Eerstelingen-offers in de omgeving MAANDAG 18 JULI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 8 Jeugdige priesters te Zoetermeer en te Zoeterwoude Father Duyvesteyn temidden van bloedverwanten en geestelijkheid na het opdra gen van de eerste plechtige H. Mis, te Zoetermeer. Van 1. naar r.: de weleerw. her ren Van Leeuwen, Steur, Heynen. de neomyist met ouders, pastoor Leusen en pater Arkestein. TE ZOETERWOUDE. Zoo is er weer een heerlijk priesterfeest gevierd in de oude Sint Jans-Parochie, een feest bij de Wijding van een jong Priester zooals wij er reeds vijftien mochten be leven, met een viering en jubel die steeds hartelijker, steeds spontaner gaat worden. Onder de 46 Wijdelingen, die door de handoplegging van den Kardinaal-Aarts bisschop Mgr. A, Hinsley op Zaterdag 9 Juli in de Westminster-Kathedraal te Lon den de H. Priesterwijding ontvingen, was ook een zoon van de Sint Jans-Parochie, de weleerw. Father Johannes Vaneman van het St. Joseph-College te Mill Hill. Met groote belangstelling hebben de pa rochianen deze groote gebeurtenis van verre gevolgd; de tocht van de ouders van een Neomyst naar Londen was het gesprek van den dag.... met spanning werd de benoeming tegemoet gezien, en de groote vraag was op aller lippen: „zal Father Va neman naar de Missie gaan?" Maandag reeds kwam de tijding, de be noeming tot hoogere studie te Londen, waaraan de verwachting werd geknoopt, dat deze studie toch een opdracht tot werken in de Missie tot gevolg zal hebben. Na de terugkomst uit Mill-Hill volgde een bezoek aan een klooster waar de Zus ters mochten deelen in de vreugde van die ééne Zuster, wier jarenlange gebeden thans verhoord warende zoon van haar broeder weer te zien als Priester en hem de H. Mis te zien opdragen in de kleine kloosterkapel. Daarna ging de Neomyst naar zijn groot vader in Rijpwetering, om ook daar geluk to brengen, geluk, zooals de oude man nog niet beleefde in zijn heele lange leven. De dagen waren voorbij gevlogen en op den eersten Zaterdag na den wijdingsdag ging de Neomyst naar de Zuidbuurt, naar de kerk, waaronder de schaduw van den toren het ouderhuis staat van het ge zin van vijftien kinderen, waarvan de oud ste nu aan den dienst van God is gewijd. Was het wonder, dat alle menschen Za terdagavond vroeg klaar waren met het werk, ongewoon vroeg, want te half zeven was bijna niemand meer in werkkleeding te zien. Aan den Schoutenbrug werd de rij van auto's, waarin de Neomyst met zijn familie was afgehaald, opgewacht door de Sint Jansfanfare en de jeugdorganisaties. Het feest was met de meeste zorg voor bereid door de R. K. Propagandaclub „St. Paulus" en door de propagandisten was ook de leiding in handen genomen. De baljuw van de Kruisvaart, de heer C. Pieterse, sprak den Neomyst toe als volgt: Het is voor mij een groote vreugde om hier, op de grens van uwe parochie, U na mens alle Kath. Jeugdvereenigingen van Zoeterwoude het eerste welkom te mogen heeten. Wij zijn hier gekomen om uiting te geven aan de gevoelens, waarmee de Katholieke jeugd van Zoeterwoude bezield is, wan neer zij staat tegenover een priester en vooral tegenover een priester uit het eigen volk. Wxj zijn verheugd, omdat God een van onzer broeders tot die verheven waardig heid geroepen heeft. Aanvaard dan onze welgemeende geluk- wenschen; moge uw px-iesterschap niet al leen U zelf en de Uwen tot zegen strek ken, maar zijn wat gij U tot ideaal gesteld hebt: heilzaam en zegenrijk voor de ge- heele menschheid. Toen zette de stoet zich in beweging, de