RECHTZAKEN DINSDAG 8 NOVEMBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 11 GEMEENTERAAD VAN OEGSTGEES'Ï ROEPING „De jonge abbé Perrot doet me denken aan een voorval van een jaar of vijftien geleden", zei inspecteur Pignard, toen de priester het huis van de familie Foubert verliet. „Iets uit uw politioneele loopbaan, Pig nard?" „Ja.maar ach, ik dacht eigenlijk hard op. 't Heeft mij toen buitengewoon bezig gehouden, en niet alleen omdat het me een jaar promotie kostte. Ik liet een misdadiger ontsnappen. „Je kunt je er nu moeilijk aan ontrek ken, de geheele geschiedenis te vertellen, Pignard". „Nou vooruit dan, ik heb 't zelf uitgelokt, ik had er niet over moeten beginnen, 't Is een geschiedenis vaneen Priester roeping". Ik was toen nog rechercheur. Dien mor gen, waarop het verhaal zich afspeelde, was ik met dr. Ternois op weg naar een lijk schouwing. We stonden te wachten beneden aan den toegang van een der metro-stati ons. Geheel uit beroeps-belangstelling keek ik naar de binnen-stroomende passagiers, 't Is altijd een van mijn liefste bezigheden geweest, de menschen in hun dagelijkschen doen te beschouwen. Dan doe je de meeste menschenkennis op. Ik stoorde me niet aan dr. Ternois, die me al een paar maal ge vraagd had, hem te waarschuwen, vanneer ik mijn studies beëindigd had, omdat hem het wachten verveelde. „Ieder mensch heeft zijn liefhebberijen, dr. Ternois", zei ik, „en ieder mensch zijn bijzonderheden. Die daar b.v.'" ik wees hem op iemand, „is zeker een jong firmant, die bang is, dat de zaak in het honderd zal loopen, wanneer hij dezen trein mist. Zie je dat air, die zelfverzekerdheid, maar God nog toe", onderbrak ik mezelf, „kijk dat mensch eens...." Ik wees op een vrouw, die met een jongetje aan de hand nog haastig door de controle glipte, nog juist op tijd". „Waarom stel je opeens zoo'n belang in die vrouw?" vroeg dr. Ternois. Maar ik gaf hem geen antwoord. Ik duwde hem den trein in, de vrouw achterna. Vlak achter ons sloegen de deuren dicht, en wij ver trokken. Toen. pas antwoordde ik hem. „Omdat, dat moet U toch ook zien, die vrouw gis teravond of vanmorgen een drama heeft meegemaakt, en ik het vervolg wil zien". Ze was een vrouw van een jaar of zes zeven en dertig, armöedig gekleed. Onder het vale hoedje was een gezicht, dat alle sporen van leed en pijn droeg, De oogen stonden diep weggezakt, een litteeken trok de rechterwang in. Ze had moeite over eind te blijven staan. Ze maaakte den in druk, alsof ze elk oogenblik in elkaar zou zakken. Maar haar handen zochten het kind, ze ging zacht over zijn hoofd. Haar mond fluisterde woorden, die niemand kon verstaan. Maar de handen Spraken. Ze trok ken het jongetje naar zich toe, ze bescherm den het tegen gevaren. Ze omvatten het kind, ofschoon hier toch alles veilig was, en niets of niemand haar of hem eenig kwaad zouden kunnen doen. „Wat denk je van deze vrouw", vroeg ik dr. Ternois. „Wanneer ze langer dan tien minuten moet staan, zakt ze in elkaar, en kan ze direct naar een ziekenhuis gebracht wor den". „Die vrouw zal over tien minuten niet in elkaar gezakt zijn. Ze zal dragen het geen ze te dragen heeft, tot haar jongen in veiligheid zal zijn. Daar komt een zitplaats vrij. Let maar eens op, ze zal niet gaan zitten". 