VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1938
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 14
VERSTERKING VAN 'S LANDS
WEERBAARHEID.
VOOR 1938 WORDT 24,5 MILLIOEN
MEER GEVRAAGD.
Boven hetgeen volgens de reeds bestaan
de aanbouwplannen aan nieuw materiaal
voor de zeemacht beschikbaar zal komen,
scht de regeering, voornamelijk tot 'be
scherming van de handelsvloot in oorlogs
tijd, een versterking van de lichte strijd
krachten der marine noodzakelijk. In ver
band daarmee en mede ten behoeve van de
vloot in Ned.-Indië wordt bij de begrooting
van Defensie voorgesteld over te gaan tot
den bouw van:
19 motortorpedobooten (waarvan 8 voor
Indië)
22 torpedowatervliegtuigen (12 voor In
dië)
6 convoyeurs, tevens mijnenvegers
1 kanonneerboot
1 tankschip, voor Indië bestemd.
Met den bouw en uitrusting van dit ma
terieel zal rond f 20 millioen gemoeid zijn,
waarvan op deze begrooting een eerste ter
mijn van 10.8 millioen is uitgetrokken.
Voorts de vijfde kruiser, die zal dienen
tot vervanging van Hr. Ms. „Java", reeds
in het aanstaande jaar op stapel worden
gezet in plaats van in 1942, zooals het aan
vankelijk opgestelde aanbouwschema aan
gaf.
Ten slotte is een post uitgetrokken voor
den bouw van zes groote zeeverkenners.
Wat de landmacht aangaat wordt mede
gedeeld, dat zal worden overgegaan tot de
vorming van vier, in plaats van twee regi
menten motorartillerie. In het belang van
de grensbeveiliging zullen drie nieuwe
compagnieën motordienst worden opge
richt. Tevens is de aanleg van meer mili
taire vliegvelden, dan aanvankelijk in het
voornemen lag, noodzakelijk.
Een bedrag van vier ton wordt aange
vraagd voor de 'bewapening van enkele
handelsschepen.
In 1939 en volgende jaren zullen de
dienstplichtigen van drie lichtingen, niet
bestemd voor de grensbeveiliging, voor her
halingsoefeningen in werkelijken dienst
worden opgeroepen.
Het eindcijfer van de begrooting is 24,5
millioen hooger, dan dat van 1938.
TWAALF MILLIOEN MEER VOOR
SOCIALE ZAKEN.
DE SPAARREGELING.
Staatscommissie zal moeten adviseeren
over financiering dèr invaliditeits-
en ouderdomsverzekering.
VOOR DISTRIBUTIE AAN WERK-
LOOZEN: 5 MILLIOEN.
Aan de toelichting op de begrooting van
Sociale Zaken is het. volgende ontleend:
Het totaal van de in vergelijking met
de begrooting voor 1938 aangebrachte
verhoogingen bedraagt 14.269.386. De
verminderingen bedragen in totaal
2.256.995, zoodat het eindcijfer voor 1939
hooger is 12.012.391.
Onder de verhoogingen komen de vol
gende posten voor:
verhooging van den kapitaaldienst voor
aankoop van gronden ten behoeve van de
werkverschaffing 1.675.000;
verhooging der bijdragen aan het inva-
liditeits- en ouderdomsfonds 8.350.000;
verhooging kosten ten behoeve van het
jeugdwerk 1.800.000.
Het bedrag der verminderingen bestaat
o.m. uit de volgende posten:
vermindering van de uitgaven voor de
dsitributie van levensmiddelen 1.200.000;
vermindering van de bijdragen in de
kosten van verstrekking van kleeding,
schoeisel, beddegoed e.d. aan ondersteun
de en te werk gestelde werkloozen
800.000.
Aan een staatscommissie zal opdracht
worden gegeven, te adviseeren omtrent
de wenschelijkheid van het brengen van
wijziging in de thans geldende regeling
van de financiering der invaliditeits- en
ouderdomsverzekering, in het bijzonder
voor zoover de staat bij deze financiering
is betrokken.
