STADS
NIEUWS
KERKNIEUWS
DINSDAG 26 JULI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 8
De Vierdaagsche Afstandsmarschen in de omgeving van Nijmegen zijn hedenmor
gen begonnen. Een tweetal snapshots van het vertrek bij de Prins Hendrik-kazerne.
1. De start der Koloniale Reserve. 2. Een groep burgerdeelnemers begeeft zich
op weg.
Gemeenteraad
Op Maandag 1 Augustus a.s. vergadert
de Gemeenteraad des namiddags te twee
uur, in het gebouw „Tot Nut van 't Alge
meen".
Te behandelen onderwerpen:
lo. Voorstel inzake het overnemen in
eigendom bij de gemeente van verschil
lende voor straat bestemde strookjes
grond.
2o. Voorstel tot herziening van het bij
raadsbesluit van 6 November 1933 vast
gestelde plan van uitbreiding voor de ge
meente Leiden, laatstelijk herzien bij
raadsbesluit van 11 Juli 1938.
3o. Voorstel om te verklaren, dat de
oprichting en in standhouding van een
aan „de Ambachtsschool" alhier te ver
binden textiel-avondcursus noodig wordt
geoordeeld.
4o. Praeadvies op het verzoek van het
bestuur der Gereformeerde Schoolver-
eeniging, om medewerking tot het stich
ten van een bijzondere school voor ge
woon lager onderwijs aan de te verlen
gen de Mey van Streefkerkstraat.
5o. Voorstel:
a. tot het verleenen van medewerking
aan het bestuur van de Inrichting van
Liefdadigheid voor R.K., tot het voorzien
in het tekort aan plaatsruimte voor zijn
Jongensschool voor u.l.o. aan het Pieters
kerkhof No. 4;
b. tot het in eigendom overdragen van
het schoolgebouw aan de Vrouwenkerk
steeg aan het sub a genoemde schoolbe
stuur en tot het overbrengen van de op
leidingsschool voor u.l.o. aan de Vrou
wenkerksteeg naar het gebouw aan het
Schuttersveld en van de school voor g.l.o.
aan de Vrouwenkerksteeg naar het
schoolgebouw aan de Boommarkt;
c. tot het bouwen van een school op het
terrein aan de Kernstraat hoek Verdam
straat en tot het overbrengen van de op
leidingsschool voor Gymnasium en H.B.S.
aan de Boommarkt naar dat schoolge
bouw;
d. tot het vaststellen van den desbe-
treffenden begrootingsstaat.
R, K. JONGENSSCHOOL VOOR U.L.O.
GAAT VERHUIZEN.
Naar de Vrouwenkerksteeg.
Een nieuwe openbare school.
De R. K. Jongensschool voor U.L.O. aan
het Pieterskerkhof heeft reeds eenigen tijd
gebrek aan plaatsruimte. Teneinde daarin
voorloopig te oorzien werd op 1 September
1936 een klasse ondergebracht in de R. K.
school voor l.o. aan het Rapenburg, werd
op 1 September j.l. een andere klasse
zeer onvoldoende gevestigd in het St.
Josephgezellenhuis aan het Rapenburg en
zal tegen September a.s. voor een derde
klasse, eveneens buiten het eigenlijke
schoolgebouw aan het Pieterskerkhof 4,
onderdak moeten worden verkregen.
In verband hiermede heeft het bestuur
z,ch reeds geruim en tijd vóór het tijdstip,
waarop het bij zijn door de raad om prae
advies in handen van B. en W. gestelde
adres zich tot den Raad wendde, met B.
en W. in verbinding gesteld en is, in over
leg met het bestuur, de vraag onder oogen
gezien, op welke wijze definitief in het
steeds nijpender wordende gebrek aan
plaatsruimte voor de evengenoemde school
kon worden voorzien. Bij het te dien einde
ingesteld onderzoek bleek reeds aanstonds,
dat dit vraagstuk niet kan worden opge
lost door verbouw van het bestaande
schoolgebouw, aangezien de constructie van
dat gebouw den opbouw van lokalen niet
toelaat en vergrooting van het gebouw op
andere wijze, door de ingesloten bebou
wing, evenmin mogelijk is.