kleurige vlaggen wapperend in den wind, in frisch marsch-tempo op de muziek van de Fanfare. Reeds van verre klonken uit den hoogen toren de beierende klokken in de toonzetting van een machtig „Credo". Van alle huizen wapperde de driekleur met pauselijke wimpel en aan de biug voor het ouderlijke huis was een mooie decora tieve versiering aangebracht door de buren, met een groot schild „Hulde aan den Neomyst". In het groen van de boomen voor het huis prijkte in reusachtige witte letters „Welkom". Voor de kerk werd onder de véle men schen een pad vrijgehouden door een dub bele' haag van lieve kinderen als witte bruidjes vanaf de plaats waar de auto stilhield tot aan den hoofdingang van de kerk, waar de hoogeerw. heer C. M. Jonck- bloedt, deken van Zoeterwoude, den pries terzoon van zijn parochie opwachtte. Zóó ging de Neomyst naar de kerk en de kinderen wuifden zoo hoog zij konden met hunne schoone bloemen.Er kwam een diepe stilte onder de menschen.... aller pogen volgden den jongen Priester, zijn ouders, broeders en zusters en de har telijke begroeting door den Deken. De spanning werd gebroken door het in zetten van het welkomstlied op de melo die van het Euch. Congreslied en toen dit was uitgezongen, sprak de Deken. Toespraak van den Deken. Wees welkom, jeugdige Priester, nu gij voor het eerst na uwe H. Wijding naar uw oude parochiekerk zijt weergekeerd. De versieringen en de hartelijke wijze, waarop uwe komst is begroet, getuigen van de blijdschap, dat er wederom een zoon van de parochie tot het Priesterschap is verheven. Ongetwijfeld zullen vele indrukken op dit oogenblik U beheerschen, nu gij weder terugkeert naar de plaats waar U voor een paar tientallen van jaren tot gewoon lid van de H. Kerk tot het mystieke lichaam van Christus zijt ingeleid, in deze kerk, waar gij nu wordt ingeleid als Priester van God. In deze kerk werd gij door de zalving van den Bisschop tot strijder van God, mocht gij door de H. Communie uwen God- delijken Meester ontvangen en morgen zal door de verheven waardigheidvan het H. Priesterschap bij het uitspreken van de wóórden van de consecratie Christus ne derdalen in uwe handen, zult gij de Hemel- sche Spijze mogen uitreiken. Hier was het ongetwijfeld, dat de stem van God vernomen werd, die U geroepen heeft tot het H. Priesterschap om U, meer dan anderen nog, onder de kruisbanier te scharen; hier was het, dat U gehoor ge geven hebt aan de roepstem van God. Wij loven en prijzen God met blijdschap, r,u weder een zoon van de parochie tot priester is geroepen, wij bidden dat Gods zegen zal blijven rusten. Dan vraagt de Deken aan den Neomyst in de Memento's steeds de parochie te wil len blijven gedenken, te bidden, dat het volk steeds het geloof zal bewaren, dat r.og veel roepingen zullen volgen en ten slotte vroeg spr. nu voor de eerste maal den priesterzegen te willen geven. Allen knielen neer; in den stillen avond klinkt het: „Benedicat", Zegene U de al machtige God, de Vader en de Zoon en de H. Geestallen slaan een kruis en be antwoorden krachtig: Amen. De bruidjes gaan vooruit, strooiende een wit pad tot voor het Pi'iesterkoor en tus- schen de witte rijen van wel honderd bruid jes gaat de Neomyst naar het altaar. Het orgel staat open in alle registers voor het jubelende „Laudate". Looft den Heer, zingt het koor en de kerk stroomt vol alsof het Paaschmorgen is. De gi-oote lichten worden ontstoken en overal waar men ziet prijken honderden witte lelies, als een smaakvolle bloemver- siering aangebracht door