In de begrooting van het dienstjaar 1938
waren de gelden voor de onderscheidene
vormen van bestrijding der werkloosheid
onder de jeugd en het cursuswerk over
vier artikelen verdeeld. De ervaring heeft
geleerd, dat deze vormen zoo ineen
vloeien, dat het beter is, hen in één ar
tikel samen te trekken. In tegenstelling
met hetgeen in 1938 is geschied, zal geen
beroep meer worden gedaan op het
Werkfonds, in verband waarmee het be
drag, dat voor 1938 in totaal beschikbaar
was gesteld 3.150.000) thans in zijn ge
heel op deze begrooting voorkomt.
•Voor wat betreft de voorgenomen ver
hooging van het in 1939 te besteden be
drag ter zake van de bestrijding der
werkloosheid onder de jeugd, wordt ver
wezen naar hetgeen te dien aanzien voor
komt in de nota betreffende den toestand
van 's Rijks financiën.
In bovenvermeld bedrag ad 3.150.000
zijn niet begrepen de uitgaven voor het
wederopnemen van arbeiders in het be
drijfsleven. Hiervoor wordt in een afzon
derlijke post een bedrag ad 50.000 ge
raamd.
De uitgaven voor „bijdragen in de
spaarregeling voor de aanschaffing van
kleeding, schoeisel, dekking enz.", waar
voor voor 1938 800.000 was uitgetrokken
op het artikel voor den z.g. „B-steun",
zijn thans in een afzonderlijk artikel op
genomen.
Het aantal spaarders neemt regel
matig toe. Gelet op het huidige aantal
spaarders, wordt geraamd, dat over
1939 ongeveer 80 pet. van het aantal
in zorg zijnde arbeiders, dat aan de
spaarregeling zou kunnen deelne-*
men, inderdaad zal sparen. Op grond
van deze raming is voor 1939 een be
drag van 950.000 uitgetrokken.
Voor de kosten van de levensmiddelen
distributie is voor 1939 geraamd 5.500.000
Opgemerkt wordt, dat in dit totaal-be
drag geen kosten zijn opgenomen ter za
ke van een eventueele productie van blik-
vleesch. Indien en voor zoover de gedu
rende het jaar 1938 geproduceerde voor
raad blikvleesch onvoldoende mocht blij
ken voor distributie ook gedurende het
jaar 1939, zullen de gelden, benoodigd
voor het vervaardigen van blikvleesch
gedurende het jaar 1939, suppletoir ten
laste van dit dienstjaar worden aange
vraagd.
Uitgetrokken is 'n bedrag van ƒ2.600.000
voor de distributie van 6500 ton marga
rine aan werkloozen en armlastigen.
Voorts 1.600.000 voor de distributie van
4000 ton bak- en braadvet, 75.000 voor
de distributie van pl.m. 350.000 K.G. ver-
sche, gebakken en gerookte zeevisch,
200.000 voor de distributie van het be-
noodigde jaarkwantum groenten in blik,
175.000 voor de distributie van het be-
noodigde jaarkwantum tomatensoep in
blik en 200.000 voor de distributie van
ruim 10.000.000 K.G. versche groenten.
CONJUNCTUUR BELEMMERT
OPHEFFING CRISISMAATREGELEN.
Het is voor het oogenblik inet mogelijk
andere dan eenige vage aanduidingen te
geven over de te verwachten omvang der
crisismaatregelen in 1939, schrijft minister
Steenberghe in de memorie van toelichting
op de begrooting voor het Landbouwcrisis-
fonds voor 1939.
De marktprijzen van de crisisproducten
zijn nog allerminst gestabiliseerd en de toe
komst blijft nog vele onzekerheden bieden.
Het verloop der prijzen in het begin van
dit jaar geeft reden# tot teleurstelling.
Daardoor was het niet mogelijk de crisis-
lasten te verminderen, zooals .in 1937 het
geval is geweest.
Door de prijsdaling van tal van produc
ten in den laatsten tijd zullen de crisismaat
regelen voorloopig nog niet kunnen worden
opgeheven. Integendeel zulen heffingsver-
hoogingen en wederinvoering van steun
maatregelen noodig zijn, indien de neer
gaande beweging in de prijzen aanhoudt.
De minister van Economische Zaken
blijft er naar streven de verschillende re
gelingen door de bedrijfsgenooten zelve,
over te nemen.
Voor akkerbouw en veehouderij is
ƒ39.712.000 uitgetrokken voor melk en zui
vel 50.225.000, voor groenten-, fruit- en
sierteelt 14.254.000, voor visscherij
1.293.000, pluimveehouderij ƒ11.320.000
en turf ƒ391.000.
