waarin wordt verklaard, dat de federatie bijzonder is getroffen door het feit, dat de Britsche regeering van oordeel is geweest, dat het haar niet mogelijk was, het aanbod van de Palestijnsche Joden, 10.000 Joodsche kinderen uit Duitschland op te nemen en te onderhouden, te aan vaarden. AMERIKA VERBOD TOT UITVOER VAN EEN ERFENIS NAAR DUITSCHLAND. De rechtbank van Philadelphia heeft be sloten dat de nalatenschap van den over leden Duitscher Franz Hertmann, welke 91.000 dollar bedraagt, niet uitgevoerd mag worden naar de erfgenamen in Duitschland. Dit besluit is genomen als antwoord, op het verbod van uitvoer van kapitaal, dat door de Duitsche regeering is genomen. RECHTZAKEN DE SCHIETPARTIJ TE RUWIEL Landbouwer van M. veroordeeld tót lyi jaar met aftrek van preventief Hedenmorgen heeft de Utrechtsche Rechtbank uitspraak gedaan in het proces tegen den landbouwer van M., die in Juni van dit jaar een aantal schoten heeft ge lost op eenige Rijksveldwachters, toen dezen zich met geweld toegang wilden ver schaffen tot zijn boerderij, aangezien hij geweigerd had, aan de crisis-ambtenaren toegang te verleenen. De Officier van Justitie, jhr. mr. Twiss Quarles van Ufford, had zich baseerend op het psychiatrisch rapport, het „poging tot doodslag" uit de ten laste legging laten ver vallen en bracht de beschuldiging terug tot weerspanningheid, waarvoor hij, ge zien de omstandigheden, niet eens de maxi mumstraf wilde eischen. Hij had twee jaar gevangenisstraf geeischt met aftrek van de preventieve hechtenis. De verdediger, mr. Kappeyne van de Capello, had op een cle mente straf aangedrongen. Hedenmorgen deed de Rechtbank uit spraak en veroordeelde van M. tot 1 y, jaar gevangenisstraf met aftrek van preven tieve hechtenis. FRAUDE BIJ PROVINCIALEN WATERSTAAT. Tegen gepensionneerden ambtenaar zes maanden gevangenisstraf geëischt. Eenige maanden geleden werd by den provincialen waterstaat een fraude ont dekt, welke gepleegd moest zijn door den inmiddels gepensioneerden bouwkundigen ambtenaar H. F. P. Deze werd gearres teerd en legde een volledige bekentenis af. Gisteren heeft hij zich voor dit feit voor de rechtbank te verantwoorden gehad. Het bleek, dat hij aan een groote firma, welke werken voor de provincie uitvoerde, een voorschot had gevraagd voor onvoor ziene uitgaven. Het was gewoonte, dat der gelijke bedragen op de girorekening van den betrokken ambtenaar worden gestort en zoo geschiedde het hier ook. P. heeft zich deze gelden evenwel toegeëigend en toen hij daardoor in moeilijkheden kwam, heeft hy een „staat van meer en minder werk" vervalscht' door materialen hooger op te geven, dan de waarde was. Bij de ontdeking van deze fraude bleek, dat hij vier jaar lang deze practijken heeft bedreven en zich een bedrag van ongeveer ƒ4000 heeft toegeëigend. Verdachte gaf de feiten volmondig toe. Als getuige werd nog gehoord een inge- n'eur van den rijkswaterstaat. De officier van justitie, mr. N. S. Hoek stra, zeide in zijn requisitoir, dat men ambtenaren ten volle moet kunnen ver trouwen en dat tekortkomingen als deze, als ernstige feiten moeten v/orden be schouwd. Spr. eischte zes maanden gevan genisstraf. De verdediger, mr. Borghols, zeide, dat men verdachte wel zeer in de verleiding heeft gebracht, doordat de gelden op zijn privé-giroreker.ing werden gestort en de firma de (vervalschte) staten mede onder- teekende. In verband met verdachte's goeden staat "an dienst en diens leeftijd, drong pleiter op een voorwaardelijke gevangenisstraf aan. Uitspraak 27 dezer. GEHAMER OP DE SPOORWEGEN Vergadering van gisteren. Aan de orde is de begrooting van het de partement van oeconomische zaken en van het Landbouwcrisisfonds (voortzetting). De heer WEITKAMP (C.H.) meent, dat de industrie meer zorg ondervindt dan de landbouw. Onder de kleine boeren is de nood groot. Het Landbouwboekhoudbureau heeft hierover een leerzaam rapport uitge geven. Spr. meent niet eenzijdig te zijn in zijn verlangens. De heer VAN DER PUTT (R.