Souvereinen Het bezoek der Engelsche aan Parijs Een buitengewoon hartelijke ontvangst De traditioneele Britsch-Fransche vriendschap opnieuw bezegeld Redevoeringen van Lebrun en Koning George. WOENSDAG 20 JULI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 HET BRITSCHE KONINGSPAAR IS GISTEREN IN FRANKRIJK AANGEKO MEN EN DAAR MET GROOT ENTHOUSIASME DOOR HET FRANSCHE VOLK ONTVANGEN. MEN ZIET IN DIT BEZOEK EEN BEVESTIGING VAN DE VRIEND SCHAP, WELKE HET ENGELSCHE KONINKRIJK EN DE FRANSCHE REPU BLIEK, VOORAL SINDS DEN WERELDOORLOG, HEEFT VERBONDEN EN WELKE DE POLITIEK VAN WEST-EUROPA VOOR EEN GROOT DEEL HEEFT BE PAALD. „GROOTE VERPLICHTINGEN RUSTEN OP ONZE BEIDE NATIES", ZEIDE PRESIDENT LEBRUN. „DE HAND HAVING VAN DEN VREDE MET EER BIEDIGING VAN HET INTERNATIONALE RECHT KAN SAMENGAAN NOCH MET AARZELINGEN TEN AANZIEN VAN DEN TE VERVULLEN PLICHT, NOCH MET EEN VERSLAPPING IN DE DAGELIJKSCHE KRACHTSINSPAN NING." DE AANKOMST TE BOULOGNE. Toen de „Enchantress", waarmede het Britsche Koningspaar den overtocht naar Frankrijk maakte, op de reede van Bou logne aankwam, werden de hooge gasten met klaroengeschal begroet, terwijl de ma trozen aan boord van de begeleidende oor logsschepen het geweer presenteerden, evenals een eerecompagnie troepen. Nadat het jacht gemeerd lag, begaven minister Bonnet, de Britsche ambassadeur, Sir Eric Phipps, en de Britsche militaire attaché zich aan boord. Bonnet naderde den Koning en drukte hem de hand, daar na boog hij voor de Koningin. Hij overhan digde Haar een bloemruiker, waarna ook de ambassadeur voor de Koningin boog. Toen de koninklijke bezoekers de kade betraden, presenteerden de troepen aldaar het geweer. Officieren en autoriteiten wer den aan het koninklijk paar voorgesteld en daarna inspecteerde de koning de eere- wacht. Schoolkinderen zongen het „God save the King" en de Marseillaise. Te 13 uur namen'de~könlffg""Fn~de^~ko- n in gin in den trein'plaats,-evenals de -le den van het gevolg en de autoriteiten. Toen de vorsten aan het raam versphenèn, -pre senteerden de troepen weer het geweer, terwijl de schoolkinderen geestdriftig met vlaggetjes zwaaiden. Te 13.07 uur vertrok de trein onder het geschal der klaroenen en het geroffel der trommen. IN DE FRANSCHE HOOFDSTAD. De trein, waarmede de 'Britsche Koning en Koningin uit Boulogne naar Parijs wa ren gekomen, reed om tien minuten voor vijf het station van Parijs binnen. Eenige minuten eerder waren president Lebrun en zijn echtgenoote aan het station van het Bois de Boulogne aangekomen. Toen de trein binnenreed bliezen de hoornblazers der mariniers het signaal „naar buiten." Het perron was door hellebaardiers afge zet. Na uit den trein gestapt te zijn, begaf de koning zich naar den eeresalon, waar de officieele ontvangst geschiedde, terwijl de kanonnen 101 saluutschoten afvuurden. Aan den uitgang van het station brachten de militaire gouverneur van Parijs, gene raal Billotte, en generaal Bourret met den degen een eere-saluut, terwijl de troepen het geweer presenteerden. Onder het gejuich der ontzaglijke me nigte toeschouwers en onder het spelen van het Britsche volkslied en de Marseil laise stelde de stoet zich op. Vooraf reden motortroepen, gevolgd door een escadron Spahis in hun pittoreske uniformen, den prefect van politie en een muziekcorps. Achter het muziekcorps reden de auto's, waarin het Britsche vorstenpaar en de president der Republiek plaats hadden genomen. In den eersten dezer auto's za ten Koning George en Lebrun, in den tweeden de Koningin, mevrouw Lebrun en vice-admiraal Devin. Vier officieren reden naast de auto's, die voorts geëscorteerd werden door twee peletons der Republi- keinsohe garde, Om 5 uur 21 arriveerde