if
n
p
KERKNIEUWS
RECHTZAKEN
HET SCHAAKSPEL
WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
het gouden priesterfeest van
mgr. h. j. m. taskin
Receptie.
Ter gelegenheid van het gouden Priester
feest van Z.D.H. Mgr. H. J. M. Taskin zal er
voor geestelijken en leeken gelegenheid
zijn tot gelukwenschen op Maandag 15
Augustus des middags van 2 tot 3.30 uur in
het Theologicum te Warmond.
mgr. bernardus adrianus
jordanus gijlswijk.
Apostolisch Delegaat van Zuid-Afrika
BIJ ZIJN 40-JARIG PRIESTERFEEST.
Op den 15den Augustus a.s. zal het 40
jaar geleden zijn, dat Mgr. Gijlswijk de
H. Priesterwijding ontving.
Mgr. Gijlswijk is een Delftenaar, uit de
stad, waarvan menig bisschop stamt. Daar
werd hij geboren op den 19den November
1870. Zijn ouders waren Johannes Gijls
wijk en Annetta Maria Mioritsz.
Na de lagere school begon hij eerst op
vijftien-jarigen leeftijd in 1885 zijn eerste
studie voor het H. Priesterschap op het
Klein-Seminarie Hageveld. In 1888 ver
wisselde hij het Seminarie voor de be
kende Latijnsche School te Gemert. In
1891 gaf hij zich aan voor het noviciaat
der Dominikanen te Huissen.
Historische herinneringen verbinden de
Gemertsche School zeer innig met de Do-
minikanenorde.
Den 9den November opende de klooster
poort te Huissen zich voor den nieuwen
postulant en 10 dagen later, juist op zijn
21 sten verjaardag, ontving hij het Domi-
nikaansche habijt uit de handen van Prior
Theissling, die later als Provinciaal en
nog later als Magister-Generaal der ge-
heele Orde zoo'n beslissenden invloed op
de loopbaan van Mgr. Gijlswijk heeft uit
geoefend. Er schijnt van het begin af een
zekere affiniteit, gebaseerd op een gelij
ken psychischen aanleg, tusschen deze
twee krachtige persoonlijkheden bestaan
te hebben en niet het minst een groote
waardeering van den Prior voor de nog
sluimerende geestesgaven van zijn nieu
wen onderdaan, een waardeering, die ja
ren later tot de uiteindelijke promotie van
dezen laatste zou voeren.
De novice ontving den kloosternaam
Jordanus, naar den eersten opvolger van
den H. Dominicus, den Zaligen Jordanus
van Saksen.
Eén jaar later legde hij het was op
20 November 1892 de eenvoudige, en
drie jaren later, in 1895, de plechtige
eeuwigdurende kloostergeloften af. Na
zes jaren van filosofische en theologische
studiën, waarin de jeugdige candidaat met
strakke energie zijn talenten ontplooide,
ontving hij van Mgr. Van de Wetering in
de Utrechtsche kathedraal de Heilige
Priesterwijding.
Onmiddellijk brak de tijd van priester
lijken arbeid aan. Na een kort verblijf als
assistent aan de „Havenkerk" te Schie
dam, werd hij in het begin van 1899 door
Provinciaal Theissling benoemd voor het
Missiegebied der Hollandsche Dominika
nen in West-Indië en vertrok op 1 April
van hetzelfde jaar naar Curasao.
Te Willemstad werd hij aldra benoemd
tot kapelaan aan de Pro-Kathedraal van
Otrobanda, waar hij werkzaam was van
1899 tot 1902, toen hij door Mgr. Baars
werd aangesteld tot diens secretaris. In
het volgende jaar 1903 ontving hij zijn be
noeming als pastoor van het eiland St.
Martin.
Onder de belangrijkste feiten onder het
pastoraat van pastoor Gijlswijk moet ge
rekend worden de stichting van het groo
te opvoedingsgesticht „Scherpenheuvel"
in 'n enorm gebouw met ruime lokalen.
Dit groote -werk van Mgr. Gijlswijk is
thans in vollen bloei.
