Pastoor van Zuylens priesterschap
't zilver
in
Een veertigjarig Priesterfeest in
Holland s Polderland
DINSDAG 16 AUGUSTUS 193»
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
Treffende hulde te Lisse
De nieuwe klokken lulden
DE FEESTELIJKE INTOCHT
Zaterdagavond om half zeven begonnen
in Lisse de klokken te luiden. De bronzen
stemmen der nieuwe klokken vielen over
de daken en de velden ten teeken, dat de
jubileerende herder aan de grens der pa
rochie was aangekomen.
Op dat oogenblik klonk aan den Lisser-
dijk de welkomstgroet uit de koperen in
strumenten der harmonie „Adolf Kol-
ping". De pastoor der St. Agatha-paro-
chie, de zeereerw. heer G. A. van Zuylen,
ging feestelijk temidden zijner parochia
nen terugzien op vijf en twintig jaren
priesterschap.
En terwijl de feestklokken der H. Aga-
tha-kerk, een geschenk aan den zilveren
jubilaris, hun vreugdeklanken bleven
rondstrooien, vertolkte een der kerkmees
ters, de heer J. Berbee, de vreugde der
parochianen om de blijde inkomst van den
jubilaris op diens parochieel gebied. Hij
zeide daarin den jubileerenden pastoor
namens de parochie van harte welkom te
heeten. En hij zeide er meteen de reden
van die vreugde der parochianen bij, die
n.l. gezien en gevoeld hadden, dat de pas
toor, ofschoon hij eerst twee jaren in hun
midden vertoefde, welk verblijf nog on
derbroken was wegens ziekte, toch in dien
korten tijd het geestelijk leven reeds tot
hooger bloei had weten te brengen.
Hij wenschte tenslotte den pastoor
geluk, namens de geheele parochie en
wenschte hem zegen over zijn verderen
arbeid.
Weer speelde de harmonie en toen be
stegen de jubilaris en al degenen, die hem
waren verwelkomen, in gereedstaande
auto's om door de feestelijke bevlagde
parochie naar de kerk te rijden.
In zestien auto's namen plaats de kerk
meesters, de armmeesters, de vertegen
woordigers der standsorganisaties, de
commissie van ontvangst, de kapelaans der
parochie, eenige andere geestelijken en
de priesterstudenten der parochie. In de
laatste auto namen plaats de jubileeren
de herder en de burgemeester van Lisse,
dr. S. Baron van Wijnbergen, met ambts
keten omhangen.
Deze stoet van auto's reed dan langs
Lisserdijk, Kanaalstraat, Julianastraat,
Wilhelminastraat, Vreewijk, Heerenweg,
Veldhorststraat, Stationsweg, Kanaal
straat, Wagenstraat, v. d. Veldestraat, Ka
naalstraat, Kapelstraat, Grachtweg, Heere-
weg, Achterweg naar de Vuursteeg. Hier
stonden leden van jeugdorganisaties opge
steld: Kruisvaarders met trommels, Graal-
meisjes en St. Joseph gezellen met hun ba
nieren. Hier was ook langs korteren weg
de harmonie „Adolf Kolping" gekomen
om van hier met de leden der jeugdver-
eenigingen de stoet van auto's vooraf te
gaan en den jubilaris naar de kerk te be
geleiden.
De vlaggen wapperden van de huizen en
op den Heereweg stonden de parochianen
rijen dik om den jastoor met gejuich te
begroeten.
Bij den ingang der kerk moest de politie
het verkeer regelen.
een film den levensgang van den vereer
den president voor hun oog zien afrollen.
Deze Warmond-film „met in' de hoofdrol
de president" was onweersprekelijk het
groote succes van deze voorstelling. De
praeses heeft zichzelf verfilmd gezien in
zijn dagelijksohe doen en laten, van zons
opgang tot zonsondergang, en het aardig
ste van alles is, dat de praeses nóch bewust
nóch onbewust als acteur is opgetreden.
Zónder praeses heeft men het toch klaar
gespeeld zijn levensdag buitengewoon gees
tig en gevat ue verfilmen.