Na voortgezette bestudeering en in
nauwe samenwerking met het schoolbe
stuur, zijn B. en W. er ten slotte in ge
slaagd, een alleszins aannemelijke oplos
sing te vinden, die ook het bestuur bevre
digt en die hierin bestaat, dat het gemeen
telijk schoolgebouw voor l.o aan de Vrou-
v/enkerksteeg aan het schoolbestuur in
eigendom wordt overgedragen, om daarin
zijne school voor U.L.O. onder te brengen.
Daartoe zal het gebouw aan de Vrouwen-
kerksteeg, waarin thans twee o.L scholen
zijn gevestigd, moeten worden ontruimd,
hetgeen zeer wel mogelijk is, n.l. door over
plaatsing van de opleidingsschool voor
U.L.O. naar het voor de helft leegstaande
schoolgebouw aan het Schuttersveld en van
de school voor gewoon lager onderwijs naar
het schoolgebouw aan de Boommarkt. De
in het laatstgenoemde gebouw gevestigde
opleidingsschool voor Gymnasium en
H.B.S. zouden B. en W. dan willen over
brengen naar een te stichten schoolgebouw
op het daartoe door den Raad bereids ge-
rtserveerde terrein aan de Kernstraat, hoek
Verdamstraat
Voor de in het gebouw aan de Vrouwen
kerksteeg gevestigde openbare lagere scho
len zal de overgang naar de evengenoemde
gebouwen, ook in verband met de wijken,
waaruit deze scholen haar leerlingen be
trekken, niet bezwaarlijk zijn, terwijl door
den bouw van een nieuwe school in de
Kernstraat zal worden voorzien in een in
c;o stadswijk steeds sterker sprekende be-
hofete aan een openbare school.
Teneinde het schoolgebouw aan de Vrou
wenkerksteeg geschikt te maken voor de
huisvesting .van de R. K. Jongensschool
voor U. L. O. zullen de beneden- en de
bovengang in verbinding worden gebracht
rr.et de hal van de school aan het Vrouwen
kerkhof, zullen twee leslokalen worden in-
gericht resp. voor natuurkundelokaal en
overblijflokaal en zal het gebouw, in- en
uitwending, worden opgeknapt en van
centrale verwarming worden voorzien.
Naar raming zullen de met een en ander
gepaard gaande kosten 26.000.bedra
gen.
De in verband met het overbrengen van
de opleidingsschool voor U.L.O. aan de
Vrouwenkerksteeg naar het gebouw aan het
Schuttersveld u't te voeren werken, zullen
in hoofdzaak bestaan in het sausen van
muren en witten van plafonds, eenig verf-
v.erk, het vernieuwen van gordijnen, het
n aken van een afzondelijken toegang van
den Rijnsburgersingel af en het betegelen
van het vóórterrein der school. Hiermede
zal volgens raming een bedrag van 2.900
gemoeid zijn.
De kosten van het overbrengen van de
school voor gewoon 1. o. aan de Vrouwen-
kerksteeg naar het gebouw aan de Boóm-
markt zullen zich beperken tot die van ver
huizing en worden geraamd op 80.
Het plan voor de aan de Kernstraat te
bcuwen school, zooals dat plan bij rapport
van den Directeur van Gemeentewerken,
d 1. 7 Juli j.i., is gewijzigd, omvat zeven
leslokalen, elk lokaal bestemd voor 48 leer-
lii.gen, een kamer voor het hoofd der school,
benevens één vertrek, dat zoowel voor het
overige onderwijzend personeel der school
ais voor den schoolarts kan dienen. Gere
kend is op het aanbrengen van centrale
verwarming en op het maken van rijwie-
ienberging. De bouwkosten, inbegrepen die
van de voor dit gebouw wenschelijk geachte
b-epassing van een paalfundeering en de
kosten van een centrale verwarmingsin
stallatie zullen naar raming 59000.die
vtor het meubilair 7000.bedragen, in
totaal derhalve f 66000.
Hierbij moet dan nog worden geteld de
waarde van het voor dezen bouw bestemde
terrein (groot 2200 M2), welke kan wor-
o.en gesteld op 15000.