Tijdens zijn omvangrijken Missie-arbeid
wist pastoor Gijlswijk nog altijd oogen-
blikken los te woekeren voor wetenschap
pelijk werk.
De Goddelijke Voorzienigheid had voor
dezen werkzamen beleidvollen priester
een belangrijker arbeidsveld voorbestemd,
dan het pastoraat in een stadsparochie
van onze West, waar pastoor Gijlswijk
overigens in allen eenvoud gaarne zijn
verder leven had willen besteden. In 1921
verzocht Kardinaal Van Rossum, Prefect
der Congregatie tot Voortplanting des
Geloofs, den Generaal der Dominikanen,
pater Theissling, om hem iemand aan te
wijzen voor de moeilijke taak van Visita
tor voor de talrijke kloosters van vrou
welijke religieuzen in het missieland van
Zuid-Afrika. Oogenblikkelijk dacht de
Generaal aan pastoor Gijlswijk. Reeds in
Mei bevond pastoor Gijlswijk zich in Ro
me om de instructies voor zijn zending te
ontvangen. Deze visitatierèis schijnt de
naaste aanleiding te zijn geweest tot zijn
benoeming van Pauselijk Delegaat.
Reeds op 24 November 1922 kwam de
officieele benoeming tot Apostolisch Dele
gaat van heel Zuid-Afrika af, en den
8sten December ontving hij de bischops-
wijding uit de handen van Kardinaal Van
Rossum. Assisteerende bisschoppen wa
ren Mgr. Fumasoni Biondi en Mgr Smets,
Apostolisch Delegaat van Perzië. Onder
de vele Hollanders, die bij de plechtigheid
tegenwoordig waren, werden vooral opge
merkt: de grijze 80-jarige vader van den
hoogen Wijdeling en zijn priesterbroer de
Prior van het Zwolsche Dominikanen-
klooster, de als leider der niet-katholie-
ken-conferenties zeer bekende pater M.
Gijlswijk.
Den 9den April 1923 vertrok Mgr. Gijls
wijk naar zijn nieuw arbeidsveld.
In Zuid-Afrika is hij de onmiddellijke
vertegenwoordiger van den Paus in ker
kelijke zaken en een tusschenschakel tus
schen de bisschoppen der Zuid-Afrikaan-
sche Vicariaten en Rome. In ieder geval
is ook hier het organiseerend talent van
Mgr. Gijlswijk weer volop gebleken. Ver
schillende nieuwe Vicariaten werden op
gericht, te groote arbeidsvelden gesplitst
en door het engageeren van nieuwe groe
pen missionarissen, intensiever bewerkt.
Vooral de missie-arbeid onder de neger
bevolking waaraan tot dan toe in dat
uitgestrekte land door een tekort aan
werkkrachten slechts geringe aandacht
besteed was werd door hem zeer krach
tig gestimuleerd. Aan dit streven is het
ook te danken dat in 1932 de Nederland-
sche Dominikanen in Zuid-Afrika hun
derde Missiegebied verkregen, n.L in het
Noordelijk deel van de Oranje-Vrijstaat.
Een vermeldenswaardig feit is overigens
nog, dat Mgr. Gijlswijk in opdracht van
den H. Vader als Voorzitter optrad van
het Concilie der Nederlandsch-Indische
bisschoppen te Batavia-Weltevreden, 18
Sept. 1925.
Ondanks zijn 68-jarigen leeftijd en zijn
langdurigen arbeid in de tropen en
daar tellen de jaren dubbel, zegt men
is Mgr. Gijlswijk nog vol energie en on
gebroken levenskracht. Zijn 40-jarig
Priesterfeest zal hij den 15den Augustus
a.s. in het vaderland vieren en ^el in het
Dominikanenklooster „Albertinum" te
Nijmegen.
Het Missiegebied der Paters Dominika
nen in Zuid-Afrika biedt tallooze moei-
Hier moet zware pioniersarbeid verricht
worden. Wie deze Missie wil steunen, ge-
denke den St. Dominicus-Penning, Zwolle
(giro 15600). Het tijdschrift, dat inlichtin
gen geeft over deze Missie, is verkrijgbaar
bij de Administratie, Broerskerk, Nijme
gen.
