DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Vliegongeluk bij
Varese
Ernstig motor
ongeluk nabij
Kerkrade
Ridder van Rappard
overleden
Tragisch einde van
familiedrama te
Amsterdam
VRIJDAG 19 AUGUSTUS 1938
29ste Jaargang No. 9111
Telefoon: Redactie 15.
Telefoon: Administratie 935.
Adv. en Abonm-tarieven zie pag. t,
Giro 103003. Postbus 11.
DU nummer bestaat uit
drie bladen.
*6* Onze trouw aan de
Koningin
De „Opmarsch" herinnert aan de dagen
van 1918 de dagen van de dreigende
revolutie.
Deze herinnering willen wij voor hen,
die de „Opmarsch" wiet mochten lezen,
hier graag overdrukken.
-I Waarom?
r? Opdat wij er uit leer en: de fierheid en
!de kracht, toén getoond, ook nu te be
leven!
Nu te beleven tegenover een ook nu
van andere zijde! dreigende revolutie.
ir| Wij citeer en:
„De na-oorlogsche storm beukte tegen
den troon, waarop onze Koningin toen
twintig jaar zetelde. In Duitschland vielen
de vorsten en hier werd het revolution-
naire woord gehoord: „Waarom zou de
revolutie in Zevenaar ophouden?''
Omdat Zevenaar in Nederland ligt, ant-
woorde Ruijs vastberaden; omdat men
niet aan de Koningin moet raken, verze
kerde Nolens.
Toen verhief zich het Katholieke Neder
land. Niet met woorden, maar met daden.
De jongens van dr. Poels, de soldaten uit
Venray, waren het eerst in Den Haag, om
naast Ruijs en Nolens het woord van
Schaepman waar te maken:
Dies kunt Gij vast vertrouwen
Bij 't barnen van het lot.
I Van Zuid tot Noord, van Oost tot West
jf kwamen de Katholieken in beweging.
Met hun door het Kruis bekroonde vaan-
2ir- dels en hun met heiligenbeelden versier-
cj de vlaggen-rukten zij op, priesters en lee-
ken, rijken en armen, geleerden en boe-
en en arbeiders. In Den Haag kwamen
zij met Ruijs samen en het was pater Bor-
iaeus de Greeve, die in een machtig
woord aan de Koningin verzekerde, „dat
wat om de altaren knielt voor God, recht
staat en pal rondom Uw troon en Uw Vor
stelijk Huis".
En toen stond de Koningin zelf op. Ruijs
de Beerenbrouck had gesproken en ge
dankt, maar zelf wilde de Koningin ook
spreken. De rede blijft belangrijk:
Het is mij een behoefte, u, uit alle
deelen des vaderlands samenge
stroomd, vertegenwoordigende de Ka
tholieke en Christelijke organisaties,
te danken voor uw aanwezigheid bij
dit indrukwekkende samenkomen.
De beteekenis, welke gij aan deze
irre wilt geven, wordt door mij zeer
gewaardeerd.
Wij zijn veilig geweest in Gods
hand. Wij voelen, dat Zijn leiding, aan
onze historie gegeven, opnieuw is be
vestigd.
Wat was en is, zal ook in de toe
komst zijn.
Het Evangelie behoort ook aan de
toekomst; het is aan geen tijd gebon
den; het gaat met ons mede; het gaat
ons vóór.
Daaruit, mijn kracht puttende in
den nieuwen tijdkring, die zich voor
ons vaderland ontsluit, is het mijn
wensch, met mijn geheele volk samen
te werken, ten einde op te trekken
het vele, waarvoor de hoeksteen thans
gelegd gaat worden".
Men heeft onlangs van liberale zijde on
zen Partij-voorzitter euvel geduid, dat hij
herinnerde aan 1918. Men heeft de vrij
moedigheid zelfs zóó ver gedreven in
„De Avondpost" van 28 Juni j.l. en in het
„Alg. Handelsblad" van 27 Juli de his
torie van 1918 aldus te schrijven, alsof
het optreden der Katholieken in de revo-
lutiemaand. niet de beslising had ge
bracht.
De Koninklijke rede, die de Katholieken
het eerst noemt, spreekt andere taal.
Met vreugde, met geestdrift, met diepe
overtuiging en uit onwankelbaar begin
sel kozen de Katholieke Nederlanders in
1918 de partij der Koningin. Deze eer
zullen zij, die men in het uur van het ge
vaar niet zag, ons niet ontnemen".
