STADS NIEUWS KERKNIEUWS DINSDAG 26 JULI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 8 De Vierdaagsche Afstandsmarschen in de omgeving van Nijmegen zijn hedenmor gen begonnen. Een tweetal snapshots van het vertrek bij de Prins Hendrik-kazerne. 1. De start der Koloniale Reserve. 2. Een groep burgerdeelnemers begeeft zich op weg. Gemeenteraad Op Maandag 1 Augustus a.s. vergadert de Gemeenteraad des namiddags te twee uur, in het gebouw „Tot Nut van 't Alge meen". Te behandelen onderwerpen: lo. Voorstel inzake het overnemen in eigendom bij de gemeente van verschil lende voor straat bestemde strookjes grond. 2o. Voorstel tot herziening van het bij raadsbesluit van 6 November 1933 vast gestelde plan van uitbreiding voor de ge meente Leiden, laatstelijk herzien bij raadsbesluit van 11 Juli 1938. 3o. Voorstel om te verklaren, dat de oprichting en in standhouding van een aan „de Ambachtsschool" alhier te ver binden textiel-avondcursus noodig wordt geoordeeld. 4o. Praeadvies op het verzoek van het bestuur der Gereformeerde Schoolver- eeniging, om medewerking tot het stich ten van een bijzondere school voor ge woon lager onderwijs aan de te verlen gen de Mey van Streefkerkstraat. 5o. Voorstel: a. tot het verleenen van medewerking aan het bestuur van de Inrichting van Liefdadigheid voor R.K., tot het voorzien in het tekort aan plaatsruimte voor zijn Jongensschool voor u.l.o. aan het Pieters kerkhof No. 4; b. tot het in eigendom overdragen van het schoolgebouw aan de Vrouwenkerk steeg aan het sub a genoemde schoolbe stuur en tot het overbrengen van de op leidingsschool voor u.l.o. aan de Vrou wenkerksteeg naar het gebouw aan het Schuttersveld en van de school voor g.l.o. aan de Vrouwenkerksteeg naar het schoolgebouw aan de Boommarkt; c. tot het bouwen van een school op het terrein aan de Kernstraat hoek Verdam straat en tot het overbrengen van de op leidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Boommarkt naar dat schoolge bouw; d. tot het vaststellen van den desbe- treffenden begrootingsstaat. R, K. JONGENSSCHOOL VOOR U.L.O. GAAT VERHUIZEN. Naar de Vrouwenkerksteeg. Een nieuwe openbare school. De R. K. Jongensschool voor U.L.O. aan het Pieterskerkhof heeft reeds eenigen tijd gebrek aan plaatsruimte. Teneinde daarin voorloopig te oorzien werd op 1 September 1936 een klasse ondergebracht in de R. K. school voor l.o. aan het Rapenburg, werd op 1 September j.l. een andere klasse zeer onvoldoende gevestigd in het St. Josephgezellenhuis aan het Rapenburg en zal tegen September a.s. voor een derde klasse, eveneens buiten het eigenlijke schoolgebouw aan het Pieterskerkhof 4, onderdak moeten worden verkregen. In verband hiermede heeft het bestuur z,ch reeds geruim en tijd vóór het tijdstip, waarop het bij zijn door de raad om prae advies in handen van B. en W. gestelde adres zich tot den Raad wendde, met B. en W. in verbinding gesteld en is, in over leg met het bestuur, de vraag onder oogen gezien, op welke wijze definitief in het steeds nijpender wordende gebrek aan plaatsruimte voor de evengenoemde school kon worden voorzien. Bij het te dien einde ingesteld onderzoek bleek reeds aanstonds, dat dit vraagstuk niet kan worden opge lost door verbouw van het bestaande schoolgebouw, aangezien de constructie van dat gebouw den opbouw van lokalen niet toelaat en vergrooting van het gebouw op andere wijze, door de ingesloten bebou wing, evenmin mogelijk is. Na voortgezette bestudeering en in nauwe samenwerking met het schoolbe stuur, zijn B. en W. er ten slotte in ge slaagd, een alleszins