De jubilaris, volmaakt onkundig van het
geen hem boven het hoofd hing, heeft zich
hij deze voorstelling luide geamuseerd.
Het was een filmische geestigheid van den
eersten rang, waarvan feesteling en gasten
genóten hebben. Ofschoon amateurswerk,
door de studenten zelve vervaardigd, trof
telkens opnieuw de zeer bekwame, rake
en dikwijls ook kunstzinnige opname van
het filmbeeld
Even geestig en daarin had „Mgr. Riep"
met zijn lezing een groot aandeel was
de lichtbeelden-reeks, die het leven van
den feesteling vanaf zijn geboorte tot op
dezen gouden feestdag voor oogen stelde.
Het zal den jubilaris het meest goed heb
ben gedaan, dat, toen de portretten van
zijn vader en moeder op het doek kwamen,
de dank en vereering jegens dit voorbeel
dig echtpaar, zich uitweg baande in een
geestdriftig applaus.
Aan deze" ïichtbeelden-serie, die de cli
max in 's Praeses levensloop zoo treffelijk
aantoonde, sloot zich nauw aan de film
van den gloriedag, gisteren beleefd: de
triomfale intocht in de gemeente War
mond.
Deze avond heeft eens te meer bewezen,
door het tooneelspel, geleidelijk overgaan
de in rolprenten dat de tijden veranderen,
doch dat binnen Warmond's muren een
gezonde humor levendig blijft, en ook ge
apprecieerd wordt.
Het geslaagde feestprogramma eindigde
in een slotkoor, op Beethoven's plechtige
muziek „Die Himmel rühmen", waarvan de
tekst inhield een laatste hulde aan den
gouden jubilaris op deze aan hulde en
waardeering zoo wèlbesteden dag.
Reeds buiten was de kerk feestelijk ver
sierd. Buiten op het hek en rond den in
gang der kerk waren schoone bloemrui
kers aangebracht en deze smaakvolle ver
siering zette zich voort in de kerk tot op
het priesterkoor, dat eveneens schoon en
smaakvol was versierd.
Op het plein voor de kerk stond een
groot aantal bruidjes, die bloemen strooi
den voor den jubilaris en die vervolgens
in het middenpad een dubbele haag vorm
de, waartusschen de pastoor, voorafgegaan
door misdienaars en priesters, zijn kerk
betrad.
Intusschen zong de geheel gevulde kerk
het welkomstlied, dat door een der paro
chianen was gedicht.
Daarna celebreerde de pastoor een plech
tig Lof, waarbij de kerkelijke gezangen
door het volk worden meegezongen. De
pastoor werd hierbij geassisteerd door den
zeereerw. heer N. Appelman, rector te
Monster, als diaken en den eerw. heer J.
van Kesteren, zoon der parochie en student
te Mill Hill als subdiaken.
De overige priesters, die den pastoor ook
aan de grens der parochie hadden verwel
komd, n.l. pater Simon Reijnenberg O. C.
van Huize „Pius", Father Onderwater van
Mill Hill, zoon der parochie, de kapelaans
en de priester-studenten, woonden dit
plechtig Lof bij.
Door de haag van bruidjes in het mid
denpad verliet de jubilaris na het Lof we
derom de kerk.
OP ZONDAG DEN FEESTDAG
De Plechtige Hoogmis.
De Zondag brak, na een geweldige plas
regen gedurende den nacht, aan met laag
drijvende wolken, doch dit bracht geen
verandering in de feestvreugde der pa
rochianen.
De plechtige Hoogmis, welke de jubi
leerende herder in zijn ranke gothische
kerk opdroeg tot dank voor al het goede
dat hij in zijn 25-jarige priesterloopbaan,
en dat het Katholieke volk door middel
van hem mocht ontvangen, ving aan om
half 10.
De feesteling werd bij het H. Offer ge
assisteerd door rector N. Appelman als
diaken, den eerw. heer J. v. Kesteren als
subdiaken, terwijl de kapelaans de Wit
en Willemse als cantores fungeerden. Bo
vendien hadden op het priesterkoor plaats
genomen: deken Borsboom van Noord-
wijk, pater Reijnenberg, father Onderwa
ter en de kapelaans der parochie Egberts
en de Rooy.
