BERICHT.
De loop van de Nederlandsche
conjunctuur
MAANDAG 31 OCTOBER 1938 30ste Jaargang No. 9172
S)e £eid&^veSou/fca/nt
lelefoon. Redactie 15. narim an irAAn w rvnrmi rmT ~,rw,w^_ Adv. en Aboim.-tarieven zie pag. 2
Telefoon: Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OIVISXREKEN Giro 103003. Postbus 11.
Wegens het feest van
Allerheiligen zal ons blad
Dinsdag niet verschijnen
DE DIRECTIE.
ALLERHEILIGEN
ALLERZIELEN
Wanneer de klokkenklanken voor de
Vespers van het Hoogfeest van Allerhei
ligen weergalmen over de velden en bos-
schen, waar de stervende natuur haar
prachtige najaarstinten heeft gespreid,
wordt daarmee tevens een andere gedenk
dag ingeluid, de gedachtenis van onze dier
bare dooden op Allerzielen.
Allerheiligen en Allerzielen hooren on
afscheidelijk bij elkaar: want zoowel de
Heiligen in den Hemel als de zielen in het
Vagevuur zijn leden van die groote gemeen
schap der Heiligen, waarin alle kinderen
der Kerk zijn opgenomen.
Er is welhaast geen meer geschikte tijd
in het jaar denkbaar, waarop de beteeke-
nis van onze belijdenis: „Ik geloof in de
gemeenschap der heiligen" beter tot ons
jsan doordringen.
Buiten in de Novemberkilte van den la
ten herfst maakt heel de natuur zich ge
reed voor haar groote winterslaap: on
zichtbaar schrijdt de dood door bosschen en
velden om overal het leven en de laatste
bloemen weg te nemen. Straks ruischt de
wind klagend over de wijde kale vlakten.
Even klagend weerklinkt ook het lied,
dat de Kerk in haar liturgische' zangen
aanheft: de Profundis. De Kerk zingt haar
Profundis voor al haar kinderen, die als de
bloesem en de blaren zijn afgestorven.
Het sterven, het afscheid nemen van
deze wereld is veelal pijnlijk. De dood is
en blijft steeds gevoeld worden als de
straf der zonde. De moderne mensch die
zich graak zou wijs maken, dat met de dood
alles gedaan is, gruwt van het sterven. Toch
wordt men iederen dag aan dat heengaan
uit deze wereld, herinnerd. „Media vita in
morte sumus". „Midden in het leven staan
we in den dood!"
Ofschoon voor een christenmensch de
dood een overgang tot een beter leven be-
teekent, laten we ons zoo gemakkelijk bij
het afsterven van onze verwanten en
vrienden tot een droefenis verleiden, alsof
onze dierbare doode niet het einddoel van
zijn levensreis bereikt had om daarmee^
het land der levenden te betreden, waar
geen traan het oog meer verduistert.
Terwijl de H. Kerk in de liturgie der
overledenen ons voortdurend aan de Ver
rijzenis herinnert, brengen wij onze gestel
tenis te weinig in overeenstemming met
ons Geloof, zooals dat wordt beleden in de
Praefatie van de Requiemmis: „Aan Uwe
geloovigan, Heer, wordt het leven niet
ontnomen, maar veranderd en wanneer
het huis van onze aardsche verblijfplaats
wordt afgebroken, wordt ons een eeuwige,
woonstede in den hemel gebouwd."
We denken te veel aan de tragiek van
het sterven en te weinig aan de werkelijk
heid van den Hemel.
Daarom herinnert de Kerk ons op Aller
heiligen aan de eeuwige gelukzaligheid,
aan dat deelachtig zijn aan de eeuwige
aanschouwing Gods, in het rijk van den
immer durenden, onverstoorbaren vrede.
We denken te weinig aan den hemel, we
beseffen niet dat toppunt van geluk, we
verlangen er niet intens naar, omdat we
ons niet gemakkelijk kunnen voorstellen,
hoe volmaakt gelukkig we in den hemel
zijn, wij allen, die geroepen zijn om heili
gen te worden.
