Pastoor van Zuylens priesterschap 't zilver in Een veertigjarig Priesterfeest in Holland s Polderland DINSDAG 16 AUGUSTUS 193» DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Treffende hulde te Lisse De nieuwe klokken lulden DE FEESTELIJKE INTOCHT Zaterdagavond om half zeven begonnen in Lisse de klokken te luiden. De bronzen stemmen der nieuwe klokken vielen over de daken en de velden ten teeken, dat de jubileerende herder aan de grens der pa rochie was aangekomen. Op dat oogenblik klonk aan den Lisser- dijk de welkomstgroet uit de koperen in strumenten der harmonie „Adolf Kol- ping". De pastoor der St. Agatha-paro- chie, de zeereerw. heer G. A. van Zuylen, ging feestelijk temidden zijner parochia nen terugzien op vijf en twintig jaren priesterschap. En terwijl de feestklokken der H. Aga- tha-kerk, een geschenk aan den zilveren jubilaris, hun vreugdeklanken bleven rondstrooien, vertolkte een der kerkmees ters, de heer J. Berbee, de vreugde der parochianen om de blijde inkomst van den jubilaris op diens parochieel gebied. Hij zeide daarin den jubileerenden pastoor namens de parochie van harte welkom te heeten. En hij zeide er meteen de reden van die vreugde der parochianen bij, die n.l. gezien en gevoeld hadden, dat de pas toor, ofschoon hij eerst twee jaren in hun midden vertoefde, welk verblijf nog on derbroken was wegens ziekte, toch in dien korten tijd het geestelijk leven reeds tot hooger bloei had weten te brengen. Hij wenschte tenslotte den pastoor geluk, namens de geheele parochie en wenschte hem zegen over zijn verderen arbeid. Weer speelde de harmonie en toen be stegen de jubilaris en al degenen, die hem waren verwelkomen, in gereedstaande auto's om door de feestelijke bevlagde parochie naar de kerk te rijden. In zestien auto's namen plaats de kerk meesters, de armmeesters, de vertegen woordigers der standsorganisaties, de commissie van ontvangst, de kapelaans der parochie, eenige andere geestelijken en de priesterstudenten der parochie. In de laatste auto namen plaats de jubileeren de herder en de burgemeester van Lisse, dr. S. Baron van Wijnbergen, met ambts keten omhangen. Deze stoet van auto's reed dan langs Lisserdijk, Kanaalstraat, Julianastraat, Wilhelminastraat, Vreewijk, Heerenweg, Veldhorststraat, Stationsweg, Kanaal straat, Wagenstraat, v. d. Veldestraat, Ka naalstraat, Kapelstraat, Grachtweg, Heere- weg, Achterweg naar de Vuursteeg. Hier stonden leden van jeugdorganisaties opge steld: Kruisvaarders met trommels, Graal- meisjes en St. Joseph gezellen met hun ba nieren. Hier was ook langs korteren weg de harmonie „Adolf Kolping" gekomen om van hier met de leden der jeugdver- eenigingen de stoet van auto's vooraf te gaan en den jubilaris naar de kerk te be geleiden. De vlaggen wapperden van de huizen en op den Heereweg stonden de parochianen rijen dik om den jastoor met gejuich te begroeten. Bij den ingang der kerk moest de politie het verkeer regelen. een film den levensgang van den vereer den president voor hun oog zien afrollen. Deze Warmond-film „met in' de hoofdrol de president" was onweersprekelijk het groote succes van deze voorstelling. De praeses heeft zichzelf verfilmd gezien in zijn dagelijksohe doen en laten, van zons opgang tot zonsondergang, en het aardig ste van alles is, dat de praeses nóch bewust nóch onbewust als acteur is opgetreden. Zónder praeses heeft men het toch klaar gespeeld zijn levensdag buitengewoon gees tig en gevat ue verfilmen. De jubilaris, volmaakt onkundig van het geen hem boven het hoofd hing, heeft zich hij deze voorstelling luide geamuseerd. Het was een filmische geestigheid van den eersten rang, waarvan feesteling en gasten genóten hebben. Ofschoon amateurswerk, door de studenten zelve vervaardigd, trof telkens opnieuw de zeer bekwame, rake en dikwijls ook kunstzinnige opname van het filmbeeld Even geestig en daarin had „Mgr. Riep" met zijn lezing een groot aandeel was de lichtbeelden-reeks, die het leven van den feesteling vanaf zijn geboorte tot op dezen gouden feestdag voor