S.S. „BODIL" GEBOMBARDEERD. Wie is mijn man? Se fceidóofaz (3ou/twnl De in aanbouw zijnde staalfabrieken van het hoogovenbedrijf te IJmuiden, waar Zaterdag door minister mr. M. P. L. Steenberghe een bezoek werd gebracht Tijdens de 14e étappe van den Tour de France, Bartali gevolgd door den Luxemburger Clemens bij de bestijging van de Col de l'lzoard Z. Exc. minister mr. M. P. L. Steenberghe heeft Zaterdag een bezoek gebracht aan het hoog ovenbedrijf en de nieuwe Van Leer's walswerken te IJmuiden. De minister (x) tijdens den rondgang - o. - De bemanning van den Deenschen stoomer „Bodil", die in de Spaansche wateren door een tweetal vliegtuigbommen tot zinken werd gebracht, werd door den te hulp geschoten Engelschen oorlogsbodem „Shropshire" aan boord genomen De wed. M. Freihaus Ruwenhorst vierde Zondag in huize Vredenburgh te Amsterdam haar 100sten verjaardag. De honderjarige neemt de gelukwenschen van de regenten en regentessen in ontvangst Het stoffelijk overschot van wijlen Koningin-moeder Maria van Roemenië is Prins Edward en zijn zusje Prinses Alexandra, de beide kinderen van den van Cotroceni naar het kasteel van Pelles overgebracht, van waaruit de be- Hertog en Hertogin van Kent, bij het verlaten van Belgrave Square 3 grafenis heeft plaats gevonden te Londen FEUILLETON door OTFRID VON HANSTEIN. (Nadruk vert-oden). 7) „Goed u betaalt dertig pond voor al les. Ik zorg vuur de toestemming en de ge tuigen. U neemt direct logies in Seyds Ho tel op Finsbury Square. Ik zal zorgen, dat v.w papieren in orde komen. U kimt ze mor gen in Sommerset House krijen, waar u zorgen zult om twaalf uur te zijn en dan wordt het huwelijk gesloten." De gang van zaken leek hen wel erg nuchter en kiL Iracema was zichzelf het eerst meester. „Dat gaat nu eenmaal niet anders. We halen dus eerst mijn bagage uit het hotel en dan de jouwe. Óm te verhuizen naar 't aangewezen hotel." Het was een klein, eenvoudig en niet overdreven zindelijk hotel. Een oude kell- ner in een vette rok, die blijkbaar al op de hoogte was, kwam hen tegemoet. „Ik heb voor u de mooiste kamer gere serveerd." Terwijl Iracema terzijde keek, zei Ro bert: „Natuurlijk twee kamers." Om de lippen van den kellner speelde een veelbeteekenend lachje. „Zooals u wilt." Men scheen het in dit hotel met bruids paren niet al te nauw te nemen. De ka mers waren klein, smakeloos gemeubileerd en buitengewoon ongezellig. „Voor één dag logies moet het zijn uit te houden." Ze moesten zich geweld aandoen om in het hotel te blijven eten. Er waren nog een paar paartjes blijkbaar met hetzelfde doel. Daarna wandelden zij wat in de om geving. Wat was het hier leelijk! Vlak bij het beruchte Whitechapel, slecht volk liep er rond. Beide voelden zich diep ge krenkt. Den volgenden dag om twaalf uur had het huwelijk plaats. De ceremonie duurde uiterst kort, de ambtenaren stel den een paar vragen, zij wisselden ringen en enkele minuten later ontvingen zij de trouwactie. De heer John en een willekeu rige oude man waren hun getuigen ge weest. Alles bij elkaar had het slechts tien minuten geduurd en direct na hen was een ander paartje aan de beurt. „Mag ik het jonge paar dat ik harte lijk feliciteer voor een bescheiden lunch uitnoodigen? Aan den oyerkant bij Lyons?" Robert drukte hem nog een pond in de hand. „Wij moeten, helaas, direct aan boord!" Ze haalden hun bagage op en verhuisden voor de derde keer. Ze wilden noch naar een van hun beide vroegere hotels, noch blijven in Seyds Hotel; zij kozen nu het Imperial. Voor het eerst hadden zij samen één kamer. Beiden waren geschokt door de onwaardige wijze, waarop zij hadden moe ten trouwen. Hij sloeg zijn arm om haar heen: „Zal je er nooit spijt van hebben?" Zij sloeg haar armen om zijn hals. „Wanneer je altijd van mij blijft houden nooit!" Terwijl zij op het groote terras voor het hotel dineerden en daarna hand in hand door den tuin wandelden, terwijl het la waai véin de groote stad langzaam om hen heen wegstierf, verbleekten langzamerhand de onaangename herinneringen aan wat zij hadden moeten meemaken. Het geluk hun ner jonge liefde deed hen de wereld om zich heen vergeten. Den volgenden morgen spoorden zij naar Southampton. De