Het zangkoor voerde onder de eminen
te leiding van zijn directeur, den heer W.
A. Mizee, de 3-stemmige Mis van Antonio
Lotti, op uitstekende wijze uit, terwijl de
Gregoriaansche gezangen van den lOden
Zondag na Pinksteren gezongen werden
onder leiding van kapelaan Nicolaas. Een
bijzonderheid was, dat de Introitus op mu
ziek gezongen werd en wel 4-stemmig van
J. Cruce. De vaste Gregoriaansche gezan
gen werden door het volk meegezongen,
waarbij kapelaan v. Ingen op den kansel
dirigeerde.
Na den H. Dienst voerde het zangkoor
het 4-stemmige „Cantate Domino" van Leo
Haller uit.
De feestpredicatie.
Na het Evangelie besteeg pater Engel-
bertus O. F. Cap., een stadgenoot en een
studiegenoot van den jubileerenden her
der (beiden zijn n.l. geboortig uit Delft en
hebben gestudeerd op de Seminaries Ha-
geveld en Warmond), den kansel tot het
houden van de feestpredicatie.
Naar aanleiding van de woorden uit het
„Magnificat": „De Machtige heeft groote
dingen aan mij gedaan" constateerde de
redenaar, dat er vreugde was in de har
ten van alle parochianen van St. Agatha
over 25 jaren priesterleven.
Wat is die tijd snel wegge vloden in den
Oceaan der eeuwigheid. Hoe goed herin
nerde spr. zich nog den tijd, dat de jubila
ris en hij als twee onbezorgde jongens
door de straten van hun beider vaderstad
liepen, dat zij zich beiden voorbereidden
tot het priesterschap, Hoe levendig staat
hem de dag van de H. Priesterwijding in
de St. Bavo door Haarlems opperpriester
nog voor den geest! Daar spr. weet, dat
het tegen de borst zou stuiten van den ju
bileerenden pastoor, indien hij spreken
zou over diens persoon, ontvouwt hij ver
volgens eenige treffende gedachten over
de verhevenheid van het H. Priester
schap.
Wanneer ik aldus de gewijde rede
naar de verhevenheid van den pries
ter naar waarheid zou willen beschrijven,
zou ik moeten doordringen in de heerlijk
heid van den Drievuldigen God zelf.
Want de oneindige Drievuldigheid heeft
haar macht meegedeeld aan den priester.
De scheppingsmacht van den Vader: want
de priester doet eiken dag opnieuw den
Zoon van God neerdalen op het altaar.
De wijsheid van den Zoon: want de
priester is aangesteld om het Licht der
wereld te doen lichten in de duisternis,
waarin het menschdom is gezeten.
De genadegaven van den H. Geest:
want de priester is gezalfd tot uitdeeler
van Gods genaden.
Voorts werkte de kanselredenaar de ge
dachte uit, dat de priester een „andere
Christus" is, gezonden om te troosten, te
verlossen en de geloovigen bij te staan op
den zwaren weg van de wieg naar het graf.
Als conclusie van deze overwegingen
spoorde hij zijn hoorders aan, den band
van eenheid tusschen volk en priester te
bewaren en te bidden voor den herder der
parochie. Hij sloot zijn aandachtig gevolg
de predicatie met een hartelijk woord
van gelukwensch tot den jubilaris en
diens gelukkige familie.
RECEPTIE.
