gOPDE
ZUV2AAM
LUCHTVAART
STADS
NIEUWS
Inauguratievergadering van „Sanctus
Augustinus"
Kaar dc Feestverlichting
doch f 1.50
De Zwarte Zuster
MAANDAG 21 NOVEMBER 1938
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
Abonnementsprijs: voor Leiden 19
cent per week; 2.5Ü per kwartaal.
Bij onze agenten /O cent per week;
f 2 60 per kwartaal. Franco per post
2.95 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad 0.50 per kwartaal.
Losse nummers 5 cent, met geïll.
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 30 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 30
woorden, 50 cent per plaatsing, al
léén Woensdag en Zaterdag.
HOE WORDT HET WEER?
WAARSCHIJNLIJK REGENACHTIG.
De Bilt seint:
Verwachting: Veranderlijke wind, aan
vankelijk zwak tot matig, later wellicht
weer krachtig, betrokken tot zwaar be
wolkt, waarschijnlijk regen, vooral in het
Zuiden, weinig verandering in tempera
tuur.
Hoogste baromterst.: 766.5 te Budapest.
Laagste barometerst.: 732.4 te Seydisfjord.
De depressie-activiteit is sinds Zaterdag
nog verder toegenomen. Gisteren heeft een
zeer belangrijke storing Zuid-Ooster storm
ir onze omgeving gebracht. De kern van
deze storing is thans over de Noordzee ge
legen en zij veroorzaakt nog krachtige
wind en zware regen over Denemarken en
Zuid-Noorwegen. Intusschen is gisteravond
weer een nieuwe depressie voor de golf
van Biscaye verschenen, welke hedenmor
gen over West-Frankrijk buitengewoon
zware luchtdrukdalingen en regen veroor
zaakt. Deze depressie trekt Oost-Noord-
Oost-waarts en zal het weer te onzent be
langrijk beinvloeden. De stroom van de
pressies is echter met de laatstgenoemde
storing nog niet afgesloten, omdat veT weg
op den Oceaan nog een derde snel dieper
wordende stormdepressie tot ontwikkeling
komt. Onder invloed van alle lagedrukge
bieden blijft het in vrijwel geheel West-
Europa ongestadig weer, op tal van plaat
sen is veel regen gevallen. In Frankrijk
kwam zelfs onweer voor. Over de Brit-
sche Eilanden is de temperatuur onder
haar normale waarde, doch in het overige
gebied blijft het nog steeds belangrijk bo
ven normaal.
Voor morgen mag veranderlijke
wind worden verwacht, wisselend in
kracht. Bij zwaar bewolkten tot
betrokken hemel zal opnieuw re
gen voorkomen, vooral in het Zui
den. De temperatuur zal nog wei
nig veranderen.
LUCHTTEMPERATUUR.
7.7 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.:
Van Maandagnamiddag 4.31 uur tot
Dinsdagmorgen 7.01 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 22 Nov.
voorm. 2.25 en nam. 2.50 uur.
Maan op 7.51 uur Dinsdagmorgen.
Maan onder 16.27 uur Dinsdagnamiddag.
(Dinsdag nieuwe Maan).
VERONGELUKT ENGELSCH VLIEG
TUIG UIT ZEE OPGEVISCHT.
Twee dooden.
Na een week zoeken is Zondag op zee
bij Amble (Northumberland) het vlieg
tuig van de koninklijke luchtstrijdkrach
ten, dat Maandag verongelukte, terugge
vonden en opgevischt.
De lijken der beide inzittenden bevond-
den zich nog in het toestel.
SCHIPHOL CENTRAAL VLIEGVELD?
Ministerraad zou een besluit genomen
hebben.
Naar „De Tijd" Zondagmorgen berichtte,
zal binnenkort een wetsontwerp verschij
nen, waarin Schiphol wordt bestemd tot
centraal vliegveld. Het zou in de bedoeling
der Regeering liggen, dat met ingang van
1 Januari 1939 het vliegveld Schiphol cen
traal vliegveld zal -worden.
Dit bericht is evenwel nog niet beves
tigd.
DE INDIE-VLUCHTEN.
De positie der K. L. M.-vIiegtuigen op de
Irdië-route was Zondag:
Uitreis: Valk te Alexandrie; Ibis te Me-
dtn; Pelikaan te Jodhpoer.
