RECHTZAKEN
DINSDAG 8 NOVEMBER 1938
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
GEMEENTERAAD VAN OEGSTGEES'Ï
ROEPING
„De jonge abbé Perrot doet me denken
aan een voorval van een jaar of vijftien
geleden", zei inspecteur Pignard, toen de
priester het huis van de familie Foubert
verliet.
„Iets uit uw politioneele loopbaan, Pig
nard?"
„Ja.maar ach, ik dacht eigenlijk hard
op. 't Heeft mij toen buitengewoon bezig
gehouden, en niet alleen omdat het me een
jaar promotie kostte. Ik liet een misdadiger
ontsnappen.
„Je kunt je er nu moeilijk aan ontrek
ken, de geheele geschiedenis te vertellen,
Pignard".
„Nou vooruit dan, ik heb 't zelf uitgelokt,
ik had er niet over moeten beginnen, 't Is
een geschiedenis vaneen Priester
roeping".
Ik was toen nog rechercheur. Dien mor
gen, waarop het verhaal zich afspeelde, was
ik met dr. Ternois op weg naar een lijk
schouwing. We stonden te wachten beneden
aan den toegang van een der metro-stati
ons. Geheel uit beroeps-belangstelling keek
ik naar de binnen-stroomende passagiers,
't Is altijd een van mijn liefste bezigheden
geweest, de menschen in hun dagelijkschen
doen te beschouwen. Dan doe je de meeste
menschenkennis op. Ik stoorde me niet aan
dr. Ternois, die me al een paar maal ge
vraagd had, hem te waarschuwen, vanneer
ik mijn studies beëindigd had, omdat hem
het wachten verveelde.
„Ieder mensch heeft zijn liefhebberijen,
dr. Ternois", zei ik, „en ieder mensch zijn
bijzonderheden. Die daar b.v.'" ik wees
hem op iemand, „is zeker een jong firmant,
die bang is, dat de zaak in het honderd zal
loopen, wanneer hij dezen trein mist. Zie
je dat air, die zelfverzekerdheid, maar God
nog toe", onderbrak ik mezelf, „kijk dat
mensch eens...." Ik wees op een vrouw,
die met een jongetje aan de hand nog
haastig door de controle glipte, nog juist
op tijd".
„Waarom stel je opeens zoo'n belang in
die vrouw?" vroeg dr. Ternois. Maar ik gaf
hem geen antwoord. Ik duwde hem den
trein in, de vrouw achterna. Vlak achter
ons sloegen de deuren dicht, en wij ver
trokken.
Toen. pas antwoordde ik hem. „Omdat,
dat moet U toch ook zien, die vrouw gis
teravond of vanmorgen een drama heeft
meegemaakt, en ik het vervolg wil zien".
Ze was een vrouw van een jaar of zes
zeven en dertig, armöedig gekleed. Onder
het vale hoedje was een gezicht, dat alle
sporen van leed en pijn droeg, De oogen
stonden diep weggezakt, een litteeken trok
de rechterwang in. Ze had moeite over
eind te blijven staan. Ze maaakte den in
druk, alsof ze elk oogenblik in elkaar
zou zakken. Maar haar handen zochten het
kind, ze ging zacht over zijn hoofd. Haar
mond fluisterde woorden, die niemand kon
verstaan. Maar de handen Spraken. Ze trok
ken het jongetje naar zich toe, ze bescherm
den het tegen gevaren. Ze omvatten het
kind, ofschoon hier toch alles veilig was,
en niets of niemand haar of hem eenig
kwaad zouden kunnen doen.
„Wat denk je van deze vrouw", vroeg
ik dr. Ternois.
„Wanneer ze langer dan tien minuten
moet staan, zakt ze in elkaar, en kan ze
direct naar een ziekenhuis gebracht wor
den".
„Die vrouw zal over tien minuten niet
in elkaar gezakt zijn. Ze zal dragen het
geen ze te dragen heeft, tot haar jongen in
veiligheid zal zijn. Daar komt een zitplaats
vrij. Let maar eens op, ze zal niet gaan
zitten".
'De vrouw bleef staan. Ze gaf zich zelfs
geen moeite, naar de openkomende plaais
om te zien. Ze drukte den jongen'tegen
zich aan, dat was 't eenige wat ze deed.