Des middags om half één had in een der
localen van de St. Joseph-school de offi-
cieele receptie plaats, welke alleen toe
gankelijk was voor genoodigden. Door een
haag van Kruisvaartjongens en Graalmeis-
jes betrad de pastoor het gebouw, waar
zich de genoodigden, als de officieele ver
tegenwoordigers van de parochie, reeds
hadden verzameld. Daar waren aanwezig:
de burgemeester en mevr. v. Wijnbergen,
de leden der R.K. raadsfractie, de leden
van het eere-comité en van het uitvoe
rend comité, de kerkmeesters, de besturen^
van zangkoor, R.K. Volksbond, R.K. Vrou
wenbond, Hanze, L.T.B., de directeur van
de Hobaho, notaris v. Pelt, het personeel
van de school en de zusters van de meis
jesschool, en voorts degenen, die hun
auto's beschikbaar hadden gesteld en de
helpers bij de versiering. De pastoor was
omringd van zijn familie en van de reeds
genoemde geestelijkheid, welke op dezen
dag zijn gast was, waarbij zich thans nog
gevoegd hadden de oud-kapelaans der pa
rochie H. Tabink en J. Schotten.
„Overhandiging" van het feestgeschenk.
De voorzitter van het uitvoerend comi
té, kapelaan v. Ingen, sprak den jubilaris
toe teneinde hem het cadeau der parochie,
de groote klok, officieel aan te bieden. Hij
memoreerde de voorgeschiedenis van dit
geschenk, hoe de pastoor niets voor zich
zelf wilde hebben en hoe men een ge
schenk wilde geven dat „sprak" tot het
volk. Door een groote gift van een paro
chiaan, die onbekend wenschte te blijven,
voor een tweede klok in den toren, kwam
men op de gedachte om er een derde groo
te klok aan toe te voegen als parochie
geschenk. De geloovigen weten, dat de
pastoor hen graag naar Gods huis roept.
Thans zal zijn stem krachtiger klinken en
zal het voor den pastoor zelf ook een
vreugde zijn de klokken te hooren luiden.
Kap. v. Ingen „overhandigde" ten slotte
het feestgeschenkin den vorm van
een welgelijkende en fraaie foto.
Een gelukwensch namens allen
De voorzitter van het eere-comité, bur
gemeester dr. S. F. A. M. baron van Wijn
bergen, sprak vervolgens uit naam van
alle parochianen van St. Agatha, aanwezig
in feite of aanwezig in den geest, een
woord van gelukwensch en dankbaar
heid.
Mijnheer pastoor, wij weten, dat gij er
niet van houdt uitbundig te worden toe
gesproken, maar tóch, één onzer móet
spreken en mag niet zwijgen, omdat gij op
dezen hoogtijdag ónze pastoor zijt en om
dat uw parochianen bij monde van één
hunner uiting willen geven aan hun eer
bied en hun blijdschap en hun hartelijke
wenschen, omdat uw parochianen van
dezen dag gebruik willen maken om u te
zeggen, dat zij hopen, dat uw arbeid voor
hun zielenheil doeltreffend en, als God
het wil, langdurig moge zijn.
Voor leeken is het uiterst moeilijk een
priester juist in zijn priesterschap te hul
digen, en des te zwaarder valt het spreken,
naarmate de gedachten hooger stijgen en
dus eenvoudiger en minder woorden be
hoevend worden; men staat als sprakeloos,
wanneer ons denken uiteraard en tevens
vol schroom den band beroert tusschen
priesterschap en de Godheid zelve.
Is het daarom niet begrijpelijk, dat onze
pastoor geen redevoeringen wenschte, om
dat hij ons eenerzijds het bemerken on
zer onmondigheid wil besparen en ander
zijds toespraken, die niet het priester
schap in zijn wezen trachten te raken, af
wijst als ij dele taal, als taal, die voorbij
gaat aan datgene, waarop het juist en
ieeniglijk aankomt.
En toch durven en zullen wij spreken,
omdat wij niet willen, dat aan den luister
van uw feestdag, mijnheer pastoor, de
openlijke heilwensch van uw parochianen
ontbreken zou.
Wij willen op dezen dag in de kerk en
buiten de kerk rondom onzen pastoor
staan om hem te zeggen, dat wij er blij
over zijn, dat hij zijn zilveren priesterfeest
viert als onze zielenherder
Wij willen hem zeggen, dat wij hem
dankbaar zijn voor zijn voorbeeld en zijn
ijver.