De minister heeft voor steun ten behoeVe
van verbouwers van rogge een bedrag van
zes millioen gulden uitgetrokken, voor ver
bouwers van peulvruchten 1.375.000, te
betalen in 1939 en 1940, voor verbouwers
van fijne zaden 190.000.
Een bedrag van ƒ3.500.000 is op de be
grooting gebracht voor steun consumptie
aardappelen, die niet voor de binnenland-
sche markt zijn verkocht, te betalen in 1939
en 1940. De uitkeeringen ten behoeve van
de teelt en bewerking van vlas, eveneens
te betalen in 1939 en 1940, worden geraamd
op 1.500.000, idem voor cichorei 20.000.
Voor verbouwers van suikerbieten trekt
de minister een bedrag van 11.750.000 uit,
waarbij nog ƒ400.000 komt voor geëxpor
teerde overzeesche suiker.
De uitkeeringen in verband met den uit
voer van boter ten behoeve van de melk
veehouders bedragen volgens de begroo
ting ƒ30.240.000, voor kaas ƒ11.070.000 en
voor melkproducten 8.270.000. Een bedrag
van twaalf millioen gulden acht de minis
ter noodig voor uitkeeringen aan telers
van fruit- en warmoezerijgewassen. De uit
keeringen bij den uitvoer van crisisproduc
ten ten behoeve van pluimveehouders wor
den geraamd op 10.175.000.
HANDHAVEN VAN TIJDELIJKE
BELASTINGEN.
Verlenging met drie jaar voorgesteld.
De minister van Financiën heeft thans
ingediend het in de Millioenen-nota aan
gekondigde wetsontwerp in zake verlen
ging van een aantal heffingen.
De strekking van het wetsontwerp is, den
duur van de werking van een aantal be
lastingen, welke slechts tot 1 Januari 1939
of tot 1 Mei 1939 zouden worden geheven,
met 3 jaren te verlengen.
P.T.T.-BEDRIJF REKENT OP
8 1/2 MILLIOEN WINST.
In de begrooting van het staatsbedrijf
der posterijen, telegrafie en telefonie voor
1939 is, evenals in die voor het jaar 1938,
een winst geraamd van 8.500.000.
ONDERZEEBOOT-MI JNENLEGGER.
Onder het schelle gefluit van de schepen
in de Rotterdamsche haven is de „O. 19",
de eerste Nederlandsche onderzeeboot/
mijnenelgger, gistermiddag om enkele mi
nuten over vier van de werf van Wilten-
Fijenoord te water gegleden.
NIEUWE LIJST VAN VOOR
AMBTENAREN VERBODEN
VEREENIGINGEN.
Dr. H. Colijn heeft, als voorzitter van den
Raad van Ministers, een nieuwe lijst van
voor ambtenaren, verboden vereenigingen
vastgesteld.
In het desbetreffende staatsblad wordt
verklaard, dat de hierna onder de rubrie
ken A, B, C en D vermelde vereenigingen
om de doeleinden, die zij nastreven of de
middelen, die zij aanwenden, de behoorlijke
vervulling door den ambtenaar in 's rijks
dienst van zijn plicht als ambtenaar kun
nen in gevaar brengen of schaden:
A. de Communistische Partij Neder
land (C.P.N.); de groep Internationale Com
munisten (G.I.C.), de werkgroep van Ra
den-Communisten en de werkgroep van
Revolutionnaire Arbeiders, de Revolution-
nair Socialistische Arbeiders Partij (R.S.A.
P.); de Leninistische jeugdgarde, het Na
tionaal Arbeids Secretariaat (N.A.S.) met
aangesloten vakgroepen, het Internationaal
Solidariteits Fonds (I.S.F.), de Vereeni
gingen voor Volksontwikkeling (V.V.V.O.)
en de Vereenigingen voor Socialistische
Ontwikkeling (V.V.S.O.); de Groep van
Bolsjewiki-Leninisten en de Jonge Bolsje-
wiki-Leninisten; de Bond van Revolution-
nair Socialisten (B.R.S.) en het Onafhanke
lijk Socialistisch Jeugdverbond (O.S.J.V.);
de Landelijke Bond van plaatselijke ver
eenigingen van overheids- en semi-over-
heidspersoneel; de Synthetische Orde; de
Socialistische Liga van Anti-Oorlogs Strij
ders (S.L.A.O.S.); de Vrij denkers vereeni-
ging „De Dageraad"; de Vrije Jeugd Orga
nisatie; de Perhimpunan Indonesia; alle an
archistische groepen, waaronder de groepen
rond „De Arbeider", de groepen rond „De
Vrije Socialist", de Vereeniging van So
ciaal-Anarchistische Actie (S.A.A.), de
Vereeniging Anarchistische Uitgeverij (V.A.
