Vreemde Talen De oorlogsbeklemming geweken. Regeering zal onzijdigheid handhaven TAPTOE Allerwegen wordt opluchting gevoeld. Geen doortocht aan welk leger ook Firma G. VAN BRUSSEL DONDERDAG 29 SEPTEMBER 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 DUITSCH PUBLIEK DIEP ONDER DEN INDRUK. Maar Duitschland is vastberaden. Het bericht van de conferentie te Mün- chen heeft een diepen indruk gemaakt op de Duitsche openbare meening, die van deze bijeenkomst een ontspanning in den toestand verwacht. De bladen spreken van historische uren, die thans komen en betoo- gen, dat de Fuehrer door zijn initiatief nogmaals zijn vredeswil heeft getoond. Zij voegen hieraan echter toe, dat men zich niet moet vergissen: de conferentie be doelt betrekking te hebben op de ver wezenlijking van een recht, dat den Duit- schers toekomt. De „Voelkischer Beobach- ter" schrijft: „Het betreft hier niet een con flict alleen tusschen regeeringen, maar de eer van het Duitsche volk staat op het spel. Wanneer de staatslieden der Weste lijke mogendheden te München zullen ver gaderen met de twee leiders van het Duitsch-Italiaansche, blok, weten wij, dat zij niet zullen twijfelen aan de vastbera denheid der Duitsche natie." Het „Berliner Tageblatt" en andere Ber- lijnsche bladen verzekeren, dat Praag geen minuut behoeft te rekenen op de moge lijkheid, dat „de onhoudbare toestand na 1 October kan blijven bestaan." De indruk in Frankrijk. Het bericht van de conferentie te Mün chen heeft tegelijk groote sensatie gewekt en een indruk van werkelijke opluchting gemaakt in Fransche parlementaire krin gen. Ook de Fransche pers is opgelucht. Zoo schrijft bijv. de „Epoque": „Terwijl wij ons overgeven aan de vreugde, dat de oorlog vandaag uit het gezicht kan ver dwijnen, moeten wij zekere aspecten van de werkelijkheid niet uit het oog verliezen. Het late herstel der Fransch-Britsche di plomatie komt, nadat men Hitier de meeste sterkten van het geneutraliseerde Bohemen heeft overgeleverd. Door het verlies van onzen besten bondgenoot in het Oosten kan Duitschland zich onmiddellijk met ge heel zijn militaire kracht op het Westelijk front, op Frankrijk werpen. En verder heb ben wij den indruk al te vaak gekregen, dat de Duitsche Kanselier Europa heeft onderworpen aan alternatieven met de be doeling de zenuwen te vernielen." Eenïge ontspanning te Pi*aag. De geheele Tsjecho-Slowaaksche pers begroet met voldoening de vervanging van de S.A. en S.S. afdeelingen door geregelde detachementen aan de Duitsch-Tsjecho- Slowaaksche grens. Men meent, dat deze verandering een einde zal maken aan de invallen van gewapende benden op Tsje- cho-Slowaaksch gebied. Na Chamberlain's aankondiging van de conferentie te München is het Tsjechische kabinet onder voorzitterschap van Benesj bijeengekomen. De verklaring, die minister-president Sirovy h§d zullen afleggen, is uitgesteld. Opluchting te Washington. De aankondiging van de conferentie te München heeft in alle kringen enorme op luchting teweeggebracht. In officieele krin gen verheugt men zich erover, dat het tweede telegram van Roosevelt op zijn minst gesproken bijgedragen schijnt te hebben tot de verbeterde vooruitzichten. Aan de Amerikansche regeering is her haaldelijk medegedeeld, dat een vier-mo- gendhedenaccoord tot waarborging van den Europeeschen vrede een sedert lang ge koesterde wensch van Chamberlain is. Steeds heeft men echter de moeilijkheid in gezien, dit te verwezenlijken zonder Rus- lands positie als garant van de onafhanke lijkheid van Tsjecho-Slowakije te