'De vrouw bleef staan. Ze gaf zich zelfs geen moeite, naar de openkomende plaais om te zien. Ze drukte den jongen'tegen zich aan, dat was 't eenige wat ze deed. „Hoe durf je dat met zooveel zekerheid zeggen, Pignard?" begon Ternois weer. „Haar oogen verzwakken met de minuut. Je mag mensclienkenner zijn, maar dokter ben je niet. Je ziet dit verkeerd. Die vrouw is ziek, doodziek. Ik acht het mijn plicht, haar te waarschuwen. Ze moet zoo vlug mogelijk den trein uit, en naar huis of een ziekeninrichting". Ternois maakte reeds een beweging om naarhaar toe te gaan, maar ik hield hem tegen. „Blijf hier! Maak haar niet ongelukkiger dan ze is. Blijf in haar omgeving, maar laat ze eerst doen, wat ze zichvoorgeno men heeft. Ze zal niet eerder rust hebben, vóór ze gedaan heeft, wat ze zich voor genomen heeft. We keken strak naar de vrouw. We zagen, hoe zij zich met bovenmenschelijke in spanning op de been hield, hoe ze haar tanden in de lippen zette, om de kreten van pijn in te houden. „Die vrouw verduurt meer dan wij kun nen vermoeden, en reken maar niet, dat het alleen lichamelijke pijn is. Wil ik je eens wat zeggen, Dokter? Ze gaat haar kind in veiligheid brengen, en dan wel dan zal ze...," „Sterven!" maakte Ternois den zin af", 't Is een buitengewoon geval, ik geef het toe. Ik zie het met eigen oogen, en toch begrijp ik het niet. Ze is iemand, die loo pend den dood ingaat". Station na station werd gepasseerd. Ik begon me reeds af te vragen, of ze tot het eindpunt zou meerijden. Maai* eindelijk ging zij naar de deur, het kind voor zich uit houdend, steeds de handen om haar heen geklemd. Ik weet niet, hoeveel keer zij ge rust heeft, terwijl zij de trap opging, die naar den uitgang leidde. Ze liep de straten door, schuifelend en met een hand tegen de muren steunend, terwijl de andere hand het kind vasthield. De jongen vroeg onder weg iets, hij keek naar zijn moeder, angstig met de tranen in de oogen, de moeder zei iets terug en glimlachte daarbij. Dien glim lach zal ik nooit vergeten. Er lag iets he- melsch in dat verwrongen gezicht, het was een gelukkige lach van een stervende vrouw. Opeens zagen we haar wankelen. Ter nois wilde naar haar toegaan, maar weer hield ik hem terug. Ik moet hem wreed toe geschenen hebben, maar ik kon niet anders. Een voorgevoel zei me, dat hier iets won derlijks gebeurde. „Nog niet dokter, nog niet", zei ik, „Ze zal vcrlhouden, en 't zal niet zoo lang meer duren". Ternois mompelde iets politie-fan- taise en iets zoeken wat niet te vinden is. Hem interesseerde alleen de vraag, hpe- lang de vrouw-het vol zou houden, omdat hier iets gebeurde, wat boven zijn begrip ging. Eindelijk ging ze een huis in. Ternois drong er op aan, ook binnen te gaan, maar ik hield hem vast. „Die vrouw moet im mers sterven? Wacht dan, tot ze er uit kcmt. Anders zal ze niet gelukkig sterven, dokter. Die vrouw is niet normaal, maar op een andere manier, dange U voor stelt". Een kwartier later kwam ze het huis weer uit. We zagen met verbazing, dat er een zekere verlichting op haar gelaat lag. We volgden haar weer, straat in, straat uit, een afstand van misschien een kilometer, waar zij drie kwartier overdeed. Toen ge beurde, wat Ternois voorzien had, en wat, volgens hem, reeds een uur geleden ge beurd had moeten zijn, ze zakte in elkaar. Ze trachtte zich nog op te richten, maar zij kon niet meer. „Je hebt bereikt, wat je in den zin had, Pignard", zei Ternois me grimmig, ze sterft". Hij lieg op haar toe, terwijl ik een agent waarschuwde, wien ik opdroeg, een ziekenhuis op te bellen. We knielden bij haar neer. Ik vroeg haar adres. Maar het eerste wat ze zei, was „Waarschuw mijn man, nu mag hij komen. Nu kan hij niets meer aan