VLIEGONGELUK BIJ SAN FRANCISCO.
EEN KORTE DROOM
Het laatste gedeelte van de in aanbouw zijnde brug in de SSiwMe^^ei^steene^re^d ^door"'dpnd1?pinenp?ppnr^.eAnr^«ÏJunit^16 TS" ^en gedeelte van den nieuwen autosnelweg Den Haag - Utrecht zal binnen-
Ringbaan over den Mu,derstraatweg en de Weesper trekvaart ^IT f steenen reed, door den trein gegrepen en gedood - De kort VOQr het verkeer „orden yrjj y het wegvale van de brug
rv J. i j steenen werden tegen het seinhuisie geslagen waarvan de ruiten vernield /- D a y
nabij Diemen wordt gemonteerd werden Qp den achtergrond politiebeambten bij het onderzoek OVer de Gouwe ,ot nab,j Bode9raven
Von Ribbentrop op de Duitsche ambassade te Parijs ter ge
legenheid van het diner, dat den gast tijdens zijn bezoek aan
de Fransche hoofdstad werd aangeboden
Het stoffelijk overschot van Koningin Maud van Noorwegen is Donderdag
ten grave gedragen. Een overzicht tijdens den rouwdienst in de Kathedraal
te Oslo (Telegrafisch overgebrachte foto)
Vijf dooden waren
te betreuren bij
het ongeluk van
't Amerikaansche
vliegtuig .Main-
liner", dat nabij
San Francisco in
zee stortte.
Teneinde op den herdenkingsdag van de landing van Prins
Willem VI in 1813 dit feit zoo getrouw mogelijk uit te beel
den, worden te Scheveningen twee sloepen in gereedheid
gebracht
FEUILLETON
door
ANNY VAN PANHUYS.
19}
„Ik zal u heel graag op Weidingen een
bezoek brengen, hoogheid, en ik hoop u
tevreden te stellen met wat ik van de ge
schiedenis der Pereny's weet."
„De geschiedenis van Hongarije is tan
te'* stokpaardje", merkte de prins op, en
het deed hem genoegen dat zijn tante de
mooie jonge gravin had uitgenoodigd tot
een bezoek.
Tante Alexandra was anders niet zoo
gul met invitaties, ze was tamelijk gereser
veerd, maar tegenover een Hongaarsche
gravin leek haar dat blijkbaar misplaatst.
Toch volgde er nu onverwacht een
vraag, die de- prinses blijkbaar door een
plotseling opkomend wantrouwen werd in
gegeven.
„Neemt u me niet kwalijk, freule, reist
u altijd heel alleen?"
Marina begreep haar, wat prins Heri-
bert en de kleine baron ten slotte begrij
pelijk vonden, kon de oude dame zoo maar
niet zonder meer goedkeuren.
Dan maar liegen.
In geen geval mocht ze afdalen van het
voetstuk, waarop de vereerende uitnoodi-
ging van hare hoogheid haar geplaatst had;
in geen geval mocht ze de kans verspe
len, Heribert terug te zien op zijn eigen
bezitting.
i „Och, hoogheid",' begon ze met een
langzamen oogopslag, „het is me tegenge-
loopen, de oude gezelschapsdame, die se
dert papa's dood bij me woonde en voor me
zorgde als een moeder, stierf kort voor
dat ik naar Nice reisde. Het viel tot nog
toe zoo verschrikkelijk hard, haar een op
volgster te geven, maar ik zie in, dat ik
niet langer mag aarzelen. Zoodra ik in
Budapest terug kom, waar ik na mijn va
ders overlijden met haar in een pension
woonde, zal het moeten gebeuren. Ik vind
het ellendig, inplaats van die lieve overle
dene een nieuw, vreemd gezicht om me
heen te moeten zien."
„U hebt een teer hart freule maar u
bent jong en mooi, en een jong, mooi
meisje moet nu eenmaal een chaperonne
hebben, althans in onze kringen. Die mo
derne gewoonten hebben bij ons gelukkig
nog niet zoo algemeen ingang gevonden. Ik
herhaal: in onze kringen kan een jong
meisje ook tegenwoordig nog niet zonder
chaperonne."
„In de mijne best", had Marina bijna
geprikkeld ten antwoord gegeven, maar
ze zweeg, en gaf haar instemming slechts
te kennen door diep het hoofdje met het
rood-gouden haar te buigen.
Wat is ze mooi, wat is ze ongelooflijk
mooi, dacht prins Heribert verrukt, en
wat is ze bij al haar frissche jeugd toch
volkomen dame van de wereld.
Ook de ronde, lichtbruine oogen van
prinses Alexandra rustten met welgeval
len op het jonge meisje.
„Ik stuur u morgenochtend den wagen,
freule", stelde ze voor, „dan brengt u den
verderen dag bij ons buiten door. Het is
niet de moeite waard, zoo'n lange rit te
maken voor een bezoek van een paar uur."
Marina dankte haar en voegde er by, dat
ze zich er erg op verheugde, een Duitsch
kasteel te leeren kennen.
„Het gaat heel eenvoudig toe op de klei
ne Duitsche kasteeelen", glimlachte prin
ses Alexandra, „en u, die zeker vaak het
leven op Hongaarsche landgoederen hebt
meegemaakt, zult zeker teleurgesteld zijn."
