gOPDE ZUV2AAM LUCHTVAART STADS NIEUWS Inauguratievergadering van „Sanctus Augustinus" Kaar dc Feestverlichting doch f 1.50 De Zwarte Zuster MAANDAG 21 NOVEMBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 Abonnementsprijs: voor Leiden 19 cent per week; 2.5Ü per kwartaal. Bij onze agenten /O cent per week; f 2 60 per kwartaal. Franco per post 2.95 per kwartaal. Geïllustreerd Zondagsblad 0.50 per kwartaal. Losse nummers 5 cent, met geïll. Zondagsblad 9 cent Advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 50 cent per plaatsing, al léén Woensdag en Zaterdag. HOE WORDT HET WEER? WAARSCHIJNLIJK REGENACHTIG. De Bilt seint: Verwachting: Veranderlijke wind, aan vankelijk zwak tot matig, later wellicht weer krachtig, betrokken tot zwaar be wolkt, waarschijnlijk regen, vooral in het Zuiden, weinig verandering in tempera tuur. Hoogste baromterst.: 766.5 te Budapest. Laagste barometerst.: 732.4 te Seydisfjord. De depressie-activiteit is sinds Zaterdag nog verder toegenomen. Gisteren heeft een zeer belangrijke storing Zuid-Ooster storm ir onze omgeving gebracht. De kern van deze storing is thans over de Noordzee ge legen en zij veroorzaakt nog krachtige wind en zware regen over Denemarken en Zuid-Noorwegen. Intusschen is gisteravond weer een nieuwe depressie voor de golf van Biscaye verschenen, welke hedenmor gen over West-Frankrijk buitengewoon zware luchtdrukdalingen en regen veroor zaakt. Deze depressie trekt Oost-Noord- Oost-waarts en zal het weer te onzent be langrijk beinvloeden. De stroom van de pressies is echter met de laatstgenoemde storing nog niet afgesloten, omdat veT weg op den Oceaan nog een derde snel dieper wordende stormdepressie tot ontwikkeling komt. Onder invloed van alle lagedrukge bieden blijft het in vrijwel geheel West- Europa ongestadig weer, op tal van plaat sen is veel regen gevallen. In Frankrijk kwam zelfs onweer voor. Over de Brit- sche Eilanden is de temperatuur onder haar normale waarde, doch in het overige gebied blijft het nog steeds belangrijk bo ven normaal. Voor morgen mag veranderlijke wind worden verwacht, wisselend in kracht. Bij zwaar bewolkten tot betrokken hemel zal opnieuw re gen voorkomen, vooral in het Zui den. De temperatuur zal nog wei nig veranderen. LUCHTTEMPERATUUR. 7.7 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.: Van Maandagnamiddag 4.31 uur tot Dinsdagmorgen 7.01 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 22 Nov. voorm. 2.25 en nam. 2.50 uur. Maan op 7.51 uur Dinsdagmorgen. Maan onder 16.27 uur Dinsdagnamiddag. (Dinsdag nieuwe Maan). VERONGELUKT ENGELSCH VLIEG TUIG UIT ZEE OPGEVISCHT. Twee dooden. Na een week zoeken is Zondag op zee bij Amble (Northumberland) het vlieg tuig van de koninklijke luchtstrijdkrach ten, dat Maandag verongelukte, terugge vonden en opgevischt. De lijken der beide inzittenden bevond- den zich nog in het toestel. SCHIPHOL CENTRAAL VLIEGVELD? Ministerraad zou een besluit genomen hebben. Naar „De Tijd" Zondagmorgen berichtte, zal binnenkort een wetsontwerp verschij nen, waarin Schiphol wordt bestemd tot centraal vliegveld. Het zou in de bedoeling der Regeering liggen, dat met ingang van 1 Januari 1939 het vliegveld Schiphol cen traal vliegveld zal -worden. Dit bericht is evenwel nog niet beves tigd. DE INDIE-VLUCHTEN. De positie der K. L. M.