U.), de Bond van Anarcho-Socialisten (B.A.
S.), het Nederlandsch Syndicalistisch Vak
verbond (N.S.V.), de Syndicalistische Vrou
wenbeweging (S.V.B.), de Landelijke Jeugd
raad met aangesloten organisaties, het
Fonds voor Internationale Solidariteit, de
Federatie van Anarchisten in Nederland
(FAN), de Internationale Anti-Militair'is-
tische Aaneensluiting (I.A.M.A.), het Inter
nationaal Anti-Militairistisch Bureau (I.A.
M.B.), de Internationale Anti-Militairisti-
sche Vereeniging (I.A.M.V.) en het Comi+é
van Actie Dienstweigeringsmanifest „Mobi-
liseeren".
B. de Nationaal-Socialistische Beweging
(N.S.B.), de Nationaal-Socialistische Ne
derlandsche Arbeiders Partij (groep Kruyt),
de Nationaal-Socialistische Nederlandsche
Arbeiders Partij (grqep Van Rappard), het
Nederlandsche Volksfascisme „Zwart
Front", de Nederlandsche Volkspartij (N.
V.P.);
C. de z.g.n. mantel-organisaties van een
der bovenvermelde organisaties, waarbij
onder mantel-organisaties zijn te verstaan:
organisaties van welke hoewel wordt
voorgegeven, dat zij boven de staatkundi
ge partijen staan en zich met uitschakeling
van politieke oogmerken, bepalen tot het
nastreven van sociale, cultureele of huma-
nitairë doeleinden ofwel de beoefening van
lichaamsontwikkeling en sport moet
worden aangenomen b.v. omdat de lei
ding geheel of overwegend in handen is
van leden van een bepaalde politieke groep
dat zij in werkelijkheid zijn opgericht
of in stand worden gehouden met het doel
om middellijk en op bedekte wijze de oog
merken van die groep te bevorderen met
name door niet tot die groep behoorende
personen binnen haar bereik te brengen;
in dezen zin kunnen als communistische
mantel-organisaties worden aangemerkt on
der andere:
De Vereeniging voor Cultuur, Ontwikke
ling en Ontspanning (V.C.O.O.) en andere
plaatselijke jeugdvereenigingen met over
eenkomstig doel onder diverse namen als
Tempo, Raak, Fit, Voorwaarts enz., de Ver
eeniging van Vrienden van de Sowjet-Unie
(V.V.S.U.), de Centrale voor Volkscultuur
en aangesloten vereenigingen, de Neder
landsche Roode Hulp (N.R.H.), het We
reld Vrouwen Comité tegen Oorlog en Fas-,
cisme (afd. Ned.), De Studen ten vereeniging
voor Vrijheid en Cultuur, de Bond van
Kunstenaars ter Verdediging van Kultu-
rele Rechten (B.K.V.K.), enz.;
en als Nationaal-Socialistische mantel-
organisatieties, onder andere: de Nationale
Jeugd Storm, de Nederlandsche Werkne
mers Vereeniging met aangesloten vak- en
ontspanningsgroepen, de Nationale Reisver-
eeniging, enz.
D. Kerk en Vrede, Algemeen Nederland
sche Vrouwen Vredesbond, de Internatio
nale Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid,
sectie Nederland, Jongeren Vredes Actie
(J.V.A.), Algemeene Nederlandsche Vredes
Actie (A.N.V.A.), Katholieke Jongeren Vre
des Actie (K.J.V.A.), Nederlandsche Sectie
van de „War Resisters International",
Vrienden van India.
Een en ander gelet op artikel 97b, twee
de lid van het algemeen rijksambtenaren
reglement, art. 68b, tweede lid van het
algemeen reglement rijks hoogere burger
scholen, art. 69b, tweede lid van het alge
meen reglement rijks kweekscholen, art.