-K.) oppert bezwaren tegen de concernvorming in de margarineproductie. De Unilever beheerscht een derde der productie. Daardoor heeft dit concern een zeer groote machtspositie verworven. Spr. vraagt aandacht voor het gevaar, dat groote concerns deskundige ambtenaren, die kennis over concurrenten hebben, in hun dienst nemen. Bij de sa menwerking tusschen bedrijfsgenooten heeft de Unilever een te overwegende po sitie. Bij een nieuwe margarineconventie behoort er naar meer evenredigheid tt wor den gestreefd. Het is noodig, dat naast het grootbedrijf de zelfstandige ondernemingen blijven bestaan. De verdwijning van tal van kleine bedrijven heeft aan het grootbedrijf belangrijke voordeelen opgeleverd. Kan de regeering hier niets tegen doen. De heer BIEREMA (Lib.) meent, dat de crisismaatregelen voorshands gehandhaafd moeten worden. In het afgeloopen jaar ste gen de wereldmarktprijzen zoo, dat men een oogenblik dacht de richtprijzen te kun nen missen. Doch de wereldprijzen zijn daarna weer gedaald. De stijging was voor namelijk aan misoogsten te wijten geweest. Deze oogst echter was een record-oogst. Met den minister ziet spr. veel aantrek kelijks in de overneming van crisismaat regelen door de bedrijfsgenooten. Het is jammer, dat op dit punt zoo weinig is tot stand gekomen. Spr. is wat sceptisch ge stemd in deze zaak. Ook de landbouwor ganisaties zijn wat bang voor haar prestige. De heer LOERAKKER (R.-K.) consta teert een verschil in de belooning van agra- rischen en industrieelen arbeid. Spr. vraagt of daar niets tegen te doen is. Men kan er niet in berusten, dat die zoo slecht beloond wordt. Het is een misver stand te meenen, dat het landbouwbedrijf niet gerationaliseerd is. Het is onmogelijk verbetering in de belooning aan te bren gen zonder prijsstijging van de producten. De minister had zich daarom niet zoo moe ten vastleggen op het punt der prijzen. De heer VAN LIENDEN (S. D.) be spreekt de steunregeling voor de kleine boeren. De heer DROESSEN (R.-K.) zegt, dat wy de gedachte van afschaffing van den land- bouwcrisissteun voorloopig van ons moe ten afzetten. Afschaffing zou ruïneus zijn. De aanhangers van afschaffing zijn veelal demagogen, de aanhangers van heffing aan de grenzen hebben moeten erkennen, dat hun stelsel, gewogen en te licht bevonden Als de organisaties de regelingen overne men, zullen de boeren de maatregelen meer als eigen werk leeren zien. Hetgeen cc minister over deze materie thans zegt, is een stap terug vergeleken bij verleden jaar. Spr. is bevreesd, dat de betere beloo ning van agrarischen arbeid door den mi nister niet bevorderd zal worden, waar dit tot schade van de andere bevolkingsgroe pen zou strekken. De minister moet alleen van het algemeen belang uitgaan en dit wordt by betere belooning van den agra rischen arbeid gediend. De heer SCHILTHUIS (V. D.) bespreekt de uitbreiding van cultuurgrond. Reeds nu is er een aantal producten, waarvoor geen afzet te vinden is. Een dezer producten is de rogge. Hoe denkt de minister zich de voorzie ningen met graan in oorlogstijd? De graan- gebieden liggen aan grenzen, die in oor logstijd wellicht in handen van den vijand komen. De heer GROEN (R.-K. bespreekt de plannen van den minister inzake schom melende richtprijzen. Welke motieven heeft de minister om elke blijvende verbetering van het prijspeil van de hand te wijzen? De toestanden in den tuinbouw zijn verschillend, doch hij is allerwege hoogst ernstig. De oorzaken zijn daarvan het lang durig ontbreken van prijsbeschermingen en het ontbreken van bedrijfssteun. De voor zieningen, die de minister ten behoeve van de tuinders heeft getroffen, hebben slechts ten deele effect gehad. De steun is zooda nig geregeld, dat men er al zeer spoedig buiten valt. Aan de normen zal nog wat moeten wor den geschaafd. De credietregelingen juicht spr. toe. Is het succes er van echter wel groot? Kan de minister hierover niets con- vreets meedeelen? Er is meer noodig, na melijk het waarborgen van een redelijken prijs voor de tuinbouwproducten. Zoolang die er niet is, zal het mis zijn. De heer HILGEN (S. D.) vestigt de aan dacht op de ongunstige positie der land en tuinbouwarbeiders. De loonen zijn laag. Daarbij komt dan nog de werkloosheid, waarvoor de steunnormen ook laag zyn. De HEER VAN DER GOER VAN NATERS (S. D.) bespreekt een geschil tusschen de Vereeniging van Zaadhandelaren