-vIiegtuigen op de Irdië-route was Zondag: Uitreis: Valk te Alexandrie; Ibis te Me- dtn; Pelikaan te Jodhpoer. Thuisreis: Zilverreiger te Rangoon; Oehoe te Marseille; Emoe te Bagdad. HIJ KENT GEEN WASCH DA 6 DAT IS FIJN. DOCH U KAN OOK DAARZONDER ZIJN! BEL V E R E EMIODE-WA S S CH ERUEN WITTE SINGEL-I5-LEIDEN TELEFOON42 0 6 AGENDA LEIDEN. Dinsdag. „Geloof en Wetenschap", lezing prof. W. Lampen o.f.m. over „St. Willibrord", in de Turk te 8.15 uur. Woensdag: Bijeenkomst R. K. Reclassee- ringsvereeniging „In den Vergul den Turk", 8 uur nam. Vrijdag. „St. Christoffel" „De Harmonie" te half 9 uur. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken te Leiden wordt van Zaterdag 19 tot en met Vrijdag 25 Nov. a.s. waarge nomen door de apotheken J. E. M. ten Dijk, Haven 18, tel. 85 en A. J. Donk, Doe- zastraat 31, tel. 1313. Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek, WiJhelfinapark 8. Feestrede van prof. dr. J. Barge PROF. GERLACH ROYEN TOT EERELID BENOEMD De R.K. Studentenvereniging „Sanctus Augustinus" alhier heeft hedenmiddag in een plechtige zitting in het Klein Audito rium der Leidsche Universiteit de inaugu ratie gevierd harer candidaat-leden. Voor deze in verband met bijzondere om standigheden bijzondere plechtigheid be stond zeer gewaardeerde belangstelling. We merkten o.m. op den rector magnifi cus der Leidsche universiteit, prof. dr. P. C. Flu, den secretaris van den Academi- schen Senaat, prof. dr. F. Muller Fzn., de katholieke hoogleeraren prof. Keesom en prof. Carp, den spreker van den middag prof. dr. J. A. J. Barge. Verder prof. R. R. Welschen O.P., prof. dr. Gerlach Royen, O.F.M., benevens verschillende eerw. hèe- ren geestelijken w.o prof. mgr. P G. Groe nen en pater Dürkens S.J., afgevaardigden van de Unie van R.K. Studentenvereni gingen in Nederland en van de zusteraf- deelingen uit verschillende plaatsen, bene vens van de stedelijke studentenvereni gingen. Toen allen hun plaatsen hadden ingeno men en de rector en secretaris van den Se naat met de gebruikelijke plechtigheid wa ren binnengeleid, nam de praeses van „Sanctus Augustinus", de heer J. G. Rü- benkamp Bergmeyer, het woord, nadat de novieten waren binnengekomen. De heer Rübenkamp Bergmeyer wees erop, dat dit de eerste maal was, dat de vereeniging haar inauguratievergadering in het gebouw der Leidsche Alma Mater had belegd. Negen en veertig studenten biedt „Sanctus Augustinus" thans aan de universiteit aan en dat dit kan geschieden in de academische sfeer moge getuigen, al dus spr., van een nauwer contact tusschen universiteit en studenten, waarop de rec tor magnificus van het afgeloopen jaar, prof. dr. Barge, reeds eerder de aandacht heeft gevestigd. Spr. wijdde hierna enkele gedachten aan het leven van en in de Vereeniging. Aan sluitend aan de gedachten hieromtrent door den vorigen Augustinus-praeses, den heer van Velzen, naar voren gebracht, die daarbij het zwaartepunt van het bestaans recht der vereeniging legde in het bestaan en doen bloeien der disputen, zeide spr. zich hieraan geheel te kunnen aansluiten. Reeds onmiddellijk is men begonnen zich af te vragen op welke wijze meerge noemde plannen een concreten vorm kon den krijgen. Enkele weken is de vereeni ging het tooneel geweest, waarop met de gewenschte vuri i eid gestreden is voor een hernieuwing en deze storm heeft veel dor hout omvergehaald en gelegenheid ge geven aan de nieuwe gedachten om zich te realiseeren. Zoo kwamen met bewonde- renswaarige vlugheid drie nieuwe dispu ten tot nieuw leven en kreeg het reeds werkzaam dispuut gelegenheid zich-nog ruimer te ontplooien. Vooral het Juridisch. Dispuut beleefde een wonderlijk snellen opbloei, waarvoor