oogen stelde. Het zal den jubilaris het meest goed heb ben gedaan, dat, toen de portretten van zijn vader en moeder op het doek kwamen, de dank en vereering jegens dit voorbeel dig echtpaar, zich uitweg baande in een geestdriftig applaus. Aan deze" ïichtbeelden-serie, die de cli max in 's Praeses levensloop zoo treffelijk aantoonde, sloot zich nauw aan de film van den gloriedag, gisteren beleefd: de triomfale intocht in de gemeente War mond. Deze avond heeft eens te meer bewezen, door het tooneelspel, geleidelijk overgaan de in rolprenten dat de tijden veranderen, doch dat binnen Warmond's muren een gezonde humor levendig blijft, en ook ge apprecieerd wordt. Het geslaagde feestprogramma eindigde in een slotkoor, op Beethoven's plechtige muziek „Die Himmel rühmen", waarvan de tekst inhield een laatste hulde aan den gouden jubilaris op deze aan hulde en waardeering zoo wèlbesteden dag. Reeds buiten was de kerk feestelijk ver sierd. Buiten op het hek en rond den in gang der kerk waren schoone bloemrui kers aangebracht en deze smaakvolle ver siering zette zich voort in de kerk tot op het priesterkoor, dat eveneens schoon en smaakvol was versierd. Op het plein voor de kerk stond een groot aantal bruidjes, die bloemen strooi den voor den jubilaris en die vervolgens in het middenpad een dubbele haag vorm de, waartusschen de pastoor, voorafgegaan door misdienaars en priesters, zijn kerk betrad. Intusschen zong de geheel gevulde kerk het welkomstlied, dat door een der paro chianen was gedicht. Daarna celebreerde de pastoor een plech tig Lof, waarbij de kerkelijke gezangen door het volk worden meegezongen. De pastoor werd hierbij geassisteerd door den zeereerw. heer N. Appelman, rector te Monster, als diaken en den eerw. heer J. van Kesteren, zoon der parochie en student te Mill Hill als subdiaken. De overige priesters, die den pastoor ook aan de grens der parochie hadden verwel komd, n.l. pater Simon Reijnenberg O. C. van Huize „Pius", Father Onderwater van Mill Hill, zoon der parochie, de kapelaans en de priester-studenten, woonden dit plechtig Lof bij. Door de haag van bruidjes in het mid denpad verliet de jubilaris na het Lof we derom de kerk. OP ZONDAG DEN FEESTDAG De Plechtige Hoogmis. De Zondag brak, na een geweldige plas regen gedurende den nacht, aan met laag drijvende wolken, doch dit bracht geen verandering in de feestvreugde der pa rochianen. De plechtige Hoogmis, welke de jubi leerende herder in zijn ranke gothische kerk opdroeg tot dank voor al het goede dat hij in zijn 25-jarige priesterloopbaan, en dat het Katholieke volk door middel van hem mocht ontvangen, ving aan om half 10. De feesteling werd bij het H. Offer ge assisteerd door rector N. Appelman als diaken, den eerw. heer J. v. Kesteren als subdiaken, terwijl de kapelaans de Wit en Willemse als cantores fungeerden. Bo vendien hadden op het priesterkoor plaats genomen: deken Borsboom van Noord- wijk, pater Reijnenberg, father Onderwa ter en de kapelaans der parochie Egberts en de Rooy. Het zangkoor voerde onder de eminen te leiding van zijn directeur, den heer W. A. Mizee, de 3-stemmige Mis van Antonio Lotti, op uitstekende wijze uit, terwijl de Gregoriaansche gezangen van den lOden Zondag na Pinksteren gezongen werden onder leiding van kapelaan Nicolaas. Een bijzonderheid was, dat de Introitus op mu ziek gezongen werd en wel 4-stemmig van J. Cruce. De vaste Gregoriaansche gezan gen werden door het volk meegezongen, waarbij kapelaan v. Ingen op den kansel dirigeerde. Na den H. Dienst voerde het zangkoor het 4-stemmige „Cantate Domino" van Leo Haller uit. De feestpredicatie. Na het Evangelie besteeg pater Engel- bertus O. F. Cap., een stadgenoot en een studiegenoot van den jubileerenden her der (beiden zijn n.l. geboortig uit Delft en hebben gestudeerd op de Seminaries Ha- geveld en Warmond), den kansel tot het houden van de feestpredicatie. Naar aanleiding van de woorden uit het „Magnificat": „De Machtige heeft groote dingen aan mij gedaan" constateerde de redenaar, dat er