We zijn teveel bezig met onzen lijdensweg
en ons aardsche Calvarië en we denken te
v/einig aan de heerlijkheid van den Paasch-
morgen, die opglanst voor allen, die in de
gemeenschap met Christus den kruisweg
van dit leven zijn gegaan,
Heel de Liturgie van Allerheiligen staat
in het teeken van de vreugde, die ons
wacht. De zegevierende Kerk houdt ons,
voor oogen het doel, dat zij bereikt heeft
en dat ook door ons, gewone stervelingen,
veroverd kan worden, weliswaar niet ge
makkelijk want het leven van den
mensch op aarde is een strijd maar toch
zeker en veilig met de overvloedige hulp
middelen, de geestelijke wapenen, die ons
ten dienste staan. De heiligen bewijzen het
ons: we moeten dus vertrouwen hebben,
dat wij, als we met goeden wil bezield
zijn en ons niet moedwillig uit de liefde
van Christus losrukken, ook dat eeuwig
geluk zullen bereiken.
Doch tevens herinnert de Kerk ons aan
het feit, dat niets wat besmet is de eeuwige
heerlijkheid kan binnengaan en dat iedere
ziel door en door gelouterd moet zijn. On
ze dierbaren, die ons in den dood zijn voor
afgegaan, die aan het voorportaal van het
eeuwig geluk staan te wachten tot hun
boete en lijdenstijd verstreken is, kunnen
wij een hand reiken als een symbool van
onze geestelijke verbondenheid en gemeen
schap. Op onze smeekbeden, op voorspraak
der heiligen, der groote vrienden Gods,
door onze aalmoezen, goede werken en
vooral door het opdragen der H. Mis, de
hernieuwing van het Kruisoffer, waardoor
OVERZICHT VAN HET DERDE
KWARTAAL.
In het gemeenschappelijke conjunctuur-
bericht van het Centraal bureau voor de
statistiek en het Nederlandsch economisch
instituut, dat gelijktijdig verschijnt in De
Nederlandsche conjunctuur van November
en het Economisch statistisch maandbericht
van October worden de oeschouwingen,
waartoe beide instituten geraken, als volgt
samengevat:
Stilstand van den achteruitgang.
Het algemeene beeld van de conjunctuur
in Nederland gedurende het derde kwartaal
van 1938, is dat van een tot stilstand
komen van den in den herst van 1937 be
gonnen achteruitgang.
Op de arbeidsmarkt maakte de stijging
van de werkloosheid plaats voor een niet
onbelangrijke dating (o.m. als gevolg van
de gestegen bouwbedrijvigheid). Hierbij
dienst echter de invloed van de verschillen
de militaire maatregelen in aanmerking te
worden genomen, benevens de tewerkstel
ling van Nederlanders in het buitenland.
De industrieele productie geeft geen dui
delijke bewegingsrichting te zien. Vooruit
gang wordt gemeld uit verschillende ver-
bruiksgoederenindustrieën en uit de me
taalnijverheid; de bedrijvigheid in den
scheepsbouw gaat verder achteruit.
Ook in den landbouw kar niet van een
uitgesproken verandering naar boven of
naar beneden worden gesproken. De situa
tie in den akkerbouw kan, mede dank zij
de goede oogsten, niet ongunstig worden ge
noemd; daarentegen was de toestand in de
veehouderij onbevredigend. In den- tuin
bouw trad slechts een geringe verbete
ring op.
De buitenlandsche handel.
