OVERSTROOMINGEN OP CELEBES. EEN KORTE DROOM Drie prachtige tij gers arriveerden Dinsdag aan het R A l -gebouw te Amsterdam voor het internationaal circus-festival Geweldige overstroomingen op het eiland Celebes hebben aan de kolonisatie te Mapili voorloopig een einde gemaakt, daar honderden huizen en tientallen bruggen door het alles vernielende water zijn weggespoeld. Een triest beeld van de verwoesting De Vereeniging tot bevordering der belangen van t.b c.- patiënten in Nederland heeft ook dit jaar weer over het geheele land de oude rijwielplaatjes ingezameld. Het transport De bouw van de spoorbrug over de Vecht bij Weesp vordert snel. Een overzicht van de werkzaamheden Dr. ir. M H. Damme, directeur-generaal der P.T.T., arriveerde Dinsdagmid dag met zijn echtgenoote met het Indië-vliegtuig .Wielewaal" op Schiphol, waar de heer en mevr. Damme door hun kleindochtertje verwelkomd werden Hr. Ms. mijnenlegger-instructievaartuig .Willem van der Zaan", voor rekening van het departement van Defensie bij de Ned. Dok Mij. te Amsterdam in aanbouw. Het schip op de helling gereed voor de tewater lating FEUILLETON door ANNY VAN PANHUYS. 22) Een kleine, smalle hand ontworstelde zich aan den overdadigen kantval der man chet. „Dank u, hoogheid, ik wenschtet dat ik altijd zoo'n goeden wagen en zoo'n securen chauffeur ter beschikking had!" Men ging om den kleinen open haard zitten en een opgewekt gesprek begon. Marina's blikken gleden daarbij onge merkt door de kamer, over de met ver bleekt brocaat bekleede stoelen en de vele, vele schilderijen, die nauwelijks iets van het behangsel vrijlieten. „Allemaal erfstukken", zei de prinses, die haar blik gevolgd had, met een klank van voldaanheid in haar stem. „In het heele kasteel zult u bijna geen enkel nieuw stuk vinden". Marina zei met goed-gespeeld leedwezen: „In onze familie is er helaas niets tot op den huidigen dag bewaard gebleven, waaraanhangen met onzen naam en onze geschiedenis". De prinses schuldde het zilvergrijze hoofdje, als in lichte afkeuring. „Hopelijk hebt u des te meer kennis van die geschiedenis geëerfd, freule". Aha! Marina moest heimelijk glim lachen: hare hoogheid prinses Alexandra reed alweer op haar stokpaardje! „Zeker hoogheid, ik heb van mijn over leden vader heel wat gehoord dat u mo gelijk zal interesseen, onder meer dat de vroegere Pereny's niet slechts van ouds her hovelingen waren, doch ook geduchte vechtersbazen!" Ze kon slechts me moeite een spot lachje verbergen. Wat een geluk, dat ze dat geschiedenisboek had gekocht! Doordat ze wat namen en jaartallen uit het hoofd had geleerd en die handig in verband bracht met de oude Pereny's kon ze nu allerlei bijzonderheden vertellen, die bui tengewoon geloofwaardig klonken. Het geen ze dan ook deed. De sonore klank van een gong dreunde door het huis. De oude prinses sprong levendig van haar stoel op. „Kom, we zullen nu aan Hafel gaan". Ten overvloede kwam ook nog een knecht binnen en boog diep voor de prin ses: „Uwe Hoogheid, de lunch is opgediend" De eetkamer was donker betimmerd en maakte een bijna somberen indruk. Doch des te heller en levendiger schitterde het zilver en het flonkerende kristal op de tafel. Achter een stoel stond stokstijf een ta melijk gezete dame me glad, grijs haar. „Freule von Seltheim, mijn gezelschaps dame en vriendin van vele jaren", stelde prinses Alexandra voor. De dikke dame haastte zich, het jonge gravinnetje te begroeten en poogde zelfs een soort van buiging te maken, die tenge volge van haar omvang tamelijk potsier lijk uitviel. Daarna nam men plaats om de groote tafel. Twee livreiknechts serveerden. Marina keek naar de gecompliceerde parade der visch- en vleeschcouverts aan weerszijden van haar bord en haar gedachten vlogen terug. Ze herinnerde zich een vlotten knappen handelsreiziger, die vaak bij mai- son Violette verscheen, en die haar voor het eerst had ingewijd in de finesses van het correct dineeren. Vóórdien had ze nooit zoo goed overweg gekund met de visch en evenmin met asperges of artisjokken. Ook oesters leerde hij haar eten zooals het be hoort en dank zij hem kon zij een stuk ge vogelte keurig hanteeren en ontleden. Die reiziger, Hans heette hij als ze zich niet vergiste, droeg altijd dassen en po chettes, die