de stoet voor het paleis op den Quai d'Or- say, waarop de koninklijke standaard werd geheschen, zoodra de vorsten uit hun auto's stapten. Geestdriftige Franschen. Langs den geheelen weg, die door den stoet gevolgd was, verdrong zich een dui zendkoppige menigte, waarvan talloozen zich reeds vroeg in den dag hadden opge steld om zich een goed plaatsje te ver schaffen. Zoo groot was de belangstelling, dat het leek, alsof geheel Parijs leegge stroomd was naar deze route. Donderend weerklonk overal het gejuich, wanneer de stoet nabij kwam. Geestdriftig zwaaide de menigte met Fransche en Engelsohe vlag getjes, hetgeen een kleurrijk en vroolijk schouwspel vormde. Na aankomst op den Quai d'Orsay wer den de Koning en Koningin verwelkomd door den minister van Buitenlandsche Za ken, Bonnet en de leden van zijn kabinet. De eerewacht presenteerde 'het geweer. De Koning wisselde enkele woorden met den minister, waarna de vorsten langzaam de eeretrap bestegen. Toen de Koning de anti-chambre betrad, sloeg een hellebaar dier drie malen met zijn hellebaard op den grond. De Koningin liep achter den Ko ning en werd weer gevolgd door president Lebrun en zijn echtgenoote. Overal ston den lakeien en leden van de republikein- sche garde in groot tenue opgesteld. Op de eerste étage namen president Lebrun en zijn gevolg afscheid van het Engelsche vorstenpaar. De president en zijn echtge noote vertrokken daarna per auto, welke, door een eere-escorte begeleid, hen naar het Elysée terugbracht. Tegenbezoek aan Lebrun. Om kwart voor zes verlieten Koning George en Koningin Elisabeth den Quai d'Orsay om een tegenbezoek te brengen aan Lebrun. Onderweg werd ook ditmaal het vorstenpaar —uitbundig-, door - een -dui zendkoppige menigte toegejuicht. In het Elysée kwamen de president en zijn echt genoote, den Koning ende Koningin tot aan de vestibuledeur tegemoet. Het gezel schap begaf zich naar den audiëntiesalon, waar een kort onderhoud plaats vond en waar president Lebrun verschillende per soonlijkheden aan den Koning en de Ko ningin voorstelde. Korten tijd later ver trokken de vorstelijke gasten weer naar den Quai d'Orsay, waar zij om zes uur vijf tien arriveerden. Om zes uur begonnen reeds de leden van het corps diplomatique aan te komen op den Quai d'Orsay, waar Koning George hen om half zeven zou ontvangen. Op den protocolair daarvoor vastgestel de wijze heeft Koning George de ambassa deurs en gezanten te Parijs ontvangen. Zij werden hem voorgesteld door den Brit- schen ambassadeur te Parijs, Sir Eric Phipps, die als eerste den doyen van het corps diplomatique, den nuntius Mgr. Va- lerio Valeri voorstelde. Tijdens de ontvangst in het Elysée had Lebrun de Koningin de teekenen overhan digd van het Grootkruis in het Legioen van Eer, terwijl de Koning Lebrun de tee kenen van het grootkruis in de Order of the Bath ter hand stelde. De Engelsche vorsten verklaarden tegenover Lebrun en zijn echtgenoote, hoezeer zij getroffen wa ren door de geestdriftige ontvangst, die de regeering en het Parijsche publiek hun hadden bereid en die een onvergetelijken indruk op hen gemaakt had. BANKET IN HET ELYSéE. Redevoering van president Lebrun. Aan het banket, dat gisterenavond ter eere van het bezoek van het Engelsche vorstenpaar in het Elysée is aangericht, hebben de president der republiek, Le brun, en koning George redevoeringen uit gesproken. Lebrun zeide o.m.: „Geboren uit een lange traditie van wederzijdsche achting en onderling respect, bevestigd door een voortdurende toenadering van gedachte en streven, gewijd door de hardste beproe vingen, bezield door eenzelfde ideaal van vrijheid en vrede, heeft de vriendschap, die onze beide landen vereenigt, in den loop