Tot zoover de „Opmarsch".
En de katholieken op heden zullen
ook kiezen de partij der Koningin „met
diepe overtuiging en uit onwankelbaar
beginsel". Wat er ook rondom ons moge
gebeuren!
MERKWAARDIGE REDE
VAN ROOSEVELT
GEEN AANVAL OP CANADA ZAL
WORDEN GEDULD.
Amerika niet langer een geisoleerd
continent.
De Universiteit van Kingston heeft gis
teren aan President Roosevelt den titel doc
tor honoris causa verleend.
Ter gelegenheid van deze plechtig
heid heeft Roosevelt een rede gehou
den, waarin hij zeide, dat de Veree-
nigde Staten niet werkeloos zullen toe
zien indien het Canadeesche grondge
bied door eenig ander Rijk mocht wor
den bedreigd.
De President legde er den nadruk op,
dat beschaving en opvoeding hun invloed
doen gelden over de internationale gren
zen heen, waaraan hij toevoegde: „Wij kun
nen ons volk niet verhinderen bepaalde
opvattingen te hebben ten opziohte van
gewelddadigheid, ondemocratische instel
lingen en het schenden van individueele
rechten. Uiteindelijk beheerschen deze op
vattingen de politiek van een land."
Sprekende over den angst voor een oor
log en de uitwerking daarvan op de ge
heele wereld, zeide Roosevelt: „Wij in
Amerika leven niet langer op een geisoleerd
continent, waarop de gebeurtenissen in over
zeesche landen geen invloed kunnen oefe
nen. Integendeel Noord- en Zuid-Amerika
hebben de aandacht van alle propaganda-
bureaux en de generale staven aan den
anderen kant van den Oceaan. Onze enor
me hulpbronnen, de macht van onzen han
del en de kracht van ons volk hebben ons
gemaakt tot een factor van groote betee
kenis voor den wereldvrede, of wij zulks
wenschen of niet.
Gelukkig kunnen Gij (Canada) en wij,
aldus voegde Roosevelt hieraan toe, met
vastberadenheid alle eventualiteiten onder
oogen zien en willen wij niets onbeproefd
laten om den wereldvrede te dienen.
Zelfs wanneer onze verwachtingen
teleurgesteld worden, kunnen wij elkan
der op dit werelddeel tenminste de
verzekering geven, dat v/ij een krach
tige citadel zullen blijven vormen,
waar de beschaving onverzwakt kan
blijven bloeien.
De door President Rosevelt in Kingston
gehouden redevoering wordt door ambte
naren van het ministerie van buitenland-
sche zaken te Washington uitgelegd als
een uitbreiding van de Monroeleer tot
Canada.
De verklaring van Roosevelt, dat
hij Canada rekende tot de Amerikaan-
sohe gemeenschap, heeft nieuw voed
sel gegeven aan veronderstellingen
omtrent de mogelijkheid, dat Canada
zich eens zou aansluiten bij de Pan-
Amerikaansche unie.
Brug geopend.
Tijdens zijn bezoek aldaar heeft Roose
velt, de brug der duizend eilanden over
de St. Lawrence geopend, welke Canada
met de Vereenigde Staten verbindt.
Tijdens de opening van de brug ver
klaarde Roosevelt: „Deze brug is een open
deur. Er staan geen wachters aan de grens,
die naar een visum vragen en wanneer de
grens wordt overschreden geldt slechts
één groet: welkom vriend."
DE REACTIE IN HET BUITENLAND.
De Britsche pers is. zeer tevreden.
De Britsche pers ontvangt met warmte
de rede, welke president Roosevelt heeft
gehouden. De „Daily Telegraph" beschouwt
de rede als een bewijs van gewijzigde in
zichten en als een bijdrage tot stabiliteit
op een oogenblik, dat duidelijke woorden
veel goed kunpen doen. De „Daily Herold"
is van meening, dat de rede geschiedkundi
ge beteekenis heeft voor Engeland.
De „Daily Expres" noemt de rede een
belangrijke bijdrage in de wereldpolitiek.
Indien Roosevelt erin slaagt de steun van
het Amerikansche volk te verkrijgen en
indien Amerika besluit eventueel ii^ Euro
pa in te grijpen, dan moet Engeland zijn
politiek herzien, aangezien hierdoor het
geheele vraagstuk zou worden gewijzigd.
