287177
VRIJDAG 2 DECEMBER 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
De kleuter en
de kleuterzorg
IV (Slot).
Vele moeders zullen in de onmogelijk
heid verkeeren, om welke reden dan ook,
de opvoeding van de kleuters geheel al
leen te leiden, en plaatsen de kinderen op
een bewaarschool, beter: kleuterschool.
Van elke jaarklasse kleuters van 1, van 2,
3, 4, en 5 jaar zijn er zoo ongeveer 165000.
Wanneer we de bewaarschoolleeftijd stel
len van 3 tot en met 5 ys jaar, zijn er in
deze groep ongeveer 600.000, waarvan er
in 1936 ruim 212.000 op de kleuterscholen
waren ingeschreven, verdeeld over 2221
scholen. Onder geneeskundig toezicht van
een schoolarts stonden 36,6 pet. van het
aantal scholen, waaronder 45,4 pet. van de
kinderen vallen.
Een eenvoudig rekensommetje leeit ons.
dat er van alle kleuters van 1 tot en met 5
jaar (pl.m. 850.000) ongeveer 1/8 onder
het toezicht van een schoolarts staan (im
mers 45 pet. van 212000), en dat er, zoo
als we reeds eerder zagen, nog ruim
16000 de kleuterbureaux bezoeken. Voor
de rest gebeurt er in soc.-hygiënisch op
zicht niets!
De kleuterschool kan voor het kind een
zegen zijn; zoowel voor het eenigst tv.ind,
dat er gemeenschapszin gaat leeren, als
voor het schuwe dat in het blijde spel. zijn
angst verliest, alsook voor het tnuis dooT
de anderen verdrukte, die er zijn vryhsid
weer hervindt. Maar.... -^an moet uok de
school ingericht zijn op de oischen van de
kleuter: licht, lucht en vrije bt-weging.
Hieraan mankeert nog al het een en an
der Afgezien van de nog bestaande kleu
terpakhuizen zijn er ook betrekkelijk nieu
we scholen, die het euvel vertoonen geen
rekening te houden met de afmetingen en
de „eischen" van de kleuter. De kleuter
school behoort een semi-openluchtschool te
zijn, waarbij de hoofdgedachte van frisch-
heid en soberheid tot uiting komt; de kleu
ter verlangt geen dure school en ook geen
luxe
Gelukkig bestaat er van Overheidswege
een „Leiddraad voor adviezen omtrent ge
bouwen voor Voorbereidend onderwijs".
Er gebeurt dus iets! Maar het geld blijft in
vele gevallen achterwege. Met jiame geeft
een iets oudere statistiek aan, dat er glo
baal omgerekend 10 pet., -n.l. de openbare,
een volledig subsidie krijgen; 50 pet. heeft
een gedeeltelijk subsidie, en 40 pet. krijgt
niets, dat zijn bijzondere scholen.
Het nut en de beteekenis van het kleu
teronderwijs kan groot zijn. Wanneer al
thans niet de gedachte voorzit, dat zoet
houden, en de kinderen netjes stil leeren
zitten (en ter afwisseling op een rijtje net
jes naar de W.C. laten gaan) de hoofd
zaak is. Vooral als er thuis aan het milieu
iets ontbreekt, is deze school een uitkomst.
Zoo b.v. als het gezin bestaat uit 1 of 2
kinderen, of in het andere geval, uit 12
kinderen en de moeder tijd te kort komt,
of als de mc-eder hyper-nerveus is, en ook
als een zeer oude, goed willende grootmoe
der het gezin regeert,maar o zoo graag
de kinderen verwent. De invloed van de
school werkt dan corrigeerend.