spr. hartelijk dankzegde aan prof. van Bemmelen, die zich hiervoor veel tijd en moeiten getroost. Doordat niet minder dan zeventien meis jes als lid toetraden kwam ook het belang eener krachtige meisjesafdeeling scherper naar voren, weshalve aan deze afdeeling de mogelijkheid is grooter gemaakt in eigen sfeer op te treden. Spr.' richt zich vervolgens tot de novie ten en geeft hun enkele behartigenswaar dige wenken, waarbij hij als voornaamste vooropstelt de rijkdom van het zieleleven. Hierna werden de candidaat-leden op de gebruikelijke wijze plechtig geïnaugu reerd. Feestrede prof. dr. J. A. J. Barge. Hierna was het woord aan den feestre denaar van dezen middag, prof. dr. J. A. J. Barge, die er in de inleiding tot zijn on derwerp op wees, dat de jong-studenten door hun lidmaatschap der vereeniging op gehouden hebben eenlingen te zijn en on der een bepaald aspect gemeenschapsleden zijn geworden. Hoe paradoxaal het nu moge klinken, spr. wilde dezen middag niet spreken over het gemeenschapsleven van den student, doch over zijn persoonlijk leven. Daarbij stelde spr. allereerst de vraag, of er waarlijk tegenstelling bestaat tus schen maatschappelijk leven en persoon lijk leven, tusschen de uitingen van ge meenschapszin en persoonlijkheidscultuur. Daarom zet spr. in het kort uiteen, dat al leen bij volkomen eenzijdige opvatting van deze twee daarin tegenstelling te on derkennen valt en dat slechts in synthese van deze beide voor elkander noodzakelij ke complementen, die hoogere eenheid, welke alom in het maatschappelijk of ge meenschapsleven gezocht wordt, kan wor den bereikt. Als men bedenkt, aldus vervolgt dan prof. Barge, hoe het punt van vergelijking hierin gelegen is, dat van beide samen werking van ongelijke deelen tot een ge meenschappelijk hoofddoel het essentieele kenmerk is, dan heeft men de natuurlijke betrekking tusschen gemeenschapszin en persoonlijkheidscultuur in haar wezen voor zich. .Immers, zoo goed als de beslu- deering van het leven ons leert, dat de hoogere ontwikkeling van een organisme immer bestaat in steeds verder gaande vormdifferentiatie zijner onderdeden en steeds grooter specialisatie der hieraan ge bonden functiën, alles onder behoud der onverminderde samenwerking tot het ge meenschappelijke hoofddoel, even zoo ze ker vraagt de menschelijke samenleving bij haar streven naar hooger volkomen heid, naast eenheid van samenwerking, van hare samenstellende deelen ook een zoo hoog mogelijke opvoering der eigen persoonlijkheid. En zoo min een organisme eene eenheid zijn kan van hooger orde, wanneer het riet anders zou zijn dan een veelvoud van een vormige en gelijk werkende onderdeelen, zoomin groeit de samenleving der men- schen uit tot het beeld der menschelijke wezensvolkomenheid, wanneer niet al wat aan rijke verscheidenheid van vermogens over de menschen ongelijk is verdeeld in elk hunner tot hoogsten wasdom ontluiken kan. Wel verre hiervan, dat de gemeenschaps zin en persoonlijkheidscultuur elkanders tegenstelling genoemd mogen worden, heb ben wij ze veeleer als elkanders noodzake lijke aanvulling te beschouwen. Heel anders dan bij de organisme van plantaardigen of dierlijken aard doet zich de samenwerking der deelen in de msn- schenmaatschappij aan ons voor en wat ons het eerst treft, wanneer wij haar aan dachtig beschouwen, is wel dit, dat deze samenwerking hier zoo veel onvolkomener en gebrekkiger is. Wel tragisch mag het heeten, dat juist in die vermogens, waar door zich de mensch boven al het gescha