van haar ontwikkeling een hechtheid ver worven, die slechts eenzelfde opvatting der menschelijke waarden en een gelijke be zorgdheid om in een breeden geest van begrip den verschillende problemen van het nationale en internationale leven het hoofd te bieden, kunnen geven. Bezegeld door uw doorluchten grootva der heeft de EngelschFransche Entente onder de regeering van Koning George V haar doelmatigheid getoond tijdens het duistere tijdperk van den grooten oorlog. Daarna heeft haar vorm wijziging kun nen ondergaan, maar de solidariteit, die in het vuur der veldslagen gesmeed was, heeft zich nooit verloochend, wanneer het erom ging meer voorspoed te brengen on der de menschen en meer eendracht in de harten. In den toestand van moreele ont reddering, waarin de wereld zich bevindt, rusten groote verplichtingen op onze bei de naties, die gelijkelijk-streven naar voor uitgang van de menschheid. De handha ving van den vrede met eerbiediging van het intenationale recht kan samengaan noch met aarzelingen ten aanzien van den te vervullen plicht, noch met een verslap ping in de dagelijksche krachtsinspanning. Al onze innig vereende gedachten moeten onwrikbaar daarnaar streven. Tijdens uw tekorte verblijf in ons land zal Uwe Ma jesteit de liefde voor de vrijheid vinden, gepaard met den zin der gematigdheid en der toewijding aan het openbaar welzijn die het hart van Frankrijk heeft doen kloppen in zijn historie en thans met zoo veel te meer kracht als het in het Brit sche volk zijn eigen ideaal bewondert en in djjt volk een prachtig voorbeeld ziet van sinds eeuwen aan den dienst der natie ge wijde tucht. Uw doórluchte aanwezigheid hier vormt de hoogste en kostbaarste getuigenis voor dien gemeenschappelijken wil, die dage lijks de sympathie voV-vertrouwen -tusschen beide landen en de nauwe samenwerking, hunner vertegenwoordigers versterken. Meer dan ooit verschijnt de volkomen over eenstemming tusschen beide volkeren als een wezenlijk element van veiligheid en eendracht ten voordeele van beschaving en vrede. Trouwens geen enkele mogend heid zou zich hieraan kunnen stooten aan gezien zij geen enkele vriendschap afsluit. Ik ben ervan overtuigd, dat Uwe Majesteit en zijn regeering er, evenals ik en de re geering der republiek, ernaar zullen stre ven aan deze levende werkelijkheid een steeds actiever en weldadiger uitstraling te verleenen. Koning George antwoordt Koning George zeide in zijn toespraak o.m. het volgende: „Ondanks de strook zee, die ons scheidt, hebben onze beide landen in den loop der eeuwen gezien, hoe hun lotsbestemmingen onvermijdelijk tot elkander getrokken wer den. Het is thans niet mogelijk zich een periode in het geheugen te roepen, waarin onze betrekkingen intiemer waren. In het verleden zijn groote mannen van onze bei de landen soms eenigszins langzaam ge weest in het waardeeren van elkanders kwaliteiten. Dit is thans niet langer het ge val. Een langdurige en nauwe samenwer king is er in geslaagd te bewijzen, dat wij bezield worden door hetzelfde ideaal, dat onze volkeren dezelfde gehechtheid aan de democratische beginselen hebben, welke het best geschikt zijn voor hun nationalen geest en dat wij hetzelfde geloof bezitten in de voordeelen van de individueele vrij heid. Wij zijn trotsch op dit politieke ge loof, dat-wij deelen met andere groote na ties. Wij zijn er ons echter ten volle van be wust, dat dit zware verantwoordelijkheden met zich medebrengt. En in de periode, waarin wij leven, eischt het van ons allen in hooge mate de edele eigenschappen van moed, wijsheid en vastberadenheid. Tege lijkertijd echter, gelijk gij, mijnheer de pre sident, gezegd hebt, is er niets exclusiefs in de tusschen ons