Maar dan is ook noodig een goede hy
giënisch ingerichte school, met behoorlijke
onderwijsmethode en met bekwame lei
ding. Juist de persoonlijkheid van de leid
ster is van grootë beteekenis. De wijze
waarop zij met de kinderen omgaat, en
hetgeen van haar uitgaat is van beslissen
de beteekenis voor de waarde van het
kleuteronderwijs en de opvoeding. De
kleuterschool kan alleen een bijdrage
brengen tot de karakteropbouw van het
kind als de leidster een open oog he^ft
voor de eigen aard en de eigen ontwikke
ling van elk kind afzonderlijk. Door goede
opleiding der onderwijzeressen alléén
is dat niet te garandeeren, maar deze geeft
toch een betere waarborg. In het jaar 1936
waren 65,4 pet. der kleuterenderwijzeres-
sen in het bezit'van een diploma.
Dubbel jammer is het, dat sinds 1932 het
aantal leerkrachten met 400 is gedaald tot
6868 in 1936. Een gevolg daarvan is een
grootere klassebezetting. Ruim 42 pet. der
onderwijzeressen hebben een klasse van
41 tot 60 kinderen, en 6 pet. stonden voor
60 tot 80 en meer kleuters!
Van een individueel bezien en behande
len van het kind, hetgeen toch een. eerste
vereischte moet zijn, kan dan natuurlijk
niets komen .Tegelijkertijd verminderen
de subsidies van de Overheid, zoodat op
alles moet bezuinigd worden; dat dit ook
de hygiëne van het onderwijs op den duur
schaden moet spreekt vanzelf,
Op de hoofdzaken van hetgeen voor het
lichamelijk en geestelijk heil voor den
kleuter gedaan wordt hebben we zoo in
het kort gewezen. Nog een enkel punt mo
ge hieraan worden toegevoegd. Er blijven
altijd nog kinderen over, die met een
drankje of een goeden raad niet te helpen
zijn, doch alleen met de daad, En deze
daad is de uitzending naar een kleuter-
koloniehuis of een dagverblijf
voor den duur van 6 of 8 weken. Nu be
staan er niet veel van deze inrichtingen,
maar toch konden in 1937 ruim 1900 kleu
ters worden uitgezonden. Van Katholieke
zijde is door de N. Br. Bond van het Wit
Gele Kruis gesticht het kleuterkoloniehuis
„de Krabbebosschen" te Rijsbergen bij
Breda, en deze instelling wordt allerwege
met eere genoemd en geroemd om haar
model-verpleging.
Tegelijkertijd is ter hand genomen de
opleiding van de Verzorgsters in de kolo
niehuizen, hetgeen wederom een garantie
te meer geeft dat de verzorging van het
kind „van anderen" in goede handen is.
Maar al met al zijn er nog zoo vele kleu
ters, waarvoor weinig of niets gescheidt,
dat we nog op geen stukken na tevreden
mogen zijn, met hetgeen bereikt is.
Voor hoeveel kleuters is niet de straat,
de steeg het milieu waar "e opgroeien;
hoeveel andere kleuters zitten niet den
geheelen morgen wezenloos voor zich uit
te staren met een broodkorst in de vuile
BINNENLAND
RADIO-REDE VAN Dr. COLIJN.
Ter aanbeveling van de nationale collecte
op Zaterdag a.s.
Gisteravond om kwart pver zeven heeft
minister Colijn, over beide zenders, een
opwekking tot steun aan de nationale col
lecte op 3 December uitgesproken.
De minister-president sprak als volgt:
Geachte luisteraars,
De drie bekende comité's die zich het lot
hebben aangetrokken van de uitgeweke
nen wegens ras of geloof, hebben mij ver
zocht een kort woord van aanbeveling te
willen spreken voor de natjonale collecte,
die a.s. Zaterdag gehouden staat te wor
den.
Ik heb aan dit verzoek gaarne voldaan.
Al is misschien eenige twijfel geoorloofd
of het strikt noodzakelijk is te achten aan
den goeden wil van ons volk om hulp te
bieden aan wie in diepen nood verkeeren,
behoeft niet getwijfeld te worden. Die wil
is aanwezig.