den bloemist N. Vink. Overal bloemen.op het altaar, op de piëdestals en in de vensternissen van het groote koor, aan de pilaren en kolommen, overal bloemen, witte lelies in fijn en frisch groene contouren. Het werd feest in aller harten, want schoon was het huis des Heeren versierd, feest was het, zóó schoon, als alleen maar een kerkelijk feest kan zijn. Aan het Altaar bracht de Neomyst Lof aan God, daarbij geassisteerd door den wel eerwaarden heer A. Duivenstijn als diaken en den eerw. heer G. Gussenhoven als sub diaken. Zondagmorgen te tien uur was elke plaats in de kerk bezet, toen de Neomyst in plechtige rondgang alle aanwezigen door de zielereinigende kracht van het wij water voorbereidde tot het eerste H. Mis offer. Bij het H. Misoffer werd de Neomyst ge assisteerd door den hoogeerw. heer C. M. Jonckbloedt als Pi-esbyter-assistens, den weleerw. heer A. Duivenstijn als diaken en den eerw. heer G. Gussenhoven, van de Congregatie van Mill Hill, als sub-diaken. De lagere functies werden vervuld door priesterstudenten, waaronder een broer van den Neomyst. In het priesterkoor had ook plaats ge nomen de zeereerw. heer dr. W. van Hees, prior van het Kruisheerenklooster en de weleerw. heer L. v. Teylingen, kapelaan te Den Haag. Het zangkoor voerde, zeer verdienstelijk, onder leiding van den heer C. H. de Boer, een door Hub. Cuypers gecomponeerde Mis uit. Na het Evangelie besteeg de weleerw heer J. van Dael, oud-kapelaan der pa rochie, thans te Amsterdam (Willibrordus buiten de Veste) de kansel voor net uit spreken van de feestpredicatie. Zijneerw. had tot tekst gekozen: „Mise- reor super turbam", „Ik heb medelijden met de schare", uit het Evangelie van dezen Zondag. In deze predicatie ontvouwde de gewijde spreker de gedachte zooals Christus mede lijden met de schare had, zoo heeft de Priester, die in den plaats van Christus staat, ook deernis en liefde voor het volk. De Priester is in 't eeuwig Priesterschap van Christus opgenomen. Christus bracht het Goddelijk leven, ook de priester brengt de menschen tot God. Dit is de taak van den priester. Als de beschouwingen van deze predica tie verder gaan en komen aan de helden moed en de offergeest die van den pries ter worden gevraagd, als de gewijde rede naar spreekt van een jongen Priester die gaat offeren, nü met zijn Ouders, als hij even maar de offers beschrijft die van den jongen Priester, door de schelding, van de ouders gevraagd zal worden, wordt het menigeen te machtig. De predikant legde aan zijn toehoorders epen het eeuwig Priesterschap van Chris tus, waarbij de historie van het Priester schap in Zoeterwoude mee spreekt. Op 6 April van het volgend jaar zal het 300 jaar geleden zijn dat Martinus van der Velden, de eerste Pastoor na de Hervorming, aan de wonden, hem bij het opdragen van de H. Mis toegebracht, is overleden. Dit voorbeeld van offergeest van dezen eersten priester van Zoeterwoude, moge U een voorbeeld zijn, aldus spr., als een licht op de kandelaar bij den strijd tegen ont moedigingen in uw verder priesterleven. De predicatie had een diepen indruk na gelaten; de groote beteekenis van de groote macht van den priester was nog meer dui delijk geworden en bij de consecratie en vooral bij de uitreiking van der H. Com munie was de aandacht van de geloovigen voor den Neomyst onafgebroken; treffend was het de beide communiebanken bijna geheel bezet te zien door de ouders, broe ders en zusters van den Neomist en al öuurde de plechtigheden meer dan twee uren lang, toch was de bijwoning als één schoon moment. Na de H. Mis zong het zangkoor de Priestercantate voor driestemmig mannen koor met soli van L. A. Dobbelsteen pr. Te twee uur werd door den Neomyst een Plechtig Lof gecelebreerd met assisten tie van kapelaan van Dael en den eerw. beer G. Gussenhoven. 