Camberlain verantwoordt zich DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKENc„. .osoo, - Tegenover de oppositie in het Lagerhuis Boot omgeslagen op het Braassemermeer DINSDAG 4 OCTOBER 1938 30ste Jaargang No. 9149 £cki6cli^6oma4it K Adv. «n Abonn.-tarieven zie pa*. 2 De cultuurdaad van Chamberlain Het wereld-gebeuren van de laatste we ken, dat van zulk een geweldige beteekenis is geweest èn voor de toekomst een onafzienbaar-verre strekking kan hebben, kan onder meerdere aspecten worden be- Chamberlain wordt om zijn optreden uit bundig geprezen en hartelijk vereerd in heel Europa, over heel de wereld. Maar er is reden om te vreezen, dat ve len helaas weer te gauw vergeten zullen zijn de gronden, waarop die heel rede lijke vereering rust. Van onze Moeder, de Kerk, hebben wij geleerd, niemand heilig te verklaren vóór zijn dood. En wij brengen dat ook in practijk bij Chamberlain! Maar dat sluit natuurlijk n i e t in, dat wij zijn optreden ter voorkoming van een we reldoorlog niet zouden mogen stellen als een voorbeeld van een cultuur-daad bij uit nemendheid, als een voorbeeld van ware christelijke cultuur. Wij mogen dat doen, wij moeten dat doen. Het moet worden ingedrongen in de geesten aller menschen, dat zij moeten jui chen rondom Chamberlain niet alleen om wat hij heeft bereikt, maarook en wij durven zeggen: méér nog om de wijze waarop aan heel de wereld is gegeven een voorbeeld van een ware, christelijke cultu- reele opvatting van wat is 's menschen taak en 's menschen plicht! Chamberlain heeft, zonder ook maar een oogenblik uit het oog te verliezen de eischen van zelfrespect voor hem zelf, voor zijn volk, voor alle anderen, bij het geding betrokken, willen offeren, willen toegeven, omdat hij wilde dienen het waarachtig be lang der gehééle menschheid, het waarach tig belang van gehéél Europa. Bij Chamber lain was niet uitsluitend het richt snoer van zijn handelen „eer" en „groot heid" van eigen land, maar het waarachtig welzijn van al zijn mede-menschen. Cham berlain is de minste willen zijn en is a 1 d u s geworden de meerdere, de grootste. Ziet, dat is wij herhalen het het waarachtig cultureele, het christelijk cul- tureele in het optreden van Chamberlain! Hier nu 'ns niet het onredelijk domineeren van wat men noemt: de kwestie van presti ge. De kwestie van prestige, die oorlogen heeft ontketend, en.... aanleiding is ge weest voor zoovele vijandelijke verhoudin gen in het gewone dagelijksche leven! De „Msbd." schreef gisteravond: „Cham berlain's gave menschelijkheid en hooge staatsmanskunst hebben een wereld-bloed bad verhinderd en den weg tot werkelijken wereldvrede geopend". „Den weg tot werkelijken wereld vrede geopend". Werkelijke vrede is een vrede, niet ge baseerd op wapen-geweld, niet gebaseerd op dwang door dreiging, maar inderdaad op recht. Die werkelijke vrede is er.n o g n i e t. Maar de weg, om er tP komen, is ge opend. En de wereld hoopt en bidt. Opkomst dienstplichtigen De Regeeringspersdienst meldt, dat de op komst ter inlijving van hen, die bestemd waren om op 4 October 1938 te worden inge lijfd, en de opkomst van hen, die als ge volg van verleend uitstel enz. wel zijn in gelijfd, doch op 4 October 1938 de eerste oefening moesten aanvangen, thans op 10 October 1938 moet plaats hebben. Dit geldt ook voor hen, die bestemd waren om op 4 October 1938 op te komen voor opleiding tot reserve-officier. Op 10 October moiet de opkomst geschie den, op plaats en uur, zooals voor 4 October was bepaald, ook al wordt geen nieuwe op roeping ontvangen. Degenen, die voor vrij vervoer naar de plaats van opkomst een vervoerbewijs noodig hebben en niet in het bezit zijn van een bewijs, geldig voor 10 October, kunnen zoodanig bewijs aanvragen ter gemeente-secretarie