„Hoe durf je dat met zooveel zekerheid
zeggen, Pignard?" begon Ternois weer.
„Haar oogen verzwakken met de minuut.
Je mag mensclienkenner zijn, maar dokter
ben je niet. Je ziet dit verkeerd. Die vrouw
is ziek, doodziek. Ik acht het mijn plicht,
haar te waarschuwen. Ze moet zoo vlug
mogelijk den trein uit, en naar huis of een
ziekeninrichting". Ternois maakte reeds
een beweging om naarhaar toe te gaan,
maar ik hield hem tegen.
„Blijf hier! Maak haar niet ongelukkiger
dan ze is. Blijf in haar omgeving, maar
laat ze eerst doen, wat ze zichvoorgeno
men heeft. Ze zal niet eerder rust hebben,
vóór ze gedaan heeft, wat ze zich voor
genomen heeft.
We keken strak naar de vrouw. We zagen,
hoe zij zich met bovenmenschelijke in
spanning op de been hield, hoe ze haar
tanden in de lippen zette, om de kreten van
pijn in te houden.
„Die vrouw verduurt meer dan wij kun
nen vermoeden, en reken maar niet, dat
het alleen lichamelijke pijn is. Wil ik je
eens wat zeggen, Dokter? Ze gaat haar
kind in veiligheid brengen, en dan
wel dan zal ze...,"
„Sterven!" maakte Ternois den zin af",
't Is een buitengewoon geval, ik geef het
toe. Ik zie het met eigen oogen, en toch
begrijp ik het niet. Ze is iemand, die loo
pend den dood ingaat".
Station na station werd gepasseerd. Ik
begon me reeds af te vragen, of ze tot het
eindpunt zou meerijden. Maai* eindelijk ging
zij naar de deur, het kind voor zich uit
houdend, steeds de handen om haar heen
geklemd. Ik weet niet, hoeveel keer zij ge
rust heeft, terwijl zij de trap opging, die
naar den uitgang leidde. Ze liep de straten
door, schuifelend en met een hand tegen
de muren steunend, terwijl de andere hand
het kind vasthield. De jongen vroeg onder
weg iets, hij keek naar zijn moeder, angstig
met de tranen in de oogen, de moeder zei
iets terug en glimlachte daarbij. Dien glim
lach zal ik nooit vergeten. Er lag iets he-
melsch in dat verwrongen gezicht, het was
een gelukkige lach van een stervende
vrouw.
Opeens zagen we haar wankelen. Ter
nois wilde naar haar toegaan, maar weer
hield ik hem terug. Ik moet hem wreed toe
geschenen hebben, maar ik kon niet anders.
Een voorgevoel zei me, dat hier iets won
derlijks gebeurde.
„Nog niet dokter, nog niet", zei ik, „Ze
zal vcrlhouden, en 't zal niet zoo lang meer
duren". Ternois mompelde iets politie-fan-
taise en iets zoeken wat niet te vinden is.
Hem interesseerde alleen de vraag, hpe-
lang de vrouw-het vol zou houden, omdat
hier iets gebeurde, wat boven zijn begrip
ging.
Eindelijk ging ze een huis in. Ternois
drong er op aan, ook binnen te gaan, maar
ik hield hem vast. „Die vrouw moet im
mers sterven? Wacht dan, tot ze er uit
kcmt. Anders zal ze niet gelukkig sterven,
dokter. Die vrouw is niet normaal, maar
op een andere manier, dange U voor
stelt".
Een kwartier later kwam ze het huis
weer uit. We zagen met verbazing, dat er
een zekere verlichting op haar gelaat lag.
We volgden haar weer, straat in, straat uit,
een afstand van misschien een kilometer,
waar zij drie kwartier overdeed. Toen ge
beurde, wat Ternois voorzien had, en wat,
volgens hem, reeds een uur geleden ge
beurd had moeten zijn, ze zakte in elkaar.
Ze trachtte zich nog op te richten, maar
zij kon niet meer.