In den buiteniandschen handel kwam de
daling van de uitvoerwaarde tot staan en
daalde de invoerwaarde (bij sty gen de hoe-
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
PRAAG: Duitschland en Italië hebben
thans officieel medegedeeld dat zij aan het
verzoek van Boedapest en Praag om in het
conflict omtrent grensregeling te arbitee-
ren, gevolg willen geven. Het stond al
eenige dagen vast, dat Rome en Berlijn in
principe besloten hadden een dergelijke
uitnoodiging niet af te wijzen, maar eerst
moesten zij samen tot overeenstemming
zien te komen, want hun beider gedachten-
gang liep niet parallel. Daarvoor kwam de
Duitsche minister van buitenlandsche zaken
von Ribbentrop naar Rome en naar het
schijnt heeft Duitschland zijn zin gekre
gen. Er wordt tenminste algemeen aange
nomen, dat er van een gemeenschappelijke
Poolsch-Hongaarsche grens niets zal komen
en dat de grens van Slowakije getrokken zal
worden volgens de ethnografische beginse
len (dus die gebieden aan Hongarije waar
meerendeels Hongaren wonen) en niet Vol
gens de historische beginselen, zooals de
Hongaren wilden.
BTRLIJN: Over het Duitsch-Poolsche
conflict inzake de kwestie der pas-visa zal
thans onderhandeld worden In afwachting
van het resultaat van deze onderhandelin
gen is de deportatie van Poolsche Joden
uit Duitschland voofloopig stopgezet. In
middels zijn er reeds duizenden over de
Poolsche grens gezet en degenen, die er
nog niet over heen waren, zijn aan hun lot
ovèrgelaten. Zij kunnen terugkeeren als zij
de terugreis zelf betalen, maar, als zij niet
kunnen betalen, moeten zy maar zien, hoe
zij er komen. Naar alle waarschijnlijkheid
heeft Berlijn de deportatie opgeschort, na
dat Warschau gedreigd had de in Polen wo
nende Duitschers uit het land te zetten.
Zoo langzamerhand komen wy weer te
recht in den ouden tijd, die men wel den
onbeschaafden tijd noemt, toen een vreem
deling een vogelvrije was.
de volheid van de verdiensten van Christus
als losprijs wordt aangeboden, kunnen wij
hun toegang verschaffen tot het hemelsch
geluk. Op hun beurt zullen zij ons, pel
grims, op onze levensreize naar den dood,
daadwerkelijk dankbaar gedenken, als zij
eenmaal het eeuwig geluk bereikt hebben.
Zoo vormt de Christelijke viering van
Allerheiligen en de gedachtenis van Aller
zielen een hechte band tusschen de heili
gen in den hemel, de zielen in het Vage
vuur en ons aardsche stervelingen.
Moge deze herdenking van het feit, dat
wij midden in het leven toch in den dood
staan, een nieuwe richting of een nieuwe
prikkel aan ons leven geven, aan al ons
doen en laten, zoodat we heel ons geloof
in practijk brengen, wat ons de veilige ze
kerheid schenkt, dat we eenmaal aan die
nu onbegrepen zaligheid met alle heilige
zielen deelachtig zullen zijn in het rijk
van den eeuwigen vrede.
veelheden). Vermelding verdient de toe-
neming van den uitvoer naar de Ver. Sta
ten, daarentegen was de ontwikkeling van
den uitvoer naar Duitschland en het door
de depressie sterk getroffen België minder
gunstig.
Hoewel, internationaal gezien, in den on-
gunstigen toestand der zeescheepvaart wei
nig verbetering kwam, bleef de toestand
voor de l/ederlandsche zeescheepvaart vrij
gunstig.
Op de geld- en kapitaalmarkt trad, afge
zien van den invloed der politieke gebeur
tenissen, weinig verandering op.
In verband met de iets gunstiger ontwik
keling van het oeconomische leven verdie
nen twee factoren de aandacht, waarop
reeds in het vorige overzicht werd gewe
zen.
Twee stimuleerende factoren.
In de eerste plaats dient gewezen te wor
den op de beteekenis voor de conjunctuur
van de door de regeering in uitzicht ge
stelde maatregelen tot vermeerdering van
de uitgaven voor openbare werken en op
de toenemende opdrachten uit hoofde van
dt uitbreiding der bewapening. Nu de re
geering in de millioenennota verdere maat
regelen in deze richting heeft bekend ge
maakt, zal de stimuleerende beteekenis van
deze plannen voor de conjunctuur nog toe
nemen. De koopkracht op de binnenland-
sche markt ondervindt reeds thans den ver
sterkenden invloed van het uitvoeren van
verschillende der betrokken maatregelen.