kapitein werd op de hoog te gebracht en zij ruilden hun twee hutten voor een gemeenschappelijke. In den na middag vertrok het schip en voer bij het heerlijkste zomerweer het Kanaal in. Ze hadden nu een paar dagen van onge stoord geluk voor den boeg, gedurende welke niemand hen storen kon. Angstig hoedden zij zich er voor om hun zaligheid ook maar te storen met één enkele ge dachte aan wat de toekomst misschien bren gen kon. Alleen wanneer Robert soms enkele mi nuten alleen was, rees een dreigend spook beeld voor hem op. Van het geld, dat Thom son hem geleend had, was niet veel meer over. "Wat hing hem boven het hoofd als de oude Severing zijn woord terugnam? De zware verantwoordelijkheid tegen over Iracema drukte als een last op zijn hart. Maar in haar oogen lag niets dan haar groote liefde. DERDE HOOFDSTUK. Na een heerlijke vaart door de spiegel gladde en diepblauwe golf van Biscaye na derde de „Queen Victoria" Lissabon. Voor het eerst maakte Robert het prachtige bin nenkomen tusschen de twee beroemde ka pen en het opvaren van den Taag mee. Hij zag het trotsche kasteel Cintra hoog bo ven op de rotsen, de heerlijke aan Vene- tie herinnerende toren van Belem en toen de haven met het groote, door zuilenhal len omgeven plein van Praca do Commer- cio. Desondanks voelde hij zich triestig ge stemd. De paar dagen van ongestoord ge luk waren voorbij. Ze hadden in Enge land nog een laatste telegram gekregen: „Wacht je voor een paar dagen Robert moet eerst alleen met vader spreken deze veel beter oom Figueira." „Je vader heeft gelijk. Hij kent mij niet. Tenminste niet persoonlijk. Hij schenkt mij dit ongelooflijk vertrouwen hij vervult mijn dierbaarste wenschen nog voor ik ge sproken heb. Het is toch vanzelfsprekend, dat hij mij eerst eens onder vier oogen wil zien om mij rekenschap te vragen van mijn vroeger leven en dat hij zulks wel doen moet alvorens ons met elkaar te vereeni gen." Iracema knikte. Hij had gelijk zoo was het. Maar toch viel het afscheid zwaar. „Wij zullen voorloopig niet zeggen, dat wij in Londen al getrouwd zijn. Wij zullen daarmee wachten, totdat ook ik bij papa in Madeira ben." Robert vond dat goed. Maar het leek hem toch geen prettig idee, dat hij den consul- generaal niet eerlijk en open tegemoet kon treden. Toch was hij ook weer blij. Hoe had hij den ouden heer dien hij nauwe lijks kende en die zijn weldoener gewor den was direct aan boord kunnen ko men met de medededeeling, dat hij zelf al vast maar genomen had, wat deze van plan was hem te geven. Terwijl het schip in de haven meerde en de pascontrole aan boord kwam, namen Robert en Iracema in de hut afscheid van elkaar. Zoo hadden zij het afgesproken. Oom Figueira zou toch allicht aan boord komen om Iracema af te hauen. Zij wisten niet eens in hoeverrz de consul-generaal zijn compagnon die Joe Jenkins gepro tegeerd had in zijn plannen had inge wijd. Dus namen zij nu reeds afscheid van elkaar. „Het is maar voor een paar dagen. Jy telegrafeert dadelijk hoe je papa hebt aan getroffen en wanneer ik komen mag." Ze ging naar boven ditmaal alleen. Robert bleef in de hut. Maar het werd hem te machtig en daarom begaf hij zich naar het tusschendek, waar de landverhuizers elkaar voor de poorten verdrongen om tenminste uit de verte te zien hoe Iracema zou worden ontvangen. Zoowel hij als Iracema was erg terneer geslagen. Veel meer dan de korte scheiding van enkele dagen rechtvaardigde. Kwam dat vanwege hun heimelijk huwelijk? Dat kon toch geen voldoende reden hiervoor zijn, want dat huwelijk lag toch in de be doeling van haar vader. De eerste tender om passagiers af te ha len, lei aan. Robert, die voor een laadpoort een plaatsje had weten te veroveren, zag dat de post aan boord werd gebracht en ook zag hij inwoners van Lissabon die pas sagiers kwamen afhalen. Wat later zag hij Iracema met een grooteren, wat ouderen heer het schip verlaten met achter hen aan een bediende, die haar bagage droeg. Op dat oogenblik werd hij zielsbedroefd. Maar hij trachtte dit gevoel weg te lachen. Dat kwam, omdat hij er zoo tegenopzag morgen alleen bij den consul zijn opwach ting te maken. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8