Uit het vorenstaande blijkt, dat met een
en ander een vrij belangrijk bedrag ge
moeid is. Tegenover dit bedrag staat echter
in de ee.rste plaats het voordeel, dat de ge
meente twee, wel L" waar in goeden staat
verkeerende, maar toch allerminst nieuwe
scholen ontruimt en in de plaats daarvan
één nieuw gebouw verkrijgt, hetgeen onge
twijfeld tot verlaging van exploitatiekosten
en daarmede tot verlaging van de uitkee-
ring ten behoeve van het bijzonder onder
wijs zal leiden. In de tweede plaats het voor
ceel, dat de school aan de Boommarkt,
wier aantal leerlingen jaar op jaar steeds
even blijft beneden het getal (186), waar
bij het Rijk het salaris van een leerkracht
meer vergoedt, in de nieuwe omgeving
meer dan 186 leerlingen zal gaan tellen,
zoodat alsdan een thans voor rekening van
de Gemeente komende kweekeling met akte
kan worden vervangen door een leerkracht,
wiens salaris ten laste van het Rijk kan
worden gebracht. Ook deze omstandigheid
zal een voor de gemeente gunstigen invloed
uitoefenen op de exploitatiekosten der
openbare scholen en op de exploitatie-ver
goeding ten behoeve van de bijzondere
scholen.
Verder dient te worden gedacht, dat een
weinig kostbare en toch goede oplossing
wordt verkregen voor het vraagstuk, dat
zich ten aanzien van het gebrek aan plaats
ruimte voor de R. K. school voor U.L.O.
voordoet, terwijl eindelijk niet van belang
ontbloot is de omstandigheid, dat het be-
tiekkelijk nieuwe en gunstig gelegen ge
bouw aan het Pieterskerkhof, na den over
gang van de R. K. school voor U.L.O. naar
t gebouw aan de Vrouwenkerksteeg, over
eenkomstig de desbetreffende bepalingen
eer Lager Onderwijswet om niet in eigen
dom aan de gemeente overgaat.
Al met al achten B en W. bovenbedoel
de plannen èn uit het oogpunt van onder-
wijsbelang èn uit financieel oogpunt alles
zins gemotiveerd.
Nu spreekt het wel vanzelf, dat met de
uitvoering van deze plannen vrij geruime
tijd gemoeid zal zijn en dat het derhalve
noodzakelijk was tegen September a.s. een
tijdelijke voorziening te treffen voor het
gebrek aan plaatsruimte voor de meerge
noemde R. K. school voor U.L.O. Dank zij
de medewerking van het bestuur van het
Koninklijk Genootschap M.S.G. is het mo
gelijk gebleken, het schoolbestuur met in
gang van 1 September a.s. de beschikking
te verzekeren over twee a drie lokalen van
het gebouw van dat Genootschap aan de
Fieterskerkgracht, om daarin tijdelijk
eenige klassen van zijne U.L.O. school te
vestigen.
B. en W. geven den Raad in overweging
to' bovengenoemde maatregelen te beslui
ten.
NIEUWE GER. SCHOOL.
In de raadsvergadering van 30 Mei j.l.
werd om praeadvies in handen van B. en
W. gesteld een adres van het bestuur der
Gereformeerde School ver eeniging, alhier,
houdende verzoek gelden te verstrekken
voor de stichting van een school voor ge
woon lager onderwijs aan de verlengde de
Mey van Streefkerkstraat, welke school 5
leslokalen zal bevatten.
Gelijk bekend, wordt bij art. 73, le lid,
"sub a, der Lager Onderwijswet 1920 de
voorwaarde gesteld, dat in een gemeente
als de onze, bij eene aanvrage om mede
werking tot de stichting van een schoolge
bouw wordt overgelegd een verklaring
waaruit blijkt, dat de school zal worden be
zocht door ten minste 100 leerlingen.
Aan deze voorwaarde is door het bestuur
voldaan, immers de bij zijne aanvrage ge
voegde verklaring bevat de namen van 129
leerlingen.
Voorts eischt de evengenoemde wet bij
art. 73, 4e lid, dat tot 1 Januari 1942 onder
het aantal van 100 leerlingen niet mogen
worden medegerekend leerlingen, die de
door hen bezochte gelijksoortige school zou
den verlaten, dodh voor wie' in dit school in
de voor hen bestemde klasse plaatsruimte
beschikbaar zou blijven. Een uitzondering
op dezen regel laat de wet echter toe b.v.
in geval aanzienlijke toeneming van de be
volking in eenig deel der gemeente tot
schoolstichting aanleiding geeft en het is
op deze omstandigheid, dat het schoolbe
stuur zich beroept.