„Je hebt bereikt, wat je in den zin had,
Pignard", zei Ternois me grimmig, ze
sterft". Hij lieg op haar toe, terwijl ik een
agent waarschuwde, wien ik opdroeg, een
ziekenhuis op te bellen. We knielden bij
haar neer. Ik vroeg haar adres. Maar het
eerste wat ze zei, was „Waarschuw mijn
man, nu mag hij komen. Nu kan hij niets
meer aan Jean doen".
Ik heb hem laten komen, de kerel is ge
komen, een robuste vent, wien ik direct
herkende als een der grootste dieven, dien
ik al lang zocht. Ik heb hem laten loo
pen...." Pignard keek naar buiten, als was
hier zijn verhaal geëindigd, en bicven hem
alleen zijn eigen gedachten over.
„U sprak over een Priester-roeping, Pig
nard?"
Ja... De vrouw heeft het me in haar
laatste oogenblikken toevertrouwd. Haar
jongen, haar Jean had haar gezegd, dat hij
priester wilde worden. Ondanks den vader
had zij zijn ziel rein en zuiver weten te be
waren, de man had er natuurlijk niets
over willen hooren. Hij sloeg en mishan
delde haar, eiken keer dat zij er over be
gon, hij dreigde haar te zullen vermoorden,
wanneer zij er nog eens over zou spreken.
Dien morgen had hij haar weer mishandeld,
en haar tevens gezegd, dat hij den jongen
's avonds mee zou nemen naar een inbraak.
Begrijpt U den angst van die moeder?
Wanneer dit gebeurd zou zijn, zou die roe
ping allerwaarschijnlijkst verloren gegaan
zijn...."
„Maar waarom hebt U dien kerel laten
loopen? Me dunkt, dat hij zijn straf toch
wel verdiend had?"
„Omdat de vrouw het me vroeg als een
laatste gunst. En.:., ik ben blij, dat ik het
gedaan heb. Want de eerste, die de H. Com
munie ontving uit de handen van den jon
gen Priester, was die zelfde man, zijn
vader. En die jonge Priester, die zóó'n
Moeder had, is niemand anders dan Père
Perrot, die ons zooeven verliet. Ik kan het
nu vertellen, want vader Perrot is verleden
jaar overleden, en zijn zoon stond hem
bij...."
HAAGSCHE RECHTBANK.
Roekclooze automobilist veroordeeld
Het gerechtshof te Amsterdam veroor
deelde vandaag een Hagenaar, die door roe
keloos rijden te Wassenaar in dieor
nacht van 1 en 2 Maart van het vorige jaar
een auto-ongeluk heeft veroorzaakt tot
een voorwaardelijke hechtenisstraf van
twee maanden en 2000 boete.
Het rijbewijs van verd. was ingetrokken,
hij was echter toch achter het stuur gaan
zitten. Na te den Haag het een en ander
te hebben gedronken reed hij met groote
snelheid over den rijksweg in de richting
Amsterdam. De auto slipte bij het passee-
ren van een tegenligger en sloeg op den
berm om. Een der inzittenden werd ernstig
gewond.
Op 20 October 1937 heeft de Haagsche
rechtbank dezen automobilist veroordeeld
tot drie maanden gevangenisstraf en een
jaar intrekking van het rijbewijs. In hooger
beroep bevestigde het Hof te den Haag dit
vonnis. De Hooge Raad verwees de zaak
naar het Hof te Amsterdam.
In keurmeesters' handen
De grossier in vleeschwaren J. B. afkom
stig uit L i s s e thans woonachtig in den
Haag stond op 22 Februari van dit jaar
met zijn auto voor een slagerswinkel in de
Residentie. Een keurmeester was aange
komen en had een onderzoek in de auto in
gesteld, waarbij gebleken was, dat er in de
auto eenige levers en een partij rundvleesch
waren, welke artikelen niet van de ver-
eischte keuringstempels van de gemeente
Den Haag voorzien waren.
Wel was er een stempel van de gemeente
Woerden op aangebracht. De keurmees
ter had het spul in beslag genomen en tegen
verdacht gezegd, dat hij hem met zijn auto
volgen moest en dat hij, de keurmeester,
hem per rijwiel voor zou gaan. Dat ging een
tijdje goed tot dat B zijn kans schoon zag
en er tusschen uit trok. Zoodat hij een
nieuw strafbaar feit. had begaan.