isolee- ren. De hoop op vrede is thans gebaseerd op de veronderstelling, dat Hitier nauwe lijks tot besprekingen bereid gevonden zou zijn, indien hij niet bereid was tot het doen van enkele concessies. ENGELSCHE BLADEN HOOPVOL, MAAR De liefde kan niet van één kant komen. De „Times" schrijft: „Vandaag komt het scherpste rassengeschil voor de vier mo gendheden, die de macht en hopelijk ook den wil hebben, niet slechts om een billijke oplossing te vinden, welke een eind maakt aan de Duitsche eischen en de Tsjechische bezorgdheid, maar ook een geordend en methodisch herstel van Europa voorbereid." De „Daily Telegraph" erkent, dat de minister-president een groote persoonlijke overwinning heeft behaald, en dat die overwinning wel verdiend is. Men moet het uitstel aldus het blad evenwel met eenige reserve beschouwen, en niet uit het oog ver liezen, dat gedurende de geheele cri sis de concessies altijd van de eene en de provocaties en afpersingen altijd van dp andere zijde gekomen zijn. Chamberlain moet zich hoeden voor het gevaar, datgene los te laten, wat hij stevig vast moet houden. Men heeft reeds zooveel gegeven, dat er niet veel meer overblijft, indien men althans wil, dat het Tsjecho-Slowakije van morgen levensvatbaarheid bezit en de moeilijkheden over eenige maanden niet terugkeeren. De „News Chronicle" schrijft, dat men ongetwijfeld beter dan voor 14 dagen op een billijken vrede kan hopen. Evenwel is de samenstelling der conferentie van Mün chen niet geruststellend. Zij heeft niet het internationale ka rakter, zooals president Roosevelt had bedoeld. Sovjet-Rusland wordt er buiten gelaten, en Tsjecho-Slowakije is niet uitgenoodigd. Men ziet het aan Mussolini dierbare oude pact van vier herbox-en worden, dat al te gemakkelijk een instrument kan worden om West-Europa tegenover Oost-Europa te plaatsen. De „Daily Herald" deelt het gevoel van verlichting maar betreurt de afwezigheid van vertegenwoordiger van Tsjecho-Slo- wijkije en Rusland op de conferentie van München. BERLIJN WAS VERRAST. Door Engelsche militaire maatregelen. Bevoegde Duitsche kringen gaven giste ren uitdrukking aan hun zeer groote ver rassing over de „buitengewoon uitgebreide müitaire maatregelen," welke Groot-Brit- tannië heeft genomen. Zij doen uitkomen, dat genoemde maat regelen >,in Engeland als onrechtvaardig dienen te worden beschouwd, daar Duitsch land geen plannen heeft Groot-Brittannië aan te vallen en met dat land niet den de gen wil kruisen." Duitsche schepen keeren naar huis terug. Zeven Duitsche schepen hebben gisteren opdracht ontvangen onmiddellijk de haven van Antwerpen te verlaten. Onverwijld werd het laden en lossen gestaakt en sta ken de schepen in zee. Amerikanen verlaten Zwitserland. Het Amerikaansche consulaat-generaal te Genève heeft gisteren per circulaire de Amerikaansche onderdanen in zijn gebied, die geen dringende redenen hebben om in het land te blijven, aangeraden, onverwijld uit Zwitserland te vertrekken. De lichte kruicers „Cincinnati", „Tren ton" en „Concord" vertrekken van San Diego naar den Atlantischen Oceaan om zoo noodig de Amerikansche staatsburgers uit Europa te evacueeren. Twee staatslieden, twee werelden DeUtrechtsche Courant schrijft: Twee staatslieden, twee leiders van groo te rijken hebben op twee achtereenvolgen de dagen voor de microfoon gesproken. Welk een verschil! Eerst de massa-volksverzameling, de bruisende geestdrift rondom één man, die blind vertrouwen vraagt en ook blindelings gevolgd wordt, een rede met verbeten rau we stem uitgesproken, vol