Nu staat het o.i. wel vast, dat de bevol
king in dat deel van onze gemeente, waarin
het bestuur voornemens is de school te
stichten, aanzienlijk is toegenomen en nog
steeds toeneemt.
In de omstandigheid, dat voor een deel
van de kinderen, genoemd op de bij de aan
vrage gevoegde lijst, op de school welke
zij thans bezoeken, waarschijnlijk nog wel
plaatsruimte beschikbaar zal blijven, ligt
dus geen reden tot afwijzing van de aan
vrage.
B. en W. geven derhalve in overweging
tot medewerking te besluiten.
TEXTIEL-AVONDCURSUS.
Bij de behandeling van de ontwerp-be-
grooting voor 1937 werd door eenige raads-
leedn aan B. en W. verzocht „meer aan
dacht te schenken aan de vakopleiding van
arbeiders in de textielindustrie, zulks ten
einde te voorkomen, dat bij opleving van
deze industrie vakbekwame arbeiders van
elders zouden moeten worden betrokken.
Met het oog daarop verzocht men, zoo noo
dig in overleg met het Economisch-Tech-
nologjsch Instituut voor Zuid-Holland, de
mogelijkheid van oprichting hier ter stede
van een textielschool voor een oude tex
tielstad als Leiden van groote waarde
met de grootste nauwgezetheid te onderzoe
ken".
In verband hiermede werd door B. en
W. bij memorie van Antwoord het volgen
de opgemerkt:
„Aangezien ook ons College het belang
van vakopleiding voor arbeiders, die bij op
leving van de textiel-industrie in deze ge
meente een plaats in die industrei zullen
kunnen innemen, inziet, zijn wij gaarne be
reid het gevraagde onderzoek, na overleg
met de desbetreffende organisaties van
werkgevers en werknemers, in te stellen".
Niettegenstaande deze toezegging werd
bij de behandeling van de begrooting voor
1937 door den heer P. L. Hessing, een voor
stel ingediend dat, na de daarin door de
zen aangebrachte wijziging, als volgt luidt:
„De Raad verzoekt het College 'van B. en
W. in overleg met het Economisch-Techno-
logisch Instituut voor Zuid-Holland en de
desbetreffende organisaties van werkne
mers en werkgevers de mogelijkheid te
overwegen te Leiden een textielschool te
vestigen en noodigt het College van B. en
W. uit het resultaat van haar bevindingen
den Raad mede te deelen". Dit voorstel
werd door B. en W. overgenomen.
Nadat B. en W. zich eerst in verbinding
hadden gesteld met het EoonomisCh-Tech-
nologisch Institutu voor Zuid-Holland en
Zeeland werden door hen besprekingen ge
voerd met den Inspecteur van het Nijver
heidsonderwijs.
Was tevoren nog weinig klaarheid ver
kregen met betrekking tot de vraag, wat
in deze voor onze Gemeente bereikbaar
piocht worden geacht, de besprekingen met
dien Inspecteur leverden althans dit posi
tieve resultaat op, dat zij meer „houvast"
gaven. Zoo bleek daarbij reeds aanstonds,
dat van subsidieering door het Rijk van een
eigenlijke Textiel-school geen sprake kon
zijn, al ware het alleen reeds om deze re
den, dat de Leidsche textiel-industrie, naar
de meening van den Inspecteur, niet uitge
breid genoeg is om op goede gronden te
kunnen aannemen, dat een textielschool bij
voortduring door een voldoend aantal leer
lingen zou worden bezocht: Toen deze mee
ning ook door de vertegenwoordigers van
de Leidsche textielfabrikanten werd on
derschreven en hunnerzijds tevens er op
werd gewezen, dat een vergelijking met b.v.