Verdachte ontkende en zeide het zich niet
meer te kunnen herinneren. Nog eigen, hij
zeide, dat hij het niet geweest kon zijn. Op
een vraag van den President waarom hfj
niet op de voorgaande zittingen was ge
komen vertelde hij, dat hij het zoo druk
had met zijn leveranties vooral in de Rijn
streek en in het noorden des lands.
De Officier eischte inmiddels bevestiging
van het vonnis der rechtbank, alwaar ver
dachte destijds in hooger beroep had moe
ten verschijnen, maar toen ook niet ge
komen was.
Deze geldboete was 100.
De uitspraak werd bepaald op over 14
dagen.
KAPPER TOT VIJFTIEN JAAR
GEVANGENISSTRAF VEROORDEELD.
De kapper D. te Obdam, tegen wien de
Officier van Justitie wegens doodslag
verdachte had zijn vrouw door worging
van het leven beroofd vijftien jaar ge
vangenisstraf had geëischt, is heden door
de Alkmaarsche Rechtbank overeenkom
stig dien eisch veroordeeld.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Overtreding der Hinderwet.
De Kantonrechter wees gistermorgen
vonnis in de zaak tegen den burgemees
ter van S a s s e n h e i m, P. P. G. en diens
beide wethouders W. W. en H. B., die te
recht hadden moeten staan wegens over
treding van de hinderwet.
De ambtenaar had een geldboete tegen
ieder geëischt van f 6.— subs. 3 dagen. De
kantonrechter, schriftelijk vonnis wijzende,
veroordeelde comform den eisch.
Dronken autobestuurders.
J. G. V., boekhouder te Sassenhe im
had te Noordwijk, in de Schoolstraat een
auto bestuurd in staat van dronkenschap.
Na eerst een wielrijder omver gereden te
hebben was verdachte met zijn auto in het
water terecht gekomen bij de Westeinder-
brug. Na getuigenverhoor, waarbij de
dronkenschap van verdachte vast kwam
te staan, nam de ambtenaar het woord,
die het feit buiter gewoon ernstig vond.
Spr. eischte een hechtenis van een week
en een jaar intrekking van het rijbewijs.
De verdediger Mr. Trapman, had aan den
patroon van verdachte gevraagd wat er
zou gebeuren als het rijbewijs van zijn
ondergeschikte zou worden ingetrokken.
De directeur had daarop geantwoord, dat
hij op staanden voet ontslagen zou wor
gden, want dat verdachte zonder rijbewijs
riet meer kar» autorijden hetgeen voor de
zaak juist nocdig is, want verdachte moet
verre reizen per auto maken. In dit ver
band riep pleiter de uiterste clementie in,
want bij intrekking van het rijbewijs zal
zijn cliënt zeker broodeloos worden.
De ambtenaar nam daarna nog eens het
woord voor de repliek en wilde rekening
houden met de broodeloosheid, die verdach
te bij intrekking boven het hoofd hing. In
dat verband wilde spr af zien van intrek
king van het rijbewijs maar dan met ver
dubbeling van de hechtenisstraf welke op
nieuw bepaald werd op twee weken.
De kantonrechter zal een en ander nog
eens overwegen en over 8 dagen vonnis
A. V., bakker te Nieuw Vennep had
zes kruiken bier verschalkt en was toen
auto gaan rfcden te Noordwijk. Op den
Ouden Zeeweg had hij met een gangetje
van circa 70 km. een bocht genomen en
was daarbij natuurlij1» omgeslagen na eerst
nog eenige boomen geraakt te hebben.
Ook hier hield de ambtenaar een scherp
requisitoir en eischte tegen verdachte een
hechtenisstraf van een week en intrekking
van het rijbewijs voor den tijd van een jaar.
Uitspraak conform.
Dronken wielrijder, die zijn
mes trok.
