Twaalf eeuwen geleden stierf St. Willibrord Luisterrijke herdenking door gansch Nederland ZATERDAG 5 NOVEMBER 1938 30ste Jaargang No. 9176 Telefoon: Redactie IS. Telefoon: Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Adv. en Abonm-tarieven zie pag. 2 Giro 103003. Postbus 11. Plechtige zitting in den dom Ook een Katholieke viering In het najaar van 1939 zal het twaalf eeuwen geleden zijn, dat in het Benedic tijnerklooster te Echternach een man stierf, aan wien het Nederlandsclie volk méér dan aan eenige andere figuur uit de roemrijke geschiedenis onzer gewesten, kinderlijke dank en hulde verschuldigd is. Clemens Willibrordus heeft bijna vijftig jaar ons vaderland doorkruist, met geen ander doel dan aan het edele volk der Friezen de kruisdood van Gods Zoon te prediken. ZIJN KOMST TE KATWIJK. Vanaf den eersten morgen, dat hij met zijn elf gezellen aan land stapte op het strand te Katwijk, werd hij voortgedreven door zijn verlangen aan dit stoere en ge degen volk de heilmarè van de verlossing der menschheid door te geven. Daar stonden zij, op een zonnig en maar onstuimigen voorjaarsmorgen van het jaar 690 op het strand: twaalf Benedictij ner paters, verloren in de w'ijdsche een zaamheid van zee en zand in de geeste lijke eenzaamheid van een vreemd volk. De zwarte habyten bolden en bolderden in den zeewind, terwijl het kleine groepje verkenners van Christus krijgsraad hield rond het stafkruis, door Willibrord in het zand geplant.... Bijna vijftig jaar later ligt Willibrordus stervende in de kale kloostercel te Ech ternach. De grijze bisschop heeft, onver zwakt in begeestering, aan onze voorva deren de komst van den Heiland gepre dikt. Nu zijn oogen sluiten gaan, ruischt door de kloostercel de zang der eeuwen, het Graduale uit de Mis op zijn feestdag: „Alleluja, alleluja! Machtig zal zijn zaad op aarde zijn: de nakomelingschap der rechtvaardigen zal gezegend worden''. De arbeid van Willibrordus onder onze voorouders was overvloedig vruchtbaar, door Gods genade. Trots tegenspoed en tegenkanting was het den Engelschen missionaris gelukt velen te winnen voor het geloof aan den éénen God en den grondslag te leggen voor de kerstening van Nederland. Een grooter weldaad is ons volk nooit bewezen. Indien er één man is aan wien geheel Nederland dank verschuldigd is, dan is het aan den edelen, onbaatzuchtigen Wil librord. DE VIERING VAN HET EEUWGETIJ. De nadering van het twaalfde eeuwgetij van zijn zalig afsterven heeft in alle krin gen van ons Christelijk volk zoowel bij Katholieken als. bij Protestanten de behoefte en de drang gewekt Willibrordus te eeren als den Apostel van Nederland en zijn onverdroten arbeid, ook aan het zieleheil van ons, de thans levenden, te herdenken. Daartoe zullen op den sterfdag van St. Willebrord, op 7 November van het vol gend jaar, de „grandes" van ons volk zich vereenigen in- de Dom te Utrecht de stad, waarin Clemens Willibrordus de eerste bisschop was. In deze plechtstatige bijeenkomst zul len prof. Jan Huizinga en prof. Gerard Brom de lof van St. Willibrord verkondi gen: de eerste sprekend over diens in vloed als cultuurdrager, de tweede over St. Willibrord als evangelieverkondiger. De minister-president zal het slotwoord spreken. Muzikale luister zal aan deze zitting worden bijgezet door de uitvoering van middeleeuwsche hymnen ter eere van St. Willibrord, kortelings ontdekt in de bi bliotheek der Utrechtsche Universiteit. Deze hymnen zullen gezongen worden door de leerlingen van de Kerkmuziek- school onder leiding van pater Caecilianus Huygens. Behalve deze herdenking in den Dom zal in den zomer van het volgende jaar een Willibrordus-tentoonstelling worden gehouden, waaromtrent men eergisteren reeds eenige bizonderheden heeft kunnen lezen. De strekking van deze tentoonstelling zal zijn een denkbeeld te geven van de cultuur, door Willibrord hier gebracht. Daarom is ook een beroep gedaan op kunstschatten in Engelsch en Iersch bezit, omdat Willibrordus van geboorte een En- gelschman was en als kloosterling uit de Iersche abdij van Rathmelsigi zijn tocht naar ons land begon. Illlllll llllllll S9SII1II llllllll OOK EEN KATHOLIEKE HERDENKING. De commissie, welke deze eeuwfeest viering voorbereidt, heeft echter te ken nen gegeven, dat