aannemelijke oplos sing te vinden, die ook het bestuur bevre digt en die hierin bestaat, dat het gemeen telijk schoolgebouw voor l.o aan de Vrou- v/enkerksteeg aan het schoolbestuur in eigendom wordt overgedragen, om daarin zijne school voor U.L.O. onder te brengen. Daartoe zal het gebouw aan de Vrouwen- kerksteeg, waarin thans twee o.L scholen zijn gevestigd, moeten worden ontruimd, hetgeen zeer wel mogelijk is, n.l. door over plaatsing van de opleidingsschool voor U.L.O. naar het voor de helft leegstaande schoolgebouw aan het Schuttersveld en van de school voor gewoon lager onderwijs naar het schoolgebouw aan de Boommarkt. De in het laatstgenoemde gebouw gevestigde opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. zouden B. en W. dan willen over brengen naar een te stichten schoolgebouw op het daartoe door den Raad bereids ge- rtserveerde terrein aan de Kernstraat, hoek Verdamstraat Voor de in het gebouw aan de Vrouwen kerksteeg gevestigde openbare lagere scho len zal de overgang naar de evengenoemde gebouwen, ook in verband met de wijken, waaruit deze scholen haar leerlingen be trekken, niet bezwaarlijk zijn, terwijl door den bouw van een nieuwe school in de Kernstraat zal worden voorzien in een in c;o stadswijk steeds sterker sprekende be- hofete aan een openbare school. Teneinde het schoolgebouw aan de Vrou wenkerksteeg geschikt te maken voor de huisvesting .van de R. K. Jongensschool voor U. L. O. zullen de beneden- en de bovengang in verbinding worden gebracht rr.et de hal van de school aan het Vrouwen kerkhof, zullen twee leslokalen worden in- gericht resp. voor natuurkundelokaal en overblijflokaal en zal het gebouw, in- en uitwending, worden opgeknapt en van centrale verwarming worden voorzien. Naar raming zullen de met een en ander gepaard gaande kosten 26.000.bedra gen. De in verband met het overbrengen van de opleidingsschool voor U.L.O. aan de Vrouwenkerksteeg naar het gebouw aan het Schuttersveld u't te voeren werken, zullen in hoofdzaak bestaan in het sausen van muren en witten van plafonds, eenig verf- v.erk, het vernieuwen van gordijnen, het n aken van een afzondelijken toegang van den Rijnsburgersingel af en het betegelen van het vóórterrein der school. Hiermede zal volgens raming een bedrag van 2.900 gemoeid zijn. De kosten van het overbrengen van de school voor gewoon 1. o. aan de Vrouwen- kerksteeg naar het gebouw aan de Boóm- markt zullen zich beperken tot die van ver huizing en worden geraamd op 80. Het plan voor de aan de Kernstraat te bcuwen school, zooals dat plan bij rapport van den Directeur van Gemeentewerken, d 1. 7 Juli j.i., is gewijzigd, omvat zeven leslokalen, elk lokaal bestemd voor 48 leer- lii.gen, een kamer voor het hoofd der school, benevens één vertrek, dat zoowel voor het overige onderwijzend personeel der school ais voor den schoolarts kan dienen. Gere kend is op het aanbrengen van centrale verwarming en op het maken van rijwie- ienberging. De bouwkosten, inbegrepen die van de voor dit gebouw wenschelijk geachte b-epassing van een paalfundeering en de kosten van een centrale verwarmingsin stallatie zullen naar raming 59000.die vtor het meubilair 7000.bedragen, in totaal derhalve f 66000. Hierbij moet dan nog worden geteld de waarde van het voor dezen bouw bestemde terrein (groot 2200 M2), welke kan wor- o.en gesteld op 15000. Uit het vorenstaande blijkt, dat met een en ander een vrij belangrijk bedrag ge moeid is. Tegenover dit bedrag staat echter in de ee.rste plaats het voordeel, dat de ge meente twee, wel L" waar in goeden staat