en de Vereeniging van Zaadtelers en Handela ren. Ons natuurschoon gaat op schrikbarende wijze te loor. Er wordt verkaveld, vergra ven, genormaliseerd, gekanaliseerd Wij hebben een prachtig landgehad. De Vereeniging tot behoud van natuurmonu menten behoudt zooveel mogelijk. Voor het natuurschoon beloven de plannen West- hoff en Mesu niet veel goeds. Aan het bosch wordt wel wat weinig plaats ingeruimd. De heer ALGERA (A. R.) bespreekt mi- nisterieele beschikkingen betreffende de controlestations voor volvette kaas. In de ze beschikkingen zijn voorschriften gege ven betreffende gewicht en kwaliteit o.m. van lunchkaasjes. Zijn deze regelingen onder invloed van het buitenland geno men? En waarom is met de kringen van be langhebbenden geen overleg gepleegd? De heer WIJNKOOP (comm.) meent, dat de minister met zijn zorg voor de boeren het omgekeerde zal bereiken wat hy be oogt. De crisisnadeelen worden voor de kleinen bestendigd. De heer DIETERS (N. S.) wijst op het gewicht der landbouwcursussen. Spr. ver zoekt den minister aandacht te schenken aan de landbouwwintercursussen. Te veel wordt' op groepsbelangen gelet. De landbouwpolitiek druischt in tegen de overtuiging der boerenbevolking. De land bouwende bevolking moet de kern zijn van onze samenleving, niet zoo maar een wille keurige groep. De belooning van den agrarischen ar beid staat in geen verhouding tot de waar de van dien arbeid. Vergrooting van onzen cultuurgrond juicht spr. toe. Loonende prijzen moeten daar echter aan gepaard gaan. Wat het laatste betreft, heeft spr. weinig vertrou wen in deze regeering. De heer VAN DIJKEN (A. R.) meent, dat de controle van het parlement op de han delingen van het departement van oeco nomische zaken zeer moeilijk is, vooral in zake de uitvoering der crisismaatregelen en de crisisinvoerwet. Spr. vraagt aandacht voor de bescherming van het natuur schoon. De heer KERSTEN (St. G.) kan zich met het regeeringsbeleid tot zijn leedwezen niet vereenigen. Zijn bezwaren zijn gelegen in het landbouwcrisisbeleid, den dwang daar mee gepaard gaande. DE MINISTER ANTWOORDT. De MINISTER VAN OECONOMISCHE ZAKEN, de heer STEENBERG HE deelt me de, dat overleg met de Duitsche regeering inzake den invoer van zaaizaden heeft ge leid tot het laten vallen van den eisch, dat een keuringscertificaat aanwezig moet zijn, zoodat nu ook het certificaat van Wa- geningen niet meer noodig is. Spreker zal Woensdagochtend zyn rede voortzetten. Te 5.35 wordt de vergadering geschorst tot des avonds 8 uur. AVONDVERGADERING. VERKEERSFONDS. Aan de orde is de begrooting van het verkeersfonds voor 1939. De heer VAN LIDT DE JEUDE (Lib.) herinnert aan de interpellatie inzake de wilde busdiensten, waarbij het beleid van den minister van Justitie vrij algemeen werd afgekeurd, en aan het arrest van den Hoogen Raad d.d. 6 dezer, waarbij het R. A. P. niet verbindend is verklaard. Er is thans een noodwetje toegezegd. Spr. had liever gezien, dat de minister daarmede eerder ware gekomen. Thans blijft de rechtsonge lijkheid vooralsnog bestaan. De heer VAN LIENDEN (S. D.) be spreekt de provinciale wegenheffing in Bra bant voor rijwielen en paarden. De heer VAN DEN BRULLE (R. K.) be pleit, dat groote gemeenten, die voor het verkeer traversen hebben aangebracht, daarvoor meer worden tegemoetgekomen. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURG (N. S.) noemt het verkeersvraag stuk met de werkloosheid en de bevorde ring van den handel tot de belangrijkste vraagstukken van dezen tijd. Et is weinig elasticiteit in een departement dat voor het verkeer heeft te zorgen. Men begrijpt het probleem niet, en was dit wel zoo, men zou het niet kunnen oplassen. De minister ziet niet de groote beteeke- nis van het motorverkeer voor ons land. Trouwens, de geheele regeering ziet die niet. Spreker stelt daartegenover zijn ini tiatief-ontwerp tot vermi dering der las ten van het autoverkeer. Spreker betreurt, dat dit niet tegelijkertijd wordt behan deld. De heer DIEPENHORST (A. R.) wenscht aansluitingen op snelverkeerswegen voor rekening van het rijk te doen uitvoeren. De heer ZANDT (St. G.) vestigt de aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6