Het had de aandacht van een wielrij
der getrokken, dat Th. B. uit Den Haag,
slingerend op den Vinkweg te Leiden op
een rijwiel rond reed. Hij had een achter
volging ingesteld en had den dronken wiel
rijder ingehaald en tot afstappen gedwon
gen. Deze had niet veel voor die tusschen-
komst gevoeld en had dat duidelijk ge
maakt door een mes te trekken met het
aanbod om zijn achtervolger daaraan te
spitsen. Deze was op zoek gegaan naar den
sterken arm en hij had een agent gevon
den, die niet bang was voor de bedreigin
gen van den verdachte, zoodat de dron
ken peddelaar zich voor den Leidscben
Kantonrechter had te verantwoorden.
De ambtenaar vond zulk een optreden
hoogst laakbaar en eischte een hechtenis
straf «-voor den tijd van 10 dagen.
De Kantonrechter was het daar volko
men mee eens en veroordeelde hem con
form den eisch.
Met gestolen auto 140 k.m.
gereden, terwijl hij nog nooit
auto gereden had.
Op 12 September van dit jaar trok het
de aandacht van een agent, dat er een auto
met een ongelooflijke snelheid op den Ka-
naalweg te Leiden reed.
De wagen reed niet *meer volgens den
agent, maar sprong over den weg. Bij aan
houding bleek, dat verdachte aanvanke
lijk geen kans zag om de auto tot stilstand
te brengen. Toen dit na veel moeite toch
eindelijk was gebeurd, bleek alras, dat de
aangéhoudene, Ghr. N. S. zonder beroep te
Leiden, niet in het bezit was van een rij
bewijs. Nader aan den tand gevoeld bleek,
dat de auto niet van hem was, maar dat
hij deze auto gestolen had, terwijl tevens,
vast kwam te staan, dat verdachte nooit
Gisteravond te 7 uur kwam de Raad
dezer gemeente in openbare vergadering
bij-een ter verdere behandeling van de
gemeentebegrooting.
Voorzitter: Burgemeester A. J. van Ger-
revink. Aanwezig alle leden.
Ingekomen stukken: Verzoek Centraal
Jeugdcomité om verhuur van een terrein
in den Oudenhofpolder, deel uitmakende
van het perceel Sectie C. No. 1017 voor
sportterrein.
B. en W. worden gemachtigd het ter
rein te verhuren.
Behandeling van het beroepschrift, in
gediend door Wed. den Haan, tegen het
besluit van B. en W. om geen vergunning
te verleenen tot het gebruik van onbe
woonbaar verklaarde perceelen Oegst-
geesterweg 14 en 19 als werkplaats.
Overeenkomstig het bepaalde bij art. 25
der bouwverordening is de Wed. den
Haan in de gelegenheid gesteld haar be
roepschrift mondeling toe te lichten.
B. en W. zijn bij het nemen der beslis
sing uitgegaan van het standpunt, dat een
gebouw dat ongeschikt is voor bewoning
en deswege onbewoonbaar is verklaard,
als regel ook ongeschikt is voor het ver
blijf van menschen overdag. De toestand,
waarin de woningen verkeeren, rechtvaar
digt dit standpunt ten volle.
Het agendapunt wordt in comité-gene
raal behandeld.
Vervolgens werd de begrooting bij
„Rondvraag" behandeld.
De heer Kruisinga (S.D.A.P.).' verzet
zich tegen de subsidie van 500.aan de
Burgerwacht alsook tegen het beschik
baar stellen van prijzen.
Tegen de subsidie aan de Bijz. Vrijw.
Landstorm verzet spreker zich eveneens,
terwijl hij de subsidie voor volksfeesten
(Oranjever.) overbodig acht.
De heer Sanders (Chr. H.) vindt het een
raadsel, hoe de heer Kruizinga bezwaar
kan hebben tegen de subsidie aan de Oran
jefeesten. Spreker meent, dat de heet*
Kruizinga zich gelukkig kan achten door
de Oranjes geregeerd 'te worden. Daar de
subsidie uitsluitend en alleen wordt ge
geven voor de kinderfeesten en daardoor
mede de Oranjeliefde wordt aangekweekt,
is spreker voorstander. Spr. vindt, dat de
heer Kruizinga op een verouderd paardje
rijdt;
De heer Paardekooper sluit zich aan bij
den heer Sanders.
De heer Kruizinga bepleit betere in-
jn auto's had gereden en de stuurkunst niet
voldoende machtig was, Voor den diefstal
van de auto zal hij nog terecht moeten staan
voor de Haagsche Rechtbank. Nu werd zijn
roekeloos rijden berecht.