Een tweede factor, welke in gunstiger
richting werkte, was de directe en indirecte
invloed van het overigens nog beperkte
herstel in de v'ereenigde Staten.
Hoewel de spanning op internationaal
politiek gebied niet zonder gevolgen is ge
bleven, is het nog te vroeg om definitieve
conclusies omtrent de gevolgen daarvan
voor onze volkshuishouding te trekken. Wel
vormt de onrust op monetair gebied in
Europa een factor van groote onzekerheid
voor ons land.
Rector M. A. Thompson, f
Hedenmorgen te 11 uur is in zijn wo
ning aan den Leidscheweg te Voorschoten
waar hij zijn laatste levensjaren te mid
den van zijn planten en bloemen in ruste
heeft doorgebracht, overleden de zeer-
eerwaarde heer M. A. Thompson, oud
rector enoud-hoofdredacteur van de
„Maasbode".
Als hoofdredacteur van de „Maasbode"
heeft rector Thompson zeer groote ver
diensten.
Door zijn eigen, zeer stoer-gespierde èn
zeer fijn-verzorgde, zeer puntige, èn zeer
vloeiende stijl is hij geweest een der bes
te journalistieke schrijvers uit de laatste
halve eeuw.
Thompson werd gelezen, en heel veel
gemzen
Oók gelezen door velen, die hem eigen
lijk.. niet wilden lezen.
Onder de Katholieken waren er n.l.
velen, die hem niet wilden lezen, voor
al in zijn latere en laatste jaren als hoofd
radacteur van de „Maasbode".
Thompson had door de onverzette
lijkheid de zich vurig verdedigende
en anderen vaak heel fel aanvallende
onverzettelijkheid! waarmede hij vast
hield aan de consequenties, die hij meen
de te moeten trekken uit de Katholieke
Leer, uit de eischen van het Kerkelijk
Gezag, een groot aantal geloofsgenooten,
die andere inzichten hadden dan hij, van
zich afgestooten en verwijderd.
Aan weerszijden moest men in dien
strijd tusschen Thompson en de zijnen en
de tegenstanders, welke laatste meestal
de aangevallenen waren men
denke aan de dagen van het „modernis
me", van het „integralisme" constatee-
ren een tekort aan waardeering van
eikaars talenten en óók, helaas, van
eikaars eerlijke bedoelingen.
Nu, nu de hier bedoelde strijd waar
over anderen, die hem, méér nog dan wij,
hebben meegeleefd, dezer dagen wel
meer in de herinnering zullen terugroe
pen tot de historie, tot het volmaakt-
verledene behoort, nu zullen allen
die er aan hebben deelgenomen te
genover Thompson de meesten dezer
zijn ook reeds overleden met oprechte
overtuiging en met diepen eerbied ver
klaren, dat Thompson altijd en alleen en
uitsluitend* voor oogen stond: de eer en
de rechten van de Kerk, die hij oprecht
en hartstochtelijk liefhad, de handhaving
van de zuiverheid en de ongereptheid
der Kerkelijke Leer, de onderdanigheid
en de onderwerping aan het Kerkelijk
Gezag.
Dat doel stond hem steeds voor den
geest, en al het andere was dan
voor hem: niets.
Hij had gegeven alles wat hij geven
kon aan de „Maasbode", hij zal blijven
behooren tot de energiekste en meest ta
lentvolle verdedigers en verbreiders der
Katholieke pers maar hij zou liever
honderden abonné's op de katholieke pers,
op z ij n Maasbode hebben verloren, dan te
zwijgen, als hier of daar onder katholie
ken een stem werd gehoord, een actie
werd ondernomen, die naar zijn meening
niet rechtzinnig in de leer was!