Jean doen". Ik heb hem laten komen, de kerel is ge komen, een robuste vent, wien ik direct herkende als een der grootste dieven, dien ik al lang zocht. Ik heb hem laten loo pen...." Pignard keek naar buiten, als was hier zijn verhaal geëindigd, en bicven hem alleen zijn eigen gedachten over. „U sprak over een Priester-roeping, Pig nard?" Ja... De vrouw heeft het me in haar laatste oogenblikken toevertrouwd. Haar jongen, haar Jean had haar gezegd, dat hij priester wilde worden. Ondanks den vader had zij zijn ziel rein en zuiver weten te be waren, de man had er natuurlijk niets over willen hooren. Hij sloeg en mishan delde haar, eiken keer dat zij er over be gon, hij dreigde haar te zullen vermoorden, wanneer zij er nog eens over zou spreken. Dien morgen had hij haar weer mishandeld, en haar tevens gezegd, dat hij den jongen 's avonds mee zou nemen naar een inbraak. Begrijpt U den angst van die moeder? Wanneer dit gebeurd zou zijn, zou die roe ping allerwaarschijnlijkst verloren gegaan zijn...." „Maar waarom hebt U dien kerel laten loopen? Me dunkt, dat hij zijn straf toch wel verdiend had?" „Omdat de vrouw het me vroeg als een laatste gunst. En.:., ik ben blij, dat ik het gedaan heb. Want de eerste, die de H. Com munie ontving uit de handen van den jon gen Priester, was die zelfde man, zijn vader. En die jonge Priester, die zóó'n Moeder had, is niemand anders dan Père Perrot, die ons zooeven verliet. Ik kan het nu vertellen, want vader Perrot is verleden jaar overleden, en zijn zoon stond hem bij...." HAAGSCHE RECHTBANK. Roekclooze automobilist veroordeeld Het gerechtshof te Amsterdam veroor deelde vandaag een Hagenaar, die door roe keloos rijden te Wassenaar in dieor nacht van 1 en 2 Maart van het vorige jaar een auto-ongeluk heeft veroorzaakt tot een voorwaardelijke hechtenisstraf van twee maanden en 2000 boete. Het rijbewijs van verd. was ingetrokken, hij was echter toch achter het stuur gaan zitten. Na te den Haag het een en ander te hebben gedronken reed hij met groote snelheid over den rijksweg in de richting Amsterdam. De auto slipte bij het passee- ren van een tegenligger en sloeg op den berm om. Een der inzittenden werd ernstig gewond. Op 20 October 1937 heeft de Haagsche rechtbank dezen automobilist veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf en een jaar intrekking van het rijbewijs. In hooger beroep bevestigde het Hof te den Haag dit vonnis. De Hooge Raad verwees de zaak naar het Hof te Amsterdam. In keurmeesters' handen De grossier in vleeschwaren J. B. afkom stig uit L i s s e thans woonachtig in den Haag stond op 22 Februari van dit jaar met zijn auto voor een slagerswinkel in de Residentie. Een keurmeester was aange komen en had een onderzoek in de auto in gesteld, waarbij gebleken was, dat er in de auto eenige levers en een partij rundvleesch waren, welke artikelen niet van de ver- eischte keuringstempels van de gemeente Den Haag voorzien waren. Wel was er een stempel van de gemeente Woerden op aangebracht. De keurmees ter had het spul in beslag genomen en tegen verdacht gezegd, dat hij hem met zijn auto volgen moest en dat hij, de keurmeester, hem per rijwiel voor zou gaan. Dat ging een tijdje goed tot dat B zijn kans schoon zag en er tusschen uit trok. Zoodat hij een nieuw strafbaar feit. had begaan. Verdachte ontkende en zeide het zich niet meer te kunnen herinneren. Nog eigen, hij zeide, dat hij het niet geweest kon zijn. Op een vraag van den President waarom hfj niet