vreugde was in de har ten van alle parochianen van St. Agatha over 25 jaren priesterleven. Wat is die tijd snel wegge vloden in den Oceaan der eeuwigheid. Hoe goed herin nerde spr. zich nog den tijd, dat de jubila ris en hij als twee onbezorgde jongens door de straten van hun beider vaderstad liepen, dat zij zich beiden voorbereidden tot het priesterschap, Hoe levendig staat hem de dag van de H. Priesterwijding in de St. Bavo door Haarlems opperpriester nog voor den geest! Daar spr. weet, dat het tegen de borst zou stuiten van den ju bileerenden pastoor, indien hij spreken zou over diens persoon, ontvouwt hij ver volgens eenige treffende gedachten over de verhevenheid van het H. Priester schap. Wanneer ik aldus de gewijde rede naar de verhevenheid van den pries ter naar waarheid zou willen beschrijven, zou ik moeten doordringen in de heerlijk heid van den Drievuldigen God zelf. Want de oneindige Drievuldigheid heeft haar macht meegedeeld aan den priester. De scheppingsmacht van den Vader: want de priester doet eiken dag opnieuw den Zoon van God neerdalen op het altaar. De wijsheid van den Zoon: want de priester is aangesteld om het Licht der wereld te doen lichten in de duisternis, waarin het menschdom is gezeten. De genadegaven van den H. Geest: want de priester is gezalfd tot uitdeeler van Gods genaden. Voorts werkte de kanselredenaar de ge dachte uit, dat de priester een „andere Christus" is, gezonden om te troosten, te verlossen en de geloovigen bij te staan op den zwaren weg van de wieg naar het graf. Als conclusie van deze overwegingen spoorde hij zijn hoorders aan, den band van eenheid tusschen volk en priester te bewaren en te bidden voor den herder der parochie. Hij sloot zijn aandachtig gevolg de predicatie met een hartelijk woord van gelukwensch tot den jubilaris en diens gelukkige familie. RECEPTIE. Des middags om half één had in een der localen van de St. Joseph-school de offi- cieele receptie plaats, welke alleen toe gankelijk was voor genoodigden. Door een haag van Kruisvaartjongens en Graalmeis- jes betrad de pastoor het gebouw, waar zich de genoodigden, als de officieele ver tegenwoordigers van de parochie, reeds hadden verzameld. Daar waren aanwezig: de burgemeester en mevr. v. Wijnbergen, de leden der R.K. raadsfractie, de leden van het eere-comité en van het uitvoe rend comité, de kerkmeesters, de besturen^ van zangkoor, R.K. Volksbond, R.K. Vrou wenbond, Hanze, L.T.B., de directeur van de Hobaho, notaris v. Pelt, het personeel van de school en de zusters van de meis jesschool, en voorts degenen, die hun auto's beschikbaar hadden gesteld en de helpers bij de versiering. De pastoor was omringd van zijn familie en van de reeds genoemde geestelijkheid, welke op dezen dag zijn gast was, waarbij zich thans nog gevoegd hadden de oud-kapelaans der pa rochie H. Tabink en J. Schotten. „Overhandiging" van het feestgeschenk. De voorzitter van het uitvoerend comi té, kapelaan v. Ingen, sprak den jubilaris toe teneinde hem het cadeau der parochie, de groote klok, officieel aan te bieden. Hij memoreerde de voorgeschiedenis van dit geschenk, hoe de pastoor niets voor zich zelf wilde hebben en hoe men een ge schenk wilde geven dat „sprak" tot het volk. Door een groote gift van een paro chiaan, die onbekend wenschte te blijven, voor een tweede klok in den toren, kwam men op de gedachte om er een derde groo te klok aan toe te voegen als parochie geschenk. De geloovigen weten, dat de pastoor hen graag naar Gods huis roept. Thans zal zijn stem krachtiger klinken en zal het voor den pastoor zelf ook een vreugde zijn de klokken te hooren luiden. Kap. v. Ingen „overhandigde" ten slotte het feestgeschenkin den vorm van een welgelijkende en fraaie foto. Een gelukwensch namens allen De voorzitter van het eere-comité, bur gemeester dr. S. F. A. M. baron van Wijn bergen, sprak vervolgens uit naam van alle parochianen van St. Agatha, aanwezig in feite of aanwezig in den geest, een woord van gelukwensch en dankbaar heid. Mijnheer pastoor, wij