van hun woon plaats, bureau voor militaire zaken. Ten aanzien van de herhalingsoefeningen van de dienstplichtigen, voor wie het opko men voor deze oefeningen in verband met de buitengewone omstandigheden werd uit gesteld, is nog geen beslissing genomen. Duif Cooper trad als minister af Chamberlain luide toegejuicht. Het Britsche Lagerhuis is gistermiddag om kwart vóór drie bijeengekomen. Toen Chamberlain de zaal binnenkwam, bracht het huis hem staande een ovatie. .Duff Cooper, de eerste lord der Admira liteit, die ontslag had genomen, werd door de oppositie toegejuicht, toen hij het woord nam om te spreken over, wat hij noemde een zeer pijnlijke en delicate taak. Hij zette de redenen uiteen, die hem er toe gebracht hadden, ontslag te nemen als minister, nl. omdat hij geen vertrouwen heeft in de buitenlandsche politiek der re geering. Waarom Duff Cooper aftrad. Duff Cooper zeide: „Wij werden van dag tot dag naar een oorlog met Duitschland gedreven. Wij hebben pas op het laatste oogenblik en dan nog op een onzekere ma nier gezegd, dat wij bereid waren te vech ten. Nu weten wij, dat een bericht van te gengestelde uitwerking den Duitschen lei ders in de ooren werd gefluisterd. De Brit sche regeering heeft niet de taal gebruikt, welke dictatoren verstaan. De minster-president heeft het Britsche standpunt te Berchtesgaden of Godesberg niet duidelijk gemaakt." Cooper critiseerde, dat Chamberlain de Engelsch-Duitsche verklaring had onder teekend zonder overleg te plegen met het kabinet, de bondgenooten of de Dominions. „Dit is niet de manier, waarop de buiten landsche aangelegenheden van hetBritsche Rijk moeten worden geleid." Als resultaat van München, aldus Cooper, heeft Groot-Brittannië nu voor den eersten keer op zich genomen een grens in Midden-Europa te verdedigen. Daarom zouden wij nu een leger op de basis van het Europeesche vasteland moeten op de been houden en onze herwapening versnellen. Cooper zeide nog, dat de minister-presi dent geloofde tot een redelijke regeling te kunnen komen van alle open kwesties. „Hij kan gelijk hebben. Ik hoop en bid, dat hij gelijk heeft, doch daar ik dat niet kan gelooven, is het beter, dat ik ga." IIET ANTWOORD VAN CHAMBERLAIN. Om 3 uur 31 verhief Chamberlain zich van zijn zetel. Hij verzocht het Huis, bij het bezien van de overeenkomst van München, zich te willen herinneren, dat hij niet naar München was gegaan om te over wegen of de overwegend Duitsche gebie den naar het Duitsche Rijk zouden over gaan, daar daartoe reeds besloten was, toen de Tsjechische regeeritig de Engelsch- Fransche voorstellen had aanvaard. Wat overwogen werd, waren de voor waarden en de tijd van overdracht. Bovendien was de tijd een der essentieele factoren. Alle elementen waren voorhanden voor het uitbreken van een conflict, dat tot een catastrophe zou hebben geleid. Het memorandum van Godesberg was in feite een ultimatum met een tijdlimiet van zes dagen, terwijl de overeenkomst van München terugkeerde tot het Engelsch- Fransche plan en de voorwaarde vastlegde voor de toepassing van het hoofdbeginsel van dat memorandum inzake de verant woordelijkheid der vier mogendheden en internationaal toezicht. Een leening aan Tsjecho-Slowakije. Voortgaande zeide Chamberlain, van de regeering van Tsjecho-Slowakije door be middeling van haar gezant te Londen het beroep te hebben ontvangen, te helpen aan een leening van dertig millioen pond on der garantie der Britsche regeering. Chamberlain geloofde, dat dit een be roep is, dat een sympatiek en edelmoedig antwoord zou ontvangen. De regeering stelt er de Tsjechen van op de hoogte, dat zij bereid is, onmiddellijk schikkingen te treffen voor een voorschot van 10 millioen pond, welke ter beschik king van de Tsjechische