De „Daily Mail" schrijft, dat de rede de
grootste bijval zal vinden in Engeland,
doch het Amerikaansche volk heeft nog
niet zijn besluit opgegeven om zich te hou
den buiten alle conflicten, waarin andere
landen gewikkeld zouden kunnen worden.
Rome ziet er partijdigheid in.
Men beschouwt te Rome de rede van
president Roosevelt als een inmenging van
de Vereenigde Staten aan de zijde van de
democratische mogendheden tegen de to
talitaire staten en deze plechtige verkla
ring van overeenkomst tusschen groote de
mocratieën verwekt te Rome een zekere
onrust. Men wijst erop, dat Mussolini iede-
ren keer, dat hij over de buitenlandsche
politiek heeft gesproken, den ernstigen wil
te kennen heeft gegeven den vrede te be
waren. Hetzelfde is het geval met den
Fuehrer. Men verlangt hier dus, dat indien
de Vereenigde Staten hun isolement wil
len verlaten en zich willen mengen in de
Europeesche zaken, zij ook bezield zullen
zijn van een geest van samenwerking zon
der een partijdigheid, waarvan de. Ameri
kaansche politici tot nu toe maar al te veel
het bewijs hebben geleverd.
DERTIEN DOODEN.
In brand geraakt.
Een Italiaansch watervliegtuig, aan
boord waarvan zich de prefect van Varese
bevond, is gisteren slecht neergekomen en
in brand geraakt.
Over dit ongeluk is gisteren het volgen
de communiqué gepubliceerd:
„Tegen vijf uur vanmiddag is een wa
tervliegtuig, de MC 94, toebehoorende aan
de vliegtuigafbriek van Macchi te Varese,
en dat bestuurd werd door Guiseppe Bu-
rei, aan boord waarvan zich bevonden dé
perfect van Varese, Mario Chiesa en zijn
familie, door nog onbekende oorzaak di
rect na den start met den bodem in aanra
king gekomen. De bemanning en de passa
giers, in het geheel dertien personen, zijn
om het leven gekomen.
Generaal Aldo Pellegrini, generaal Fe
lice Porro en andere deskundigen hebben
zich naar de plaats van het ongeluk be
geven.
NOG EEN ITALIAANSCH VLIEGTUIG
VERONGELUKT.
Nabij Cagliari is een vliegtuig van de
luchtbasis Elmas op Sardinië verongelukt.
Een der inzittenden is omgekomen, de
drie anderen werden gewond.
Twee personen om het
leven gekomen
In den vroegen avond van Donder
dag heeft zich in de Duitsche gemeen
te Würselen een zeer ernstig motor
ongeluk voorgedaan, waarbij twee
personen om het leven zijn gekomen.
Door nog onverklaarbare oorzaak is de
39-jarige motorrijder M. J. Scheilen, woon
achtig te Kerkrade, met zeer groote snel
heid tegen een boom gereden. Zoowel de
bestuurder van het motorrijwiel als de op
de duo gezeten vrouw werden op slag ge
dood. Aangezien deze vrouw, die waar
schijnlijk een Duitsche is, geen papieren
bij zich droeg, kon haar identiteit tot op
heden nog niet worden vastgesteld.
De stoffelijke resten der slachtoffers
zijn naar het lijkenhuisje van Würselen
overgebracht.
WEER EEN ONGELUK OP
ONBEWAAKTEN OVERWEG
Meisje op slag gedood
Vanmorgen omstreeks half twaalf is op
een onbewaakten overweg tusschen Ouden
bosch en Zegge het 15-jarige meisje Kuys-
termans-Jongenelen, die boodschappen had
gedaan, door der trein overreden en op slag
gedood.
Van middag is op het departement
van Buitenlandsche Zaken te Den
Haag bericht ontvangen, dat de Ne-
derlandsche gezant in Berlijn, mr. C.
Ridder' van Rappard, hedenmiddig
aan de verwondingen, welke hij be
komen heeft bij het gemeld auto-on
geluk, is overleden.
Mr. Carel Ridder van Rappard is op 19
October 1874 te Assen geboren. Hij door
liep het gymnasium aan de Laan van
Meerdervoort te 's Gravenhage en studeer
de daarna rechtswetenschappen aaq de
universiteit te Utrecht. Na voltooiing zijner
studiën was hij eenigen tijd als advocaat
ingeschreven bij de Haagsche balie, doch
spoedig trad hij in den diplomatieken
dienst.