„Pardon, hoogheid, maar daarin vregist
u zich toch; mijn vader was een eenzaam
man en tot op zekere hoogte, wanneer ik
het zoo mag uitdrukken, een menschenha-
ter. Hij meed allen omgang", haastte Ma
rina zich te zeggen.
„Dan hebt u dus eigenlijk een treurige
jeugd gehad", het kleine spitse muizenge
zichtje trok in meelijdende rimpeltjes.
Ze had graag nog veel meer gevraagd,
maar daarvoor zou ze immers nog tijd ge
noeg hebben, wanneer de freule op Wei
dingen kwam. En zoo stond ze dus plotse
ling op met de levendigheid die haar eigen
v/as en stak Marina haar handje toe, nie
tig als dat van een kind.
„Voor vandaag moeten we ons prettig
samenzijn beëindigen, tot weerziens, lieve
freule."
Prins Heribert hield Marina's hand een
paar seconden langer in de zijne dan strikt
noodig was, en de oude prinses merkte dat
met een schier onmerkbaar glimlachje op.
Heribert had zeer klaarblijkelijk een zwak
voor deze mooie, gedistingeerde Hongaar
sche, endat moest met den noodigen tact
;r de hand gewerkt worden. Na de droe
vige ervaring met de wilde Jutta von Tal-
berg was hij teruggetrokken als een klui
zenaar, waar het vrouwen gold.
Het had haar leed gedaan, dat hij na
zijn terugkeer uit Indië Jutta vo*i Talberg
niet meer had willen terugzien. Het meisje
was tydens zijn afwezigheid zoo in haar
voordeel veranderd; het leek bijna of ze
inzag wat ze verspeeld had en er om
treurde. Ze bemoeide zich ijverig met de
groote huishouding op het goed van haar
ouders, naaide haar eigen huisjurken en
kookte voor de armen en zieken in de
buurt Doch wanneer prinses Alexandra,
jd de hoop een verzoening tot stand te
brengen, haar op Weidingen vroeg voor
een weekend, moest Heribert altijd toe
vallig voor een paar dagen op reis, naar
Berlijn bijvoorbeeld, zooals pas nog....
En zijn tante zou hem toch zoo graag ge
lukkig getrouwd zien; ondanks zijn pose
van geblasceerd cynicus was hij niets dan
een teerhartige, aanhankelijke jongen, met
een groote behoefte aan Liefde
En dezze allerliefste freule Pereny scheen
veel voor Heribert te voelen. Hij had zich
na zijn terugkeer uit Triest zoo geestdrif
tig over haar uitgelaten, dat er niet veel
menschenkennis voor noodig was om
daaruit hoopvolle conclusies te trekken.
Dat het gravinnetje nu plotseling hier in
Frankfurt opdook, leek haar slechts een
bevestiging van haar vermoedens.
Verder moesten de twee jonge menschen
het nu maar zelf klaarspelen; zij had door
haar visite bij freule Pereny en door haar
uitnoodiging gedaan wat in haar vermogen
v/as. Ze wilde daardoor alle kletspraatjes
voorkomen, die zeker onmiddellijk de ron
de zouden hebben gedaan, wanneer de in
Frankfurt zeer bekende prins de opvallend
mooie Hongaarsche een paar maal alléén
in haar hotel had opgezocht.
Op den terugweg in de auto zat de prins
langen tijd naar buiten te staren; toen zei
hij plotseling: „Luister eens, tante Alex,
was uw bezoek bij freule Pereny en die
vlotte invitatie eigenlijk niet een beetje
ondoordacht? We weten tenslotte zoo
weinig, of beter gezegd, heelemaal niets
ncders van haar dan dat ze mooi is en
blijkbaar over voldoende contanten be
schikt."
„Maar Heribert." Alexandra's oogen
werden opeens donker van boosheid. „Er
ontbreekt nog maar aan dat je ronduit
zegt, dat de gravin misschien wel een op-
lichtster is; aanduiden doe je het in ieder
geval!"
„Och nee, tahte Alex', suste Heribert,
„aan zoo iets denk ik in de verste verte
niet ik wilde alleen maar zeggen, dat
we toch eigenlijk hoegenaamd niets van
freule Pereny weten. Zoolang ik alléén
met haar omga, doet dat er ook niets toe
- maar met u is het een ander geval."
Een scherpe, felle blos steeg de oude
prinses naar de wangen en werd zelfs on-
dei de dikke poederlaag zichtbaar.
Schaam je, zooiets te zeggen. Denk je,
dat ik gravin Pereny zou hebben uitgenoo
digd, tot een bezoek aan Weidingen, wan
neer ik niet rotsvast overtuigd was, dat
ze de meest onvervalschte 2n onberispelijke
gravin is, die ooit in Hongarije geboren
werd?"
„Neem me niet kwalijk, tante Alex, zóó
heb ik het heusch niet bedoeld. Ik weet
best, dat uw menschenkennis niets te wen-
schen overlaat."
Hij greep de hand der oude dame en
kuste ze, en heimelijk verheugde hij zich
over haar besliste uitspraak Hij wilde het
zich niet lunger ontveinzen, dat freule Pe
reny een diepen, on ver getel ijken indruk
op hem had ge-naakt. Jutta von Talberg
scheer, hem rog «lenhls een onbeduidende
schaduw hij haar had weergezien en
de overtuiging geregen, dat ze zich ook
voor hem ln*c-r-s«e*rde.
Wordt vervolgd-