zij het op prijs zal stellen, als de bevolkingsgroepen ook „in hun eigen toonaard" den grooten Apostel, herdenken. Het bestuur van de Nederlandsche Ka tholiekendag heeft de gelukkige gedachte gekregen, de Katholiekendag (welke eigenlijk pas in 1940 gehouden zou wor den) te doen samenvallen met de natio nale herdenking. Op denzelfden dag, dat 's middags in den Dom de herdenking zal plaats vinden, zal 's morgens door den opvolger op de stoel van St. Willibrordus, door den Aartsbis schop van Utrecht, met alle luister van de Latijnsche liturgie, het H. Misoffer wor den opgedragen. Vermoedelijk zal deze plechtigheid geschieden in de kerk aan de Biltstraat, omdat de tegenwoordige metro- politane kathedraal niet vee] grooter is dan het eerste kerkje door SI Willibrord gesticht Na de plechtige zitting in den Dom zullen de Katholieken zich vereenigen voor een massale bijeenkomst in „Tivoli", die, 'kort van duur, maar fel van geestdrift be looft te worden. EEN BEDEVAART NAAR ECHTERNACH Voorts overweegt 'het bestuur van den Nederlandschen Katholiekendag het hou den van een bedevaart naar Echternach, waar het stoffelijk overschot en nog an dere relieken van St. Willibrord worden be waard. Deze bedevaart zou dan plaats heb ben tusschen half September en half Octo ber. TWEE STANDBEELDEN.... Door het Nationale comité werd de idee gelanceerd, ter herdenking van de predi king van het Christendom in deze lage lan den, aan de buitenzijde van de Domtoren de beelden te plaatsen van Willibrord en Bonifatius (ook Winfried geheeten). Dit idee vond in de nationale commissie allerwege een goed onthaal, doch de vraag is, of de geldmiddelen, waarover het comité beschikt, toereikend zullen zijn om er uit voering aan te geven. Zou het niet prachtig zijn, indien het Katholieke volksdeel de handen ineen sloeg en deze standbeelden van onze nationale ge loofsverkondigers als een geschenk aan bood aan het geheele Nederlandsche volk? Tenslotte dient nog een „eervolle ver melding", dat de Posterijen Willibrordus- zegels zullen uitgeven in de waarden van 5 ets en 12 1/2 ets een geste, welke door ons volk gewaardeerd zal worden. EEN NATIONALE FIGUUR. Willibrordus is een nationale figuur bij uitnemendheid: in het Noorden drong hij, volgens de overlevering, tot Stavoren door, om koning Radboud te overreden, in Bra bant is hij predikend rondgetrokken, in Limburg bouwde hij te Susteren een kloos ter. In geheel ons land zijn dorpen, heuvels, putten en kerken naar hem vernoemd, door geheel ons volk wordt hij vereerd als een moedig voortrekker in dienst van den Christus, maar in 't bizonder zijn Holland, Zeeland en Utrecht geroepen hem de cijns hunner dankbaarheid te offeren. Hij was onze eerste bisschop, door Paus Sergius te Rome gewijd en uitgezonden om ons voorgeslacht te kerstenen, gelijk St. Willi brord met eigen hand heeft aangeteekend in zijn calendarium: „In den naam van God is hij in het jaar des Heeren 695, al hoewel onwaardig, bisschop, gewijd in Rome door den apostolischen Man, Heer Sergius, Paus". Vijf kerken in Holland beroemen er zich op gesticht te zijn door den grooten geloofs verkondiger: Vlaardingen, Oegstgeest, Vel- sen, Heiloo en Petten. Het Groene Kerkje te Oegstgeest, hoog gelegen op een terp om tegen de overstroo mingen van den Rijn beveiligd te zijn, is een der eerbiedwaardige plaatsen, waar St. Willibrord het kruis heeft opgeheven, te midden van onze heidensche voorouders. In Katwijk werd ons geloofd ge boren, op de Kerkwerve van Oegst geest kwam het tot wasdom twee feiten, welke aanleiding mogen zijn, dat het twaalfde eeuwgetij van Willi- brords zalig sterven in ons gewest met grooten luister zal worden herdacht. *s* Geen pessimisme! Het „adres dér negen", waarover we Woensdag enkele opmerkingen hebben ge maakt, is vooral zoo verkeerd, omdat het pessimisme kweekt. Wie in een be- staanden toestand niets goeds aanduidt en geen enkel middel aanwijst, om in dien toestand verbetering te £>rengen, veroorzaakt een pessimistische kijk en een pessimistische stemming. En in dezen tijd is pessimisme een gees tesgesteldheid, die ons volk zoo weerloos slap kan maken, dat we alle uitgaven voor bewapening wel zouden kunnen nalaten! Zelfs al zouden die negen in hun be schouwen en