Thuisreis: Zilverreiger te Rangoon; Oehoe
te Marseille; Emoe te Bagdad.
HIJ KENT GEEN
WASCH DA 6
DAT IS FIJN.
DOCH U
KAN OOK
DAARZONDER
ZIJN!
BEL
V E R E EMIODE-WA S S CH ERUEN
WITTE SINGEL-I5-LEIDEN
TELEFOON42 0 6
AGENDA
LEIDEN.
Dinsdag. „Geloof en Wetenschap", lezing
prof. W. Lampen o.f.m. over „St.
Willibrord", in de Turk te 8.15 uur.
Woensdag: Bijeenkomst R. K. Reclassee-
ringsvereeniging „In den Vergul
den Turk", 8 uur nam.
Vrijdag. „St. Christoffel" „De Harmonie"
te half 9 uur.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken te Leiden wordt van Zaterdag
19 tot en met Vrijdag 25 Nov. a.s. waarge
nomen door de apotheken J. E. M. ten
Dijk, Haven 18, tel. 85 en A. J. Donk, Doe-
zastraat 31, tel. 1313.
Te Oegstgeest: Oegstgeestsche Apotheek,
WiJhelfinapark 8.
Feestrede van prof. dr. J. Barge
PROF. GERLACH ROYEN TOT
EERELID BENOEMD
De R.K. Studentenvereniging „Sanctus
Augustinus" alhier heeft hedenmiddag in
een plechtige zitting in het Klein Audito
rium der Leidsche Universiteit de inaugu
ratie gevierd harer candidaat-leden.
Voor deze in verband met bijzondere om
standigheden bijzondere plechtigheid be
stond zeer gewaardeerde belangstelling.
We merkten o.m. op den rector magnifi
cus der Leidsche universiteit, prof. dr. P.
C. Flu, den secretaris van den Academi-
schen Senaat, prof. dr. F. Muller Fzn., de
katholieke hoogleeraren prof. Keesom en
prof. Carp, den spreker van den middag
prof. dr. J. A. J. Barge. Verder prof. R. R.
Welschen O.P., prof. dr. Gerlach Royen,
O.F.M., benevens verschillende eerw. hèe-
ren geestelijken w.o prof. mgr. P G. Groe
nen en pater Dürkens S.J., afgevaardigden
van de Unie van R.K. Studentenvereni
gingen in Nederland en van de zusteraf-
deelingen uit verschillende plaatsen, bene
vens van de stedelijke studentenvereni
gingen.
Toen allen hun plaatsen hadden ingeno
men en de rector en secretaris van den Se
naat met de gebruikelijke plechtigheid wa
ren binnengeleid, nam de praeses van
„Sanctus Augustinus", de heer J. G. Rü-
benkamp Bergmeyer, het woord, nadat de
novieten waren binnengekomen.
De heer Rübenkamp Bergmeyer wees
erop, dat dit de eerste maal was, dat de
vereeniging haar inauguratievergadering
in het gebouw der Leidsche Alma Mater
had belegd. Negen en veertig studenten
biedt „Sanctus Augustinus" thans aan de
universiteit aan en dat dit kan geschieden
in de academische sfeer moge getuigen, al
dus spr., van een nauwer contact tusschen
universiteit en studenten, waarop de rec
tor magnificus van het afgeloopen jaar,
prof. dr. Barge, reeds eerder de aandacht
heeft gevestigd.
Spr. wijdde hierna enkele gedachten aan
het leven van en in de Vereeniging. Aan
sluitend aan de gedachten hieromtrent
door den vorigen Augustinus-praeses, den
heer van Velzen, naar voren gebracht, die
daarbij het zwaartepunt van het bestaans
recht der vereeniging legde in het bestaan
en doen bloeien der disputen, zeide spr.
zich hieraan geheel te kunnen aansluiten.
Reeds onmiddellijk is men begonnen
zich af te vragen op welke wijze meerge
noemde plannen een concreten vorm kon
den krijgen. Enkele weken is de vereeni
ging het tooneel geweest, waarop met de
gewenschte vuri i eid gestreden is voor
een hernieuwing en deze storm heeft veel
dor hout omvergehaald en gelegenheid ge
geven aan de nieuwe gedachten om zich te
realiseeren. Zoo kwamen met bewonde-
renswaarige vlugheid drie nieuwe dispu
ten tot nieuw leven en kreeg het reeds
werkzaam dispuut gelegenheid zich-nog
ruimer te ontplooien. Vooral het Juridisch.