verkeerende, maar toch allerminst nieuwe scholen ontruimt en in de plaats daarvan één nieuw gebouw verkrijgt, hetgeen onge twijfeld tot verlaging van exploitatiekosten en daarmede tot verlaging van de uitkee- ring ten behoeve van het bijzonder onder wijs zal leiden. In de tweede plaats het voor ceel, dat de school aan de Boommarkt, wier aantal leerlingen jaar op jaar steeds even blijft beneden het getal (186), waar bij het Rijk het salaris van een leerkracht meer vergoedt, in de nieuwe omgeving meer dan 186 leerlingen zal gaan tellen, zoodat alsdan een thans voor rekening van de Gemeente komende kweekeling met akte kan worden vervangen door een leerkracht, wiens salaris ten laste van het Rijk kan worden gebracht. Ook deze omstandigheid zal een voor de gemeente gunstigen invloed uitoefenen op de exploitatiekosten der openbare scholen en op de exploitatie-ver goeding ten behoeve van de bijzondere scholen. Verder dient te worden gedacht, dat een weinig kostbare en toch goede oplossing wordt verkregen voor het vraagstuk, dat zich ten aanzien van het gebrek aan plaats ruimte voor de R. K. school voor U.L.O. voordoet, terwijl eindelijk niet van belang ontbloot is de omstandigheid, dat het be- tiekkelijk nieuwe en gunstig gelegen ge bouw aan het Pieterskerkhof, na den over gang van de R. K. school voor U.L.O. naar t gebouw aan de Vrouwenkerksteeg, over eenkomstig de desbetreffende bepalingen eer Lager Onderwijswet om niet in eigen dom aan de gemeente overgaat. Al met al achten B en W. bovenbedoel de plannen èn uit het oogpunt van onder- wijsbelang èn uit financieel oogpunt alles zins gemotiveerd. Nu spreekt het wel vanzelf, dat met de uitvoering van deze plannen vrij geruime tijd gemoeid zal zijn en dat het derhalve noodzakelijk was tegen September a.s. een tijdelijke voorziening te treffen voor het gebrek aan plaatsruimte voor de meerge noemde R. K. school voor U.L.O. Dank zij de medewerking van het bestuur van het Koninklijk Genootschap M.S.G. is het mo gelijk gebleken, het schoolbestuur met in gang van 1 September a.s. de beschikking te verzekeren over twee a drie lokalen van het gebouw van dat Genootschap aan de Fieterskerkgracht, om daarin tijdelijk eenige klassen van zijne U.L.O. school te vestigen. B. en W. geven den Raad in overweging to' bovengenoemde maatregelen te beslui ten. NIEUWE GER. SCHOOL. In de raadsvergadering van 30 Mei j.l. werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een adres van het bestuur der Gereformeerde School ver eeniging, alhier, houdende verzoek gelden te verstrekken voor de stichting van een school voor ge woon lager onderwijs aan de verlengde de Mey van Streefkerkstraat, welke school 5 leslokalen zal bevatten. Gelijk bekend, wordt bij art. 73, le lid, "sub a, der Lager Onderwijswet 1920 de voorwaarde gesteld, dat in een gemeente als de onze, bij eene aanvrage om mede werking tot de stichting van een schoolge bouw wordt overgelegd een verklaring waaruit blijkt, dat de school zal worden be zocht door ten minste 100 leerlingen. Aan deze voorwaarde is door het bestuur voldaan, immers de bij zijne aanvrage ge voegde verklaring bevat de namen van 129 leerlingen. Voorts eischt de evengenoemde wet bij art. 73, 4e lid, dat tot 1 Januari 1942 onder het aantal van 100 leerlingen niet mogen worden medegerekend leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige school zou den verlaten, dodh voor wie' in dit school in de voor hen bestemde klasse plaatsruimte beschikbaar zou blijven. Een uitzondering op dezen regel laat de wet echter toe b.v. in geval