woedende uit vallen tegen een tegenspeler, die eigenlijk geen tegenspeler is, omdat de groote be slissingen elders vallen, zóózeer vervuld van de eene kwestie, welke het lot van zijn volksgenooten in het Sudetenland raakt, dat hij zichzelf en zijn gehoor opvoerde van overdrijving tot overdrijving en tenslotte een jubel los sloeg, welke alle kalme rede- ne ring overspoelde. En dan ChaberlainEenzaam in zijn werkvertrek zat een bedroefd man hardop voor zich te peinzen. Hij schuwt de mas samenigten, maar voelt zich in zijn houding gedragen door brieven uit alle windstre ken landen, „zelfs uit Duitschland", vra gend om volharding in vredesnaam. Hij weet echter geen uitkomst meer dan in de eenige troost, dat de tijd nog niet verstre ken is.Een mensch klaagt om der men- schen onverstand, bijna zonder stemverhef fingen en bijna zonder verwijt. Alleen het woord „onredelijk" ontsnapt zijn lippen, om de houding te typeeren van den man, met wien hij geworsteld heeft om den vre de. Maar in dien bedroefden toon, in die langzaam uitgesproken woorden zonder ef fectbejag trilde toch ook de stalen wil tot vastberadenheid om pal te staan tegen alle overheersching, die den dood der vrijheid zou beteekenen. Tenslotte dan een simpel: „Good night" Geen propaganda-minis ter stond klaar, om dit nog eens met vuur werk te bekronen. Neen, alleen maar: Good nightMaar was de natrilling van dien eenvoudigen groet niet veel suggestie ver dan alle verheerlijking en jubel na den dreunenden marsch van des Führers woor den? Twee staatslieden, twee stijlen, twee we relden. Biiltenlandsizhe Berichten DERTIEN DOODEN BIJ EEN ONTPLOFFING BIJ HAMBURG. Tenngevolge van een ontploffing in een fabriek in de nabijheid van Hamburg, zijn dertien personen om het leven gekomen. RADIO-REDE VAN DEN MINISTER-PRESIDENT De minister van Algemeene Zaken, voorzitter van den ministerraad, dr. H Colijn, heeft gisteravond voor de Nederlandsche radiozenders de volgende rede uitgesproken: Wat tot voor kort door velen in den lande en daarbuiten in de wereld niet meer denkbaar werd geacht, hangt ons thans dreigend boven het hoofd. Weer pakken de oorlogswolken in Europa zich saam, weer moet de vrees wor den gekoesterd, dat de bloem van Europa's jeugd en van mannen van middel baren leeftijd op groote schaal aan vernietiging zal worden prijs gegeven, om maar niet te gewagen van het gevaar, dat ook vrouwen en kinderen uit de lucht bedreigen kan. Aangezien wij buiten het geschil staan, dat tot dezen toestand aanleiding heeft gegeven en wij er ook buiten willen blijven, ligt het niet op mijn weg u bezig te houden met beschouwingen over de vraag, op wien de verantwoordelijk heid rust voor het ontstaan van den gespannen toestand, waarin wij thans ver- keeren. Dit standpunt sluit tevens in, dat wij onzerzijds zoo bitter weinig kunnen doen om invloed ten goede uit te oefenen. Wel mag ook onzerzijds dit worden gezegd, dat het haast ongelooflijk moet werden geacht, dat de nog bestaande verschillen gedurende de dagen, die ons nog van den fatalen dag van 1 October scheiden, niet te overbruggen zouden zijn. Aan die hoop houd ik dan ook nog vast, tegen alle schijn van het tegendeel in. Immers, de volken begeeren den oorlog niet, zij willen vrede. Dan kan het niet volstrekt onmogelijk zijn, dat de leiders der volken, zij het te elfder ure, den uitweg vinden, die ons den vrede bewaart. Intusschen eischt het verstand van het Nederlandsche volk en de Nederland sche regeering beide, dat er rekening worde gehouden met het tegendeel, dat