De ambtenaar vond het meer dan schan
dalig en een flinke straf zeker verdiend.
De eisch werd dan ook een hechtenisstraf
voor den tijd van 10 dagen. Uitspraak een
v/eek hechtenis.
Verder werden nog veroordeeld om maar
eer. greep te doen uit de tientallen zaken:
J. D., chauffeur te Lelden omdat hij
in het Noordeinde te Leiden een leeraar
in het Engelsch, die daar per rijwiel reed,
had omvergereden waardoor deze ernstig
verwond werd. Eisch 25 subs. 10 dagen.
Uitspraak 20 subs. 8 dagen.
H. J. L., te Leiden, omdat hij met een
auto op de Turfmarkt te Leiden geen voor
rang had verleend aan verkeer van rechts
waardoor een ernstige botsing was ont
staan. Eisch en uitspraak 15 subs. 5 da
gen.
M., directeur eener broodfabriek te Lei
den, omdat hij in verband met den in
ternationalen toestand en in verband met
het 3 Octoberfeest twee knechts op Zon
dag arbeid had laten verrichten. Eisch 2
maal 15 subs. 2 maal 5 dagen. Uitspraak
een totale geldboete van 15 subs. 5 dagen.
KANTONGERECHT TE HAARLEM.
Van rechts komend verkeer
geen voorrang verleend.
Terecht stond de 58-jarige wethouder
der gemeente L i s s e P. W., terzake dat
hij op 10 Juli j.l. met zijn vierwielig mo
torrijtuig op he kruispunt Grachtweg
Kapelstraat te veel op het linkerwegge
deelte heeft gereden, tengevolge waarvah
een aanrijding is ontstaan tusschen het
door hem bestuurde motorrijtuig en een
luxe auto, welke uit de tegenovergestelde
richting kwam en welke auto geheel
rechts van den weg reed. Verdachte gaf
als motief op, dat hij genoodzaakt was
deze manoeuvre te maken, omdat van
rechts een rijwiel kwam, waarop zich 3
personen bevonden.
De ambtenaar eischte tegen verdachte
een geldboete van 5 subsidiair 3 dagen
hechtenis.
De Kantonrechter veroordeelde ver
dachte, gezien de omstandigheden waar
onder het feit gepleegd is, tot een geld
boete van ƒ2 subsidiair 1 dag hechtenis.
Verkeer van rechts geen voor
rang verleend en ondeugdelij
ke remmen.
Vervolgens moest terecht staan mej. A.
K. S. uit L e i d e n, wie ten laste was ge
legd, dat zij over de Zondvoortsche laan
te Zandvoort heeft gereden met een vier
wielig motorijtuig en toen het verkeer,
hetwelk van rechts kwam, geen voorrang
had verleend, waardoor een aanrijding is
ontstaan tusschen haar motorrijtuig en
een auto bestuurd door een zekere N. v.
G. uit Amsterdam. Bovendien bleek, dat
de remmen van verdachte's auto niet goed
richting en exploitatie van oude open
bare school voo? vergaderingen.
De heer van der Post heeft in de vo
rige vergadering zijn nota reeds toege
licht. Spr. heeft in andere gemeenten een
en ander nagegaan. In Noordwijk heeft
men 7000 gulden op den lcapitaaldienst
gebracht voor luchtbescherming. Spr. stelt
voor de post met 1300 gulden te vermin
deren.
Voorts stelt de heer van der Post in een
met cijfers toegelicht betoog voor, de post
„onvoorzien" met 4500 te verlagen en
de opcenten op de gemeentefondsbelasting
met 8 te verminderen.
De voorzitter betwijfelt of de begroo
ting zou worden goedgekeurd indien men
de post onverzien zou verlagen.
De heer Bakker (G. B.) meent, dat men
het tenslotte wel eens kan probeeren. Het
komt spr. vreemd voor, dat andere ge
meenten de post wel kunnen verlagen.
De heer Kattenbusch (G. B.) zou thans
nog niet tot belastingverlaging willen
overgaan, doch een bedrag van 10.000
gulden daarvoor willen blokkeeren. Spr.
wilde eerst de besluiten der Staten-Ge-
neraal inzake de belastingen afwachten.