aanzienlijke toeneming van de be volking in eenig deel der gemeente tot schoolstichting aanleiding geeft en het is op deze omstandigheid, dat het schoolbe stuur zich beroept. Nu staat het o.i. wel vast, dat de bevol king in dat deel van onze gemeente, waarin het bestuur voornemens is de school te stichten, aanzienlijk is toegenomen en nog steeds toeneemt. In de omstandigheid, dat voor een deel van de kinderen, genoemd op de bij de aan vrage gevoegde lijst, op de school welke zij thans bezoeken, waarschijnlijk nog wel plaatsruimte beschikbaar zal blijven, ligt dus geen reden tot afwijzing van de aan vrage. B. en W. geven derhalve in overweging tot medewerking te besluiten. TEXTIEL-AVONDCURSUS. Bij de behandeling van de ontwerp-be- grooting voor 1937 werd door eenige raads- leedn aan B. en W. verzocht „meer aan dacht te schenken aan de vakopleiding van arbeiders in de textielindustrie, zulks ten einde te voorkomen, dat bij opleving van deze industrie vakbekwame arbeiders van elders zouden moeten worden betrokken. Met het oog daarop verzocht men, zoo noo dig in overleg met het Economisch-Tech- nologjsch Instituut voor Zuid-Holland, de mogelijkheid van oprichting hier ter stede van een textielschool voor een oude tex tielstad als Leiden van groote waarde met de grootste nauwgezetheid te onderzoe ken". In verband hiermede werd door B. en W. bij memorie van Antwoord het volgen de opgemerkt: „Aangezien ook ons College het belang van vakopleiding voor arbeiders, die bij op leving van de textiel-industrie in deze ge meente een plaats in die industrei zullen kunnen innemen, inziet, zijn wij gaarne be reid het gevraagde onderzoek, na overleg met de desbetreffende organisaties van werkgevers en werknemers, in te stellen". Niettegenstaande deze toezegging werd bij de behandeling van de begrooting voor 1937 door den heer P. L. Hessing, een voor stel ingediend dat, na de daarin door de zen aangebrachte wijziging, als volgt luidt: „De Raad verzoekt het College 'van B. en W. in overleg met het Economisch-Techno- logisch Instituut voor Zuid-Holland en de desbetreffende organisaties van werkne mers en werkgevers de mogelijkheid te overwegen te Leiden een textielschool te vestigen en noodigt het College van B. en W. uit het resultaat van haar bevindingen den Raad mede te deelen". Dit voorstel werd door B. en W. overgenomen. Nadat B. en W. zich eerst in verbinding hadden gesteld met het EoonomisCh-Tech- nologisch Institutu voor Zuid-Holland en Zeeland werden door hen besprekingen ge voerd met den Inspecteur van het Nijver heidsonderwijs. Was tevoren nog weinig klaarheid ver kregen met betrekking tot de vraag, wat in deze voor onze Gemeente bereikbaar piocht worden geacht, de besprekingen met dien Inspecteur leverden althans dit posi tieve resultaat op, dat zij meer „houvast" gaven. Zoo bleek daarbij reeds aanstonds, dat van subsidieering door het Rijk van een eigenlijke Textiel-school geen sprake kon zijn, al ware het alleen reeds om deze re den, dat de Leidsche textiel-industrie, naar de meening van den Inspecteur, niet uitge breid genoeg is om op goede gronden te kunnen aannemen, dat een textielschool bij voortduring door een voldoend aantal leer lingen zou worden bezocht: Toen deze mee ning ook door de vertegenwoordigers van de Leidsche textielfabrikanten werd on derschreven en hunnerzijds tevens er op werd gewezen, dat een vergelijking met b.v. Tilburg mank gaat (omdat alle fabrieken daar hetzelfde product maken, terwijl hier veel verscheidenheid van werk is en hier vele kleine fabrieken zijn, zoodat