Dispuut beleefde een wonderlijk snellen
opbloei, waarvoor spr. hartelijk dankzegde
aan prof. van Bemmelen, die zich hiervoor
veel tijd en moeiten getroost.
Doordat niet minder dan zeventien meis
jes als lid toetraden kwam ook het belang
eener krachtige meisjesafdeeling scherper
naar voren, weshalve aan deze afdeeling
de mogelijkheid is grooter gemaakt in eigen
sfeer op te treden.
Spr.' richt zich vervolgens tot de novie
ten en geeft hun enkele behartigenswaar
dige wenken, waarbij hij als voornaamste
vooropstelt de rijkdom van het zieleleven.
Hierna werden de candidaat-leden op de
gebruikelijke wijze plechtig geïnaugu
reerd.
Feestrede prof. dr. J. A. J. Barge.
Hierna was het woord aan den feestre
denaar van dezen middag, prof. dr. J. A. J.
Barge, die er in de inleiding tot zijn on
derwerp op wees, dat de jong-studenten
door hun lidmaatschap der vereeniging op
gehouden hebben eenlingen te zijn en on
der een bepaald aspect gemeenschapsleden
zijn geworden.
Hoe paradoxaal het nu moge klinken,
spr. wilde dezen middag niet spreken over
het gemeenschapsleven van den student,
doch over zijn persoonlijk leven.
Daarbij stelde spr. allereerst de vraag,
of er waarlijk tegenstelling bestaat tus
schen maatschappelijk leven en persoon
lijk leven, tusschen de uitingen van ge
meenschapszin en persoonlijkheidscultuur.
Daarom zet spr. in het kort uiteen, dat al
leen bij volkomen eenzijdige opvatting
van deze twee daarin tegenstelling te on
derkennen valt en dat slechts in synthese
van deze beide voor elkander noodzakelij
ke complementen, die hoogere eenheid,
welke alom in het maatschappelijk of ge
meenschapsleven gezocht wordt, kan wor
den bereikt.
Als men bedenkt, aldus vervolgt dan
prof. Barge, hoe het punt van vergelijking
hierin gelegen is, dat van beide samen
werking van ongelijke deelen tot een ge
meenschappelijk hoofddoel het essentieele
kenmerk is, dan heeft men de natuurlijke
betrekking tusschen gemeenschapszin en
persoonlijkheidscultuur in haar wezen
voor zich. .Immers, zoo goed als de beslu-
deering van het leven ons leert, dat de
hoogere ontwikkeling van een organisme
immer bestaat in steeds verder gaande
vormdifferentiatie zijner onderdeden en
steeds grooter specialisatie der hieraan ge
bonden functiën, alles onder behoud der
onverminderde samenwerking tot het ge
meenschappelijke hoofddoel, even zoo ze
ker vraagt de menschelijke samenleving
bij haar streven naar hooger volkomen
heid, naast eenheid van samenwerking,
van hare samenstellende deelen ook een
zoo hoog mogelijke opvoering der eigen
persoonlijkheid.
En zoo min een organisme eene eenheid
zijn kan van hooger orde, wanneer het riet
anders zou zijn dan een veelvoud van een
vormige en gelijk werkende onderdeelen,
zoomin groeit de samenleving der men-
schen uit tot het beeld der menschelijke
wezensvolkomenheid, wanneer niet al wat
aan rijke verscheidenheid van vermogens
over de menschen ongelijk is verdeeld in
elk hunner tot hoogsten wasdom ontluiken
kan.
Wel verre hiervan, dat de gemeenschaps
zin en persoonlijkheidscultuur elkanders
tegenstelling genoemd mogen worden, heb
ben wij ze veeleer als elkanders noodzake
lijke aanvulling te beschouwen.