PRIESTERSTUDENTEN NAAR
O. L. VROUW TER NOOD.
600 a.s. priesters bijeen.
Voor de 18e maal kwamen Maandag de
priesterstudenten uit het Bisdom Haarlem
bijeen bij O. L. Vrouw ter Nood.
De oipkomst was vrij goed, ongeveer 600
studenten waren aanwezig.
Om half elf begon in de groote kapel de
plechtige H. Mis, welke werd opgedragen
door den weleerw. heer N. P. A. Velzeboer,
neomist van het Seminarie Warmond, ge-
assisteërd door den zeereerw. heer Brink
man als diaken en den zeereerw. heer van
Stralen als sub-diaken.
De wisselende gezangen werden gezon
gen door de „Schola Cantorum" van War
mond, de vaste gezangen door allen, in af
wisseling met de Schola.
Uitgevoerd werd de Missa Votiva de
Beata M. V.
Onder de H. Mis hield de zeereerw. heer
M. Haring, leeraar aan het Seminarie Ha-
geveld, de predikatie.
Tot tekst had Z.eerw. gekozen de woor
den: „Ik ben verheugd over hetgeen tot mij
gezegd is, wij zullen opgaan naar het huis
des Heeren". Deze blijde zang weerklinkt
bij de priesterwijding. Ook heeft deze zang
weerklonken eeuwen en eeuwen geleden,
toen de Israëlieten hun jaarlijfcschen tooht
naar Jeruzalem maakten. Gij hebt een dag
van uw vacantie vrijgemaakt, aldus spr., om
met snelle voeten te komen tot dit zalig
oord. 't Is roerend zoovelen hier te zien als
aanstaande priesters.
Spr. ging vervolgens na hoe zoovelen
hier gekomen waren, alle eeuwen door, om
te bidden tot Maria. Ook toen de koude
wind van het Calvinisme over onze landen
streek kwamen velen hier om te juichen
en te bidden bij O. L. Vrouw. Ik zou zeg
gen, aldus spr.: „De Lieve Vrouwe van Ne
derland". 't Is hier ook- de plaats van St.
Willibrordus, van St. Adelbert. Hoevelen
zijn van hier uitgegaan als missionaris over
geheel de 'wereld en hoevelen zullen er nog
gaan?
Hier zijn tal van menschen gekomen om
te srneeken en te bidden voor verlossing
uit financieele moeilijkheden, genezing van
ziekte enz. en nu, terwijl de wereld beeft
en schudt, kunnen we hier ons geloofsleven
uitvieren. Dit danken we aan Haar, de
Lieve Vrouwe ter Nood.
Bidt voor. uw vader en moeder, maar
bidt ook voor de uitbreiding van ons H.
Geloof, bidt voor de bekeering van ons va
derland. Ge weet hoe ook in ons vaderland
het geloof wordt aangevreten door allerlei
ideeën. Denk niet: we hebben mooie ker
ken, veel priesters. Waar zijn de mooie ker
ken in Spanje? Waar zijn de organisaties in
Duitschland en Rusland? Ge zult een hard
priesterleven hebben, ge zult voor heete
vuren komen te staan. Ons priesterschap
zal later zwaar zijn. De wereld haat de
priesters. De vergoding van de stof is de
idee, welke door de werld gaat. Bidt dus
tot Maria, de groote Koningin van alle
priesters. Zij zal eens onze glorie zijn in
den Hemel. Geve God Zijn rijksten zegen
aan uw apostolisch werken.
Om 12 uur had de begroetings-bijeen-
komst plaats bij het beeld van St. Willi
brordus.
Om twee uur waren allen weer vereenigd
in de groote kapel voor het plechtig Lof
met processie en preek.
Het plechtig Lof werd gecelebreerd door
den weleerw. heer Velzeboer, neomist, ge
assisteerd door den zeereerw. Pater P. J.
Menken M.S.F. als diaken en den zeereerw.
heer van Stralen als subdiaken.
Onder het plechtig Lof hield de weleerw.