een Leid sche textiel-school allerlei afdeelingen zou moeten hebben met een zóó uitgebreid ma chinepark, dat dit alles veel en veel te kost baar zou worden), stond het ook voor B. en W. wel vast, dat van de stichting van een eigenlijke textiel-school moest worden af gezien. In deze opvatting werden zij bo vendien nogversterkt bij 't bezoeken van de textiel-school te Tilburg en den textiel- avondcursus verbonden aan de Ambachts school te Hilversum en door de daar ge voerde besprekingen en verkregen inlich tingen. Bij de voortgezette besprekingen met de werkgevers werd hunnerzijds, reke ning houdende ook met den ongunstigen toestand in de textiel-industrie en met de geringe plaatsingsmogelijkheid van arbei ders in de bedrijven, in overweging gege ven met het geven van textiel-vakonder- wijs op zeer bescheiden voet te beginnen door voorloopig te volstaan met het ver binden aan de Ambachtsschool van een theoretisehen avondcursus in het bijzonder voor wevers, die in de fabrieken werkzaam zijn en af te wachten, of uit dit bescheiden plan een grooter kon groeien. Nadat was gebleken, dat dit plan de instemming had van het bestuur van de Ambachtsschool, werd daaromtrent in overleg getreden met de vertegenwoordigers van de organisaties van werknemers, die verklaarden in te stemmen met elk plan, om tot het geven van textiel-onderwijs te geraken, doch te vens deden uitkomen, dat zij het wel op prijs zouden stellen, indien aan het evenbe- doelde plan eenige uitbreiding zou kunnen worden gegeven. Hangende het verder onderzoek naar de mogelijkheid tot uitbreiding van dat plan kwam, onder dagteekening van 21 Mei j.l., een adres bij den raad in van het bestuur der Ambachtsschool, houdende het verzoek om te verklaren, dat de oprichting en in standhouding van een textiel-avondcursus als in het bij dat adres overgelegde ont- werp-leerplan nader aangegeven, noodig wordt geoordeeld. Aangezien dit verzoek noch de werkne mers, noch ook B. en W. bevredigde, omdat aan dezen cursus alleen theoretisch onder wijs zou worden gegeven en niet alle bij het textiel-onderwijs betrokken groepen (jeugdige personen, in de fabrieken wer kende arbeiders en, zooveel mogelijk, ook de werkloozen) gebaat zouden zijn, werd opnieuw met het bestuur der Ambachts school in overleg getreden. Het resultaat der gehouden besprekingen komt hierop neer, dat het bestuur zich bereid verklaart om, zoodra zulks mogelijk zal blijken, ver dere uitbreiding aan den aanvankelijken opzet te geven. Zoowél met het oog op het verkrijgen van Rijkssubsidie (waartoe dan reeds vóór 1 Maart 1937 een verzoek had moeten zijn ingediend) als wegens den te korten tijd van voorbereiding, is het uitgesloten, dat reeds met ingang van den eerstvolgenden cursus op breedere basis wordt aangevan gen. Wel is het mogelijk, en dat ligt ook in de bedoeling van het bestuur der Am bachtsschool, reeds met 1 October a.s. tot een begin van uitvoering te komen door oprichting van den in zijn adres d.d. 21 Mei 1938 bedoelden avondcursus. Het komt B. en W. in de gegeven omstan digheden dan ook voor, dat het gewenscht is, in afwachting van verdere uitbreiding van het textiel-vakonderwijs in onze ge meente, voorloopig genoegen te nemen met de oprichting van evenbedoelden avondcur sus. Mitsdien geven zij den raad in overwe ging te verklaren, dat de oprichting en in standhouding van een textiel-avondcursus, als bedoeld in het adres van het bestuur der Vereeniging „de Ambachtsschool" te Leiden, noodig wordt geoordeeld. UITBREIDINGSPLAN BIJ HET PESTHUIS. Bij raadsbesluit van 6 