op de voorgaande zittingen was ge komen vertelde hij, dat hij het zoo druk had met zijn leveranties vooral in de Rijn streek en in het noorden des lands. De Officier eischte inmiddels bevestiging van het vonnis der rechtbank, alwaar ver dachte destijds in hooger beroep had moe ten verschijnen, maar toen ook niet ge komen was. Deze geldboete was 100. De uitspraak werd bepaald op over 14 dagen. KAPPER TOT VIJFTIEN JAAR GEVANGENISSTRAF VEROORDEELD. De kapper D. te Obdam, tegen wien de Officier van Justitie wegens doodslag verdachte had zijn vrouw door worging van het leven beroofd vijftien jaar ge vangenisstraf had geëischt, is heden door de Alkmaarsche Rechtbank overeenkom stig dien eisch veroordeeld. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Overtreding der Hinderwet. De Kantonrechter wees gistermorgen vonnis in de zaak tegen den burgemees ter van S a s s e n h e i m, P. P. G. en diens beide wethouders W. W. en H. B., die te recht hadden moeten staan wegens over treding van de hinderwet. De ambtenaar had een geldboete tegen ieder geëischt van f 6.— subs. 3 dagen. De kantonrechter, schriftelijk vonnis wijzende, veroordeelde comform den eisch. Dronken autobestuurders. J. G. V., boekhouder te Sassenhe im had te Noordwijk, in de Schoolstraat een auto bestuurd in staat van dronkenschap. Na eerst een wielrijder omver gereden te hebben was verdachte met zijn auto in het water terecht gekomen bij de Westeinder- brug. Na getuigenverhoor, waarbij de dronkenschap van verdachte vast kwam te staan, nam de ambtenaar het woord, die het feit buiter gewoon ernstig vond. Spr. eischte een hechtenis van een week en een jaar intrekking van het rijbewijs. De verdediger Mr. Trapman, had aan den patroon van verdachte gevraagd wat er zou gebeuren als het rijbewijs van zijn ondergeschikte zou worden ingetrokken. De directeur had daarop geantwoord, dat hij op staanden voet ontslagen zou wor gden, want dat verdachte zonder rijbewijs riet meer kar» autorijden hetgeen voor de zaak juist nocdig is, want verdachte moet verre reizen per auto maken. In dit ver band riep pleiter de uiterste clementie in, want bij intrekking van het rijbewijs zal zijn cliënt zeker broodeloos worden. De ambtenaar nam daarna nog eens het woord voor de repliek en wilde rekening houden met de broodeloosheid, die verdach te bij intrekking boven het hoofd hing. In dat verband wilde spr af zien van intrek king van het rijbewijs maar dan met ver dubbeling van de hechtenisstraf welke op nieuw bepaald werd op twee weken. De kantonrechter zal een en ander nog eens overwegen en over 8 dagen vonnis A. V., bakker te Nieuw Vennep had zes kruiken bier verschalkt en was toen auto gaan rfcden te Noordwijk. Op den Ouden Zeeweg had hij met een gangetje van circa 70 km. een bocht genomen en was daarbij natuurlij1» omgeslagen na eerst nog eenige boomen geraakt te hebben. Ook hier hield de ambtenaar een scherp requisitoir en eischte tegen verdachte een hechtenisstraf van een week en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. Uitspraak conform. Dronken wielrijder, die zijn mes trok. Het had de aandacht van een wielrij der getrokken, dat Th. B. uit Den Haag, slingerend op den Vinkweg te Leiden op een rijwiel rond reed. Hij had een achter volging ingesteld en had den dronken wiel rijder ingehaald en tot afstappen gedwon gen. Deze had niet veel voor die tusschen- komst gevoeld en had dat duidelijk ge maakt door een mes te trekken met het aanbod om zijn