bestaande overeenstem ming. Onze vriendschap is tegen geen an dere mogendheid gericht. Integendeel, het is de vurige wensch van onze regeeringen om door middel van in ternationale overeenkomsten een oplos sing te vinden voor die politieke proble men, die den wereldvrede bedreigen en van de economische moeilijkheden, die het menschelijke welzijn beperken. Het optreden onzer regeeringen is aldus gericht naar een gemeenschappelijk doel het geluk te verzekeren van de volkeren der wereld door middel van ware samen werking. Ik ben u zeer dankbaar, mijnheer de president, voor de gelegenheid, die gij mij gegeven hebt om den nadruk te leggen op de banden van vriendschap, die Frankrijk en Groot-Brittannië vereenigen". DE KONING LEGT EEN KRANS OP HET GRAF VAN DEN ONBEKENDEN SOLDAAT. Vanochtend te kwart vóór tien is Koning George VI uitgereden om zich naar de Are de Triomphe te begeven, teneinde de 1.500.000 Fransche en 800.000 Britsche ge sneuvelden uit den wereldoorlog te her denken. Te vijf minuten voor tien kwam de koning op de Place de l'Etoile aan. Hij was gekleed in de uniform van veldmaar schalk. Terwijl de auto's langs reden, brach ten de troepen de militaire eerbewijzen, werden de trommen geroerd en schalden de trompetten. Op het plein werd de ko ning namens de regeering van Frankrijk ontvangen door minister Champetier de Ribes, die de opperofficieren voorstelde, waarna de koning een krans op het monu ment legde. Hierna teekende hij in het gulden boek en onderhield zioh geruimen tijd met een aantal oud-strijders. Te kwart over tien keerde de koning naar het Quai de Orsay terug. De menigte welke stónd opgesteld' achter de regimen ten Spahis op het plein en langs den weg, juichte den vorst luide toe. Te half elf kwamen president Lebrun en zijn echtgenoote de vorstelijke gasten ha len om per schip naar het stadhuis van Pa rijs te gaan. In tien auto's begaf het gezel schap zich naar de aanlegplaats. Boven den steiger was een baldakijn gemaakt, ge steun door twee gouden masten, waarbo ven een koningskroon. De militaire eer werd bewezen door manschappen van de Atlantische- en Middellandsche Zee-vloot en een bataljon mariners uit Lorient. Aan den tegenovergelegen oever van de Seine spoten fonteinen omhoog. Langs beide oevers stonden troepen opgesteld en op de bruggen mariniers. Het koninklijk jacht werd vergezeld door zeven jachten van de marine. Te vijf mi nuten voor elf kwam het gezelschap bij het stadhuis aan. Hier hadden padvinders de eerewacht betrokken en een ontélbare me nigte juichte de koninklijke gasten toe. Aan het einde van het He Cité was het meer van Lochness nagebootst. Twee mon sters met een soort nijlpaardkoppen spoten hooge waterstralen uit en rondom dartel den tritonen en najaden. Tijdens de ontvangst op het stadhuis heeft de koning een toespraak gehouden, waarin hij o.a. zeide: „Mijn grootvader kwam hier in 1903 en hielp den grondslag léggen voor de overeenkomst tusschen Frankrijk en Engeland. Mijn vader kwam hier in April 1914 óm deze overeenkomst te bevestigen, welke korten tijd later de vuurproef onderging en vandaag ben ik gekomen en heb ik gemerkt, dat de over eenkomst niets heeft verloren aan kracht en levensvatbaarheid". DE FRANSCH—ENGELSCHE MILITAIRE SAMENWERKING De op 29 April nader bepaalde Fransch Engelsche militaire samenwerking zal op nieuw bevestigd worden tijdens de bespre kingen, die vandaag gehouden zullen wor den tusschen Georges Bonnet en Halifax. De voorwaarden en de strekking dier sa menwerking zijn niet geheimzinnig. Ber lijn en Rome zijn op de hoogte gehouden, zoodra de beslissingen op dit gebied ge vallen waren, na de besprekingen, die de Fransche premiers en ministers van bui