weten, dat gij er niet van houdt uitbundig te worden toe gesproken, maar tóch, één onzer móet spreken en mag niet zwijgen, omdat gij op dezen hoogtijdag ónze pastoor zijt en om dat uw parochianen bij monde van één hunner uiting willen geven aan hun eer bied en hun blijdschap en hun hartelijke wenschen, omdat uw parochianen van dezen dag gebruik willen maken om u te zeggen, dat zij hopen, dat uw arbeid voor hun zielenheil doeltreffend en, als God het wil, langdurig moge zijn. Voor leeken is het uiterst moeilijk een priester juist in zijn priesterschap te hul digen, en des te zwaarder valt het spreken, naarmate de gedachten hooger stijgen en dus eenvoudiger en minder woorden be hoevend worden; men staat als sprakeloos, wanneer ons denken uiteraard en tevens vol schroom den band beroert tusschen priesterschap en de Godheid zelve. Is het daarom niet begrijpelijk, dat onze pastoor geen redevoeringen wenschte, om dat hij ons eenerzijds het bemerken on zer onmondigheid wil besparen en ander zijds toespraken, die niet het priester schap in zijn wezen trachten te raken, af wijst als ij dele taal, als taal, die voorbij gaat aan datgene, waarop het juist en ieeniglijk aankomt. En toch durven en zullen wij spreken, omdat wij niet willen, dat aan den luister van uw feestdag, mijnheer pastoor, de openlijke heilwensch van uw parochianen ontbreken zou. Wij willen op dezen dag in de kerk en buiten de kerk rondom onzen pastoor staan om hem te zeggen, dat wij er blij over zijn, dat hij zijn zilveren priesterfeest viert als onze zielenherder Wij willen hem zeggen, dat wij hem dankbaar zijn voor zijn voorbeeld en zijn ijver. Wij willen hem zeggen, dat, al is het ge heimenis van het heilig Priesterschap in zijn diepste wezen voor ons ondoordring baar en onontsluierd, wij toch onzen Ca techismus genoeg kennen, om hem en zijn priesterlijke medewerkers in onze paro chie in waarheid en met vreugde te eeren als onze priesters. Wij weten, dat wij onze priesters noo- dig hebben op heel onzen levensgang; zij leeren ons het hoofd op te heffen van deze aarde, waar naast veel schoons ook veel zorg en ellende is, naar dat, wat boven de aarde is; zij leeren ons niet afzijdig te blij ven in den geweldigen strijd der geesten; zij wijzen ons steeds weer den weg naar Hem, Wien alle macht in den hemel en op aarde gegeven is; zij onderrichten ons in het eenig-noodige; zij leeren ons de din gen te zien in hun juiste waarde, het groote als groot en het'kleine ais klein. Met elkaar hebben wij onzen pastoor een geschenk gegeven, een nieuwen klok in den toren; 't is een geschenk van de parochie aan den parochie-herder, beter nog, een geschenk van de parochie aan zichzelve in den persoon van haar herder bij gelegenheid van diens feest; ik zeg 't in dezen vorm, omdat daardoor beter uit komt de eenheid van ons allen, de eenheid van priesters en leeken met elkaar, de eenheid van ons, parochianen van St. Agatha, met onze eigen geestelijkheid, met wie wij te samen den strijd voor het goede, op de allereerste plaats ieder in zijn eigen binnenste, te strijden hebben. Alles wijst er op, dat de samenwerking tusschen priesters en geloovigen in de naaste toekomst nog veel nauwer en noo- diger zal worden, nu de Paus dcor de Ka tholieke Actie de leeken oproept om sa men met de priesters het Christendom te verdedigen en uit te breiden. Laten wij op dezen feestdag onzen pas toor beloven, ons beter nog dan vroeger open te stellen voor zijn woord. Als mensch wenschen wij den feesteling een blijvende goede g-ezondheid toe en een arbeid van vele jaren in ons midden: ook de tijd is een goede gave Gods. De klokken van St. Agatha, pas plech tig gewijd, zullen een herinnering blij\en aan dezen dag. Zij zullen ons, levend, roepen ter kerke; ze zullen luiden onze uitvaart; hoog han gen ze in den toren, maar hun geluid zal naar bedenen galmen over al onze wo ningen. Luid en heilzaam mogen de klokken luiden van St. Agatha. Mijnheer pastoor, ik moge eindigen met den dichter Guido Gezelle tot u te laten spreken: „Gij