achtervolger daaraan te spitsen. Deze was op zoek gegaan naar den sterken arm en hij had een agent gevon den, die niet bang was voor de bedreigin gen van den verdachte, zoodat de dron ken peddelaar zich voor den Leidscben Kantonrechter had te verantwoorden. De ambtenaar vond zulk een optreden hoogst laakbaar en eischte een hechtenis straf «-voor den tijd van 10 dagen. De Kantonrechter was het daar volko men mee eens en veroordeelde hem con form den eisch. Met gestolen auto 140 k.m. gereden, terwijl hij nog nooit auto gereden had. Op 12 September van dit jaar trok het de aandacht van een agent, dat er een auto met een ongelooflijke snelheid op den Ka- naalweg te Leiden reed. De wagen reed niet *meer volgens den agent, maar sprong over den weg. Bij aan houding bleek, dat verdachte aanvanke lijk geen kans zag om de auto tot stilstand te brengen. Toen dit na veel moeite toch eindelijk was gebeurd, bleek alras, dat de aangéhoudene, Ghr. N. S. zonder beroep te Leiden, niet in het bezit was van een rij bewijs. Nader aan den tand gevoeld bleek, dat de auto niet van hem was, maar dat hij deze auto gestolen had, terwijl tevens, vast kwam te staan, dat verdachte nooit Gisteravond te 7 uur kwam de Raad dezer gemeente in openbare vergadering bij-een ter verdere behandeling van de gemeentebegrooting. Voorzitter: Burgemeester A. J. van Ger- revink. Aanwezig alle leden. Ingekomen stukken: Verzoek Centraal Jeugdcomité om verhuur van een terrein in den Oudenhofpolder, deel uitmakende van het perceel Sectie C. No. 1017 voor sportterrein. B. en W. worden gemachtigd het ter rein te verhuren. Behandeling van het beroepschrift, in gediend door Wed. den Haan, tegen het besluit van B. en W. om geen vergunning te verleenen tot het gebruik van onbe woonbaar verklaarde perceelen Oegst- geesterweg 14 en 19 als werkplaats. Overeenkomstig het bepaalde bij art. 25 der bouwverordening is de Wed. den Haan in de gelegenheid gesteld haar be roepschrift mondeling toe te lichten. B. en W. zijn bij het nemen der beslis sing uitgegaan van het standpunt, dat een gebouw dat ongeschikt is voor bewoning en deswege onbewoonbaar is verklaard, als regel ook ongeschikt is voor het ver blijf van menschen overdag. De toestand, waarin de woningen verkeeren, rechtvaar digt dit standpunt ten volle. Het agendapunt wordt in comité-gene raal behandeld. Vervolgens werd de begrooting bij „Rondvraag" behandeld. De heer Kruisinga (S.D.A.P.).' verzet zich tegen de subsidie van 500.aan de Burgerwacht alsook tegen het beschik baar stellen van prijzen. Tegen de subsidie aan de Bijz. Vrijw. Landstorm verzet spreker zich eveneens, terwijl hij de subsidie voor volksfeesten (Oranjever.) overbodig acht. De heer Sanders (Chr. H.) vindt het een raadsel, hoe de heer Kruizinga bezwaar kan hebben tegen de subsidie aan de Oran jefeesten. Spreker meent, dat de heet* Kruizinga zich gelukkig kan achten door de Oranjes geregeerd 'te worden. Daar de subsidie uitsluitend en alleen wordt ge geven voor de kinderfeesten en daardoor mede de Oranjeliefde wordt aangekweekt, is spreker voorstander. Spr. vindt, dat de heer Kruizinga op een verouderd paardje rijdt; De heer Paardekooper sluit zich aan bij den heer Sanders. De heer Kruizinga bepleit betere in- jn auto's had gereden en de stuurkunst niet voldoende machtig was, Voor den diefstal van de auto zal hij nog terecht moeten staan voor de Haagsche Rechtbank. Nu werd zijn roekeloos rijden berecht. De ambtenaar vond het meer dan schan