In het jaar 1916 werd hij benoemd tot
chef van de afdeeling bescherming van het
departement van buitenlandsche zaken.
Het jaar daarop werd hij aangesteld als
leider van de Britsche afdeeling aan het
gezantschap der Nederlanden te Berlijn
met den titel van minister-resident. Mr.
van Rappard bleef aldaar werkzaam tot
1925, hij werd in 1920 bevorderd tot ge-
zantschapsraad.
Hij vertrok in 1925 naar Rio de Janeiro,
waar H. M. de Koningin hem benoemd
had tot haar buitengewoon gezant en ge
volmachtigd minister. Vier jaar later in
1929, volgde zijn benoeming tot Neder-
landsch gezant te Boekarest, terwijl hij van
1933 af tevens de belangen van Nederland
in Zuid-Slavië als gezant behartigde.
Een jaar later werd mr. van Rappard be
noemd tot gezant te Bern, tevens perma
nent vertegenwoordiger van Nederland
bij den Volkenbond.
Deze functie vervulde hij tot 1937, want
in dat jaar ging hij als opvolger van mr. J.
P. graaf van Limburg Stirum naar Berlijn,
wa?r hij algemeene hoogachting genoot.
Een vrouw door haar man
gedood
Vanochtend kwart voor twaalf heeft
zich in de Koestraat te Amsterdam
een drama afgespeeld, waarvan een
29-jarige vrouw het slachtoffer is ge
worden.
Een ongeveer 36-jarige man heeft
zijn 29-jarige echtgenoote met wie hij
in onmin leefde en niet meer samen
woonde, tijdens een twist met een mes
dermate verwond, dat zij onmiddellijk
overleed. Het slachtoffer was moeder
van vier jeugdige kinderen. De dader
heeft zich na zijn daad bij de politie
aangemeld.
Nader vernemen wij nog het volgende:
De dader, de ongeveer 36-jarige Pom-
mer, die werkloos is, leefde reeds sinds
geruimen tijd met zijn vrouw in onmin.
Op verzoek van zijn echtgenoote was de
man destijds elders gaan wonen. Vele ma
len deed hij moeite zijn vrouw te bewe
gen weer samen te wonen. Tenminste
tweemaal in de week kwam hij in de Koe
straat om zijn vrouw te bezoeken en om
met de vier kinderen, resp. van 6, 4, 3 en
2 jaar te praten. Zijn echtgenoote wilde
echter niets meer van hem weten.
Vanmorgen werd de man gewaarschuwd
dat zijn vrouw bezig was te verhuizen. Er
stond zoo werd hem verteld een drie
wieler voor de deur en de vrouw, daarbij
geholpen door haar broer, was bezig het
huisraad op dezen driewieler te laden.
Onmiddellijk ging de man naar de Koe
straat, waar hij zijn vrouw te spreken
vroeg. Of dit onderhoud inderdaad heeft
plaats gehad en zoo ja, wat daarbij is be
sproken, heeft de politie uiteraard nog
niet kunnen vaststellen.
Echter kan wel worden aangenomen,
dat er een hevige woordenwisseling is
ontstaan. De vrouw was van meening, dat
het huisraad van haar was, terwijl de
man van oordeel was, dat zij er niets over
had te zeggen en dat hij daarover alleen
had te beslissen.
Eenige oogenblikken later is de man de
Koestraat ingeloopen in de richting van
de Kloveniersburgwal. Daar ontmoette hij
een goeden bekende, die hij staande hield.
Hij vroeg hem: „wil je m'n vrouw even in
de gaten houden. Zij is de boel aan het
opladen en wil niets achterlaten. Ik moet
even stempelen".
De vriend is toen wel de Koestraat in
gewandeld, maar meteen doorgeloopen.
De vrouw stond op dat moment bij den
driewieler.
De vriend had niet in de gaten, dat
Pommer hem achterna geloopen was.
Nauwelijks was eerstgenoemde de Koe
straat geheel doorgeloopen toen hij achter
zich een hevig gegil hoorde.
Het drama had zich toen reeds afge-
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
Britsch ambtenaar te Weenen gearres
teerd. (2de blad).
Franscbe regeering verklaart geen ver
dere devaluatie noch wisselcontrole te
wenschen. (2de blad).