leert ons, ja, met raad en daad, de wereld tegenstreven; wij gaan al waar gij voorengaat naar 't eindloos beter leven". Mijnheer pastoor, de parochie van St. Agatha, uw eigen parochie, wenscht u ge luk op uw zilveren Priesterfeest; zij wenscht u dit oprecht en van ganscher harte en in volle mate. De pastoor dankt Nadat een dronk en een driewerf hoera op den pastoor was uitgebracht, dankte de jubilaris voor de woorden van geluk wensch. „Ik ben er zoo blij om, zeide hij, dat de eigenlijke beteekenis van dit feest zoo duidelijk naar voren is gebracht. Het is geen feest van mijn persoon maar van mijn priesterschap". Spr. brengt zijn pa rochianen dank voor de gebeden, welke zij voor zijn herstel hebben gestort, voor alles wat zij in den tijd van voorbereiding tot dit feest hebben gedaan, voor de hulde hem bij zijn ontvangst bereid, voor het geschenk, voor de H. Communies van dien morgen, voor hun opkomst in de Hoogmis en tenslotte voor de toespraken in deze zaal. Het is zijn vurige wensch, dat het heerlijke geloof in de groote beteekenis van het H. Priesterschap bewaard moge blijven en moge toenemen in de harten der parochianen. Vervolgens drukten alles den pastoor de hand, waarna aan de parochianen, vrienden en bekenden van den jubilaris gelegenheid werd gegeven van hun waar deering en medeleven te getuigen. PLECHTIG DANKLOF Tijdens het plechtig Lof, dat 's avonds om 7 uur werd gehouden de pastoor werd hierbij geassisteerd door pater En- gelbertus als diaken en den eerw. heer J. v. Kesteren als subdiaken sprak de jubileerende herder zijn parochianen nog maals toe. „Op dezen dag past mij een diepe dank baarheid voor het feit, dat ik 25 jaar het heerlijk ambt van priester heb mogen uit oefenen", zeide hij. Hij bracht op de aller eerste plaats dank aan God, maar vervol gens herdacht hij ook in dankbaarheid zijn overleden ouders, aan wie hij zijn roeping te danken had. Dank bracht spr. ook aan zijn parochianen, die zooveel gebeden had den voor zijn herstel en die dezen dag voor hem tot een hoogtij-dag hadden ge maakt en hij besloot met hun aller gebed te vragen. In de jubelend „Te Deum" steeg de dankbaarheid der St. Agatha-parochie ten hemel. PAROCHIE-AVOND De viering van het zilveren feest van den pastoor heeft in Lisse niet uitsluitend een kerkelijk karakter gedragen. In de groote zaal van den R.K. Volksbond was 's avonds een parochie-avond georgani seerd, welke Maandagavond herhaald is en vanavond voor het laatst wordt ge geven. Doch al is deze parochie-avond geen kerkelijke feestelijkheid, hij draagt toch sterk het stempel van waardeering voor het priesterschap. Het eerste gedeelte be staat nl. uit een declamatorium met muziek en zang, getiteld „De priester", en is een „woord van diepe vreugde om de gena den in den priester als Godsgezant den menschen geschonken", zooals de zegger van den proloog het verklaart. Het decla matorium wordt gesproken en gezongen door jongens en meisjes van de verschil lende parochieele jeugdvereenigingen. In beeldrijke en schoone taal van Ga briel Smit vertellen om beurt de kleinere en de oudere jongens en meisjes wat de leiding van den priester voor hen betee- kent. Frank en vrij en duidelijk werd alles gezegd; ook de kleineren kenden hun woordje goed. Daarna wordt „De schamele straatzan ger en het mirakuleuze Lieve Vrouwke" gespeeld van Joz. v. d. Eynde, een legen de op geestige wijze overgezet in den mo dernen tijd. Een oude legende verhaalt hoe een arm straatzangertje, dat den lof bezong van O. L. Vrouw, een der gouden muiltjes van het miraculeuze beeld ca deau kreeg. Natuurlijk werd hij beschul digd van heiligschennende diefstal en ver oordeeld tot de strop. Maar ten tweede ma le kwam het mirakel te hulp en redde hem van de galg. De vermenging van dit Middeleeuwsche verhaal met toestanden uit den tegenwoordigen tijd geeft aan dit spel iets zeer aantrekkelijks en bekoorlijks. Onder regie van Jan Muller werd het door de tooneelisten met veel ambitie opgevoerd en zelfs hier en daar met veel talent. De rol van