Tilburg mank gaat (omdat alle fabrieken
daar hetzelfde product maken, terwijl hier
veel verscheidenheid van werk is en hier
vele kleine fabrieken zijn, zoodat een Leid
sche textiel-school allerlei afdeelingen zou
moeten hebben met een zóó uitgebreid ma
chinepark, dat dit alles veel en veel te kost
baar zou worden), stond het ook voor B. en
W. wel vast, dat van de stichting van een
eigenlijke textiel-school moest worden af
gezien. In deze opvatting werden zij bo
vendien nogversterkt bij 't bezoeken van
de textiel-school te Tilburg en den textiel-
avondcursus verbonden aan de Ambachts
school te Hilversum en door de daar ge
voerde besprekingen en verkregen inlich
tingen. Bij de voortgezette besprekingen
met de werkgevers werd hunnerzijds, reke
ning houdende ook met den ongunstigen
toestand in de textiel-industrie en met de
geringe plaatsingsmogelijkheid van arbei
ders in de bedrijven, in overweging gege
ven met het geven van textiel-vakonder-
wijs op zeer bescheiden voet te beginnen
door voorloopig te volstaan met het ver
binden aan de Ambachtsschool van een
theoretisehen avondcursus in het bijzonder
voor wevers, die in de fabrieken werkzaam
zijn en af te wachten, of uit dit bescheiden
plan een grooter kon groeien. Nadat was
gebleken, dat dit plan de instemming had
van het bestuur van de Ambachtsschool,
werd daaromtrent in overleg getreden met
de vertegenwoordigers van de organisaties
van werknemers, die verklaarden in te
stemmen met elk plan, om tot het geven
van textiel-onderwijs te geraken, doch te
vens deden uitkomen, dat zij het wel op
prijs zouden stellen, indien aan het evenbe-
doelde plan eenige uitbreiding zou kunnen
worden gegeven.
Hangende het verder onderzoek naar de
mogelijkheid tot uitbreiding van dat plan
kwam, onder dagteekening van 21 Mei j.l.,
een adres bij den raad in van het bestuur
der Ambachtsschool, houdende het verzoek
om te verklaren, dat de oprichting en in
standhouding van een textiel-avondcursus
als in het bij dat adres overgelegde ont-
werp-leerplan nader aangegeven, noodig
wordt geoordeeld.
Aangezien dit verzoek noch de werkne
mers, noch ook B. en W. bevredigde, omdat
aan dezen cursus alleen theoretisch onder
wijs zou worden gegeven en niet alle bij
het textiel-onderwijs betrokken groepen
(jeugdige personen, in de fabrieken wer
kende arbeiders en, zooveel mogelijk, ook
de werkloozen) gebaat zouden zijn, werd
opnieuw met het bestuur der Ambachts
school in overleg getreden. Het resultaat
der gehouden besprekingen komt hierop
neer, dat het bestuur zich bereid verklaart
om, zoodra zulks mogelijk zal blijken, ver
dere uitbreiding aan den aanvankelijken
opzet te geven.
Zoowél met het oog op het verkrijgen
van Rijkssubsidie (waartoe dan reeds vóór
1 Maart 1937 een verzoek had moeten zijn
ingediend) als wegens den te korten tijd
van voorbereiding, is het uitgesloten, dat
reeds met ingang van den eerstvolgenden
cursus op breedere basis wordt aangevan
gen. Wel is het mogelijk, en dat ligt ook in
de bedoeling van het bestuur der Am
bachtsschool, reeds met 1 October a.s. tot
een begin van uitvoering te komen door
oprichting van den in zijn adres d.d. 21 Mei
1938 bedoelden avondcursus.
Het komt B. en W. in de gegeven omstan
digheden dan ook voor, dat het gewenscht
is, in afwachting van verdere uitbreiding
van het textiel-vakonderwijs in onze ge
meente, voorloopig genoegen te nemen met
de oprichting van evenbedoelden avondcur
sus.
Mitsdien geven zij den raad in overwe
ging te verklaren, dat de oprichting en in
standhouding van een textiel-avondcursus,
als bedoeld in het adres van het bestuur
der Vereeniging „de Ambachtsschool" te
Leiden, noodig wordt geoordeeld.
UITBREIDINGSPLAN BIJ HET
PESTHUIS.
Bij raadsbesluit van 6 September 1937
werd bepaald, dat de vaststelling van een
plan van uitbreiding wordt voorbereid
voor het gedeelte der gemeente, gelegen
een Noord-Westen van de spoorbaan Am
sterdamRotterdam en ten Zuiden van het
voormalige Psychopathenasyl (Pesthuis).
In verband met het bepaalde bij art. 36,
4e lid, van de Woningwet, dient de vast
stelling van dat uitbreidingsplan zooveel
mogelijk te worden bespoedigd.