Wij willen hem zeggen, dat, al is het ge
heimenis van het heilig Priesterschap in
zijn diepste wezen voor ons ondoordring
baar en onontsluierd, wij toch onzen Ca
techismus genoeg kennen, om hem en zijn
priesterlijke medewerkers in onze paro
chie in waarheid en met vreugde te eeren
als onze priesters.
Wij weten, dat wij onze priesters noo-
dig hebben op heel onzen levensgang; zij
leeren ons het hoofd op te heffen van deze
aarde, waar naast veel schoons ook veel
zorg en ellende is, naar dat, wat boven de
aarde is; zij leeren ons niet afzijdig te blij
ven in den geweldigen strijd der geesten;
zij wijzen ons steeds weer den weg naar
Hem, Wien alle macht in den hemel en op
aarde gegeven is; zij onderrichten ons in
het eenig-noodige; zij leeren ons de din
gen te zien in hun juiste waarde, het
groote als groot en het'kleine ais klein.
Met elkaar hebben wij onzen pastoor
een geschenk gegeven, een nieuwen klok
in den toren; 't is een geschenk van de
parochie aan den parochie-herder, beter
nog, een geschenk van de parochie aan
zichzelve in den persoon van haar herder
bij gelegenheid van diens feest; ik zeg 't
in dezen vorm, omdat daardoor beter uit
komt de eenheid van ons allen, de eenheid
van priesters en leeken met elkaar, de
eenheid van ons, parochianen van St.
Agatha, met onze eigen geestelijkheid, met
wie wij te samen den strijd voor het goede,
op de allereerste plaats ieder in zijn eigen
binnenste, te strijden hebben.
Alles wijst er op, dat de samenwerking
tusschen priesters en geloovigen in de
naaste toekomst nog veel nauwer en noo-
diger zal worden, nu de Paus dcor de Ka
tholieke Actie de leeken oproept om sa
men met de priesters het Christendom te
verdedigen en uit te breiden.
Laten wij op dezen feestdag onzen pas
toor beloven, ons beter nog dan vroeger
open te stellen voor zijn woord.
Als mensch wenschen wij den feesteling
een blijvende goede g-ezondheid toe en een
arbeid van vele jaren in ons midden: ook
de tijd is een goede gave Gods.
De klokken van St. Agatha, pas plech
tig gewijd, zullen een herinnering blij\en
aan dezen dag.
Zij zullen ons, levend, roepen ter kerke;
ze zullen luiden onze uitvaart; hoog han
gen ze in den toren, maar hun geluid zal
naar bedenen galmen over al onze wo
ningen.
Luid en heilzaam mogen de klokken
luiden van St. Agatha.
Mijnheer pastoor, ik moge eindigen met
den dichter Guido Gezelle tot u te laten
spreken:
„Gij leert ons, ja, met raad en daad,
de wereld tegenstreven;
wij gaan al waar gij voorengaat
naar 't eindloos beter leven".
Mijnheer pastoor, de parochie van St.
Agatha, uw eigen parochie, wenscht u ge
luk op uw zilveren Priesterfeest; zij
wenscht u dit oprecht en van ganscher
harte en in volle mate.
De pastoor dankt
Nadat een dronk en een driewerf hoera
op den pastoor was uitgebracht, dankte de
jubilaris voor de woorden van geluk
wensch. „Ik ben er zoo blij om, zeide hij,
dat de eigenlijke beteekenis van dit feest
zoo duidelijk naar voren is gebracht. Het
is geen feest van mijn persoon maar van
mijn priesterschap". Spr. brengt zijn pa
rochianen dank voor de gebeden, welke
zij voor zijn herstel hebben gestort, voor
alles wat zij in den tijd van voorbereiding
tot dit feest hebben gedaan, voor de hulde
hem bij zijn ontvangst bereid, voor het
geschenk, voor de H. Communies van dien
morgen, voor hun opkomst in de Hoogmis
en tenslotte voor de toespraken in deze
zaal. Het is zijn vurige wensch, dat het
heerlijke geloof in de groote beteekenis
van het H. Priesterschap bewaard moge
blijven en moge toenemen in de harten der
parochianen.