tenlandsche zaken te Londen hebben ge voerd. Het verblijf van den koning in Pa rijs zal geen aanleiding geven tot techni sche besprekingen. De ministers zullen echter kennis nemen van wat sinds drie maanden gedaan is en zullen besluiten het contact tusschen de generale staven voort te zetten. Men herinnert er in gezaghebbende krin gen aan, dat deze samenwerking teruggaat tot de opzegging van het Locarnoverdrag door Duitschland in Maart 1936. DE BRITSCHE PERS OVER HET KONINKLIJK BEZOEK Bij het lezen van de Britsche bladen vanochtend krijgt men den indruk, dat het hart van het Britsche volk op het oogenblik in Parijs leeft. Geheele pagina's zijn gewijd aan de beschrijving van het be zoek, waaruit de trots blijkt over de harte lijke ontvangst te Parijs. DE DUITSCHE PERS OVER DE BRITSCH-FRANSCHE VRIENDSCHAP De Duitsche pers bespreekt uitvoerig het bezoek van het Britsche koningspaar aan Parijs. Het „Berliner Tageblatt" schrijft, dat de redevoeringen, welke gisteren door den koning en president Lebrun gehouden zijn, een hulde zijn aan de vriendschap en de „Berliner Boersenzeitung" schrijft, dat het bezoek bewijst, dat de Fransch-Britsche vriendschap „werkelijk, duurzaam en hecht" is. D.e ,;Voelkischer Beobachter" "schrijft: „Het enthousiasme, waarmede het republi keins éhe Frankrijk de Britsche souverei nen ontvangt, is ook een uiting van een gevoel van veiligheid nu de zoo lang ge- wenschte overeenstemming tusschen beide Westelijke mogendheden volledig een feit is geworden. Volgens ons is dit gevoel van veiligheid gesproten uit een niet gerecht vaardigd gevoel van onrust, want Frank rijk wordt door geen buitenlandschen vij and bedreigd. Toch begroeten wij met vol doening dit gevoel, dat op den langen duur Frankrijk ertoe zal brengen niet meer vrienden te zoeken, die vreemd zijn aan zijn natuur. Wij zien in deze overeenstem ming een natuurlijk verschijnsel tusschen twee landen, die buren zijn en zoo verza digd, dat zij niet meer in de verleiding zullen komen tegen anderen op te trekken, wanneer zij door verstandige regeeringen worden geleid". /(■Si -/ Alkemade, 18 Juli 1938. Iets over max. snelheid in bebouwde kommen der Gemeenten. Als men zoo in de eene courant leest, dat eigenlijk een bepaling van bax. snelheid voor bebouwde kommen der Gemeenten uit den booze is en den volgenden dag een heele rubriek ongelukken ziet staan, waar van verscheidene met doodelijken afloop (in bebouwde kommen) dan zullen zeker velen zich verbazen, hoe van een vereeni- ging als de K. N. A. C., die met de veilig heid in nauw verband staat, zulk een ad vies kan uitgaan. Indien van regeeringswege voor bebouw de kommen een meer gelijkmatige max. snelheid-bepaling werd ingevoerd, zou dit ongetwijfeld voor de veiligheid van groot belang zijn, vooral als er dan streng de 'hand aan werd gehouden, wat nu in de meeste gemeenten niet geschiedt. In Leiden is zoover ik meen, ook een max. snelheid bepaling, doch heel dikwijls kan men auto's en motorfietsen zien voor bij snorren. Doch dat de politie er zich mede bemoeit, als er niets gebeurt, komt hoogst zelden voor. Dat in drie gemeenten, waar geen max. bepalingen zijn, niet meer ongelukken ge beuren, dan in de overige, waar toch in de meeste gevallen in 't geheel niet op ge let wordt over overtredingen, zegt eigen lijk niets. Als men werkelijk wat wilde bewijzen, dan moest als proef voor een jaar, in al de bebouwde kommen, een max. snelheid wor den ingevoerd van bijv. 35—40 Ion., met een flinke boete als men werd gesnapt, het kon niet uitblijven of veel minder onge lukken zouden voorvallen en vooral onge lukken met doodelijken afloop. N. N. AlkemadP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 5