hetzelfde dessin vertoonden en zijn nagels zagen er uit als glanzend pa relmoer. Marina. moest glimalchen. Hij zou versteld staan als hy wist, dat ze hier van daag als volwaardige gast in een prinse lijk slot aan tafel zat „Na de lunch kun je freule Pereny hel kasteel wel eens laten zien, Heribert", stelde de prinses tijdens het dessert voor. „Ik doe dan in dien tijd myn dutje". Ze wende het hoofd naar haar gast en glim lachte. „Na tafel heb ik altijd de gewoonte, een half uurtje te rusten. Op mijn leeftijd heb je zooiets noodig", voegde ze er met een tikje weemoed bij. Prins Heribert vond het een uitmuntend idee, en daar Marina verklaarde dat een rondgang door het slot haar buitengewoon zou interesseeren,- verzocht hij haar te wil len volgen. Zoolang ze in gezelschap van de oude prinses was geweest, had Marina haar ge voelens niet den vrijen loop willen laten. Nu braken ze zich baan als vlammen die men kunstmatig heeft trachten te smoren. Maar haar rustig glimlachend gezicht ver ried niets van wat er in haar woelde. Soepel en veerkrachtig schreed ze voort naast de hooge, slanke mannengestalte. Vaak was zijn gebruind gezicht vlak bij het hare, wanneer hij zich bij het uitleg gen naar haar overboog, en telkens, onder bet levendig vertellen, zag ze zijn oogen schitteren van heel dichtbij Ze, kwamen aan de biblotheek. Ze was ruim als een zaal en boven de zware eiken kasten, met eindelooze rijen boeken ge vuld, hingen groote familieportretten: hee- ren en dames in de kleederdrachten van verscheidene eeuwen. Marina's blik viel op een vrouwenpor tret in somber nonnenkleed. Een heel jong, onuitsprekelijk droevig gezicht keek onder de omlijsting der zwarte kap te voorschijn; in de bijna doorzichtige vingers der rechterhand hing losjes een krans, terwijl de linker een donkerroode roos vast hield. „Dat is ook een lid van ons geslacht", zei prins Heribert in antwoord op de zwij gende vraag, die in Marina's oogen lag. „Zij ging in een klooster terwille van een ongelukkige liefde", vertelde hij verder, en een glimlachje speelde plotseling om zijn mondhoeken, alsof hem iets amusants inviel. „Sinds vierhonderd jaren, sinds ze ver van hier in Vlaanderen stierf, heet ze hier in het kasteel t.e spoken en in elke generatie zweert hier een jonge vrouw er op, haar gezien te hebben. Want ze ver toont zich slechts aan vrouwen, aan de dochter of uitverkorene van een von Det- tenburg-Weidingen, en dan nog slechts aan haar, die als bruid een nacht onder dit dak doorbrengen. Haar, wier verloving tot een huwelijk leidt, verschijnt zij om middernacht en toont haar een donker roode roos; zij, die nooit den trouwring van haar geliefde zullen dragen, houdt zy den krans voor!" Marina huiverde in grappige ontzetting. „Brrr, voor die spookzuster zou ik ge- woon doodsbang Jjn!" „U zult immers nooit als bruid van een Dettenburg hier in het kasteel overnach ten", wilde hij zeggen, maar tegelijk was het hem, alsof er plotseling een hand op zijn mond werd gelegd. Waarom zou dat uitgesloten zijn? Zijn blik gleed over haar klassiek-mooi gezichtje, over de weelde van het roodgouden haar. Een onweerstaan baar verlangen kwam over hem, dit stra lend wezentje tot meesteres van Weidingen te maken. Na zijn bittere teleurstelling was zijn hart leeg en eenzaam gebleven; nu pas werd hij zich bewust, hoezeer hij al dien tijd gehongerd en gehunkerd had naar de liefde van een vrouw. Het moest wel heerlijk zijn, wanneer hier een jonge huisvrouw op het slot was in plaats van tante Alex, die weliswaar zielsgoed was, maar soms toch wel wonderlijk kon doen. Het moest heerlijk zijn, ja, aan de zijde van een jonge vrouw over de velden te rijden, die bij het goed hoorden en op Weidingen weer jonge, vroolijke gasten te kunyen ont vangen. Marina voelde zijn blik op zich gericht. Hoe komt het toch, dacht ze verward, dat deze man zulk een groote macht over mij heeft, dat ik zwijgend en sidderend ben en niets weet te bedenken om dit pijnlijke zwijgen, dat vol onuitgesproken gedachten is, te breken? Krampachtig zocht ze naar een luchtige Qpmerking om een einde aan de lange stil te te maken; toen zei ze hakkelend iets over de mooie lijst van een aer schilde- rijen. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5