Vervolgens drukten alles den pastoor
de hand, waarna aan de parochianen,
vrienden en bekenden van den jubilaris
gelegenheid werd gegeven van hun waar
deering en medeleven te getuigen.
PLECHTIG DANKLOF
Tijdens het plechtig Lof, dat 's avonds
om 7 uur werd gehouden de pastoor
werd hierbij geassisteerd door pater En-
gelbertus als diaken en den eerw. heer
J. v. Kesteren als subdiaken sprak de
jubileerende herder zijn parochianen nog
maals toe.
„Op dezen dag past mij een diepe dank
baarheid voor het feit, dat ik 25 jaar het
heerlijk ambt van priester heb mogen uit
oefenen", zeide hij. Hij bracht op de aller
eerste plaats dank aan God, maar vervol
gens herdacht hij ook in dankbaarheid zijn
overleden ouders, aan wie hij zijn roeping
te danken had. Dank bracht spr. ook aan
zijn parochianen, die zooveel gebeden had
den voor zijn herstel en die dezen dag
voor hem tot een hoogtij-dag hadden ge
maakt en hij besloot met hun aller gebed
te vragen.
In de jubelend „Te Deum" steeg de
dankbaarheid der St. Agatha-parochie ten
hemel.
PAROCHIE-AVOND
De viering van het zilveren feest van
den pastoor heeft in Lisse niet uitsluitend
een kerkelijk karakter gedragen. In de
groote zaal van den R.K. Volksbond was
's avonds een parochie-avond georgani
seerd, welke Maandagavond herhaald is
en vanavond voor het laatst wordt ge
geven.
Doch al is deze parochie-avond geen
kerkelijke feestelijkheid, hij draagt toch
sterk het stempel van waardeering voor
het priesterschap. Het eerste gedeelte be
staat nl. uit een declamatorium met muziek
en zang, getiteld „De priester", en is een
„woord van diepe vreugde om de gena
den in den priester als Godsgezant den
menschen geschonken", zooals de zegger
van den proloog het verklaart. Het decla
matorium wordt gesproken en gezongen
door jongens en meisjes van de verschil
lende parochieele jeugdvereenigingen.
In beeldrijke en schoone taal van Ga
briel Smit vertellen om beurt de kleinere
en de oudere jongens en meisjes wat de
leiding van den priester voor hen betee-
kent.
Frank en vrij en duidelijk werd alles
gezegd; ook de kleineren kenden hun
woordje goed.
Daarna wordt „De schamele straatzan
ger en het mirakuleuze Lieve Vrouwke"
gespeeld van Joz. v. d. Eynde, een legen
de op geestige wijze overgezet in den mo
dernen tijd. Een oude legende verhaalt
hoe een arm straatzangertje, dat den lof
bezong van O. L. Vrouw, een der gouden
muiltjes van het miraculeuze beeld ca
deau kreeg. Natuurlijk werd hij beschul
digd van heiligschennende diefstal en ver
oordeeld tot de strop. Maar ten tweede ma
le kwam het mirakel te hulp en redde
hem van de galg. De vermenging van dit
Middeleeuwsche verhaal met toestanden
uit den tegenwoordigen tijd geeft aan dit
spel iets zeer aantrekkelijks en bekoorlijks.
Onder regie van Jan Muller werd het door
de tooneelisten met veel ambitie opgevoerd
en zelfs hier en daar met veel talent. De
rol van den rechter bijv. werd door Chr.
v. d. Eist' zeer goed gespeeld, de charge
was hier uitstekend op z'n plaats. De
„schamele zanger" Fredje deed 't ondanks
zijn jeugd ook goed. En dan die kostelijke
politie-agent! En de brave goudsmid met
z'n helleveeg van 'n wijf! En de voorbeel
dig stille Lieve Vrouw in haar eng huisje!
Maar zoo gaan we het heele programma
af en dat is niet de bedoeling. Er werd
goed gespeeld, soms uitstekend, alleen let
te men vooral op den dialoog, die vlotheid
eischt; zelfs de kleinste haperingen door
onvoldoende rolvastheid werken zoo sto
rend.