'Nu sprak de eerw. Neomyst de geloo vigen van den kansel toe, als een drang tot openlijke uiting van dankbaarheid jegens God en jegens de parochianen. In een schoone beschouwing over het H. Priesterschap en zijn uitverkiezing herin nerde spr. aan het woord van Paus Pius XI: Wie een priester helpt vormen, wint een voorspreker aan het Altaar. Dankbaar getuigde de Neomyst, dat de parochianen zoo goed door gebed en offers geholpen hadden aan zijn vorming tot priester en hij beloofde naar de Pauselijke belofte steeds hunne voorspreker te zijn aan het Altaar. Na het Lof was de receptie in het Graal- Iruis, dat door de Graalleden geheel waar dig was gemaakt tot deze ontvangst. De voorzitter van de Propagandaclub over handigde daai'bij een feestgave; het rijke saldo dat na de kosten voor versiering enz. was overgebleven van de collecte onder de parochianen. Vele oud-parochianen waren naar de re ceptie gekomen en ook de edelachtb. heer H. J. J. A. Smeets, burgemeester van Zoe terwoude, kwam de Neomyst en familie gelukwenschen. Het Bestuur van de Hanze kwam aan het einde, waarbij de voorzitter, de heer Joh. Vlasveld, een hartelijk woord van ge- lukwensch sprak. Spr. gaf daarbij de ver zekering, dat de leden van de R. K. Mid- denstandsvereeniging het als een hooge ter hadden beschouwd, dat een zoon van een middenstander, van een bondsbroeder, tot de hooge waardigheid van het H. Pries terschap was verheven en dat de midden standers met hunne gezinsleden een stof felijk bewijs van groot medeleven hebben willen gevx, waarvan de overhandiging van een mooi geldbedrag het schoon bewijs was. Kapelaan Duivenstijn, als voorzitter van dc St. Jansfanfare, sprak den Neomist toe, nadat de huldiging van muziekgeschal zich gevoegd had bij de vele oraties. Het feest werd door de familie in het Pa tronaatsgebouw intiem voortgezet, het feest van priesterwijding is voorbij en geluk kiger komen in de volgende jaren nog vele, zeer vele van deze heerlijke feesten, want het aantal priesterstudenten is nog groot en groeit nog steeds. TE ZOETERMEER. Er was geen bonte stoet, gelijk in het naburige Zoeterwoude, om den priester zoon van de St. Nicolaas-parochie te ver welkomen, doch het sprakelooze welkom, dat hem werd toegeroepen door de vlag- gentooi voor het ouderlijk huis aan den Middelweg, was welsprekend genoeg en niet minder hartelijk. Het was de klok, die als openbare ver tolker van de feestvreugde, met bronzen tong aan het dorp en de diepe polders mededeeling deed, dat de parochie van Zoe termeer een nieuwe priester had voortge bracht. In dichte drommen togen de ge loovigen gisterenmorgen naar de kerk, om getuige te zijn van de eerste plechtige H. Mis, die de weleerw. father D. C. Dui- vesteijn ging opdragen te midden van al degenen, die hem dierbaar waren. Werd, wegens de plaatselijke omstan digheden, afgezien van uiterlijke luist ei', des te schooner en feestelijker was het in terieur der kerk versierd. ■Alleeën van breed-uitwaaiende palmen liepen omhoog van de communiebank tot boven het altaar, waar zij, tezamen komend, een overhuiving vormden van wuivend groen. Het groen van de palm-versiering was opgefleurd met rozen en anjelieren in witte en roode tinten en met het geflonker van kaarsen, die, als