Heel anders dan bij de organisme van
plantaardigen of dierlijken aard doet zich
de samenwerking der deelen in de msn-
schenmaatschappij aan ons voor en wat
ons het eerst treft, wanneer wij haar aan
dachtig beschouwen, is wel dit, dat deze
samenwerking hier zoo veel onvolkomener
en gebrekkiger is. Wel tragisch mag het
heeten, dat juist in die vermogens, waar
door zich de mensch boven al het gescha
pene verheft, de rede en den vrijen wil,
de oorzaak van zijn onvolkomenheid in dit
opzicht schuilt.
Het na te streven doel moet door de re
de in klaarheid en zekerheid gekend, het
gekende doel bewust en in vrijheid gewild
worden, en eerst dan, wanneer de edele
maar verduisterde rede en de vrije maar
zwakke wil aller menschen harmonisch
samenstemmen, zal in de redelijke en ze
delijke orde der menschelijke samenleving
dezelfde samenwerking zich openbaren,
welke wij in de elementaire deelen der le
vende organismen om ons heen als iets
spontaans en vanzelf sprekend bewonde
ren.
Het persoonlijk leven kan'niet als een
afzonderlijke levensuiting gesteld worden
tegenover andere gelijkwaardige of gelijk
soortige; het is niet een soort bezigheid,
waaraan men zich na het volbrengen van
anderen arbeid eenigen tijd te wijden
heeft, maar het is een voortdurend aan-
kweeken en onderhouden van die inner
lijke dispositie, welke heel onzen handel
en wandel al onze levensuitingen stem
pelt met een persoonlijk merk, ze kenbaar
maakt als door onszelf gedaan, ze doet zijn
als kunstwerken, die door de ziel van den
artist zijn heengegaan.
De oud-liberale opvatting van het indi
vidualisme is verwerpelijk.
Verwerpelijk is de menschelijke autono
mie van rede en zede, de autonomie, wel
ke toestaat en goedkeurt, dat de mensch
onafhankelijk van eenige geopenbaarde
waarheid of zedewet, zijn eigen norma
kiest voor het keuren van dwaling en
waarheid, voor het onderscheiden van
goed en kwaad.
Verwerpelijk is de ontkenning der eene
objectieve waarheid en van de eene al
gemeen geldende zedewet. Een gïuwel is
het verwilderd individualisme, dat op de
zen giftigen bodem ontluiken moet en
dat de kiem voor de ontbinding der sa-
TE AMSTERDAM
op 21, 22 en 23 November 1938
De prijs bedraagt NIET f 1.85 per persoon
Touringcarbedrijf L. BEUK
Noordwijk a/Zee, Tel. 32j5
menleving noodzakelijk in zich draagt.
Een waan is het, dat de persoonlijke
behartiging van het eigenbelang door alle
individuen, als krachtens een natuurwet
automatisch tot een ideale samenwerking
voeren zou.
De eenheid van waarheid, 'die de gees
ten bij alle verscheidenheid van aanleg
bindt, de eenheid van zedelijken plicht,
die alle schakeeringen van temperament
in eenzelfde richting oriënteert, doet de
bewuste vorming en ontwikkeling der
eigen persoonlijkheid nog iets anders zijn.
Spr. hoopt, dat allen met hem gevoelen,
dat het persoonlijk leven niet anders is in
eerste instantie dan het binden van de
eenheid van waarheid en plicht aan het
eigene, het bijzondere, het afwijkende,
door God in het wezen ieder onzer gelegd
en dat derhalve het persoonlijk bezit van
een levensbeschouwing de allereerste
voorwaarde moet zijn voor persoonlijk-
heidscultuui1.
Ieder diende een eigen levensbeschou
wing te hebben zooals een St. Augustinus,
een St. ThoVnas, een St. Franciscus en een
St. Ignatius of welke van God's lieve hei
ligen ook hebben bezeten: eenzelfde een
heid van waarheid en plicht, maar met
een voor elk geheel eigen, voor elk ver
schillend karakter, met iets van zichzelf,
met iets vdn eigen geestes- en gemoedsle
ven onverbrekelijk daaraan verbonden.
Zoo zal het worden, als allen er naar
streven hun levensbeschouwing als het
ware tot één geheel, organisch met zich
vei-bonden, te doen zijn.