Aangezien echter de bestemming van de
in dat gebied gelegen gronden ten nauw
ste verband houdt met de aanhangig zijn
de spoorwegplannen, is het vooralsnog niet
mogelijk de bestemming van die gronden in
onderdeelen te bepalen, zoodat het aanbe
veling verdient om, evenals met betrekking
tot het Schuttersveld e.o. is geschied, te
volstaan met die bestemming in hoofdzaak
aan te wijzen.
In verband hiermede hebben B. en W.
een plan doen ontwerpen, waarbij de be
stemming der betrokken gronden in hoofd
zaak wordt aangegeven.
Tegen het ontwerp is door de N.V. Fa
briek van Verduurzaamde Levensmiddelen
v/h L. E. Nieuwenhuizente Leiden, die
eigenaresse van een groot deel der betrok
ken gronden is, bezwaar ingebracht. De
N.V. verzoekt zoo.spoedig mogelijk een ge
detailleerd uitbreidingsplan voor die gron
den vast te stellen.
Zooals hierboven is uiteengezet, kan op
dit oogenblik nog niet een regeling van de
bestemming van de betrokken gronden in
onderdeelen worden vastgesteld. Het ligt
evenwel iri het voornemen om, zoodra zulks
met het oog op de aanhangige spoorweg
plannen doenlijk is, een plan tot detaillee
ring van den betrokken grond te doen op
maken en den raad ter vaststelling aan te
bieden.
H. PRIESTERWIJDINGEN
Bij de Kruisheeren te St. Agatha,
Zondag heeft Z. H. Exc. Mgr. Fred. Bles
sing O.S.Cr., Apostolisch Vicaris der Kruis-
beeren-Missie van Bondo, in de klooster
kerk der Kruisheeren te St. Agatha de H.H.
Wijdingen van het Priesterschap en het
Subdiaconaat toegediend aan de volgende
fraters Kruisheeren:
't H. Priesterschap aan: fr. H. Wijnakker,
fr. N. v. Leeuwen, fr. A. v. Doorn, fr. Fr.
Jagers, fr. J. v. d. Pol, fr. J. Sweerts, fr. J.
Verhoof, fr. L. Gielissen, fr. H. Waldram,
fi. A. v. Dijk, fr. Th. Anoldus, fr. J. Zijer-
veld, fr. P. de Kort.
't H. Subdiaconaat aan: A. Villvoye, H.
Brouwers, P. Kruytwagen, P. de Jong. W.
Schonk, H. Broersen, A. v. d. Rijt, L. de
Boer, H. Fijnenberg, M. Brouwers en J.
Eosman.
H. WIJDINGEN IN HET AARTSBISDOM,
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht
heeft Zondag 24 Juli j.l. de H. Wijding van
het priesterschap toegediend aan de navol
gende eerwaarde heeren theologanten van
het Groot-Seminarie „Rijsenburg" te Drie
bergen:
G. J. Becker, J. M. Goes, A. W. Hansen,
P. H. L. van der Laan, G. C. M. van Leer,
B H. J. Lokin, P. Th. van Oosten, C. J. M.
Ottink, J. C. van Rooijen, H. C. J. Scholten,
G. H. Schopman, J. W. J. van Soest, P. J.
Soethof, C. A. Stockmann, G. J. Terpstra,
H. J. Timmer, A. A. M. Veldman, J. H. A.
Vermeulen, G. W. H. A. van der Voort,
A. A. J. Willigenburg en C. J. van Wijk,
a'.smede aan Fr. Desiderius Geijsen van de
Crde der Cistersiënsers te Diepenveen, en
het Subdiaconaat aan de navolgende eer
waarde heeren theologanten van het Groot
Seminarie „Rijsenburg":
W. Akkermans, Th. B. Bax, G. J. van
Bentum, H. A. W. ten Brummelhuis, J. M.
Galama, W. G. Gründemann, A. J. H. Hag-
dorn, M. M. B. Koggel, A. G. Kroessen,
K. H. M. Mars, J. G. M. Oosterbaan, P. A.
Oostveen, M. A. M. Paanakker, G. J. Schol
ten, C. G. B. Sloot, H. W. Sterenborg, H.
Terra, H. J. H. J. Veeger en M. H. de Vries.