we ons dus indenken in den toestand, dat ér in Centraal Europa tot wapengeweld zal worden overgegaan en dat de groote mogendheden in het Westen bij het con flict betrokken zullen worden. De toestand is dan niet dezelfde als in 1914. Toen richtte het aanvallende leger zich naar het Westen en ontstond er dus voor Nederland een direct gevaar in den oorlog betrokken te worden en wel reeds in het begin er van. Thans is dat gevaar naar mijne meening niet aanwezig; de gewapende actie, als men er toe overgaat, richt zich thans in Oostelijke richting en dit vermindert voor ons althans het onmiddellijke gevaar. Dit verschil neemt echter de noodzaak van voorzorgsmaatregelen niet weg, al dragen ze een ietwat ander karakter dan in 1914. We behoeven, naar mijne vaste overtuiging, thans in eerste instantie geen schending van ons grondgebied te duchten, maar wat wij wel hebben te doen is een practische onderstreping te geven van het standpunt der Nederlandsche regeering, zooals dit o.a. laatstelijk te Genève door minister Patijn is uiteengezet. Dit komt in het kort hierop neer, dat we het voornemen hebben onder alle omstandigheden onze onzijdigheid te handhaven en dus ook aan geen enkel leger doortocht door ons land zullen ver- leenen, terwijl, gelijk vanzelf spreekt, elke aanval op ons grondgebied zal wor den geweerd. Van dit gezichtspunt uit moeten de maatregelen, door de Nederlandsche Re geering reeds genomen of nog te nemen, worden beoordeeld. Reeds een paar weken geleden werden de eerste maatregelen tot verhoogde waakzaamheid aan de landsgrenzen, zoowel Oost- als Zuidwaarts, getroffen. De verscherping van de politieke verhoudingen heeft er vervolgens toe geleid, de grensbeveiliging te versterken, door in den afgeloopen nacht de dienstplichtigen op te roepen, die ingedeeld zijn bij de zestien afzonderlijke grensbataljons, die een paar jaar geleden in het leven werden geroepen. Verder is hedenmorgen aan de burgemeester toegezonden het telegram, dat de waarschuwing tot de oproeping van die dienstplichtigen bevat, die bij voor mobilisatie in werkelijken dienst moeten komen. Tenzij tusschen nu en morgen een ontspanning in den politieken toestand zou intreden, ligt het in het voornemen, morgen het telegram voor de .eigenlijke z.g. voormobilisatie te doen uitgaan. Die voormobilisatie heeft betrekking op en kele tienduizenden dienstplichtigen, die dan onder de wapens komen om in de mobilisatiecentra de overige dienstplichtigen wanneer die opgeroepen zouden moeten worden te ontvangen, ter uitreiking van de wapens en verdere uitrus ting. Of en wanneer die laatste oproeping, d.w.z. de volledige mobilisatie, zal plaats vinden, hangt geheel af van de verdere ontwikkeling van den politieken toestand. De voormobilisatie is evenwel noodig om de volledige mobilisatie, indien zij noodig wordt, ongeveer even snel te kunnen doen verloopen als in 1914 het geval is geweest. In vex-band met al deze maatregelen is ook een andere voorziening noodig gebleken. Om n.l. in den bijzonderen toestand, waarin wij verkeeren, de noodige wettelijke maatregelen te kunnen toepassen, is bij K. B. „de toestand van oorlogs gevaar" geproclameerd. Dit beteekent dus niet dat een werkelijk gevaar voor oorlog reeds aanwezig is, maar bewerkt slechts, dat bijv. mogelijk wordt gemaakt de Inkwartieringswet toe te passen, zekere vorderingen mogelijk te maken en soortgelijke andere handelingen te vemchten. Dit voor zoover betreft de maatregelen van militairen aard door de regee ring genomen. Echter zijn ook op andere