Thompson blijft voor ons leven als een
hoogst begaafde, hoogst-verdienstelijke
voorvechter en grootmaker van de Katho
lieke pers in ons vaderland, met name van
z ij n blad: de Maasbode.
Zij, die hem in hun journalistieke loop
baan hebben leeren kennen, hebben van
hem geleerd lessen, waarvoor zij den
altijd beslisten en altijd principieelen
leermeester in de journalistiek dankbaar
zullen blijven.
Thompson blijft voor ons leven als een
man, die door eigen leven, door eigen
voorbeeld onderstreepte, wat hij in woor
den leerde. Levendig herinneren wij ons
de lofspraak van een door hem scherp
bestreden katholiek, die in gezelschap van
andere niet-geestverwanten van den
strijdvaardigen journalist van hem getuig
de: aan zijn persoonlijk leven kunnen wij
ons toch maar allen stichten
De overledene was de zoon van den
heer J. W. Thompson, destijds hoofdonder
wijzer te Velddriel en erkend letterkun
dige, later de oprichter van de „Maas
bode". Uit dit gezin kwamen drie pries
terzonen voort en wel de zeereerwaarde
heer J. W. J. Thompson, broeder van den
overledene, overleden als pastoor te Nib-
bixwoud, en de weleerwaarde heer W. H.
F. Thompson, missionaris van de Congre
gatie van O. L. V. van Afrika, overleden
in het groot Seminarie te Carthago op 28
October 1891, waar hij ook is begraven.
De thans overleden priester M. A.
Thompson, geboren 1 November 1861 te
Rotterdam, heeft zijn studies gemaakt op
het klein-Seminarie te „Hageveld" te
Voorhout en het groot-seminarie te War
mond, werd priester gewijd op 15 Augus
tus 1887.
Drie weken na zijn priesterwijding
werd hij benoemd tot assistent op het
eiland Wieringen, waar hij 9 maanden de
priesterlijke bediening uitoefende. In
1888 volgde zijne benoeming tot kapelaan
aan de oude kerk van St. Antonius Abt te
Delfshaven, waar de zeereerw. heer Brou
wer, broeder van den Haarlemschen Vi
caris-generaal uit die dagen, toen pastoor
was. Drie jaar later in 1891 volgde zijn
overplaatsing als kapelaan te Amsterdam
in de nieuwe pastorie van de H. Maria
Magdalena, waar de hoogeerwaarde heer
Mgr. Konings destijds pastoor was. In
1893, dus twee jaar later, werd de over
ledene overgeplaatst naar het Vondelkwar
tier. In deze parochie kreeg hij meer bij
zonder de zielzorg toegewezen van het
zoogenaamde „Pesthuis", waar in die da
gen gewoonlijk de katholieke zieken wer
den verpleegd. Vijf jaar lang was hij hier
werkzaam.
In het begin van het jaar 1898 werd ka
pelaan Thompson ontboden bij zijn bisschop
Monseigneur Bottemanne te Haarlem, die
hem verwittigde, dat hij met ingang van
24 Januari werd benoemd tot Rector van
het Sint Luciagesticht aan den Coolsingel
te Rotterdam en te gelijk tot algemeen di
recteur van deze Congregatie der Zusters
Poenitenten. Meteen kreeg hij de vereeren-
de opdracht om in den loop der eerstvol
gende maanden, zijn vader, den heer J. W.
Thompson, destijds Hoofdredacteur en Di
recteur van de Maasbode, waarvan zijn
vadetr ook de oprichter is geweest, op te
volgen als Hoofdredacteur en Directeur
Dit nummer beslaat alt
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Bultenïand
Duitschland en Italië zullen als arbiters
optreden in het TsjechoslowaakschHon-
gaarsche geschil over de grensregeling. (2e
blad).
De Fransche minister van buitenlandsche
zaken Bonnet dringt aan op samenwerking
met Duitschland. (2e blad).
De deportatie van Poolsche Joden uit
Duitschland opgeschort in afwachting van
onderhandelingen. (2e blad).