Pater J. Huisman M.S.F. de predikatie,
waarin Z.eerw. de studenten er op wees,
dat het leven van Jezus op aarde één lief
deleven was. In Bethlehem, in Nazareth, bij
Zijn weldoend rondgaan, maar vooral in de
zaal van 'het laatste avondmaal blonk Zijn
liefde steeds uit.
Daar heeft Jezus het blanke brood geno
men en de consecratiewoorden gesproken.
Sinds zijn 19 eeuwen heengegaan en nog
kunnen vlj alle dagen ons vereenigen met
Hem.
Hij wilde ons voedsel worden om ons te
DE OVERVAL MET ROOF TE STEPELO
Zware straffen tegen de drie daders
geëischt.
Zware straffen zijn heden voor de Al-
meloosche rechtbank geëischt tegen de drie
daders van de overval met berooving in de
nacht van 30 op 31 Mei j.l. gepleegd onder
Stepelo, gemeente Haaksbergen, op de be
woners van een boerderij. De drie perso
nen, die deswege terecht stonden, waren
J. J. M., koopman, M. H. v. W., fabrieks
arbeider, en de chauffeur M. H. S., allen
afkomstig uit Helmond, en zij hoorden
resp. vijf, drie en twee jaar gevangenis-
straf- tegen zich vorderen.
De hoofddader was M., die vroeger on
der toezicht van Pro Juventute gewerkt
heeft op de boerderij, die toebehoorde aan
Ten Vaarwerk, maar die thans gedreven
wordt door diens weduwe, een bejaarde
vrouw, een dochter en een knecht. Deze
drie personen waren in de bewuste nacht
allen thuis en werden verrast door M. en
vax W. De chauffeur S. had de mannen
naar Stepelo vervoerd en wachtte op een
flinke afstand met de auto. Onder bedrei
ging met een revolver werden de bewo
ners der boerderij opgesloten, waarbij de
oude vrouw nog leelijke klappen opliep.
Daarna onderzocht M. een kist, waarin
naar zijn meening een bijzonder groot be
drag hij dacht wel van 40.000 gulden
moest liggen, maar hij kwam bedrogen uit.
Er waren slechts sieraden in de kist en
deze werden meegenomen. De daders heb
ben aldus weinig voordeel van hun daad
gehad.
De officier van Justitie wees erop, dat
de overvallen vrouwen, het onderzoek zeer
bemoeilijkt hadden, door alles weer op te
ruimen, voordat zij de politie waarschuw
den. Tenslotte heeft men echter de daders
kunnen vatten. Spr. legde ook de nadruk
op de ongunstige inlichtingen over ver
dachten en vond de omstandigheden,
waaronder de overval gepleegd is, zeer
bezwarend. M. is een beroepsinbreker, on
danks zijn 29 jaren, en V. M. en S. staan
eveneens ongunstig bekend. De officier
vorderde tenslotte bovengenoemde straf
fen. Uitspraak 23 Augustus.
MERKWAARDIG MISBRUIK VAN
DEVIEZENVERORDENING.
VIER NEDERLANDERS VERDACHTEN.
Voor het Schöffengericht te Aken is
Dinsdag een zaak behandeld, waarin vier
Nederlanders waren betrokken. Alle vier
waren aangeklaagd omdat zij een overtre
ding van de Duitsche deviezenverordening
zouden hebben begaan. Voor de zaak be
stond ook van officieele Nederlandsche
zijde belangstelling, omdat een van de ver
dachten, de hoofdagent-rechercheur K. van
het politiecorps te Heerlen, door de Duit-
schers er van verdacht werd een aandeel
in de zaak te hebben gehad. Bij de zitting
waren aanwezig de burgemeester van
Heerlen, de heer van Grunsven, en verte
genwoordigers van het Nederlandsche
consulaat te Aken en van de rijksrecher
che.
Onderling bedrog.