Maar wat wellicht nog niet aan allen
duidelijk is, is de omvang van dien nood,
gevolg van het groote aantal personen, dat
sinds de eerste Novemberdagen hier te lan
de een schuilplaats heeft gezocht. Aan den
avond van den dag, waarop de collecte zal
worden gehouden, zal het aantal vluchte
lingen, aan wie in de laatste weken ver
gund is naar Nederland te komen, tegen de
vierduizend loopen. Rekent men de
kosten per dag en per persoon voor huis
vesting, voeding en kleeding op ongeveer
1.50, dan zou dit, indien deze vierduizend
toegelatenen allen voor rekening der ge
meenschappelijke liefdadigheid kwamen,
pei jaar een bedrag van ruim twee mil-
lioen gulden vorderen.
Nu is dit tot nog toe niet het geval. Voor-
loopig hebben gelukkig zeer velen onder
dak gevonden bij familie of bij vrienden.
Die komen dus niet of niet geheel voor re
kening van de gemeenschappelijke lief
dadigheid, maar daar staat tegenover, dat
we Zaterdag de deur niet kunnen sluiten.
Er komen er nog meer en niemand kan
zeggen, wat ons op dat gebied nog te
wachten staat. Er is dus veel geld noodig,
om onze plicht van barmhartigheid te ver
vullen en dit vooral, omdat we niet weten,
welke mogelijkheden er zijn om de hier
toegelatenen naar andere landen door te
geven. Tot nog toe zijn de vooruitzichten
daarop althans voor de volwassenen niet
gunstig, eer zelfs ongunstig te noemen. We
moeten dus rekenen op een groot getal
menschen, dat gedurende gerüimen tijd on
derhouden zal moeten worden.
Dat nu is het, wat ik nog eens onder
uw aandacht heb willen brengen met het
oog op de collecte. Hét gaat hier niet om
de leniging van nood voor enkele dagen of
om grootere of kleinere hulp voor eenmaal.
Maar het gaat om bestendige hulp aan een
groot aantal menschen, gedurende gerüi
men tijd. Die kennis van den toestand, die
moet Zaterdag in de gulheid van uw hart
en de vaardigheid van uw hand besturen
om mildelijk te geven. Wij herinneren ons
allen dat Koninklijke woord om groot te
kunnen zijn in alles, waarin ook een klein
volk groot kan zijn. Die grootheid kunnen
we ook toonen in onze milddadigheid te
genover hen, die in zwaren druk verkeeren.
En we volbrengen dan tevens het God
delijk gebod tegenover den naaste, want al
is er ook in eigen land veel nood te leni
gen, en op allerlei gebied veel te verzor
gen, hier in dit geval is thans te voorzien
in het leed, dat veel dieper in het leven
snijdt, dan wat wij bij ons zelf kennen.
Toone de Zaterdagcollecte daarom, dat
ons volk den roep verstaat, die thans tot
ons komt. Ook omdat we daarvoor wellicht
anderen nog bewegen kunnen met ons sa
men de hand aan den ploeg te slaan.
Ik heb gezegd.
handjes, terwijl ze af en toe alleen maar
te hooren krijgen: „blijf zitten". Hoeveel
wordt er niet te 'kort gedaan aan de spel
en bewegingsdrang en onderzoeklust van
den kleuter en daarmee aan de harmo
nieuze ontwikkeling van lichaam en ka
rakter, Hoe weinig indruk maken op den
duur die korte kranteberichten, waarin
simpel wordt meegedeeld, dat weer een
kleuter hopeloos verminkt werd door de
moderne verkeersmoloch; en we vergeten
dan ook, dat naast die 300 slachtoffers per
jaar staat een bonte rij van getroffenen,
die niet gedood, maar voor hun leven ver
minkt zijn. Het inrichten van kinderspeel
tuinen in de steden blijft een eisch; in
Engeland 'komt men hieraan reeds tege
moet door het vrij houden van „speelstra
ten". Daarnaast is er nog steeds een tekort
aan goede-hygiënische bewaarscholen, ter
wijl toch moest worden beseft, dat juist
deze scholen, staande onder medisch toe
zicht, het centrum moeten worden van een
goede kleuterzorg, door de juiste samen
werking van arts, ouders en onderwijze
ressen. Dit alles dan aangevuld met de
kleuter cons.bureaux.
