TOUR DE FRANCE
Wie is mijn man?
De weg eischt alle aandacht. Zonder oog te hebben voor
Koningin Elizabeth bracht Donderdag tijdens Haar verblijf in de Fransche Het wrak van het vliegtuig, dat neerstortte in den tuin van een huis het zeldzaam natuurschoon passeeren de deelnemers aan den
hoofdstad een beeoelc aan het Engelsche ziekenhui, te Parijs de Long Lane te Hillingdon in Middlesex Tour de Fran=e ee"
i i
Een imposant beeld van de groote troepenparade, welke Donderdag
te Versailles ter eere van het Engelsch Koninklijk bezoek voor
Koning George en President Lebrun werd gehouden
Vanaf het Bordes van het stadhuis te Versailles volgden Koning George en
President Lebrun de groote troepenparade, welke Donderdag ter eere van
het bezoek van het Engelsche Koningspaar werd gehouden
Het Engelsche Koningspaar bij aankomst op het tuinfeest, dat ter
eere van de hooge gasten te Parijs werd gegeven
FEUILLETON
door
OTFRID VON HANSTEIN.
(Nadruk verboden).
5)
„Ik wist niet waarom ik, die toch niet
direct een slechte partij was vijfentwin
tig jaar moest worden, zonder te trou
wen."
„Jij, je hebt om mijnentwil?"
Ze snikte zacht, en liet toe, dat hij zijn
armen om haar heen sloeg en haar heel
zacht op het voorhoofd kuste. Toen week
hij weer terug.
„Ik kan het toch niet begrijpen: Ik houd
zoo veel van je, zoo oneindig veel Iri. Al
jaren heb ik zoo ontzettend naar je ver
langd en nu ik kan het niet begrijpen.
Zelfs nu ik je in mijn armen nemen mag,
heb ik een gevoel, alsof ik een onrecht be
ga en dat alles maar een droom is."
„Ga zitten, wij moeten eens heel rustig
praten. Wat heeft papa je geschreven?"
„Hij heeft mij heelemaal niet geschre
ven."
„Maar hoe kom je dan hier?"
„Mijn schip liep Southampton binnen, ik
ging een uurtje de wal op en ontmoette een
vriend die vertegenwordiger van een no
taris te Londen is.
De vriend feliciteerde mij ik had geen
flauw vermoeden waarom en dwong mij
't schip te verlaten. Hij nam mij mee naar
Londen en vertelde hij onderweg, dat hij
in Madeira het testament van je vader had
moeten opstellen. Ik zou firmant worden
en jou huwen. Hij had al naar mijn adres
in Duitschland getelegrafeerd."
„Dat klopt precies, met wat vader mij
schreef. Lees zelf!"
Robert las vluchtig den brief.
„En wat heb je terug getelegrafeerd?"
„Dat ik elke van zijn wenschen gaarne
zou vervullen."
„Elke?"
Ze waren beide opgestaan hij drukte
haar aan zijn borst, en kuste haar mond.
„Mijn lief klein vrouwtje!"
Ze keek hem aan en zei schalks lachend:
„Ik geloof, dat het onder deze omstan
digheden eigenlijk niet passend is, dat wij
alleen bij elkaar zijn. Als tante Hosband
dat eens zag?"
„Nog een vraag. Ik ben zoo gelukkig en
heb toch nog twijfel. Ik dacht, dat je va
der reeds voor den oorlog heelemaal En-
gelschman geworden was in al zijn opvat
tingen.
„Ja, hij was in Londen geboren en groot
gebracht, maar moeder, die mij opgevoed
had, was in haar hart altijd Duitsche ge
bleven. Ik was zelf ook erg verrast. Mis
schien onder den invloed van zijn ziekte..."
Ze had ondertusschen haar hoed opgezet
en haar handschoenen aangetrokken.
„Waar wil je naar toe?"
„Hier kinnen we niet blijven en daar ik
morgen naar Madeira doorreis....
„Heb je al passage?"
„Nog niet, ik ben direct naar jou toe
gegaan om eerst te hooren...."
„Dan gaan we samen naar het passage
bureau, ik moet ook nog een paar infor
maties hebben."
Maar opnieuw overweldigde hen hun
jonge liefde. Zij vielen in eikaars armen
en kusten elkaar innig.
„O, pardon!"
Ze vlogen uit elkaar Robert schrok,
want hij zag juffrouw Merrem in de open
deur staan.
„Mijn verloofde de heer Robert Severing,
juffrouw Eliza Merrem, mijn gezelschaps
dame".
Ze nam haar arm en ging met hem weg.
Alleen Robert merkten den boozen blik op,
waarmee Eliza hen nakeek.