dalig en een flinke straf zeker verdiend. De eisch werd dan ook een hechtenisstraf voor den tijd van 10 dagen. Uitspraak een v/eek hechtenis. Verder werden nog veroordeeld om maar eer. greep te doen uit de tientallen zaken: J. D., chauffeur te Lelden omdat hij in het Noordeinde te Leiden een leeraar in het Engelsch, die daar per rijwiel reed, had omvergereden waardoor deze ernstig verwond werd. Eisch 25 subs. 10 dagen. Uitspraak 20 subs. 8 dagen. H. J. L., te Leiden, omdat hij met een auto op de Turfmarkt te Leiden geen voor rang had verleend aan verkeer van rechts waardoor een ernstige botsing was ont staan. Eisch en uitspraak 15 subs. 5 da gen. M., directeur eener broodfabriek te Lei den, omdat hij in verband met den in ternationalen toestand en in verband met het 3 Octoberfeest twee knechts op Zon dag arbeid had laten verrichten. Eisch 2 maal 15 subs. 2 maal 5 dagen. Uitspraak een totale geldboete van 15 subs. 5 dagen. KANTONGERECHT TE HAARLEM. Van rechts komend verkeer geen voorrang verleend. Terecht stond de 58-jarige wethouder der gemeente L i s s e P. W., terzake dat hij op 10 Juli j.l. met zijn vierwielig mo torrijtuig op he kruispunt Grachtweg Kapelstraat te veel op het linkerwegge deelte heeft gereden, tengevolge waarvah een aanrijding is ontstaan tusschen het door hem bestuurde motorrijtuig en een luxe auto, welke uit de tegenovergestelde richting kwam en welke auto geheel rechts van den weg reed. Verdachte gaf als motief op, dat hij genoodzaakt was deze manoeuvre te maken, omdat van rechts een rijwiel kwam, waarop zich 3 personen bevonden. De ambtenaar eischte tegen verdachte een geldboete van 5 subsidiair 3 dagen hechtenis. De Kantonrechter veroordeelde ver dachte, gezien de omstandigheden waar onder het feit gepleegd is, tot een geld boete van ƒ2 subsidiair 1 dag hechtenis. Verkeer van rechts geen voor rang verleend en ondeugdelij ke remmen. Vervolgens moest terecht staan mej. A. K. S. uit L e i d e n, wie ten laste was ge legd, dat zij over de Zondvoortsche laan te Zandvoort heeft gereden met een vier wielig motorijtuig en toen het verkeer, hetwelk van rechts kwam, geen voorrang had verleend, waardoor een aanrijding is ontstaan tusschen haar motorrijtuig en een auto bestuurd door een zekere N. v. G. uit Amsterdam. Bovendien bleek, dat de remmen van verdachte's auto niet goed richting en exploitatie van oude open bare school voo? vergaderingen. De heer van der Post heeft in de vo rige vergadering zijn nota reeds toege licht. Spr. heeft in andere gemeenten een en ander nagegaan. In Noordwijk heeft men 7000 gulden op den lcapitaaldienst gebracht voor luchtbescherming. Spr. stelt voor de post met 1300 gulden te vermin deren. Voorts stelt de heer van der Post in een met cijfers toegelicht betoog voor, de post „onvoorzien" met 4500 te verlagen en de opcenten op de gemeentefondsbelasting met 8 te verminderen. De voorzitter betwijfelt of de begroo ting zou worden goedgekeurd indien men de post onverzien zou verlagen. De heer Bakker (G. B.) meent, dat men het tenslotte wel eens kan probeeren. Het komt spr. vreemd voor, dat andere ge meenten de post wel kunnen verlagen. De heer Kattenbusch (G. B.) zou thans nog niet tot belastingverlaging willen overgaan, doch een bedrag van 10.000 gulden daarvoor willen blokkeeren. Spr. wilde eerst de besluiten der Staten-Ge- neraal inzake de belastingen afwachten. De voorzitter is tegen belastingverla ging op 't oogenblik, juist in verband met de voorstellen