Pas wanneer dit alles goed geregeld is
kan men spreken van een goede kleuter
zorg, die in-zich vóórzorg is. De Over-
heidscolleges mogen dit wel inzien, opdat
er een eind kome aan die tenslotte zoo
weinig gewicht in de schaal leggende be
zuiniging op de subsidies. Er wordt zoo
gemakkelijk gezegd: nu ja die bewaar
schooltjes! maar er wordt vergeten, dat de
kern van een probleem wordt verwaar
loosd, en dat daarmee de kleuter, het wor
dende kleine menschje, de drager van de
toekomst veel tekort gedaan wordt.
Een lichtpunt blijft ten onzent het zoo
zegenrijke particulier initiatief, dat, hoe
moeilijk ook, nog zoo vele noodzakelijke
dingen in stand weet te houden. De liefde
voor de kleuter is geen ijdele phrase.
ZIJERVELD.
DE GROEI DER R.K. STAATSPARTIJ
Met groote geestdrift hebben tal van af-
deelingen der R.K. Staatspartij de groote
najaarsactie ingezet: de werving van
50.000 nieuwe leden. Vooral Limburg meldt
prachtige resultaten: nieuwe af deelingen
zijn opgericht te Cadier en Keer (153 le
den), te Meyel, Leenhuf, Heer, Heksen-
berg en Metsch. Vele afdeelingen melden
een sterken groei van het ledental, o.a.
Afferden 70, Rumpen 122, Mechelen 63
nieuwe leden enz. enz. Dit alles is nog
slechts een begin, want in de Limburgsche
propaganda is de maand December gereser
veerd als d e ledenwervingsmaand.
Ook uit de andere provinciën komen be
richten bij den Centralen Propaganda
Dienst binnen over zeer gunstige resultaten
van de ledenwervingsactie.
DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN
GOUDA
De by Kon. Besluit benoemde burge
meester van Gouda dr. K. F. O. James, te
voren chef van de afdeeling havenbeheer
der gemeente Rotterdam en chef van de
Kabinetszaken voor den burgemeester dier
gemeente, is vanmiddag, als opvolger van
den overleden burgemeester E. G. Gaar-
landt, in een speciaal daartoe belegde
raadsvergadering in zijn ambt geinstalleerd.
De installatie geschiedde door den wn.-
burgemeester wethouder mr. H. P. C. M.
de Witt Wijnen.
Burgemeester
Bij Kon. besluit is met ingang van 15
December a.s. benoemd tot burgemeester
der gemeente Oude-Niedorp: S. H. J. Bos
nia.
De heer Bosma is in 1901 te Alkmaar ge
boren en is thans gemeentesecretaris te
Kloosterburen.
DE VRIJSTELLINGEN WEGENS
BROEDERDIENST
Zullen naar schatting ongeveer 13.000 kun
nen bedragen voor de lichting 1940, tegen
1300 voor de lichting 1939.
Minister Van Dijk, heeft in zijn rede over
de defensie-begrooting o.m. mededeelingen
gedaan over de vrijstellingen wegens broe-
derdienst.
Naar men verneemt bedraagt het aantal
ingeschrevenen voor de lichting 1940 on
geveer 86.000, of eenige duizenden meer
dan voor de lichting 1939. Dit grootere ge
tal vloeit voort uit de stijging van het ge
boortecijfer na het einde van de mobilisatie
Het afkeuringspercentage in aanmerking
genomen, wordt er op gerekend, dat het
aantal goedgekeurden voor de lichting
1940 ongeveer 56.000 zal bedragen. Daar
deze lichting een 43.000 man zal tellen,
zullen er derhalve 13.000 vrijstellingen we
gens broederdienst kunnen worden gege
ven. Voor de lichting 1939, die uit een veel
lager getal goedgekeurden moest worden
geformeerd, bedroeg het aantal vrijstellin
gen slechts 1300.