September 1937 werd bepaald, dat de vaststelling van een plan van uitbreiding wordt voorbereid voor het gedeelte der gemeente, gelegen een Noord-Westen van de spoorbaan Am sterdamRotterdam en ten Zuiden van het voormalige Psychopathenasyl (Pesthuis). In verband met het bepaalde bij art. 36, 4e lid, van de Woningwet, dient de vast stelling van dat uitbreidingsplan zooveel mogelijk te worden bespoedigd. Aangezien echter de bestemming van de in dat gebied gelegen gronden ten nauw ste verband houdt met de aanhangig zijn de spoorwegplannen, is het vooralsnog niet mogelijk de bestemming van die gronden in onderdeelen te bepalen, zoodat het aanbe veling verdient om, evenals met betrekking tot het Schuttersveld e.o. is geschied, te volstaan met die bestemming in hoofdzaak aan te wijzen. In verband hiermede hebben B. en W. een plan doen ontwerpen, waarbij de be stemming der betrokken gronden in hoofd zaak wordt aangegeven. Tegen het ontwerp is door de N.V. Fa briek van Verduurzaamde Levensmiddelen v/h L. E. Nieuwenhuizente Leiden, die eigenaresse van een groot deel der betrok ken gronden is, bezwaar ingebracht. De N.V. verzoekt zoo.spoedig mogelijk een ge detailleerd uitbreidingsplan voor die gron den vast te stellen. Zooals hierboven is uiteengezet, kan op dit oogenblik nog niet een regeling van de bestemming van de betrokken gronden in onderdeelen worden vastgesteld. Het ligt evenwel iri het voornemen om, zoodra zulks met het oog op de aanhangige spoorweg plannen doenlijk is, een plan tot detaillee ring van den betrokken grond te doen op maken en den raad ter vaststelling aan te bieden. H. PRIESTERWIJDINGEN Bij de Kruisheeren te St. Agatha, Zondag heeft Z. H. Exc. Mgr. Fred. Bles sing O.S.Cr., Apostolisch Vicaris der Kruis- beeren-Missie van Bondo, in de klooster kerk der Kruisheeren te St. Agatha de H.H. Wijdingen van het Priesterschap en het Subdiaconaat toegediend aan de volgende fraters Kruisheeren: 't H. Priesterschap aan: fr. H. Wijnakker, fr. N. v. Leeuwen, fr. A. v. Doorn, fr. Fr. Jagers, fr. J. v. d. Pol, fr. J. Sweerts, fr. J. Verhoof, fr. L. Gielissen, fr. H. Waldram, fi. A. v. Dijk, fr. Th. Anoldus, fr. J. Zijer- veld, fr. P. de Kort. 't H. Subdiaconaat aan: A. Villvoye, H. Brouwers, P. Kruytwagen, P. de Jong. W. Schonk, H. Broersen, A. v. d. Rijt, L. de Boer, H. Fijnenberg, M. Brouwers en J. Eosman. H. WIJDINGEN IN HET AARTSBISDOM, Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft Zondag 24 Juli j.l. de H. Wijding van het priesterschap toegediend aan de navol gende eerwaarde heeren theologanten van het Groot-Seminarie „Rijsenburg" te Drie bergen: G. J. Becker, J. M. Goes, A. W. Hansen, P. H. L. van der Laan, G. C. M. van Leer, B H. J. Lokin, P. Th. van Oosten, C. J. M. Ottink, J. C. van Rooijen, H. C. J. Scholten, G. H. Schopman, J. W. J. van Soest, P. J. Soethof, C. A. Stockmann, G. J. Terpstra, H. J. Timmer, A. A. M. Veldman, J. H. A. Vermeulen, G. W. H. A. van der Voort, A. A. J. Willigenburg en C. J. van Wijk, a'.smede aan Fr. Desiderius Geijsen van de Crde der Cistersiënsers te Diepenveen, en het Subdiaconaat aan de navolgende eer waarde heeren theologanten van het Groot Seminarie „Rijsenburg": W. Akkermans, Th. B. Bax, G. J. van Bentum, H. A. W. ten Brummelhuis, J. M. Galama, W. G. Gründemann, A. J. H. Hag- dorn, M. M. B. Koggel, A. G. Kroessen, K. H. M. Mars, J. G. M. Oosterbaan, P. A. Oostveen, M. A. M. Paanakker, G. J. Schol ten, C. G. B. Sloot, H. W. Sterenborg, H. Terra, H. J. H. J. Veeger en M. H. de Vries.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8