De broer van generaal Franco bij - een
vliegtuigongeluk omgekomen. (2e blad).
Op de lijst der vermisten te Marseille
staan thans 69 personen, die vermoedelijk
bij den brand zijn omgekomen. (2e blad).
Binnenland
De loop van de Nederlandsche conjuctuur.
(lste blad).
Overleden is de oud-hoofdredacteur van
de „Maasbode", rector Thomson, (lste blad)
Gisternacht hebben inbrekers een brutale
inbraak gepleegd in een wisselkantoor te
Amsterdam. (3de blad).
Op een winkelier te Heerlen werd een
overval gepleegd; de daders zijn gearres
teerd. (lste blad).
Sport en Wedstrlfden
VOETBAL: De landskampioene van
den I. V. C. B., Brabantia leed gisteren haar
eerste nederlaag. Docos uit Leiden ging op
den weg der overwinning voort. In den
K. N. V. B. verloren de leiders Feyenoord,
Go Ahead en Eindhoven; A.S.C. won van
Scheveningen. (4de blad).
KORFBAL: Nieuwe nederlaag van Fluks
(4de blad).
ZWEMMEN: Successen van Kees Ho
ving te Hannover. (4de blad).
ITALIAANSCHE KATHOLIEKEN TE
LONDEN.
Protesteeren tegen de gebeurtenissen te
Weenen.
De in Londen woonachtige katholieke
Italianen hebben een protesttelegram ge
richt aan den Duitschen gezant tegen de
gebeurtenissen in Weenen en de hetze te
gen Kardinaal Innitzer. In het telegram
staat o.m.: „De Italiaansche Katholieken te
Londen bidden God, dat het groote Duit
sche volk weer moge terugkeeren op dén
weg der beschaving".
van de „Maasbode", wat op 10 April 1898
officieel gebeurde. Ónder zijn leiding werd
op 1 April 1908 een ochtendblad van de
Maasbode opgericht. Het directeurschap is
later overgegaan op den heer H. Kuipers.
Op 1 April 1912 is rector Thompson afge-
treden als Hoofdredacteur van de „Maas
bode".
De functie van Rector en algemeen di
recteur van de Congregatie der Zusters
poenitenten heeft hij dertig jaren achter
een bekleed, successievelijk te Rotterdam,
te Voorburg en te Bennebroek. Onder zijn
bestuur is de uitmuntende kweekschool
voor meisjes te Rotterdam tot stand geko
men, ook het nieuwe huis te Bennebroek
opgericht en werd de missie op Sumatra
aangenomen.
Na zijn aftreden als directeur vestigde hij
zich in Voorschoten in 1918 en hield zich
vooral bezig met tuinieren, waartoe hij
alhier de volle gelegenheid had. Hij was
een groot minnaar van zijn planten, die hij
zelf als waren het zijn kinderen verzorgde.
Vele malen mocht zijne woning getuige
zijn van hoog bezoek, zoowel van we
reldlijke als kerkelijke hoogwaardigheids
bekleders, die hun ouden vriend en mede
strijder niet vergaten. O.a. vereerde Z. D.
H. Mgr. H. v. d. Wetering, aartsbisschop van
Utrecht destijds met de beide secretarissen
van het bisdom Haarlem, de zeereerw. hee-
ren J. M. van der Tuyn en Th. W. Pichot,
op 6 Juni 1928 rector Thompson met een
bezoek ten zijne huize, terwijl op 25 Oc
tober Mgr. Angenent hem kwam bezoeken
en Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haar
lem is de overledene, na de viering van
zijn gouden priesterjubileum in 1937 per
soonlijk komen feliciteeren om hem te be
danken voor zijn vele verdiensten aan
Kerk en maatschappij bewezen.
Een groote figuur, een groot schrijver en
publicist is heden opgegaan naar het
eeuwig leven. Met den bekenden pastoor
Scheiberling van Vogelenzang heeft hij o.a.
ook opgericht het bekende weekblad „St.
Bavo".