Een merkwaardige rede van Roosevelt.
(Ie blad).
Binnenland
De Ned. Gezant te Berlijn hedenmiddag
overleden. (1ste blad).
Vrachtauto door trein gegrepen op on
bewaakten overweg bij Groessen; twee
dooden. (3de blad).
Meisje bij Oudenbosch op onbewaakten
overweg doodgereden. (1ste blad).
Motorongeluk bij Kerkrade eischt twee
dooden. (1ste blad).
Vrouw in Amsterdam door haar man
vermoord. (1ste blad).
PRINSES JULIANA EN PRINS
BERNHARD IN VENETIë
Men meldt ons van officieele zijde dat
H.H.K.K.H.H. Prinses Juliana en Prins
Bernhard heden de bezienswaardigheden
en de verschillende musea in Venetië heb
ben bezichtigd en ook naar het Lido zijn
geweest.
De Prins en de Prinses zijn in Venetë
de gasten geweest van den onlangs afge
treden Italiaanschen Gezant te 's-Graven-
Kage en Markiezin Taliani, die aldaar ver
toeven.
Men seint nader uit Londen aan het
„Vad.":
Prinses Juliana en Prins Bernhard zul
len volgens de Evening Standard de vol
gende maand de gast zijn van mevrouw
William ArbuthnotLeslie op het kasteel
Lickleyhead in Aberdeen Shire.
DE WERELD IN
VOGELVLUCHT
KINGSTON: De Amerikaansche presi
dent Roosevelt is bij gelegenheid van een
reis naar Canada door de universiteit van
Kingston gepromoveerd tot doctor hono
ris causa. Hij heeft daarbij een rede uit
gesproken, welke levendige belangstelling
heeft gewekt. Evenals Cordell Huil heeft
ook Roosevelt woorden gesproken, welke
erop wijzen, dat Amerika zich niet afzijdig
kan blijven houden van hetgeen zich in de
rest van de wereld afspeelt. Dat klinkt
hoopvol en in Engeland wordt de rede dan
ook met warmte begroet. Maar aan den
anderen kant vergete men niet, dat, al zijn
Roosevelt en Huil voorstanders van zoo'n
politiek van niet-afzijdigheid, de groote
massa van het Amerikaansche volk zweert
bij de politiek van „geen verwikkelingen".
In het commentaar op de redevoeringen
van president Roosevelt en Huil schrijft de
„New York Herald Tribune", dat hierin
wordt gezegd, dat de Vereenigde Staten de
democratische mogendheden zouden steu
nen, doch beiden omhullen hun jvoorden
met vaagheid, waaruit schijnt te blijken,
dat de huidige politiek van neutraliteit
niet wordt aangetast. De gebeurtenissen in
Europa worden evenwel ernstiger en het
wordt tijd, dat het Amerikaansche volk ze
beschouwt van een vaster grond, dan de
huidige politiek.
enkele seconden was het ge
beurd.
Pommer was op zijn vrouw toegeloopen
met in de eene hand een dolkmes, waar
mede hij naar zijn vrouw stak. Met vier
steken in den hals, den nek, de pols en in
de zij, zeeg het slachtoffer hevig bloedend
ineen. Zij was bijna op slag dood.
De broer van de vrouw, die op dit mo
ment niet buiten was, doch die het gegil
hoorde, snelde naar buiten, doch het was
reeds te laat.
Wel wist hij den dader het mes te ont
nemen, maar toen waren de steken reeds
toegebracht. De dader verliet daarop de
Koestraat en heeft zich onmiddellijk bij
het politie bureau in de Warmoesstraat
gemeld. Daar is hij ingesloten.
Uiteraard bracht dit drama deze zoo
volkrijke buurt in rep en roer. Vele hon
derden belangstellenden verzamelden zich
in de omgeving van het huis, waarvoor de
moordaanslag zich had afgespeeld. Zij
werden door de politie op een grooten
afstand gehouden. Het gebeurde werd na
tuurlijk druk besproken. Groot is het me
deleven met de vier nog jonge kinderen,
die op deze wijze hun moeder hebben
verloren.
De recherche van het bureau Warmoes
straat heeft onmiddellijk een nauwgezet
onderzoek ingesteld. De G. G. D. heeft het
lijk van de vrouw naar het Binnengast
huis vervoerd.