1 HET 1STE LUSTRUM DER STICHTING
LEGERMUSEUM.
BM
En
VtSV'Vs' - \J
Wie is mijn man?
^e£cicbch^6oii^omt
'ÏSjl'ï - <L* s\
<c - - 4 'V4> -'ü
----^-■""-
k Zag twee blagen zonder vragen; was dat wel een wonder? Zandvoorts strand wat fijn ge
nieten, onder de „sol" van een der „grieten". Hi, Hi, Hi; Ha, Ha, Ha. 'k Greep de lens en
knipte 't dra
Nederlandsch vlagvertoon in het buiten
land. Het opleidingsschip «Prinses
Juliana" tijdens het kort bezoek, dat
gebracht werd aan de haven van
Antwerpen
""N Op L^fslet'i 90CJrwerth is Vrijdag ter gelegenheid van het 1ste lustrum der
Stichting Nederlandsch Legermuseum een speciale tentoonstelling geopend.
Generaal b.d. Snijders (geheel links) tijdens zijn rede
«Dat is. nog eens wat anders, dan die
zandvormpjes op de speelplaats van
"mijn bewaarschool"
Een deel van de Nederlandsche zwemploeg voor de
Europeesche kampioenschappen te Londen vertrok Vrijdag
van het Centraal Station te Amsterdam. Het afscheid
Het stoffelijk overschot van wijlen pastoor L. H. Perquin O.P., voorzitter
van den K.R.O., opgebaard in de kapel van het St. Franciscusgasthuis te Rot
terdam
..Gevonden voorwerpen". - „Klein, klein kleutertje, wat deed je aan' het
strand? Je liep en keek niet naar je moe, ver weg van haar door 't
zand".
FEUILLETON
OTFRID VON HANSTElN.
(Nadruk verboden).
18)
Iracema liep haastig de kamer op en neer.
Er werd op de deur geklopt. Ze rilde even
wie kon in Lissabon nog aan haar deur
kloppen, die niet haar vijand zou zijn?
„Wie is daar?"
„Laat my maar gerust binnen kindje! Ik
ben het, dokter Almeida, de oude vriend
van je vader."
Ze deed de deur open, en toen zij tegen
over den ouden huisvriend stond, spron
gen haar de tranen in de oogen.
De oude heer knikte haar vriendelijk toe
en streelde haar over haar hoofdje.
„Kindje, kindje, wat is hier toch aan de
hand? Je vader komt te overlijden. Je
stuurt je naaste -bloedverwanten, zelfs je
Kan, pas het overlijdensbericht na de be
grafenis. Kom je naar Lissabon, en
neemt logies in een hotel?"
Nadat Iracema eerst had laten blijken hoe
goed haar het bezoek van den ouden Por
tugees deed, vlamde nu opeens argwaan in
haar oogen op.
„Heeft de man die zich de brutaliteit
veroorlooft, zich mijn echtgenoot te noe
men u gestuurd?"
„Heelemaal niet! Ik zat beneden in het
hotel te ontbijten, meende je te herkennen
toen je mij voorbijging, informeerde bij den
portier en ben nu bij je om je te helpen
wanneer je de hulp van 'n ouden jurist
zou kunnen gebruiken."
„Dan ben ik u met heel mijn hart dank-
baar!"-
„Vertel dan eens, wat er zoo allemaal
gebeurd is?"
„Mag ik eerst een paar vragen stellen?
Hoe is het mogelijk, dat zonder myn voor
kennis, heelemaal buiten mij om, terwijl
ik toch de erfgename van mijn vader ben
hier over mijn bezit en mijn hand kon
v/orden beslist?"
„Daaraan heb je tot op zekere hoogte zelf
schuld.
Was je direct met het stoffelijk overschot
van je vader naar hier gekomen, dan was
de gang van zaken vermoedelijk wel an
ders geweest. Een firma kan niet zonder
leiding blijven, en het was mijn plicht, zoo
dra het overlijden van je vader bekend
werd het bij mij in bewaring zijnde tes
tament te openen en de belanghebbenden
op de hoogte te brengen. Ik heb ook direct
een afschrift naar Madeira gestuurd,
maar dat zal je wel niet meer handen ge
kregen hebben."
„Wat stond in dat testament?"
„Uw vader verklaart daarin zijn vroe
ger testament voor nietig en wijst nu in
plaats van u, zooals in het oude uw neef
Robert Severing als universeel erfgenaam
aan, onder voorwaarde, dat hij u huwt.
Doet hij dit niet, dan zal zijn nalaten
schap beheerd moeten worden door een,
door het gerecht aan te wijzen curator en
Figueiëa en aan jou de winst moeten wor
den uitbetaald. Daar nu Robert Severing
dat wil zeggen de heer, die tot voor kort
ons allen bekend was onder den naam van
Joe Jenkins een beëedigde verklaring
heeft afgegeven, dat hy den tweeden Juli
van dit jaar te Londen met je getrouwd is
en ook 't rechterlijk bewijs van dit huwe
lijk is geleverd, volgt hieruit, dat de voor
waarde van het testament vervuld is en hij
als je echtgenoot in rechten hoofdeigenaar
van de firma is geworden. Meer kan ik
niet zeggen."