DE HEFFING OP BOTER
Het bedrag van de heffing en de steun-
uitkeering op boter is behoudens tusschen-
tijdsche wijziging, voor de week van 1 tot
8 dezer vastgesteld op zeventig cent per
kilogram.
HET INVOERCONTINGENT VOOR
BOTER IN BELGIë
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat
de Belgische regeering het globale invoer
contingent voor boter voor deze maand
verhoogd heeft van 100.000 kg. op 250.000
kg. Het aandeel van Nederland -bedraagt
hierin 27 1/2 o/o., de betreffende hoeveel
heid moet uiterlijk 31 December 1938 in
België worden ingevoerd.
B Vexstefikk
i nÜSut
LöSlnds
Po'stqiro denHaaq
IgggjQj
RECHTZAKEN
DE ZAAK VAN DE MARECHAUSSEE'®
UIT OSS
Na de pauze werd gisteren allereerst met
gesloten deuren de zaak betreffende de
beide beschuldigde geestelijken behhndeld.
In de daarop om half zes volgende open
bare zitting heeft mr. James zijn pleidooi
voortgezet.
Daarna was het woord aan mr. Meyes,
die opmerkte, dat in de stukken en het
pleidooi van mr. James ten onrechte de
suggestie wordt gewekt, als zouden de op
sporingsambtenaren het recht en den plicht
hebben, om alles op te sporen, wat op te
sporen valt.
Uit geen der wetsartikelen is een derge
lijke opvatting af te leiden
Voorts merkt pl. op, dat duidelijk is om
schreven, dat de taak van de opsporings
ambtenaren en van de hulp-officieren van
justitie een zuiver subsidaire is en dat zij
geen enkel eigen recht hebben. Zij zijn al
len ondergeschikt aan den officier van jus
titie.
Boven de opsporingsambtenaren staat
de justitieele macht en pl. ziet niet in,
waarom deze macht aan hen niet kan op
dragen, een onderzoek in een bepaalde
zaak na te laten.
Voorts geeft pl. als zijn meening te ken
nen, dat de opsporingsambtenaren niet al
leen ondergeschikt zijn aan den officier
van justitie, maar ook aan den boven de
zen staanden proc -generaal en in hoogste
instantie aan den minister van justitie.
Dat er geen algemeene regel is, volgens
welke de onderofficieren der marechaussee
zonder meer opsporingsrecht hebben, blijkt
volgens mr. Meyes wel uit het feit, dat er
verschillende marechaussee's zijn, die geen
opsporingsambtenaar zijn, doch uitsluitend
politioneele bevoegdheden hebben.
En dat is eveneens het geval bij andere
categorieën van politieambtenaren, z
Ten aanzien van het voorschrift, dat na
de ontneming aan de brigade Oss van haar
opsporingsbevoegdheid de bij haar inko
mende aangiften moesten worden doorge
zonden, is opgemerkt, dat dit in strijd zou
zijn met den regel, dat zoodanige aangif
ten onmiddellijk moeten worden doorge
zonden naar den officier van justitie. Wat
wil men daarmede echter bereiken?
Ook al zouden de aangiftten door de ma
rechaussee naar den officier zijn gezonden,
dan zou deze ze toch teruggezonden heb
ben en wel naar de gemeentepolitie ter
verdere afdoening, waardoor dus hetzelfde
zou worden bereikt. Een omweg ten deze
is echter volkomen nutteloos.
Wat betreft de stelling, dat de brigade
na het ministerieele telegram haar opspo
ringsbevoegdheid zou hebben verloren,
vraagt pl. of daarmede bedoeld is, dat
wanneer na 1 April een der brigadeleden
een proces-verbaal zou hebben opgemaakt,
dat proces dan onrechtmatig zou zijn opge
maakt. Dat is geenszins het geval, want de
brigade had haar opsporingsbevoegdheid
behouden. Bij opmaking van proces-verbaal
na 1 April zou zij echter hebben gehandeld
in strijd met hetgeen te hunnen aanzien
door het hooger gezag was bepaald voor
wat betreft de inkomende aangiften.