67b, tweede lid van het ambtenarenregle
ment rijksleerscholen en rijks lagere scho-
eln en art. 90, tweede lid van het algemeen
ambtenarenreglement Staten-Generaal.
Hierbij is ingetrokken de beschikking
van 5 April 1934, no. 220, Kab. M.R., betref
fende uitvoering van art. 97b, tweede lid
van het algemeen rijksambtenarenregle
ment, art. 68b, tweede lid van het algemeen
reglement rijks hoogere burgerscholen, art.
69b, tweede lid van het ambtenarenregle
ment rijkskweekscholen en rijksnormaal
lessen en art. 67b, tweede lid van het alge
meen reglement rijksleerscholen en rijks-
lagere scholen, alsmede zijn beschikking
van 15 October 1936, Kab. M.R., no. 373 I.
Tweede Kamer
De vergadering van gisteren
De voorzitter heeft het parlementaire
jaar geopend met een rede, die wij giste
ren in haar geheel hebben opgenomen.
Na deze rede werden commissies samen
gesteld.
De Voorzitter^ benoemt in de commissie
voor Buitenlanasche Zaken de heeren de
Geer, Albarda, Bongaerts, Schouten, Bie-
rema en Joekes.
In de commissie voor Indische Zaken
de heeren Rutgers van Rozenburg, Jie-
kes, van Poll, Stokvis, van Lidth de Jeude,
Meyeringk en Bajetto.
Voorts wordt besloten tot het wederom
instellen van commissiën resp. voor: a.
privaat- en strafrecht; b. belastingen; c.
openbare werken, verkeers- en Water
staatsaangelegenheden; d. overleg met de
regeering inzake handelspolitieke aange
legenheden.
Vervolgens worden de vyf af deelingen
der Kamer bij loting samengesteld.
Benoemd zijn in de commissie voor de
rijksuitgaven de heeren Oud, Wijnkoop,
IJzerman, Tilanus, Teulings, Wendelaar
en Wagenaar.
In de yaste commissie voor privaat- en
strafrecht mevr. Bakker—Nort, mevr.
MackayKatz, de heeren Truyen, Terp
stra, Donker, v. d. Goes van Naters, van
Maarseveen.
In de vaste commissie voor de belastin
gen de heeren de Geer, v. d. Tempel, Su-
ring, v. d. Heuvel, Teulings, Schilthuis en
Wagenaar.
In de vaste commissie voor overleg met
de regeering inzake handelspolitieke aan
gelegenheden de heeren Schouten, Bak
ker, Ebels, Bierema, Kortenhorst, v. d.
Putt, van Gelderen.
In de commissie voor de verzoekschrif
ten de heeren Drees, Terpstra, Schilthuis,
Krol en Bajetto.
Bij stemming werden gekozen: in de
huishoudelijke commissie de heeren Drees
en Smeenk (beiden aftredend); van de
gemengde commissie voor de stenografie
de heeren Tilanus, Bongaerts en Joekes,
allen aftredend; van de commissie van
beroep voor de ambtenaren der stenogra
fische inrichting de heeren v. d. Tempel,
Terpstra en Wendelaar, allen aftredend.
Aan de orde is het bepalen van den
tijd tot het doen van vragen, overeen
komstig art. 116 reglement van orde, aan
de regeering. Als zoodanig wordt we
derom voorgesteld: de Vrijdag des mid
dags 3.45 uur.
De vergadering wordt geschorst. De Ka
mer gaat in de afdeelingen voor het be
noemen van voorzitters en tweede-voor
zitters der afdeelingen.
Na heropening der vergadering wordt
medegedeeld dat benoemd zijn tot voor
zitters der afdeelingen de heeren Schou
ten, Oud, Deckers, de Geer en Albarda,
tot tweede voorzitters de heeren Biere
ma. Bongaerts, Tilanus. Drees en Smeenk.
Verschillende wetsontwerpen worden
naar vaste commissiën of naar de afdee
lingen verzonden, welke Dinsdag 4 Octo
ber bijeenkomen.
De vergadering wordt te 3 uur ver
daagd.
Fersle Kamer
De vergadering van gisteren
ADRES VAN ANTWOORD OP DE
TROONREDE
Aan de orde was gistermorgen het ont-
werp-adres van antwoord op de Troonrede,
dat wij reeds hebben gepubliceerd.