een guirlande van licht opsteeg aan weerszijden van het al taar. Het altaar zelf was georneerd met witte lelies. Toen het plechtig oogenblik was aange broken, dat de pasgewijde priester zijn in trede in de kerk zou doen, schaarden zich van weerszijden van het middenpad een lange rij van blanke bruidjes, die met palm takken in de hand een levende eereboog vormden, onder welke door father Duive- steijn het priesterkoor tegemoet ging. Tijdens deze blijde incomste werd hem door de geloovigen, één van zin en één van harte, een welkomstlied toegezongen, waarna het zangkoor het „Veni Creator" aanhief. De neomyst werd bij het opdragen van zijn eerste plechtige H. Mis geassisteerd door den zeei'eerw. heer A. Leusen als presbyter assistens, door den zeereerw. pater Monulphus Arkestein uit Velp O. Cap., als diaken, door den weleerw. heer Van Leeuwen uit Wassenaar als sub diaken en door den weleerw. father C. Juf- fermans, missionaris van Mill Hill, tot voor kort leeraar aan het St. Bonifacius-college te Hoorn, als ceremoniarius. Door het zangkoor onder leiding van den heer Jac. Sebel en door een jongenskoor, gedirigeerd door kapelaan Steur, weid zeer verdienstelijk uitgevoerd de Mis ter eere van de H. Drievuldigheid van Hubert Cuypers. De feestpreek werd gehouden door den zeereerw. heer H. J. M. Heijnen, regent van de Kweekschool te Beverwijk, vroeger kapelaan te Zoetermeer. Laten wij ons niet blind staren op de fouten der priesters. De predikant had zijn tekst gekozen uit den brief van St. Paulus aan Timotheus: „Wees niet zorgeloos met de genade, die gij bezit, die u gegeven is krachtens de pro fetie onder handoplegging van de pries terschaar". Wijzend op het goddelijke en menschelij- ke in Christus' Kerk zeide spr., dat wij ge makkelijk het menschel ij ke zien, doch op den duur moeilijk het goddelijke. De Kerk komt voor ons te staan in een veelal tè menschelijke verschijning: de geloovigen blijken niet zóó heilig .en de priesters niet zóó ideaal, als Christus zich gewenscht had. Jammer is het, dat niet alle geloovigen in de gelegenheid zijn over Christus' Kerk te studeeren. Zoo weinig kennis heeft men over 't algemeen van Christus' Kerk en ge loof op de school geleerd, een beetje bij gehouden in de kerk. Wat men langzamer hand aan geloofskennis overhoudt is zoo weinig en dikwijls zoo scheef. Indien wij meer konden studeeren, zouden wij Chris tus' Bruid steeds hooger voor ons op zien rijzen wonderbaar, om in extase over te raken, de Kei'k, ondanks het menschelij ke in haar, triomfeerend over de eeuwen, over de dwaze ideeën en dwalende theo rieën. Een van de voornaamste instellingen van de Kerk, het Priesterschap, draagt evenzeer het tweeledig karakter van goddelijkheid en menschelijkheid. De priesters zijn ook menschen, wij zien hun fouten, helaas wel eens groote fouten. Wij, kleine menschen, die het goddelijke in de Kerk niet meer zien, staren ons blind op de fouten van Christus' priesterschaar. Doch evenzeer wonderbaar als de Kerk, is het Priesterschap. Als wij een groot ge loof hebben, zien wij het goddelijke in het priesterschap. Als wij écht christen zijn, kijken wij an groothartigheid heen over het klein-menschelijk gedoe. Het is een eer èn voor de priesters èn voor de geloovigen, dat aan de priesters hooge eischen worden gesteld. De geloovi gen zien niet graag fouten in hun priesters het ergert hen. En toch als zij geloof hebben, is de ergernis zoo groot niet. Wie zich zoo ergert aan de fouten van de pries ters, dat hij eraan te gronde