terrein voorzieningen noodig gebleken. Sommige in 1914 voox'gekomen verschijnselen bij de bevolking doen zich ook nu weer voor. Met name heb ik oog op het z.g. „hamsteren" van levensmiddelen en het opvra gen van gelden bij spaarbanken. Ik laat nu rusten de bezwaren van zedelijken aard tegen deze handelingen, want ik heb een argument dat wel is waar van zuiver practischen aard is, maar tevens veel sterker uitwerking kan hebben. Deze handelingen, waarop ik het oog heb, zijn volstrekt onnoodig en boven dien helpen ze niet. Naast eenige andere ontwerpen zal de regeering morgen bij de Tweede Ka mer twee wetsontwerpen indienen, die betrekking hebben op de distributie van levensmiddelen en de prijsregeling er van. De voorraad levensmiddelen in het land is ruim voldoende en dus is „ham steren" onnoodig. Maar het helpt ook niet, want de regeering zal niet aarzelen de gehamsterde voorraden weer in beslag te nemen. Bovendien zal de regeering aan de Staten-Generaal bevoegdheden vragen om prijsopdrijving tegen te gaan. Laten nu allen, die neiging tot deze afkeurenswaardige, onnoodig en nutte- looze maatregelen mochten hebben, van mij eens een goeden raad aannemen. Maak u aan dit volstrekt onnoodige hamsteren niet schuldig. Het zal u aan het noodige in niets ontbreken en ge spaart uzelf en de Regeering vele moeilijkhe den, terwijl gij uw geld ook rustig op de spaarbank kunt laten. De tucht in een volk is van even groote waarde als de voorzorgen, die de Regeering neemt. Herinnert u, zoo vraag ik u, het Koninklijke woord, dat ook een klein volk groot kan zijn, door zijn houding in moeilijke tijden, en toont die grootheid door met de Regeering mee te werken in stede van haar een stok tus schen de beenen te steken. Andere mededeelingen heb ik u thans niet te doen. Ik zou u nog hebben kun nen aanraden vooral de noodige kalmte niet te verliezen, die juist in spannende dagen zoo noodig is. Maar ik laat dit na uit vrees, uw goeden naam te na te ko men. De toestand in de wereld is ongetwijfeld niet zonder ernstige gevaren, maar de pogingen om tot een vreedzame oplossing te komen worden voortgezet en de laatste uitnoodiging van president Roosevelt, zoomede de laatste stap van Hitier, inhoudende de uitnoodiging aan Chamberlain, Daladier en Mussolini om te München een onderhoud met hem te hebben, kan stellig leiden tot opklaring van den toestand en behoud van den vrede; daarom kan er, ook zonder aansporing mijnerzijds, bij u een rustig vertrouwen aanwezig zfjn. En laat voorts ons gebed uitgaan tot den Koning der Koningen, dat Hij de harten van de leidslieden der volken neige tot het behoud van den vrede, die ons allen, de regeering en u, zoo zeer ter harte gaat. De hoop daarop is weer verle vendigd, waarvoor gij met mij den eersten minister van Groot-Brittannië dank zult weten. Hij deed den eersten stap, waarvan wij allen hopen, dat deze morgen zijn bekroning vinden zal. Dit doet mij dit korte woord besluiten met denzelfden wensch, waarmede Chamberlain gisteravond eindigde: „Goeden nacht". Het volk wil geen oorlog! Een Bredasch geestelijke, die zoo juist voor een groote autoreis door België, Frankrijk, Italië, Yoe- goslavië en Groot-Duitschland is teruggekeerd, heeft aan de K.W.P. hedenmorgen een onderhoud toe gestaan en enkele van zijn indruk ken weergegeven. Wat is Uw algemeene indruk van al de landen die U heeft bereisd? was onze eerste vraag. Er heerscht nergens een oorlogs psychose zooals we die in 1914 hebben ge kend. Overal heeft men een afschuw van oorlog, die een vernietiging