Uit de verhooren is het volgende over
deze merkwaardige zaak komen vast te
staan. Een Duitscher, die inmiddels we
gens een ander vergrijp is veroordeeld,
kwam bij een anderen Duitscher, S. ge
naamd, met de mededeeling, dat hij een
pak waardepapieren had, dat naar Neder
land moest worden gesmokkeld. S. moest
een Nederlander zoeken, die bereid zou
zijn vijfduizend mark te betalen in
Duitschland als cautie voor de goede af
doening van de zaak nadat de gesmokkel
de effecten in Nederland te gelde zouden
zijn gemaakt. De effecten zouden afkom
stig zijn uit een klooster in Düren. Toen
de eerste Duitscher was gearresteerd, zet
te S., die wist, dat er geen effecten waren,
de zaak niettemin voort. Hij nam êen kap
per in den arm, die zich /oor pater moest
uitgeven en die zoo de Nederlandsche lief
hebbers om den tuin moest leiden, ten ein
de 5000 mark in handen te kunnen krijgen.
D. Duitscher S. kreeg contact met een Ne
derlander, J. K. ait Kerkrade, die zorgde,
dat er twee gegadigden kwamen voor de
effecten.
sterken. God heeft den drang der ziel naar
het oneindige willen bevredigen. Het God
delijk levensbeginsel, dat de mensoh had
en in het paradijs verloor, heeft Christus
teruggewonnen voor ons. Om voor ons dat
Goddelijk leven in onze ziel te bewaren,
heeft Hij het H. Sacrament des Altaars in
gesteld.
Den groei onzer heiligheid moeten we
bevorderen en zonder dat is ons leven een
fiasco. Groei van heiligheid in onze ziel
is hoofdzaak, de rest is bijzaak. .We moeten
al onze plichten voor 100 pet. beleven,
't Gaat niet om het weten der dingen, maar
om het doen daarvan.
God moet onze ziel volkomen in bezit
nemen. Wij moeten worden een „hostia vi-
vens" welke zioh elk oogenblik met Jezus
bezig houdt. Ons leven is als een trap van
honderdduizend treden. We moeten Maria
vragen of Zij ons bij het bestijgen daarvan
helpen wil.
Na het Lof had de H. Sacramentsproces
sie plaats. Bij het rustaltaar werden de
acte van eerherstel en toewijding gebeden
en de zegen met het Allerheiligste gegeven.
Hierna ging de processie naar de groote
kapel terug, waarna het Te Deum werd ge
zongen en de zegen met het Allerheiligste
werd gegeven.
Vervolgens tot slot een kort dankwoord
van den leider dezer processie, den zeer
eerw. Pater J. Menken M.S.F.
Met een tot weerziens aan de voeten van
Maria sloot spr. dezen zoo uitstekend ge
slaagden dag. „Tijd".
Te riskant.
De eerste was J. H. E. uit Kerkrade, die
één keer naar Aken was gekomen om de
zaak te bespreken, maar die er van af had
gezien omdat hij haar te riskant vond. Hij
werd niettemin gisteren, omdat hij het
voornemen had gehad deviezen te smok
kelen, veroordeeld tot zes weken gevange
nisstraf en duizend markt boete (bij niet-
betaling te vervangen door tien dagen ge
vangenisstraf)
De andere verdachten waren verder ge
gaan. Mevr. D. uit Heerlen was op 16 Ju
ni naar Aken gereisd, om de zoogenaamde
effecten te halen. Zij nam in de Kruiskerk
te Aken vijfduizend mark in ontvangst,
die een ander voor haar over de grens had
gebracht'. Deze vijfduizend mark had haar
man te Heerlen geleend, om daarmee in
Duitschland de affaire te kunnen afhande
len.
Een handlanger..., van de douane.
Toen zij met de vijfduizend mark te
Düren kwam, tezamen met den Duitscher
S. en den Nederlander J. K., om de effec
ten in ontvangst te nemen, werden allen
gearresteerd. Het bleek, dat de Duitsche
kapper, die bij de overhandiging van de
zoogenaamde effecten als pater verkleed
was, had gehandeld in overleg met de
Duitsche douane-autoriteiten. Hij had het
spel van S. meegespeeld om de Nederlan
ders in handen van de Duitsche justitie te
kunnen spelen.
De vonnissen.