regeering zouden zijn voor dringende behoeften. Het eindbedrag, waarover beslist zou moeten worden, hangt volgens Chamber lain af van verschillende factoren, waar over thans niet kan worden beslist. De rol van Hitler en Mussolini. Sprekende over de andere deelnemers aan de conferentie van München zeide Chamberlain: Er zyn harde dingen gezegd over den rijkskanselier in het heden en in het verleden. Ik ben van meening, dat het Huis de moeilijkheden moet erkennen van iemand van die positie, om krachtige ver klaringen, zooals hij reeds had afgelegd, terug te nemen en toe te stemmen, hoewel op het laatste oogenblik, in een bespreking met andere landen over kwesties, waar over hij reeds eens voor al had besloten. Wat Mussolini betreft, diens bijdrage was zeer zeker van groot belang en mis schien beslissend. Het' was op diens voor stel, dat de laatste schikkingen voor een mobilisatie 24 uur werden uitgesteld om ons gelegenheid te geven over den toestand te beraadslagen en op de conferentie zelve waren zoowel hij als graaf Ciano zeer be hulpzaam bij de besprekingen. Ik ben van meening, dat Europa en de geheele wereld reden hebben om het hoofd der Italiaansche regeering dankbaar te zijn voor hetgeen hij heeft gedaan om bij te dragen tot een vreedzame oplossing. Daladier had in sommige opzichten de moeilijkste taak van ons alle vier, met het oog op de speciale betrekkingen die zijn land met Tsjecho-Slowakije verbonden. Ik stel er prijs op te verklaren, dat zijn moed, zijn bereidwilligheid om verantwoqrdelijk- heid te aanvaarden, zijn volharding en zijn altijd goede humeur, gedurende den gehee- len duur van onze besprekingen van on schatbare waarde waren. Naar de meening van Chamberlain was de grootste kracht echter niet die van eenigen enkeling, doch de „onmis kenbare eenstemmigheid onder de vol keren der wereld, dat een oorlog diende te worden vermeden, en de volken van het Britsche rijk waren één met die van Duitschland, Frankrijk en Italië en hun bezorgdheid en diep verlangen naar vrede beheerschten de geheele atmos feer van de conferentie. Ik geloof, dat dit de concessies mogelijk gemaakt heeft en niet de bedreigingen". Tsjecho-Slowakije, zoo vervolgde Cham berlain, was wellicht de gevaarlijkste hin derpaal op den weg naar den vrede. Doch nu men deze belemmering te boven geko men is, is het wellicht mogelijk, nieuwe vorderingen te maken op den weg naar ge zondheid. Chamberlain zeide teveel realist te zijn, om te gelooven, dat thans in één dag het paradijs kan worden verwezenlijkt. Slechts de fundeeringen zijn gelegd, doch met den bovenbouw is nog in het geheel niet be gonnen. Terwijl wij vastbesloten moeten blijven, de tekortkomingen van onze bewa pening en defensieve toebereidselen aan te vullen, opdat wij gereed zijn om ons te ver zetten, zie ik nieuwe mogelijkheden om de dedigen en onze diplomatie kracht bij te kwestie der ontwapening ter hand te ne men, en ik geloof, dat zij thans op zijn minst even hoopvol zijn als ooit te voren. Aan zulk een taak, het terugwinnen van het vertrouwen, het geleidelijk wegnemen van de vijandelijke gevoelens tusschen de na ties, zoodat zij voelen, dat zij veilig haar wapens stuk voor stuk kunnen afschaffen, zou ik alle energie en tijd willen wijden, die mij nog resten vóór ik mijn ambt aan een jongere overdraag". DE OPPOSITIE AAN HET WOORD Attlee vindt het een nederlaag Nadat Chamberlain zijn verklaring beëin digd had, nam Attlee het woord. Deze zeide, dat, terwijl allen zich erdoor opgelucht voel den, dat er geen oorlog is gekomen, zij zich hierover niet onbezorgd konden ver heugen. „Dit is niet een overwinning ge weest voor de rede en de menschheid, het is een overwinning geweest van het brute geweld", aldus Attlee. De gebeurtenissen