der regeering inzake de forensen-belasting. Over de mogelijkheid van verlaging der post „onvoorzien" wil spreker wel eens met Ged, Staten praten. Het voorstel van den heer van der Post: verlaging kosten Luchtbescherming wordt verworpen alsook de andere voorstellen. De heer Kattenbusch verklaart zich te gen de subsidie aan Montessorikleuter- school. Spr. meent, dat een dergelijke school daarvoor niet moet in aanmerking komen. De voorzitter antwoordt dit volgens verordening geschiedt. Men zou dus deze moeten wijzigen. Momenteel komt echter deze school toch nog niet voor subsidie in aanmerking, daar deze school slechts 15 leerlingen telt. De heer Bakker acht wijziging ge- wenscht. B. en W. zullen eventueel met voorstel len komen. De begrooting wordt goedgekeurd met 12 tegen één stem, die van den heer van der Post, De kosten per leerling voor 't iager on derwijs worden bepaald op 13.20. De Rondvraag leverde niets op. Hierna ging de Raad in comité-generaal. functioneerden. Verdachte liet verstek gaan. Als getuige werd gehoord de chauf feur der aangereden auto, waarna deze me dedeelde, dat de schade aan de auto ƒ25 bedroeg. De ambtenaar eischte voor het eerste feit, n.l. rechts geen voorrang verleenen, een gqldboete van ƒ12 subsidiair 6 dagen hechtenis en voor het feit van de niet goed functioneerende remmen een geld boete van 5 subs. 3 dagen hechtenis. De Kantonrechter veroordeelde verdachte overeenkomstig de eisch met toewijzing der civiele vordering groot 25. Aanrijding. Hierna stond terecht L. B. Z. uit Noordwij k aan Zee. chauffeur der autobus Noosdwijk aan ZeeHaarlem, wien ten laste was gelegd, dat hij op 27 September op de Margrietenlaan te Voge lenzang met zijn autobus zeer onvoorzich tig heeft gereden, juist op het moment dat daar ter plaatse een met een paard ge spannen wagen van de heer M. K. uit Zandvoort, welke wagen beladen was met materialen en welke uit de tegenoverge stelde richting kwam, geen gelegenheid gaf om voldoende te kunnen passeeren, waardoor de wagen tegen een viertal langs dien weg staande boomen is opgereden en waardoor materiale schade ontstond. De ambtenaar eischte tegen verdachte een geldboete van ƒ20 subsidiair 10 da gen hechtenis. De Kantonrechter veroor deelde de verdachte tot een geldboete van 15 subsidiair 10 dagen hechtenis. Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons j De waardigheid der menschelijke persoonlijkheid De heipalen van de tegenwoordige samen leving deugen niet. Wij zijn onder invloed van de groote technische ontdekkingen der vorige eeuw 'n nieuwe wereld inge gaan, 'n wereld van grootindustrie en groothandel, die heelemaal onder den invloed staan van het bankkapitaal. Dat alles heeft zich ontwikkeld onder de stempel van de liberale gedachte, die godsdienst 'en maatschappij volkomen losmaakte van elkander. De échte libe ralen meenden, dat het met de godsdienst was afgeloopen. De wetenschap zou daar-1 voor in de plaats komen. Hadden zij en hadden onder hun invloed ook velen onder ons een verkeerd begrip van de godsdienst, zij hadden dat óók van de maatschappij. Wat wij tegenwoor dig hebben is de orde van een circus met gedresseerde wilde beesten, maar dat is geen maatschappij, opgebouwd door de wetten van de sociale rechtvaardigheid, erkennend de waardigheid van de men- schclijke persoon zijn rechten en die van zijn gezin en de andere cischen van het natuurrecht. Mgr. Dr. Poels. r./v-iT I*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 11