pene verheft, de rede en den vrijen wil, de oorzaak van zijn onvolkomenheid in dit opzicht schuilt. Het na te streven doel moet door de re de in klaarheid en zekerheid gekend, het gekende doel bewust en in vrijheid gewild worden, en eerst dan, wanneer de edele maar verduisterde rede en de vrije maar zwakke wil aller menschen harmonisch samenstemmen, zal in de redelijke en ze delijke orde der menschelijke samenleving dezelfde samenwerking zich openbaren, welke wij in de elementaire deelen der le vende organismen om ons heen als iets spontaans en vanzelf sprekend bewonde ren. Het persoonlijk leven kan'niet als een afzonderlijke levensuiting gesteld worden tegenover andere gelijkwaardige of gelijk soortige; het is niet een soort bezigheid, waaraan men zich na het volbrengen van anderen arbeid eenigen tijd te wijden heeft, maar het is een voortdurend aan- kweeken en onderhouden van die inner lijke dispositie, welke heel onzen handel en wandel al onze levensuitingen stem pelt met een persoonlijk merk, ze kenbaar maakt als door onszelf gedaan, ze doet zijn als kunstwerken, die door de ziel van den artist zijn heengegaan. De oud-liberale opvatting van het indi vidualisme is verwerpelijk. Verwerpelijk is de menschelijke autono mie van rede en zede, de autonomie, wel ke toestaat en goedkeurt, dat de mensch onafhankelijk van eenige geopenbaarde waarheid of zedewet, zijn eigen norma kiest voor het keuren van dwaling en waarheid, voor het onderscheiden van goed en kwaad. Verwerpelijk is de ontkenning der eene objectieve waarheid en van de eene al gemeen geldende zedewet. Een gïuwel is het verwilderd individualisme, dat op de zen giftigen bodem ontluiken moet en dat de kiem voor de ontbinding der sa- TE AMSTERDAM op 21, 22 en 23 November 1938 De prijs bedraagt NIET f 1.85 per persoon Touringcarbedrijf L. BEUK Noordwijk a/Zee, Tel. 32j5 menleving noodzakelijk in zich draagt. Een waan is het, dat de persoonlijke behartiging van het eigenbelang door alle individuen, als krachtens een natuurwet automatisch tot een ideale samenwerking voeren zou. De eenheid van waarheid, 'die de gees ten bij alle verscheidenheid van aanleg bindt, de eenheid van zedelijken plicht, die alle schakeeringen van temperament in eenzelfde richting oriënteert, doet de bewuste vorming en ontwikkeling der eigen persoonlijkheid nog iets anders zijn. Spr. hoopt, dat allen met hem gevoelen, dat het persoonlijk leven niet anders is in eerste instantie dan het binden van de eenheid van waarheid en plicht aan het eigene, het bijzondere, het afwijkende, door God in het wezen ieder onzer gelegd en dat derhalve het persoonlijk bezit van een levensbeschouwing de allereerste voorwaarde moet zijn voor persoonlijk- heidscultuui1. Ieder diende een eigen levensbeschou wing te hebben zooals een St. Augustinus, een St. ThoVnas, een St. Franciscus en een St. Ignatius of welke van God's lieve hei ligen ook hebben bezeten: eenzelfde een heid van waarheid en plicht, maar met een voor elk geheel eigen, voor elk ver schillend karakter, met iets van zichzelf, met iets vdn eigen geestes- en gemoedsle ven onverbrekelijk daaraan verbonden. Zoo zal het worden, als allen er naar streven hun levensbeschouwing als het ware tot één geheel, organisch met zich vei-bonden, te doen zijn. Spr, maant zijn jonge toéhoorders aan toch te beseffen wat juist deze studen tenjaren en de daaraan verbonden vrij heid vooral voor ieders persoonlijk leven, voor de vorming van eigen persoonlijk heid beteekenen. Want