van de be schaving beteekent. Als er een oorlog zou uitbreken dan zal geen volk met enthou siasme den strijd aanbinden, dan kan er slechts van een opgeschroefde stemming sprake zijn. Overal in alle landen kon men een vredeiievende houding waarnemen. Overal is men beangst voor de verschrik kingen die een moderne oorlog met zich brengt. Kon U in de diverse landen die U be reisd heeft nog eenig verschil in stemming of houding der bevolking waarnemen? In Frankrijk is heel de grensverdedi- ging op oorlogssterkte gebracht. Ik heb met heel veel merxschen gesproken uit alle lagen der bevolking. Algemeen bespeurt men een groote vastberadenheid om Tsjecho-Slowa kije te helpen. Men begrijpt alleen de ver antwoordelijkheid van Hitier niet, die het tot een oorlog wil laten komen om iets te bereiken, wat hem op andere wijze, door overleg, als het ware in den schoot gewor pen wordt. Hoe was de stemming in Italië? Geen sterveling verlangt naar oorlog. Mussolini heeft Duitschland hulp en bij stand beloofd, maar dat is zeker niet met de zin van de groote massa des volks. Zag U in Duitschland nog iets van oor logstoebereidselen? We zijn over den Brenner uit Italië gekomen en via Garmispartenkirchen, Augsburg, Rottenburg, Frankfurt verder gereisd. Dag en nacht trokken duizenden militaire vrachtauto's naar him plaats van bestemming. Men heeft geen idee van de geweldige omvang van Duitschlands bewa pening als men het niet gezien heeft. Het is ontzaggelijk! De organisatie was tot in de perfectie geregeld, 'n Heel eind voor iedere colonne reed een motorrijder die op punten waar het verkeer dreigde te stag- neeren, b.v. bij een smalle brug die onze auto juist gepasseerd was, onmiddellijk de leiding nam, zoodat het transport onbelem merd door kon rijden. Aan het hoofd van iedere kolonme bevond zich een auto met officieren, dan volgden 50 uniforme vracht auto's allen precies op nummer. Op onze vraag, met welke bestemming de transpor ten vertrokken, kregen we heel vriendelijk en voorkomend een ontwijkend antwoord. De routes die deze transporten, die uit di verse richtingen kwamen, moesten volgen, stonden overal met gekleurde pijlen aan gegeven. Hoe was de stemming onder de Duit sche burgerbevolking? Niemand heeft het besef dat de toe stand werkelijk zoo ernstig is. Het volk weet niets dan dat Sudeten-Duitschland in ieder geval bij het groote vaderland moet worden ingelijfd. In de pers worden ver schillende belangrijke gebeurtenissen uit het buitenland verzwegen en alleen die persstemmen geciteerd die voor de Duit sche opvattingen gunstig zijn. Was U niet blij dat U weer in Holland was? Natuurlijk, maar in Holland zagen we direct dat onze grensbewaking en dekking beter is dan aan de andere grenzen die we gepasseerd zijn. Aan de bruggen over de groote rivieren zijn alle toebereidselen ge maakt, wegen zijn gebarricadeerd. Ons leger is paraat. De stemming in Holland is ech ter nerveuser dan in de andere landen en daartoe is toch zeker geen reden.... We hadden nog meer willen vragen, maar er kwamen steeds nieuwe bezoekers en onze vriendelijke gastheer werd bestormd met andere vragen van heel wat prettiger aard, die herinnerde aan blauwe luchten, volop zon en hooge bergen waar het oor logsgerucht nog niet is doorgedrongen. LAMPIONS met stok en kaars (2 uur bran dend) 15 en 22 ct. WASFAKKELS met handvat (2 uur bran dend) 20 ets. FEESTARTIKELENMAGAZIJN HAARLEMMERSTRAAT 267 DOOR NATIONALE LEERAREN The Berlitz School of Languages TURFMARKT 3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6