Spr, maant zijn jonge toéhoorders aan
toch te beseffen wat juist deze studen
tenjaren en de daaraan verbonden vrij
heid vooral voor ieders persoonlijk leven,
voor de vorming van eigen persoonlijk
heid beteekenen. Want wat men vroeger
deed uit gehoorzaamheid, omdat het dag
order was of omdat het paste in het mi
lieu, dat was alles goed en vooï de vor
ming van ieder persoonlijk van onbere
kenbare beteekenis, doch onvergelijkelijk
hooger beteekenis heeft het, wanneer men
thans in de bewustheid van meer gerijpte
vermogens in vrijheid en als een uiting
van zelftucht hetzelfde doet en blijft doen.
Men waardeere daarom de vrijheid der
studentenjaren als een hoog en edel goed,
niet slechts wijl zij geen grenzen stelt aan
de uitingen van jolijt en levensvreugde,
die zoo van harte gegund zijn, maar bo
venal omdat zij den arbeid, in de studen
tenjaren verricht, doet bloeien en vrucht
baar zijn ten bate van innerlijk persoon
lijk leven.
Hierna wijst prof. Barge erop, dat om
het bovenstaande te bereiken noodig is
een belangrijke mate van zelfkennis.
„Gnoti seauton'' stond in den tempel
van Delphi geschreven: „Ken uzelven".
Een van de allermoeilijkste eischen, die de
mensch zich zeiven stellen kan, ligt in deze
twee korte woorden besloten en toch, voor
wie als wij de overtuiging heeft, dat al
leen onafgebroken arbeid aan zich zelf
het leven waarde geeft, is hare vervulling
een onmisbare voorwaarde. Daarbij wekt
spr. vooral op toch te luisteren naar de
stem van het geweten.
Prof. Barge geeft vervolgens eenige
wenken over enkele onderdeelen van het
studentenleven als consequenties uit den
algemeenen theoretischen opzet, welken
hij voor zijn gehoor hadontwikkeld en
noemt als zoodanig godsdienstzin, niet in
de eerste plaats in algemeenen zin maar
in den vorm van de eenvoudige gewoon
ten eener vrome levenspractijk, die ons
dien godsdienst in meer algemeenen zin
nader brengt; daarna wijst spr. op den
vakarbeid in betrekking tot persoonlijk
heidscultuur, waarschuwend te zorgen,
dat deze vakstudie niet een confectiepak-
je worde, te nauw, waar hun persoonlijke
vormen het weligst zijn, met ruimten juist
daar, waar eenige schraalheid hun eigen
is, en. toch, zij dragen het en bemerken
het nauwelijks.
Tenslotte wijst spr. op de ontspanning
in het leven van den student, dat ten
nauwste verband houdt met den vrijen tijd
Daar is wel nauwelijks iets, waarin
iemands persoonlijkheid sprekender naar
voren komt dan in de wijze waarop hij
zijn vrijen tijd besteedt en in dit verband
vraagt spr. vooral de aandacht voor de
wereld der schoonheid en voor het ge
voelsleven, beide in zoo nauwe betrek
king staande tot elkaar.
Met een kort woord over persoonlijk
heidscultuur en vereenigingsleven, waar
in spr'. vooral opwekte toch eerbied te
hebben voor elkanders persoonlijkheid,
eindigde spr. zijn met aandacht gevolgde
rede.
Na een kort dankwoord van den heer
Rübenkamp Bergmeyer, volgde de plech
tige inauguratie als eerelid van „Sanctus
Augustinus" van prof. dr. Gerlach Royen
O.F.M., hoogleeraar aan de Rijksuniver
siteit te Utrecht, terwijl vervolgens de
huldiging plaats vorid van prof. dr. G.
Welschen ,O.P., hoogleeraar aan de uni
versiteit van Amsterdam en bijzonder
hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te
Leiden, zulks in verband met zijn veer
tigjarig prof essief eest. Als aandenken
werd prof. Welschen de toezegging ge
daan van een Psalterium, dat in Italië
besteld, nog niet gearriveerd was.
f
A 7
IMA yS
-« YX
MM JÊÊÊÊ
6. ic, .3 cV. half'ons
Een treffend beeld uit het
leven der Zoeloe's
Hedenavond laatste vertooning
Over de film „De Zwarte Zuster" is al
heel wat, geschreven. Zij is geprezen als
de beste Missiefilm, welke tot nog toe ge
maakt is en dit is zij ongetwijfeld. Wij heb
ben reeds uitvoerig gemeld, hoe deze film
werd gemaakt in het land der Zoeloe's zelf
en met hoeveel moeilijkheden dit gepaard
moet zijn gegaan.