De voorzitter is tegen belastingverla
ging op 't oogenblik, juist in verband met
de voorstellen der regeering inzake de
forensen-belasting.
Over de mogelijkheid van verlaging
der post „onvoorzien" wil spreker wel
eens met Ged, Staten praten.
Het voorstel van den heer van der Post:
verlaging kosten Luchtbescherming wordt
verworpen alsook de andere voorstellen.
De heer Kattenbusch verklaart zich te
gen de subsidie aan Montessorikleuter-
school. Spr. meent, dat een dergelijke
school daarvoor niet moet in aanmerking
komen.
De voorzitter antwoordt dit volgens
verordening geschiedt. Men zou dus deze
moeten wijzigen. Momenteel komt echter
deze school toch nog niet voor subsidie in
aanmerking, daar deze school slechts 15
leerlingen telt.
De heer Bakker acht wijziging ge-
wenscht.
B. en W. zullen eventueel met voorstel
len komen.
De begrooting wordt goedgekeurd met
12 tegen één stem, die van den heer van
der Post,
De kosten per leerling voor 't iager on
derwijs worden bepaald op 13.20.
De Rondvraag leverde niets op. Hierna
ging de Raad in comité-generaal.
functioneerden. Verdachte liet verstek
gaan. Als getuige werd gehoord de chauf
feur der aangereden auto, waarna deze me
dedeelde, dat de schade aan de auto ƒ25
bedroeg.
De ambtenaar eischte voor het eerste
feit, n.l. rechts geen voorrang verleenen,
een gqldboete van ƒ12 subsidiair 6 dagen
hechtenis en voor het feit van de niet
goed functioneerende remmen een geld
boete van 5 subs. 3 dagen hechtenis. De
Kantonrechter veroordeelde verdachte
overeenkomstig de eisch met toewijzing
der civiele vordering groot 25.
Aanrijding.
Hierna stond terecht L. B. Z. uit
Noordwij k aan Zee. chauffeur der
autobus Noosdwijk aan ZeeHaarlem,
wien ten laste was gelegd, dat hij op 27
September op de Margrietenlaan te Voge
lenzang met zijn autobus zeer onvoorzich
tig heeft gereden, juist op het moment dat
daar ter plaatse een met een paard ge
spannen wagen van de heer M. K. uit
Zandvoort, welke wagen beladen was met
materialen en welke uit de tegenoverge
stelde richting kwam, geen gelegenheid
gaf om voldoende te kunnen passeeren,
waardoor de wagen tegen een viertal langs
dien weg staande boomen is opgereden en
waardoor materiale schade ontstond.
De ambtenaar eischte tegen verdachte
een geldboete van ƒ20 subsidiair 10 da
gen hechtenis. De Kantonrechter veroor
deelde de verdachte tot een geldboete van
15 subsidiair 10 dagen hechtenis.
Het Katholiek Comité van Actie
„Voor God" schrijft ons j
De waardigheid der
menschelijke persoonlijkheid
De heipalen van de tegenwoordige samen
leving deugen niet. Wij zijn onder invloed
van de groote technische ontdekkingen
der vorige eeuw 'n nieuwe wereld inge
gaan, 'n wereld van grootindustrie en
groothandel, die heelemaal onder den
invloed staan van het bankkapitaal. Dat
alles heeft zich ontwikkeld onder de
stempel van de liberale gedachte, die
godsdienst 'en maatschappij volkomen
losmaakte van elkander. De échte libe
ralen meenden, dat het met de godsdienst
was afgeloopen. De wetenschap zou daar-1
voor in de plaats komen. Hadden zij en
hadden onder hun invloed ook velen
onder ons een verkeerd begrip
van de godsdienst, zij hadden dat óók
van de maatschappij. Wat wij tegenwoor
dig hebben is de orde van een circus met
gedresseerde wilde beesten, maar dat is
geen maatschappij, opgebouwd door de
wetten van de sociale rechtvaardigheid,
erkennend de waardigheid van de men-
schclijke persoon zijn rechten en die van
zijn gezin en de andere cischen van het
natuurrecht. Mgr. Dr. Poels.
r./v-iT I*