De VOORZITTER opende de beraad-
slaging over de algemeene strekking.
De heer VAN VESSEM (N.S.B.) zegt
dat ook de nat. socialistische fractie het
wenschelijk en noodzakelijk acht, de Troon
rede met een adres te beantwoorden. Dit
ontwerp echter is slechts schijnbaar een
antwoord, het gaat uit van de fictie dat de
Troonrede een persoonlijk douoment is van
de Koningin, terwijl juist de ministers er
de lijnen van hun bewind in hebben uit
gestippeld. Uit betamelijkheid jegens de
Koningin hebben we dit te bedenken. In de
pers trouwens is de Troonrede sterk ge-
critiseerd. We mogen het stuk niet beschou
wen als een uiting van Hare Majesteit.
We zien dus in dit staatsstuk aldus
spr. de lijnen der politiek van de regee
ring uitgestippeld.
Er is groote ongerustheid in den lande
gewekt. Spr. herinnert aan de uitlating
van het lid der R.K. Staatspartij, den heer
De Bruyn, die t.a.v. de werkeloosheid in
de Troonrede het verlossende woord ge
sproken wilde zien. Dit woord is niet ge
sproken. Staat ons nu de dictatuur van de
R.K. Staatspartij in samenwerking met de
sociaal-democratie te wachten? Het is
geen toeval dat Dinsdagavond voor de
Katholieke Radio-Omroep de Joodsche
rabbijn De Hondt gesproken heeft over de
dictatuur van Joseph in Egypte?
De VOORZITTER: Vindt U dat dit veel
te maken heeft met de Troonrede?
De heer VAN VESSEM vervolgt dat als
gevolg van die dictatuur al het vee, land
en koren was opgekocht door Joseph, ter
wijl de Pharao
De VOORZITTER: En nu is het uit met
Joseph en met Egypte. (Applaus).
De heer VAN VESSEM hoopt dat het
niet het begin is. Spr. waarschuwt voor
een dictatuur van bepalde politieke par
tijen.
Spr. stelt voor, dat men zal overgaan tot
het benoemen van een nieuwe commissie
voor het opstellen van een ander adres van
antwoord op de Troonrede.
De heer KRANENBURG (V.D.) heeft
met verbazing de rede van den heer Van
Vessem aangehoord. Volgens art 55 der
grondwet is de Kroon onschendbaar en
zijn de ministers verantwoordelijk. De
Troonrede is een uiting van deze ministers,
en men kan er over in discussie treden.
De heer Van Vessem had gisteren in de
afdeelingen moeten spreken. Het is ver
keerd, dit nu rauwelijks te doen afge
scheiden nog van den inhoud dier rede.
Het voorstel is volkomen ongemotiveerd.
De heer VAN LANSCHOT (R.K.) gaat
thans op den zakelijken inhoud der rede
van den heer Van Vessem niet in; dat zou
inopportuun zijn, we ontmoeten elkaar*
later wel. Spr. is het eens met den heer-
Kranenburg. Bovendien behooren poli-<
tieke beschouwingen in de Tweede Kameï
vooraf te gaan.
De heer VAN VESSEM wil de Troonrede
juist opnieuw in de afdeelingen brengen
om daar een politiek debat voor te berei
den.
De Kamer vereenigt zich vervolgens
z.h.st. met de algemeene strekking.
Evenzoo met de eerste alinea.
Bij de tweede zegt de heer VAN VES
SEM (N.S.B.dat in dit antwoord onvol
ledig wordt beantwoord hetgeen er in de
Troonrede is gezegd over de betrekkingen
tot andere mogendheden.
De N.S.B. heeft altijd gevreesd, dat Ne
derland niet een genoeg zelfstandige poli
tiek zou voeren.
De verklaring van den minister van Bui-
tenlandsche Zaken te Genève laat minder
aan duidelijkheid te wenschen over dan
gewoonlijk het geval is. Spr. citeert uit
die verklaring.
Wat ligt nu, in verband met de Troon
rede, meer voor de hand dan dat de Ka
mer onderstreept, wat de regeering ver
klaart over de zelfstandigheidspolitiek der
regeering.
Spr. stelt namens zijn fractie voor, ach
ter de woorden „tot de andere mogendhe
den" in punt 2 in te lasschen: „de bevesti
ging en versterking der politiek van zelf
standigheid".