Pastoor Th. Kwakman
jubileert.
De feestelijke intocht van den jubilee
renden Herder der parochie is voor de or
ganisatoren en niet minder voor de organi
satrices een groot succes geworden. Reeds
vroeg in den namiddag heerschte'er op het
anders zoo rustige dorp een feestelijke
drukte, die nog verhoogd werd door de aan
wezigheid van vele watersportbeoefenaars,
die met hun vaartuigen naar hier waren
gekomen om getuige te zijn van 'het fees
telijk gebeuren
Te ongeveer vijf uur Yerzamelden zich
een honderdtal bruidjes in het schoolge
bouw om daar door de zorg der dames
onderwijzeressen met eenige vriendelijke
helpsters in een vijftal verschillende kleu
ren te worden „opgetuigd" en daarna in
welwillend beschikbaar gesteldé auto's van
verschillende mgezetenen naar de Zuid
grens der parochie te worden gebracht.
Ook de comité-leden hadden zich inmid
dels derwaarts begeven om den Jubilaris,
cie uit de richting Hoogmade zou aankomen
op te wachten.
Spoedig kwamen de twee rijtuigen aan,,
de paarden .gepluimd in pauselijke kleuren,
oe koetsiers in keurige livrei.
In het voorste rijtuig hadden plaats ge
nomen de Jubilaris, de zeereerw. heer Th.
Kwakman met zijn zuster Mej. Kwakman
en zijn neef de weleerw. heer Steur, kape
laan te Rotterdam; in het tweede rijtuig
zaten de heeren Kerkmeesters.
Toespraak van den Burgemeester.
Weldra arriveerde de weled. gestr. heer
mr. Peek, Burgemeester der gemeente Al-
kemade, die op deze plaats, tevens nage
noeg de gren= der gemeente, den feeste
ling een welKomstwoord zou toespreken.
Terwijl intujMohefi de feeststoet werd ge
formeerd, heette de Burgemeester den ju
bileerenden Herder hartelijk welkom na
mens alle parochianen. Spreker consta
teerde, dat er voor den Pastoor reden was
tot groote vreugde en dankbaarheid, vreug
de over een veertigjarige Priesterloopbaan
door God op zoo zichtbare wijze gezegend,
want hoewel in den dienst van God ver
grijsd, geniet pastoor Kwakman nog een
zoo blakende gezondheid, dat menig zil
veren jubilaris hem die zou kunnen be
nijden. Dankbaarheid wegens de hooge uit
verkiezing, die veertig jaar geleden door
de H. Priesterwijding werd bekroond en
voor de vele genaden en gunsten in die
veertien jaren van den Allerhoogste ver
kregen. Maar naast de dankbaarheid jegens
God, merkte spreker op, was er ook reden
tot dankbaarheid jegens de parochianen,
die op zoo ondubbelzinnige wijze uiting
geven aan hun vreugde op den feestdag
van hun Pastoor en die vreugde demon-
streeren in een luisterrijken feeststoet, die
aanstonds zou gaan trekken langs de met
vlaggen getooide huizen naar het versierde
Kerkgebouw. Spreker besloot met d'en
wensch, dat de Jubilaris in al die uitngen
van feestvreugde mocht zien het bewijs
van liefde en volgzaamheid van allen, die
aan zijn zorgen zijn toevertrouwd en dat het
hem een aansporing mocht zijn om in de
toekomst met dezelfde liefde en toewijding
aan het heil der zielen te arbeiden tot in
lengte van dagen. Na een driewerf hoera
op den Jubilaris te hebben uitgebracht,
waarmede de verzamelde menigte spon
taan instemde, steeg de Burgemeester in
het eerste rijtuig, waarna de stoet zich in
beweging zette
De feeststoet.
De stoet werd geopend door een dertig
tal ruiters met sjerp en pet in de pause
lijke kleuren. Dan volgden een dertigtal
wielrijders evereens met sjerp, waarachter
de harmonie van de heerlijkheid Hoog-
mftd», dl* zich belangeloos beschikbaar had