der laatste paar dagen vormen een der grootste diplomatieke nederlagen, die dit land en Frankrijk ooit te boeken hebben gehad en het lijdt geen twijfel, dat het een enorme zege is voor Hitier". Attlee verklaarde, dat Chamberlain de dupe is geworden van de dictators. Alles wat men thans in de plaats van bondge nootschappen en collectieve veiligheid had, was een belofte van Mussolini en een be lofte van Hitier. Wat zou de premier zeg gen, als Hitier thans om koloniën vraagt? Veronderstel, dat hij alleen maar vraagt om den Belgischen Congo ofNederlandsch Sumatra. Hoe zou men daar dan tegen over staan? Sinclair spreekt. De liberale leider Sinclair, die begon met uiting te geven aan zijn persoonlijken eer bied voor de moedige wijze, waarop Cham berlain de laatste weken de verantwoorde lijkheid had gedragen, betoogde, dat een po litiek van geleidelijk terugtrekken voor de agressieve dictatoren, nooit den grondslag kon vormen voor een duurzamen vrede. Verklaring van Eden Na Sinclair nam Eden onder toejuichin gen het woord. Na gewezen te hebben op de noodzakelijkheid van voorzorgsmaatre gelen op ieder gebied van de landsverdedi ging, zeide Eden: „De democratieën moe ten zich in haar politiek en geest even vast besloten toonen als de landen met welken regeeringsvorm ook. Aan drie conclusies schijnt men niet te kunnen ontkomen: 1. De snelheid van onze herbewapening dient met alle te onzer beschikking staande mid delen te worden opgevoerd. 2. Het doel en het karakter van onze herbewapening moe ten opnieuw bestudeerd worden in het licht der gebeurtetnissen van de laatste we ken. 3. Het burgergedeelte van de natie moet worden aangemoedigd, zich zoo te or- ganiseeren, dat het in staat is, aan iedere toekomstige uitdaging het hoofd te bieden onder andere voorwaarden dan de thans be staande. Opeenvolgende capitulaties bren gen slechts opeenvolgende vernederingen met zich mede, en deze op haar beurt bren gen nog meer vernederende eischen". Regeering dient motie in Chamberlain, sir John Simon en Macdo- nald hebben een motie ingediend, waarin het Lagerhuis de politiek der regeering, waardoor een oorlog werd afgewend tij dens de recente crisis, goedkeurt en haar streven naar de verwerving van een duurza men vrede steunt. Deze motie zal Woensdag in stemming worden gebracht. DOODELIJK ONGELUK OP HET POSTKANTOOR TE BREDA. Vanochtend is te Breda de 38-jarige heer Jansen in het nieuwe postkantoor aldaar bekneld geraakt tusschen een ijzeren deur. De man werd ernstig gewond. Op weg naar het ziekenhuis is het slachtoffer aan zijn verwondingen overleden. Hij was gehuwd en vader van één kind. SLEEPSCHIP OP HET IJSSELMEER GEZONKEN. De opvarenden stelden zich in veiligheid. Gisteravond is op het IJsselmeer ten Zui den van Enkhuizen, tengevolge van den storm het sleepschip „Willem Adri", dat met een lading slakken op weg was naar Duitschland, volgeloopen en gezonken. De opvarenden, de schipper, zijn vrouw en knecht en twee kinderen, konden zich in de roeiboot in veiligheid stellen. Na gerui- men tijd te hebben rondgezwalkt konden zij aan boord worden genomen van de sleepboot „Res Nova", dat het sleepschip trok. Zij zijn naar Enkhuizen gebracht. BOERDERIJBRAND TE HELMOND. Hedenmorgen om ongeveer tien uur brak door onbekende oorzaak brand uit in de •boerderij van den landbouwer P. Kuipers aan den Gemertscheweg te Helmond. Door den stormwind aangewakkerd, greep het vuur zoo snel om zich heen, dat de boerderij in kotten tijd was uitgebrand. Het woon huis bleef gespaard, dank zij de brandmuur, welke het van de boerderij scheidde. De geheele oogst, alsmede de landbouw-inven- taris, waaronder een dorschmachine, is ver loren gegaan. De Helmondsche brandweer moest zich tot nablussching bepalen. De