gaat, had geen geloof en was zelf geen goed christen. Hoe beter geloof, hoe minder ergernis over de fouten van de priesters. Als wij ons blind staren op de tekortkomingen van de pries ters wat zijn wij dan kleingeloovige menschen, wat ontbreekt ons dan zelve veel. Eigenlijk moest ieder Christen zwijgen over deze fouten, omdat, erover sprekende, wij toonen zelf niet te zijn, zooals Christus het heeft gewild. De priester, in zijn goddelijke zending, gezalfd en gezegend door Chris tus, staat boven den mènsch. Als wij door de menschelijke kleinheid heen, de godde lijke zending van den priester zien, zullen wij begrijpen, welke een ontzaglijke wel daad het priesterschap is. Waar ter wereld vindt men een geloof of geloofsovertuiging, zoo goed verzorgd? Waar ter wereld vindt men een samenleving, zoo prachtig geleid door bekwame en geleerde menschen? De priester begeleidt ons door het le ven, van het begin tot aan het einde. Bo venal echter is de priester degene, die het dagelij ksche offer Christus' Calvarie- offer brengt aan den Vader. Als wij den priester als de plaatsvervan ger van Christus zien, zullen wij met de gi-oote wijde mantel van eigen Christendom en naastenliefde bedekken, wat wij men- schelijk bevonden in den priester. Een heerlijk feest, prees de predikant, dezen moi'gen, nu een priester, voortgeko men uit ons midden, het H. Offer gaat op dragen. Spr. vermaande de geloovigen met de tekstwoorden: „Weest niet zorgeloos.." Begeleidt dezen priester in zijn leven met uw gebed. Weest vol eerbied jegens de priesters, opdat deze parochie niet onwaar dig moge bevonden worden, priesters voort te brengen. Een gelukwensch richtte spr. tot de ouders van den neomyst, die zooveel zor gen hebben gehad, om dezen heerlijken dag te kunnen beleven. De geloovigen wekte de predikant op, zich te vereenigen met den jonggewijden priester in het H. Offereen offer van onze dankbaarheid en enthousiasme, om dat vandaag meer dan ooit blijkt, hoe prachtig en luisterrijk de Kerk en mét Haar het Priesterschap voor ons oprijst. Na deze predikatie werd het Dankoffer voortgezet met alle luister der liturgie. De plechtigheid werd besloten met de priester-cantate van pater Haagh C.ss.R,, welke cantate met ware feestvreugde werd uitgevoerd. De parochie zou geen St. Nicolaas tot be schermheer hebben, indien men vergeten zou den feesteling geschenken aan te bie den. Daartoe bestond gelegenheid bij de re ceptie, welke 's middags in de Bewaar school gehouden werd. Aanbieding van het parochie geschenk. Pastoor Leusen hield een toespraak, waarin hij Father Duyvestein hartelijk ge- lukwenschte met dezen dag. Als geschenk van de parochie boodt zijn eerw. een volle dig toegeruste missiekoffer, benevens 6 kasuifels, 2 koorkappen, en 1 velum aan. Er waren nog enkele andere cadeaux, door pa rochianen gegeven, waaronder een ciborie, een kelk, een kazuifel, een missaal en de zevendeelige catechismus van Potters. Na deze huldiging voerde een dameskoor van den Missienaaikring een mooie cantate uit, op orgel begeleid door den heer Hagen uit Veur, organist der St. Martinuskerk te Voorburg. De receptie was zeer druk bezocht. Des avonds te 7.30 uur werd een plechtig Lof gecelebreerd. Onder het Lof bracht het zangkoor verschillende meerstemmige ge zangen ten gehoore, terwijl na het Lof een cantate weid uitgevoerd. Father Duyvesteyn besloot het plechtig Lof met het geven van den zegen. Wie z'n omzet wi( verineeren, moet adverteeren!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 8