Wegens het aannemen van de gesmok
kelde vijfduizend mark in Duitschland
werd mevr. D. uit Heerlen veroordeeld
tot een gevangenisstraf van zes maanden
en vijfduizend mark boete (bij niet-beta-
ling te vervangen door twee maanden ge
vangenisstraf), J. K. uit Heerlen wegens
aanstichten tot de daad, tot eenzelfde straf
De Duitscher S., die het geheele geval had
uitgelokt, kreeg een gevangenisstraf van
acht maanden en vijfduizend mark boete
(te vervangen door twee maanden gevan
genisstraf, ook omdat hy de Nederlanders
had gepoogd te misleiden. Alle veroor
deelden leggen zich bij de hun opgelegde
straf neer.
De verdachte politieman.
Niet verschenen was de vierde Neder
landsche verdachte, de Heerlensche poli
tieman A. K, die bij de uitoefening van
zijn ambt en gebruik makende van de fa
ciliteiten, die hij dientengevolge aan de
Nederlandsch-Duitsche grens heeft, de
vijfduizend mark naar Duitschland zou
hebben gesmokeld. Zijn zaak werd uitge
steld, maar mevr. D. verklaarde nu reeds
pertinent, dat de politieman de marken
niet over de grens had gesmokkeld en ze
haar te Aken niet ter hand had gesteld.
„N. R. Crt".
Alle correspondentie, deze rubriek be
treffende gelieve men te zenden aan den
redacteur, W. H. van der Nat, Witte Rozen
straat 40a, Leiden.
Koningsgambiet VI
Rest ons nog van het geweigerde konings
gambiet de voortzetting 2. d7d5,
het z.g. Falkbeergambiet. Dit tegengam-
biet is vermoedelijk de kansrijkste verde
diging tegen het Koningsgambiet.
Na. 1. e2e4, e7—e5; 2. f2—f4, d7—d5
kan wit het Falkbeergambiet (3. e4xd5,
e5e4!) nog vermijden door 3. Pglf3.
Een voorbeeld van deze variant is de
partij tusschen:
Wit: Anderssen.
Zwart: Schallop.
1. e2e4 e7e5
2. f2—f4 d7d5
3. Pgl—f3 d5xe4
4. Pf3xe5 Lf8d6
Op Lf8c5 volgt 5. Dh5, g6 (5
De7; 6. Pxf7, g6; 7. De5!) 6. Pxg6, Lf2f;
7. Ke2!
5. Lflc4
of 5. De2, De7; 6. Dxe4, f6; 7. d4, fxe5;
8 fxe5, c6; 9. Lc4, Lc7; 10. 0—0, Le6, 11.
Lg5, Dxg5; 12. Lxe6, Ph6; 13. Lc8 met beter
spel voor wit.
5Ld6xe5
6. f4xe5 Dd8d2
Beter was Pc6.
7. Ddl—e2 Dd2xe5
8. d2d4!
Wit offert pionnen om snelle ontwikke
ling en aanvalslijnen te verkrijgen.
8De5xd4
9. Pbl—c3 Pg8—f6
10. Lel—e3 Dd4d8
Voor het verlies van twee pionnen heeft
wit vier officieren in Jt veld tegen zwart
slechts één.
11. 0—0 h7h6
Zwart had beter gedaan nu te rocheeren
want nu wordt het hem belet met alle
nadeelige gevolgen daarvan.
12. Le3c5 Pb8—d7
Na dezen zet meende zwart zeker de
looper naar b4 of a3 te kunnen verwijzen
om dan bijv. met c7c5 toch nog tot de
rochade te kunnen komen.
Het volgende verrassende offer maakt
echter een einde aan de partij:
13. De2xe4f!
1
I
i
41
i
«3
1
ïMy/fc
-v
f#
///'„sA.Q,
m,
J-t
"3
WM
|j|
a
Sfè
"'M
'i
is
pp
s
lilt
m
10. Lfl—d3?
Eerst Pgl—f3 om zwarts volgende zet te
voorkomen was noodig geweest.
10Dd8h4f
11. g2g3 Pe4xg3
12. Pgl—f3 Dh4h5
13. Thlgl Dh5xf3
14. Tglxg3 Tf8e8f
15. Kei—d2 Df3—f2f
Wit geeft op.