schade wordt gedeeltelijk door verzeke ring gedekt. Lijken nog niet gevonden Hedennacht te ongeveer 12 uur is, in de vliegende storm, het motorschip „Maria H" van de N.V. Bijloos Mo- torbootdienst te Schiedam, ter hoogte van het lichtbaken nabij Oude-Wete- ring in het Braassemermeer gekap seisd en gezonken. De bemanning, bestaande uit Arie van der Bil en Pieter Pluym, beiden ongeveer 30 jaar oud, is om het leven gekomen. De verdronkenen waren gehuwd en laten respectievelijk één en twee kin deren achter. De lijken zijn nog niet gevonden, terwijl het zoeken ten zeerste bemoei lijkt wordt door de nog heerschende storm. De „Maria II" onderhoudt een beurt- dienst van Rotterdam op de Zaanstreek en was op weg derwaarts. Het schip groot 70 ton was gela den met 40 ton ijzer en stukgoederen. Het was zwaar beladen, doch niet te zwaar. Ter hoogte van het lichtbaken hoorde de knecht op een in de nabijheid varende schuit van de reederij Krijger en Van Ruiten te Rotterdam een daverend ge raas, welk lawaai afkomstig zal zijn ge- Dit nummer bestaat uit vijf bladen, VOORNAAMSTE NIEUWS Binnenland De storm giert over het land. Schepen gezonken op de Westerschelde; angstige avonturen op het IJsselmeer, waar Zonr dag tevens twee pleiziervaarders omkwa men, terwijl twee anderen ternauwernood werden gered. (Ie en 4e blad). De afgeloopen dagen kenmerkten zich door buitengewoon veel ongelukken op den weg, waardoor tal van dooden en ge wonden vielen. (3e blad). In de buurt van Amsterdam heeft op een opslagplaats van kopererts een ern stige grondverschuiving plaats gehad. (3e blad). Buitenband De Duitsche en Poolsche troepen bezetten de opgeëischte gebieden. (2de blad). De Hongaarsche eischen eveneens inge willigd. (2de blad). Chamberlain verantwoordt zich voor het Britsche Lagerhuis. (Ie blad). Een zwaar week-eind in Palestina. Niet minder dan 140 dooden. (2de blad). Twee Duitsche vliegtuigen verdwenen. (2de blad.) Lelden Het 3 Octoberfeest ging in regen ten onder. (2e blad). Omgeving Nabij Oudewetering is een schip ge zonken, waarbij twee personen zijn ver dronken. (Ie blad). Sport en Wedstrijden VOETBAL: Fraaie zege van S.J.C. op Excelsior. Feijenoord wint van Ajax. (5e blad). ZEILEN: De Na-Kaag werd door bui tengewoon goed zeilweer begunstigd. (5e blad). DAMMEN: De twee eerste partijen van de match om het wereldkampioenschap tusschen Raichenbach en Keiler in remise geëindigd. (5e blad). weest van de lading ijzer, welke van het schip omlaag schoof. Hij waarschuwde de politie te Oude- Wetering, die, vergezeld van dr. Van der Bijl en van eenige particulieren op on derzoek uittrok, doch in de duistere stormnacht geen spoor van het schip ver mocht te ontdekken. Vanmorgen zag men de boot liggen met de kiel omhoog op ongeveer 100 M. van den oever. Het schip is gezonken, doch de kiel steekt boven water uit. Een ge deelte van de bovenlast, vaten meel en kistjes, is in de Oude-Wetering afgedre ven. Onmiddellijk is met dreggen begonnen, doch tot op dit oogenblik zonder resul taat. Het vermoeden wint veld, dat de lijken zich nog in het schip bevinden. De weers omstandigheden zijn echter van dien aard, dat aan het bergen van het schip nog niet kan worden gedacht. Het ongeluk is waarschijnlijk daaraan te wijten, dat de opvarenden verkeerd hebben gemanoeuvreerd ten opzichte van de hevige golfslag; een kleine fout daar bij kan, in vliegend stormweer noodlottig worden. De eigenaar is uit Schiedam overgeko men en heeft de boot herkent als de zijne. De boot zal, volgens aanwijzingen van den Rijkswaterstaat, geborgen moeten worden. Hij ligt naast de vaargeul; de passage voor andere schepen is vrij. Lading en schip waren verzekerd. Twee opvarenden verdronken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1