den rechter bijv. werd door Chr. v. d. Eist' zeer goed gespeeld, de charge was hier uitstekend op z'n plaats. De „schamele zanger" Fredje deed 't ondanks zijn jeugd ook goed. En dan die kostelijke politie-agent! En de brave goudsmid met z'n helleveeg van 'n wijf! En de voorbeel dig stille Lieve Vrouw in haar eng huisje! Maar zoo gaan we het heele programma af en dat is niet de bedoeling. Er werd goed gespeeld, soms uitstekend, alleen let te men vooral op den dialoog, die vlotheid eischt; zelfs de kleinste haperingen door onvoldoende rolvastheid werken zoo sto rend. Pastoor Th. Kwakman jubileert. De feestelijke intocht van den jubilee renden Herder der parochie is voor de or ganisatoren en niet minder voor de organi satrices een groot succes geworden. Reeds vroeg in den namiddag heerschte'er op het anders zoo rustige dorp een feestelijke drukte, die nog verhoogd werd door de aan wezigheid van vele watersportbeoefenaars, die met hun vaartuigen naar hier waren gekomen om getuige te zijn van 'het fees telijk gebeuren Te ongeveer vijf uur Yerzamelden zich een honderdtal bruidjes in het schoolge bouw om daar door de zorg der dames onderwijzeressen met eenige vriendelijke helpsters in een vijftal verschillende kleu ren te worden „opgetuigd" en daarna in welwillend beschikbaar gesteldé auto's van verschillende mgezetenen naar de Zuid grens der parochie te worden gebracht. Ook de comité-leden hadden zich inmid dels derwaarts begeven om den Jubilaris, cie uit de richting Hoogmade zou aankomen op te wachten. Spoedig kwamen de twee rijtuigen aan,, de paarden .gepluimd in pauselijke kleuren, oe koetsiers in keurige livrei. In het voorste rijtuig hadden plaats ge nomen de Jubilaris, de zeereerw. heer Th. Kwakman met zijn zuster Mej. Kwakman en zijn neef de weleerw. heer Steur, kape laan te Rotterdam; in het tweede rijtuig zaten de heeren Kerkmeesters. Toespraak van den Burgemeester. Weldra arriveerde de weled. gestr. heer mr. Peek, Burgemeester der gemeente Al- kemade, die op deze plaats, tevens nage noeg de gren= der gemeente, den feeste ling een welKomstwoord zou toespreken. Terwijl intujMohefi de feeststoet werd ge formeerd, heette de Burgemeester den ju bileerenden Herder hartelijk welkom na mens alle parochianen. Spreker consta teerde, dat er voor den Pastoor reden was tot groote vreugde en dankbaarheid, vreug de over een veertigjarige Priesterloopbaan door God op zoo zichtbare wijze gezegend, want hoewel in den dienst van God ver grijsd, geniet pastoor Kwakman nog een zoo blakende gezondheid, dat menig zil veren jubilaris hem die zou kunnen be nijden. Dankbaarheid wegens de hooge uit verkiezing, die veertig jaar geleden door de H. Priesterwijding werd bekroond en voor de vele genaden en gunsten in die veertien jaren van den Allerhoogste ver kregen. Maar naast de dankbaarheid jegens God, merkte spreker op, was er ook reden tot dankbaarheid jegens de parochianen, die op zoo ondubbelzinnige wijze uiting geven aan hun vreugde op den feestdag van hun Pastoor en die vreugde demon- streeren in een luisterrijken feeststoet, die aanstonds zou gaan trekken langs de met vlaggen getooide huizen naar het versierde Kerkgebouw. Spreker besloot met d'en wensch, dat de Jubilaris in al die uitngen van feestvreugde mocht zien het bewijs van liefde en volgzaamheid van allen, die aan zijn zorgen zijn toevertrouwd en dat het hem een aansporing mocht zijn om in de toekomst met dezelfde liefde en toewijding aan het heil der zielen te arbeiden tot in lengte van dagen. Na een driewerf hoera op den Jubilaris te hebben uitgebracht, waarmede de verzamelde menigte spon taan instemde, steeg de Burgemeester in het eerste rijtuig, waarna de stoet zich in beweging zette De feeststoet. De stoet werd geopend door een dertig tal ruiters met sjerp en pet in de pause lijke kleuren. Dan volgden een dertigtal wielrijders evereens met sjerp, waarachter de harmonie van de heerlijkheid Hoog- mftd», dl* zich belangeloos beschikbaar had

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7