De heer DE SAVORNIN LOHMAN
(C.H.) heeft hier geen bezwaar tegen.
De heer KRANENBURG (V.D.) zegt
dat, wat de heer Van Vessem wil, reeds in
het geheele antwoord ligt opgenomen.
De heer VAN ASCH VAN WIJK (A.R.)
merkt op dat de commissie van redactie
een algemeene formule heeft gezocht en
gevonden en het amendement ontraadt.
De heer DE ZEEUW (S.D.) zegt, dat het
antwoord slechts een weerslag is op de
Troonrede, die niet in haar geheel als 't
ware herhaald wordt. Het aannemen van
dit amendement opent de mogelijkheid
van andere amendementen.
De heer VAN CITTERS (A.R.) verklaart
dat oök de desbetreffende passage in de
Troonrede algemeene voldoening heeft ge
wekt. Het worde in deze Kamer uitge
drukt, hoe dankbaar het volk is dat on
danks de moeilijkheden de goede betrek
kingen met andere mogendheden bleven
bewaard.
De heer VAN VESSEM (wien door de
Kamer toegestaan wordt, voor de derde
maal het woord te voeren) zegt dat de
woorden betreffende de zelfstandigheid
niet vallen onder onder die algemeene
passage.
De Heer WOLTJER (A.R.) heeft in de
afdeelingen voorgesteld, een dergelijke pas
sus op te nemen, is dus vóór het amende
ment.
Het amendement van Vessem wordt ver
worpen met 26 tegen 17 stemmen (voor
N.S.B., de antirev., van de R.K. de heeren
Michiels van Kessenich, Kropman, van
Sasse van Ysselt en Fleskens, en van de
Christ. Hist, de heeren de Zwaan, de Sa-
vornin Lohman en Kolff, en de heer van
Rappard, (Lib.).
De alinea's 2 en 3 worden z.h.st. aange
nomen.
De heer VAN VESSEM (N.S.B. verzoekt
aanteekening, te zijn tegen alinea 4, we
gens de houding der soc. democraten, wel
ke alinea luidt. Met voldoening vernam de
Kamer, dat leger en vloot, zoomede de
ambtenaren in burgerlijken dienst in het
geheele Koninkrijk hunne taak met toe
wijding vervullen.
De alinea's 4 en 5 worden overigens
z.h.st. aangenomen.
Het geheele adres, in stemming gebracht
wordt aangenomen met 39 tegen 4 stem
men (de N.S.B.).
De VOORZITTER deelt mede, dat het
zijn voornemen is, de Kamer niet meer
vóór 18 October bijeen te roepen.
De vergadering wordt gesloten.
STEUN AARDAPPELMEEL OOGST 1938.
De minister van Economische Zaken
heeft bepaald, dat, uitgaande van de ver-
rekenprijs van 8.50 per 100 K.G. supra
aardappelmeel, de steun voor aardappel
meel van oogst 1938 wordt vastgesteld op
1.38 per 100 K.G. aardappelmeel van ge
middelde kwaliteit, hetgeen overeenkomt
met een garantieprijs van ongeveer 9.75
per 100 K.G. aardappelmeel van gemiddel
de kwaliteit.
AANGEBRACHTE BIGGENMERKEN.
Van 5 tot 10 September 1938 zijn aange
bracht 45.018 biggenmerken, tegenover
42.371 in de overeenkomstige periode van
1937.
Van de toekenping 1938 zijn tot 10 Sep
tember 1.1. gebruikt 1.358.925 merken, te
genover 1.218.530 merken van de toeken
ning 1937 op het overeenkomstige tijd
stip van het vorige jaar.
Voor een juiste beoordeeling diene, dat
van 1 Januari tot genoemde datum in to
taal zijn gemerkt 1.621.654 biggen, en in
hetzelfde tijdvak van 1937 1.368.669.
PROF. DR. F. A. VENING MEINESZ.
Naar wij van officieele zijde vernemen
is prof. dr. ir. F. A. Vening Meinesz, te
Amersfoort, buitengewoon hoogleeraar in
de geodesie en de cartographie te Utrecht,
die door zijn vermaarde expedities voor
het diepzeeonderzoek sinds lang een
grooten naam heeft verworven, tevens tot
buitengewoon hoogleeraar in de geodesie
te Delft benoemd. „Hbld".