„Maar dat alles is de meest ongelooflijke
bedriegerij. De man is zoo min mijn echt-
zeker, dat hij Robert Severing is."
„Maar wat zeg je nu voor vreemde din
gen? Ben je niet met Robert Severing ge
trouwd?"
„Zeker trouwde ik Robert Severing
maar niet Joe Jenkins!"
„Maar hij is toch Joe Jenkins?"
„Neen, hij is een bedrieger!"
„Senjor Figueira, de compagnon van je
vader kent hem sedert vele jaren, en weet
zeker, dat h y Robert Severing is."
„Dan is Alfonso Figueira ook een bedrie
ger."
„Iracema sta mij toe, dat ik je als het
kind van mijn vriend, ook min of meer als
myn kind behandel. Je zegt daar ongehoor
de beweringen. Je maakt den trouwsten
medewerker van je vader verdacht. Hoe
wil je die beschuldiging waar maken?"
„Het is duidelijk, dat ik u alles uitvoerig
moet vertellen!"
Daarop verhaalde ze van haar eerste ken
nismaking met Robert tijdens den wereld
oorlog af alles wat was voorgevallen.
Almeida luisterde zeer opmerkzaam toe
„Je bent er dus vast van overtuigd, da
die persoon Robert Severing was?"
„Ik weet dat heel zeker ten overvloe
de bleek dat nog uit zijn pas, welke hij by
ons huwelijk te Londen zien liet. Hij was
als zoodanig ook aan boord van de „Lüt-
bow", waarop hij in dienstverband den
overtocht maakte, bekend.
Hy werd als zoodanig herkend door no
taris Thomson in Londen, die als gevol
machtigd vertegenwoordiger van notaris
Parker aldaar te Madeira den laatsten wil
van mijn vader noteerde.
„Laat ons voorloopig hier toch geen
schandaal maken."
„Maar ik eisch mijn recht!"
„Natuurlijk, dat zal je hebben!"
Hij maakte vlug een paar notities.
„Tennismatch te New York mister en
miss Hosband mailboot Lützow kapi
tein Winter Londen notarissen Thomson
en Parker Seyds Hotel hotel Imperial
Bureau bevolking en burgerlijke stand
Mailboot „Queen Victoria".
Hij stond op.
„Dus nog een paar daagjes geduld. Ant
woord voorloopig Jenkins op geen enkelen
brief, geen enkel stuk. Doe ook geen stap
pen. Ik zal onmiddellijk alles laten onder
zoeken en je naar ik hoop binnen een
paar dagen verder berichten.
De heer Almeida doctor in de rechten en
advocaat in ruste was weg en Iracema zat
weder alleen op haar kamer.
Hoe meer zij over het onderhoud met hem
nadacht, hoe minder zy er over tevreden
was. Almeida wilde alles tot klaarheid bren
gen maar lieve hemel, alles was zoo dui
delijk als het maar kon! Hij wist toch pre
cies hoe alles zich had toegedragen.
Weer overkwam haar dat gevoel van
drukkende verlatenheid. Verdriet over den
dood haars vaders en vooral ook verlan
gen naar Robert maakte zich van haar
meester.
Waar was Robert? Hoe kon hy zoo op
eens spoorloos verdwijnen. Hij die met een
enkel woord alles op zou kunnen helderen.
Even kwam een gevoel van twijfel haar
hart binnen sluipen. Maar met afschuw
schudde zij het van zich af, met schaamte.
Zij geloofde aan hem, wilde aan hem
blijven gelooven.
Twee dagen later.
Almeida had met Jenkins gesproken.
„Laat die jonge vrouw met rust!"
Jenkins had het hoofd geschud.
„Doe ik haar dan wat?"
Ze verdenkt mij, behandelt mij als een
bedrieger en desondanks heb ik haar een
lieven brief geschreven, haar uitgenoodigd
zooals 't haar toekomt met my in de
villa te komen wonen. Weet ik wat er al
lemaal gebeurd is?"
Laat haar den tijd. Bij jonge vrouwtjes
kunnen wanneer zij hysterisch aange
legd zijn geestelijke storingen optreden,
soms zeer wonderlijke. Wanneer daar dan
nog een groot verdriet bykomt, zooals in
dit geval door het overlijden van den va
der is het natuurlijk niet uitgesloten, dat
wij hier voor zoo'n geval staan."
„We zouden dus een dokter moeten
raadplegen?"
„Daar zou ik voorloopig ook nog even
mee wachten. Ik zal uiterst zorgvuldig al
dit punten nagaan, die Iracema mij heeft
opgegeven."
Daarbij keek hij Jenkins zeer scherp en
vorschend aan.
„Uitstekend, dat is uitstekend!"
„Wanneer ik dan over de informatie zou
beschikken en deze zouden niet in over
eenstemming zijn met haar voorstelling van
zaken, zal ik haar vaderlijk op de hoogte
brengen, en ik hoop, dat dan alles in orde
zal komen."
(Wordt vervolgd)