beoordeelen der feitelijkheid gelijk hebben, dan nóg hadden zij licht punten kunnen zien, en in ieder geval had den zij moeten aangeven wegen, die voe ren naar saneering van dien dcor hen zoo dreigend en beangstigend gezienen toe stand van 's lands financiën. Maar zij hebben geen gelijk, zij over drijven, zien te zwart. De oud-thesaurier-^generaal mr. Ries is één van de vele tot-oordeelen-bevoegden, die het met die negen niet eens is. Hij is van oordeel, dat men met zulke beschouwingen als die der negen alleen het staatscrediet en onze valuta schaadt. Voor vrijwel alle landen ter wereld geldt de zelfde toestand zegt hij. En wij citeer en hem hier: „Men behoeft de Rijksbegrooting er maar op na te slaan om te constatee- ren, dat het deze twee kwesties zijn: de defensie en de werkloosheid, die ons de financieele moeilijkheden hebben gebracht en nog verder zullen bren gen, welke ons allen verontrusten. Daar dit echter uitloopers in Neder land zijn van algemeene wereldproble men, kan het Regeeringsbeled ten aan zien van deze geweldige vraagstukken nimmer een bindend richtsnoer vinden in de normale mogelijkheden der rijksbegrooting. In tijden als deze is 'n goede defen sie van moederland en koloniën van oneindig grooter belang dan welk be- grootingstekort ook, mits voor het gel delijk offer een werkelijk doeltreffen de defensie verkregen wordt. Mutatis mutandis geldt dit evenzeer voor de bestrijding van de werkloos heid, dien geesel Gods. Moet lijdelijk worden toegezien, dat de jeugd in moedeloosheid en wanhoop een prooi wordt van extremismen van links en rechts en dat daardoor tenslotte onze samenleving door haat en nijd uit elkaar wordt gescheurd en onze vrij heden teloor gaan om althans het be- grootingstekort te verkleinen? En als men mij nu tegemoet voert: maar de gulden! Denk toch aan het lot van ons nationale betaalmiddel! Dan antwoord ik daarop: de gulden is nog nimmer door begrootingstekorten ge vallen. Men zorge slechts voor een be hoorlijke betalingsbalans, want van die zijde kan het gevaar dreigen en men make zich dan geen zorgen over den gulden". Wij zouden niet ieder woord van mr. Dit nummer bestaal uit vijl bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Chamberlain en Halifax hebben een uit- noodiging om naar Parijs te komen aan vaard. (2de blad). Na 10 November zal de Nat. Vergadering van Tsjecho-Slowakije bijeenkomen ter verkiezing van een nieuwen president. (2e blad). Is de ontploffing aan boord van de „Van couver" te wijten aan een aanslag? (2de Binnenland Het Koninklijk bezoek aan Groningen. (2de blad). Politioneel ingrijpen inzake de wilde autobus-diensten. (2de blad). Te Terborg zijn gisteravond bij een trein botsing vier personen gewond. (2de blad). Actie van forensen-gemeenten. (2de blad). Ries willen overnemen, maar bij de strekking van zijn betoog sluiten wij ons graag aan omdat die ons zoo waar en juist toeschijnt. Met pessimisme gaat alles verloren! GENEVE, 5 November. (A.N.P.) Aan het besluit van de Japansche regeering, elke samenwerking met de internationale instellingen van Genève te staken, is on middellijk uitvoering gegeven. De regee ring te Tokio heeft aan den secretaris-ge neraal van den Volkenbond medegedeeld, dat zij besloten heeft tot het terugtrekken van haar vertegenwoordiger, wiens taak het was deel te nemen aan de bestudee ring van het j aarlij ksche rapport over de uitoefening van het Japansche mandaat over de Zuidzee-eilanden. Het jongste besluit van Tokio stelt de mandatencommissie voor een nog niet voorgekomen en vrij lastige situatie. Be halve dat de afwezigheid van een geaccre- diteerden vertegenwoordiger van Tokio een inbreuk vormt op het reglement en op het erkende gebruik, zijn er princi- pieele kwestie van onmiskenbare betee- kenis aan verbonden. Men vreest, dat de Japansche regeering voortaan ook geen jaarlijksch rapport meer aan de manda tencommissie zal zenden en men vraagt zich af, wat er, zoowel uit juridisch als politiek oogpunt van het mandaat zal worden. Tijdens Haar bezoek aan Groningen inspecteerde H.M. de Kóningin de eerewacht van het 12e regiment infanterie, de ambtswoning van den commissaris der Koningin, mr. J. Linthorst Homan, was opgesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1