Gearmd slenterden zij langs het Strand
op zoek naar het passagebureau. Was dit
nu hetzelfde Londen waar hij vroeger zoo
dikwijls had geloopen? .Dezelfde stad waar
hij zooveel treurigs had beleefd? Was hij
trouwens wel dezelfde persoon, die hij gis
teren nog geweest was? Leefde hij in een
sprookjeswereld. Een gevoel van geluk
doorstroomde hem, hij voelde Iracema's
arm in den zijne. Plotseling waren zijn
stoutste wenschen in vervulling gegaan,
maar niettegenstaande dat kon hij een ge
voel van angst niet overwinnen.
Ze stonden op het passagebureau.
„Juffrouw Iracema Severing? De boot
vertrekt door bijzondere omstandigheden
twee dagen later dan op de dienstrege
ling staat opgegeven, maar hier is een te
legram voor u", zei de beambte.
Ze opende het, las het en gaf het aan
Robert door.
„Duizendmaal dank ben overgelukkig
dat je mijn wenschen vervuld hebt in
elk geval zal je Robert op Madeira ont
moeten veel liefs papa".
Robert gaf het telegram terug. Weer had
hij een bevestiging van zijn geluk in han
den gehad. Ook hij nam passage op dezelf
de boot.
Daarna liepen zij samen langs den
Theemsoever. Zij stonden bij de Towerbrug
en het leek hun alsof de duizenden die hen
daar voorbij stroomden, allen gelukkige
menschen waren.
Iracema liep dicht tegen hem aangedron
gen.
„Hoe gelukkig zou papa zijn, wanneer
hij wist, hoeveel wij van elkaar houden".
Lang liepen zij nog door de straten, tot
dat Iracema zei: „Ik geloof dat je mij naar
mijn hotel terug moet brengen."
Voor de deur namen zij afscheid.
„Mag ik morgen terug komen?"
„Ik wacht je om negen uur. Ik zou graag
nog menig plekje, dat ik mij uit mijn kin
derjaren zoo goed herinner, terugzien."
Den volgenden morgen was hij precies
op tijd in het hotel en ging met de lift naar
boven. Voor de deur bleef hij even staan.
Hy hoorde een kijvende stem zeggen:
„Dan heeft 't heelemaal geen doel meer
dat ik nog verder meereis. Dan ga ik lie
ver direct".
Robert deed de deur open, hij had een
gevoel alsof hij Iracema te hulp moest ko
men.
„Robert, gelukkig, dat je er bent. Dit
mensch schijnt haar verstand te hebben
verloren". En toen tot juffrouw Merrem:
„Pak direct uw koffers en ga uw eigen
weg. Hier is uw salaris."
Eliza Merrem keek haar hoonend aan,
ging even in de zijkamer om gepakt en
gezakt terug te komen, riste het geld van
tafel en zei:
„Alles was allang gepakt. Mijn koffer is
al beneden. Veel geluk, toekomstige me
vrouw Ben Huxley".
Toen sloeg ze de deur hard achter zich
dicht.
Ontsteld en hevig geschrokken door de
laatste woorden vroeg Robert:
„Om 's hemelswil, Ira, walt is er ge
beurd?"
Deze was doodop in een stoel gevallen.
„Ik weet het zelf niet. Sedert gisteren-
avonr is dat mensch volkomen veranderd.
Tot op dat oogenblik was ze de onderda
nigheid zelve, zoo dat het mij stuitte en
toen opeens het andere uiterste. Den heelen
avond door heeft ze niets dan giftige op
merkingen gemaakt. Ze kent je heel goed.
Ze deed bijna als had ze van vroeger ze
kere rechten op je en je zou Benjamin Hux
ley zijn, een Australische misdadiger, die
overal gezocht wordt."
Robert streke haar over het hoofdje om
haar gerust te stellen.
„Nu begrijp ik alles. Zeker heb ik dat
mensch gekend. Indertijd toen ik als krijgs
gevangene, na uit het hospitaal te zijn
ontslagen, uit het kamp naar Duitschland
vluchtte. Zij was een van die meisjes, die
niet uit het kamp te slaan waren en ze
heeft het mij lastig genoeg gemaakt. Waar
schijnlijk is zij nu nog boos, dat ik haar toen
wel zeer duidelijk gemaakt heb, dat ik
niets van haar moest hebben."
„Maar wat bedoelt ze met jou Benjamin
Huxley te noemen?"
„Dien ben ik inderdaad veertien dagen
geweest. Als Robert Severing had ik na
tuurlijk onmogelijk kunnen vluchten. Het
was vanzelfsprekend noodzakelijk mij voor
de vlucht een valsch paspoort te verschaf
fen en men slaagde er in een te koopen.
Ilc heb dien Benjamin Huxley, wiens pas
poort door een tusschenpersoon voor hon
derd pond gekocht werd, nooit gezien. Het
is mogelijk, dat hij een Australische mis
dadiger is. Mannen van eer zijn in het al
gemeen niet gewoon hun passen te verkoo-
pen." (Wordt vervolgd).