wat men vroeger deed uit gehoorzaamheid, omdat het dag order was of omdat het paste in het mi lieu, dat was alles goed en vooï de vor ming van ieder persoonlijk van onbere kenbare beteekenis, doch onvergelijkelijk hooger beteekenis heeft het, wanneer men thans in de bewustheid van meer gerijpte vermogens in vrijheid en als een uiting van zelftucht hetzelfde doet en blijft doen. Men waardeere daarom de vrijheid der studentenjaren als een hoog en edel goed, niet slechts wijl zij geen grenzen stelt aan de uitingen van jolijt en levensvreugde, die zoo van harte gegund zijn, maar bo venal omdat zij den arbeid, in de studen tenjaren verricht, doet bloeien en vrucht baar zijn ten bate van innerlijk persoon lijk leven. Hierna wijst prof. Barge erop, dat om het bovenstaande te bereiken noodig is een belangrijke mate van zelfkennis. „Gnoti seauton'' stond in den tempel van Delphi geschreven: „Ken uzelven". Een van de allermoeilijkste eischen, die de mensch zich zeiven stellen kan, ligt in deze twee korte woorden besloten en toch, voor wie als wij de overtuiging heeft, dat al leen onafgebroken arbeid aan zich zelf het leven waarde geeft, is hare vervulling een onmisbare voorwaarde. Daarbij wekt spr. vooral op toch te luisteren naar de stem van het geweten. Prof. Barge geeft vervolgens eenige wenken over enkele onderdeelen van het studentenleven als consequenties uit den algemeenen theoretischen opzet, welken hij voor zijn gehoor hadontwikkeld en noemt als zoodanig godsdienstzin, niet in de eerste plaats in algemeenen zin maar in den vorm van de eenvoudige gewoon ten eener vrome levenspractijk, die ons dien godsdienst in meer algemeenen zin nader brengt; daarna wijst spr. op den vakarbeid in betrekking tot persoonlijk heidscultuur, waarschuwend te zorgen, dat deze vakstudie niet een confectiepak- je worde, te nauw, waar hun persoonlijke vormen het weligst zijn, met ruimten juist daar, waar eenige schraalheid hun eigen is, en. toch, zij dragen het en bemerken het nauwelijks. Tenslotte wijst spr. op de ontspanning in het leven van den student, dat ten nauwste verband houdt met den vrijen tijd Daar is wel nauwelijks iets, waarin iemands persoonlijkheid sprekender naar voren komt dan in de wijze waarop hij zijn vrijen tijd besteedt en in dit verband vraagt spr. vooral de aandacht voor de wereld der schoonheid en voor het ge voelsleven, beide in zoo nauwe betrek king staande tot elkaar. Met een kort woord over persoonlijk heidscultuur en vereenigingsleven, waar in spr'. vooral opwekte toch eerbied te hebben voor elkanders persoonlijkheid, eindigde spr. zijn met aandacht gevolgde rede. Na een kort dankwoord van den heer Rübenkamp Bergmeyer, volgde de plech tige inauguratie als eerelid van „Sanctus Augustinus" van prof. dr. Gerlach Royen O.F.M., hoogleeraar aan de Rijksuniver siteit te Utrecht, terwijl vervolgens de huldiging plaats vorid van prof. dr. G. Welschen ,O.P., hoogleeraar aan de uni versiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Leiden, zulks in verband met zijn veer tigjarig prof essief eest. Als aandenken werd prof. Welschen de toezegging ge daan van een Psalterium, dat in Italië besteld, nog niet gearriveerd was. f A 7 IMA yS -« YX MM JÊÊÊÊ 6. ic, .3 cV. half'ons Een treffend beeld uit het leven der Zoeloe's Hedenavond laatste vertooning Over de film „De Zwarte Zuster" is al heel wat, geschreven. Zij is geprezen als de beste Missiefilm, welke tot nog toe ge maakt is en dit is zij ongetwijfeld. Wij heb ben