Men heeft in het land der Zoeloe's
zelf wel het leven der Zoeloe's verfilmd,
maar het waren anderzijds deze onbeschaaf
de negers, die dit filmverhaal moesten spe
len en al was het dan ook een verhaal van
hun eigen leven, een verhaal dus, dat hun
het meeste lag, het moest worden gespeeld
voor de camera, het was aan bepaalde
oogenblikken gebonden en dat moet met
zulk materiaal onmens.'helijke moeite heb
ben gekost.
Maar daar staat dan ook tegenover, dat
het verkregen resultaat aan het onbegrij
pelijke grenst, als men zich realiseert, dat
hier menschen, die meenden niet met film
camera's maar met „geesten" te doen te heb
ben, een geschiedenis moesten uitbeelden,
al was die geschiedenis dan ook midden
uit hun leven gegrepen. En nu moge men
al zeggen, dat geroutineerde filmkunste
naar laaiender passie in hun spel zouden
hebben gebracht, deze Zoeloe's zijn natuur
lijker gebleven en hebben een stuk gege
ven van hun leven, zooals hun leven is.
En daardoor is het schoone verhaal waar
achtiger en de indruk wellicht ook wel
ontroerender geworden. Zeker was dit het
geval bij het aangrijpende einde, als Zus
ter Angelika (eens de dochter van den
Zoeloekoning) terugkeert zonder haat om
haar volk te helpen.
Treffend is het war* verhaal zoo
men wil het scenario dat aan deze Zoe-
.oe-film ten- grondslag ligt.
Tokosile, de oudste dochter van den Zoe-
iofkoning Ndabasita, is verlaofd met Goe
mede, den oudsten zoon van het opperhoofd
Ncobo. De haat, tegen de blanken herleeft
en Tokosile wordt teruggeroepen van de
missiestatie der zusters Kinghill.
Als zij terug is, verklaard Ngwane, twee
de zoon van Ncobo, haar zijn liefde. Zijn
broer Goemede komt haar te hulp en To
kosile belooft hem te zullen trouwen. Bei
den zullen het volk voor het Christendom
winnen. Ngwane hoort dit. Eerst gaat hij
naar Oekosi den toovenaar om een too-
vermiddel, dat hun de liefde van Tokosile
brengen zal. Dit mislukt. Ook Mamba, de
zuster van Tokosile heeft haar plannen.
Haar man zal koning worden en zij be
raamt met Oekosi het plan het bruidspaar
op den huwelijksdag te vergiftigen. Mam-
ba mengt het gif in de bierkruik. Goemede
drinkt hiervan en sterf1 en Oekosi beschul
digt nu Tokosile van den moord op Goe
mede. De rechters worden bijeengeroepen
en de uitspraak is: vergif voor vergif. To
kosile wordt uitgestooten en naar de hut
der ter dood veroordeelden gesleept.
Slechts haar moeder is overtuigd van haar
onschuld en helpt haar ontvluchten. Zij
geeft de bewakers bier waarin zij een sterk
slaapmiddel heeft gemengd. Tokosile vlucht
naar de zusters van Kinghill. Daar wordt
zij geloopt en ontvangt zij het klooster
kleed. Dan breekt onder de Zoeloe's de ge
vreesde malaria uit en velen sterven. De
toovenaar is machteloos en nu wendt Nwa-
ne, die intusschen n et Mamba is ge
huwd zich tot de Zusters in Kinghill om
hulp. Tokosile gaat met medicijnen.
Zij redt haar volk ten koste van haar
eigen leven, maar haar voorbeeld doet haar
volk den waren God vinden.
Zooals gezegd, dezf film heeft in z'n ge
heel voortreffelijke, kwaliteiten als het sce
nario, den achtergrond het land der Zoe
loe's en het feit, dat het hier geen gefan
taseerde passie betreft maar een waar le
vensverhaal der Zoeloe's en zooals deze er
op reageeren. Het is geen verhaal, dat ge
maakt is om de toeschouwers te bevredi-