Pleiter eindigde zijn betoog met de me-
dedeeling, dat de tegenwoordige bridage-
commandant Mientjes in Oss ten aanzien
van den huidigen toestand aldaar dezelfde
meening heeft als de burgemeester, n.l.
.dat alles thans vlot marcheert en dat er
een volkomen goede samenwerking is tus-
schen de nieuwe brigade en de gemeente
lijke politie.
De uitspraak wordt bepaald op 22 De
cember.
HAAGSCHE RECHTBANK.
DE WOONSCHUIT VAN JANNETJE B.
TE OEGSTGEEST.
De Officier van Justitie eischt vernietiging
van de woonark.
Voor de zooveelste maal moest voor de
Haagsche rechtbank verschijnen Jannetje
B. te O e g s t g e e s t. Zij was in hooger be
roep gekomen van een vonnis van den
Leidschen kantonrechter, die haar veroor
deeld had tot een geldboete en vernieti
ging van het woonschip had geëischt.
Verdachte ljet verstek gaan en zoo was
het woord dadelijk aan den Officier.
Spr. ging uitvoerig in op deze overtre
ding van de woonschuriwet en bracht naar
voren, dat verdachte sinds 1934 geen ver
gunning meer heeft. Niettemin blijft zij er
rustig wonen met als gevolg steeds op
nieuw verbalen. Maar zij voldoet liever de
hooge geldboeten, soms 60, dan dat zij
gaat vertrekken naar een woning op den
vasten wal. Het woonschip is, volgens spr.,
in uiterst slechten toestand. Het kan abso
luut geen water tegenhouden en hangt
daarom in kettingen en balken.
Verdachte zegt wel uit armoede te han
delen, maar dat aanvaardt spr. niet. Er is
haar een huis aangeboden op den vasten
wal, maar dat wil zij niet hebben en ten
tweede kan zij steeds opnieuw de soms
zeer hooge boeten betalen.
Dat rustig doorgaan met dë overtreding
van de wet op de woonschepen kon niet
langer toegestaan worden.
De Officier acht het vonnis van den
Leidschen kantonrechter dan ook juist ge
wezen en vraagt bevestiging van de geld
boete en gelast dat het schip ver
nietigd zal worden.
De rechtbank zal 15 December uitspraak
doen.
Dronken wielrijder, die blijkbaar
op twee plaatsen gelijk was.
Voortgezet werd de zaak tegen P. A. H.
uit Alkemade, die door twee veld
wachters dronken zittend op een rijwiel
aangetroffen was. Tenminste, dat hadden
de veldwachters gezegd en het zou ge-
weesf was, want wat moest hfj op dat uur
Nieuwveen.
Een aantal getuigen décharge kwamen
gisterenmiddag verklaren, dat het niet
kon, want dat verdachte op het uur, dat
hy in Nieuwveen rond gepeddeld zou heb
ben achtereenvolgens eenige café's te Lei
den bezocht had en naar het biljarten had
staan kijken.
De veldwachters hadden ook nog ver
klaard, dat verdachte een valschen naam
had opgegeven.
De laatste zelf zeide, dat hij het niet ge
weest was, want wa tmoest hij op dat uur
te Nieuwveen doen. Hij was rustig in Lei
den geweest en had café's bezocht. Volgens
hem hadden de veldwachters zich vergist
in den persoon.
De Officier meende, dat de getuigen a
décharge niet pertinent in hun verklarin
gen zijn. Hun opgave van datum en uur op
den datum is niet precies. Zij praten er,
volgens spr., maar wat omheen. De eisch
werd voor het dronken rijden op het rij
wiel een boete van f 10 subs. 10 dagen en
voor het opgeven van den valschen naam
een boete van 8 subs. 8 dagen.
De verdediger mr. v. d. Tas uit Leiden,
pleitte vrijspraak, omdat niet is komen
vast te staan, dat verdachte op dien dag
en dien datum aangehouden is.
Uitspraak 10 December.
HAARLEMSCHE RECHTBANK,
Belasting-ontduiking.