reeds uitvoerig gemeld, hoe deze film werd gemaakt in het land der Zoeloe's zelf en met hoeveel moeilijkheden dit gepaard moet zijn gegaan. Men heeft in het land der Zoeloe's zelf wel het leven der Zoeloe's verfilmd, maar het waren anderzijds deze onbeschaaf de negers, die dit filmverhaal moesten spe len en al was het dan ook een verhaal van hun eigen leven, een verhaal dus, dat hun het meeste lag, het moest worden gespeeld voor de camera, het was aan bepaalde oogenblikken gebonden en dat moet met zulk materiaal onmens.'helijke moeite heb ben gekost. Maar daar staat dan ook tegenover, dat het verkregen resultaat aan het onbegrij pelijke grenst, als men zich realiseert, dat hier menschen, die meenden niet met film camera's maar met „geesten" te doen te heb ben, een geschiedenis moesten uitbeelden, al was die geschiedenis dan ook midden uit hun leven gegrepen. En nu moge men al zeggen, dat geroutineerde filmkunste naar laaiender passie in hun spel zouden hebben gebracht, deze Zoeloe's zijn natuur lijker gebleven en hebben een stuk gege ven van hun leven, zooals hun leven is. En daardoor is het schoone verhaal waar achtiger en de indruk wellicht ook wel ontroerender geworden. Zeker was dit het geval bij het aangrijpende einde, als Zus ter Angelika (eens de dochter van den Zoeloekoning) terugkeert zonder haat om haar volk te helpen. Treffend is het war* verhaal zoo men wil het scenario dat aan deze Zoe- .oe-film ten- grondslag ligt. Tokosile, de oudste dochter van den Zoe- iofkoning Ndabasita, is verlaofd met Goe mede, den oudsten zoon van het opperhoofd Ncobo. De haat, tegen de blanken herleeft en Tokosile wordt teruggeroepen van de missiestatie der zusters Kinghill. Als zij terug is, verklaard Ngwane, twee de zoon van Ncobo, haar zijn liefde. Zijn broer Goemede komt haar te hulp en To kosile belooft hem te zullen trouwen. Bei den zullen het volk voor het Christendom winnen. Ngwane hoort dit. Eerst gaat hij naar Oekosi den toovenaar om een too- vermiddel, dat hun de liefde van Tokosile brengen zal. Dit mislukt. Ook Mamba, de zuster van Tokosile heeft haar plannen. Haar man zal koning worden en zij be raamt met Oekosi het plan het bruidspaar op den huwelijksdag te vergiftigen. Mam- ba mengt het gif in de bierkruik. Goemede drinkt hiervan en sterf1 en Oekosi beschul digt nu Tokosile van den moord op Goe mede. De rechters worden bijeengeroepen en de uitspraak is: vergif voor vergif. To kosile wordt uitgestooten en naar de hut der ter dood veroordeelden gesleept. Slechts haar moeder is overtuigd van haar onschuld en helpt haar ontvluchten. Zij geeft de bewakers bier waarin zij een sterk slaapmiddel heeft gemengd. Tokosile vlucht naar de zusters van Kinghill. Daar wordt zij geloopt en ontvangt zij het klooster kleed. Dan breekt onder de Zoeloe's de ge vreesde malaria uit en velen sterven. De toovenaar is machteloos en nu wendt Nwa- ne, die intusschen n et Mamba is ge huwd zich tot de Zusters in Kinghill om hulp. Tokosile gaat met medicijnen. Zij redt haar volk ten koste van haar eigen leven, maar haar voorbeeld doet haar volk den waren God vinden. Zooals gezegd, dezf film heeft in z'n ge heel voortreffelijke, kwaliteiten als het sce nario, den achtergrond het land der Zoe loe's en het feit, dat het hier geen gefan taseerde passie betreft maar een waar le vensverhaal der Zoeloe's en zooals deze er op reageeren. Het is geen verhaal, dat ge maakt is om de toeschouwers te bevredi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 2