Een andere poging van wit om voordeel
uit deze opening te verkrijgen wordt, zonder
succes evenwel, in volgend partijtje gede
monstreerd.
Wit: L. Prins.
Zwart: J. G. van Eybergen.
Uit de Bondswedstrijden 1934.
1. e2e4 e7e5
2. f2—f4 d7d5
3. e4xdö e5e4
4. Lflt>5t c7c6
5. d5xc6 Pb8xc6
6. Ddl—e2 Pg8—f6
7. Pgl—f3 Lf8c5
Het nadeel van f2—f4; zwart kan de
witte rochade belemmeren, terwijl e4 een
eventueel d2dw4 lange tijd onmogelijk
maakt.
8. Pf3e5 0—0
9. Lb5xc6 b7xc6
10. b2—b4 Lc5b6
Op Lxb4 had wit kunnen rocheeren, ter
wijl dan Pxc6, Db6, Pxb4, Dxb4, La3 wit
de winst had opgeleverd.
11. Pblc3 a7—a5
Dreigt behalve axb4 ook La6.
12. Pe5xc6 Dd8d6
13. b4b5
Voorkomt beide dreigingen.
13Lc8—g4
14. De2fl Tf8e8
Men ziet hoe pion e4 het witte spel heeft
verlamd. De eenige wijze het Falkbeergam
biet te bestrijden bestaat in een onmid
dellijke aanval met d3 op e4.
15. Pc6e5 Te8xe5!
16. f4xe5 Dd6xe5
17. Lelb2 e4e3!
Wit gaf op.
Partijstellingen.
ABCDEFGH
Immers na Pxe4 volgt Lxf7 mat terwijl
op Pe5 volgt Dxeöf, Kd7; Tdlf, Kc6; Lb5
mat.
Het Falkbeergambiet, door wit aange
nomen, is vrijwel de weerlegging van het
koningsgambiet.
Wit: van Scheve.
Zwart: Tarrasch.
1. e2e4 e7e5
2. f2—f4 d7d5
3. e4xd5 e5—e4!
Het naar Falkbeer genoemde gambiet.
De zwart pion drukt op het witte spel, ter
wijl de zet f2f4 den witten koningsstel
ling ernstig verzwakt heeft.
4. c2c4
Beter is het, onmiddellijk door d2d3 de
lastpost op e4 uit den weg te ruimen.
4.
c7—
5. Pbl—c3 Pg8—f6
6. d2d3 Lf8—b4
7. Ddl—b3 Lb4xc3f
8. b2xc3
Op Dxc3 volgt c6xd5 enz., terwijl nu
Lel naar a3 kan ontwikkeld worden ter
wijl ook b7 beschermd moet blijven.
80—0
9. d3xe4 Pf6xe4
i'
-
i
m
i
üéi
ÉHH
II?
WM
m
;,w/
■"V}
A BCDE F G H
Uit de partij AljechinLilienthal, tour-
nooi te Hastings 1934.
Er volgde: 51. Tc7c8! Dh8xc8; 52. Th6
h4f! (op 52. h8D volgt Dc4f) Kf4g5; 53.
h7—h8D, Dc8—e6t; 54. Ka2—bl, De6—elf;
55. Kblc2 (na 55Dxh4; 56. Dxh4,
Kxh4 is het pionneneindspel verloren voor
zwart) Dele2f; 56. Kc2c3. Zwart
gaf op.
Uit een onlangs gehouden Simultaan
seance te Bodegraven.
«Si -''mÉU.
'Wi
gf
fi m
.4
i
I
i i
SR
A
3
BCDE F G H
Zwarts laatste zet was Dd8b6.
Ik vervolgde met 1. Tflal, Db6xc6; 2.
Tal—a6, Tb8—b6; 3. Df3—d3, Th8—b6; 4.
Dd3—d4t, Kf6e6; 5. Dd4—g7, Tb8—e8;
6. Ta6xb6, Dc6xb6; 7. Dg7—f7t, Ke6—d6;
8. Ta7d7f, Kd6—c6; 9. Df7xd5 mat.