De Rechtbank deed uitspraak in de zaak
tegen de 60-jarige weduwe A. H. St. uit
Amsterdam, die terecht heeft gestaan we
gens belasting-ontduiking. Verdachte had
haar aangiftenbiljetten in Mei 1936 voor
c.e inkomsten- en vermogenbelasting op
zettelijk onjuist ingevuld. Haar inkomsten
bedroegen 12.000.doch zij had 2000.
ingevuld. Volgens het aangiftebiljet bezat
zij een vermogen van 47.000.doch in
werkelijkheid was dit 270.000.
De Officier van Jutsitie had tegen ver
dachte geëischt tweemaal vijf dagen ge
vangenisstraf.
De Rechtbank uitspraak doende verklaar
de den officier van Justitie niet ontvanke
lijk in zijn vordering.
Inbraak in een villa te
Aerdenhout.
Vervolgens deed de Rechtbank uitspraak
in de zaak tegen den 32-jarigen varensge
zel H. J. G., gedomicilieerd te Gorinchem,
en den 43-jarigen M. B., zonder bekende
vaste woon- of verblijfplaats, thans gedeti
neerd, die terecht hebben gestaan terzake
zij in October j.l. in een villa te Aerden
hout hebben ingebroken door middel van
traak en uit genoemde villa hebben mede
genomen o.a. twee brandblusch-apparaten,
dertig gordynen, een traplooper en een
spiegel.
De officier van Justitie had tegen ieder
der verdaohtén geëischt 2 jaar gevangenis
straf.
De Rechtbank uitspraak doende veroor-
ceelde ieder der verdachten tot 1 jaar
en 4 maanden gev. straf met aftrek van
voorarrest.
WEDEROM EENIGE WELDE
BUSDIENSTEN STOPGEZET
De president, van de Amsterdamsche
rechtbank, mr. A. J. van Royen, heeft
wederom uitspraak gedaan in eenige korte
gedingen tusschen wilde busdiensten, waar
van door de Spoorwegen en de Gooische
trafri stopzetting werd gevraagd.
Verboden werden de N.V. Amsterdam
sche Autoverhuurcentrale in oprichting
(directeur Oorbeek), rijdende tusschen Am
sterdam en Alkmaar; de dienst Amster-
dam-Hilversum, die onderhouden wordt
door H. G. Uiterdijk; de dienst Amsterdam-
Hilversum, onderhouden door Stoop, en
de dienst Amsterdam-Utrecht, eveneens
onderhouden door Stoop in den Haag.
Ten opzichte van gedaagden Uiterdijk en
Stoop hadden de verdedigers aangevoerd,
dat deze beiden niet binnen het arrondis
sement wonen, zoodat de president niet be
voegd was van de vordering kennis te
nemen. De president echter verklaarde zich
in beide gevallen bevoegd, omdat het ge
vraagde verbod zal gelden in dit arrondisse
ment.
De president heeft dus de geldend®
jurisprudentie in dit opzicht gevolgd.
POLITIEAGENT WEGENS VEROOR
ZAKEN VAN LICHAMELIJK LETSEL
DOOR SCHULD, VEROORDEELD
De rechtbank heeft een Amsterdam-
schen politieagent, die vroeger dienst deed
bij de motor-brigade, doch thans bij de
straatpolitie is ingedeeld, wegens het ver
oorzaken van lichamelijk letsel door schuld,
tot 200 boete, subs, twintig dagen hechte
nis, veroordeeld.
Voorts gelastte de rechtbank de intrek
king van verdachte's rijbewijs voor den tijd
van één jaar.
Op 8 Mei was verd. als bestuurder van
een motorrijwiel met zijspan op den hoek
Raamgracht en Kloveniersburgwal in bot
sing gekomen met een anderen motor met
zijspan.
De bestuurder hiervan en de man, die op
de duo zat, liepen ernstige verwondingen,
op. De agent werd licht gewond.
De officier van justitie had 300 boete
gevorderd, subs, dertig dagen hechtenis. Hij
had echter geen intrekking van het rijbe
wijs gerequireerd.