AAN ONZE ABONNE'S Het Katholieke Studentenkamp te Zevenhoven iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii KERKNIEUWS FAILLISSEMENTEN MAANDAG 18 JULI 1938 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 Blijde herinneringen van beide zijden In het kamp der studenten heerschte Vr ij dagavond een gezellige sfeer. Ver schillende liederen werden gerepeteerd en nog eens gezongen met 't oog op Zaterdag. Toen de avond viel, bracht een petroleum lamp de vereischte verlichting, om nog en kele liederen in te studeeren. De burgemeester was dien avond in den kring der studenten. Zaterdagmorgen is een lezing ge houden door dr. v. d. Wiele over „De stu dent tegenover de economische verhoudin gen in het leven." Na den middag werd een stoet gefor meerd, die vanaf het Noordeinde naar het Raadhuis ging waar de officieele ontvangst door het gemeentebestuur plaats had. Met den burgemeester waren aanwezig de wet houders van der Weijden en van Baren en mevrouw Bocxe. De burgemeester sprak het eerst en wel ongeveer als volgt: Eerlijk gezegd, heb ik een oogenblik in twijfel gestaan, op welke wijze ik u hier namens de gemeente Zevenhoven moest ontvangen. U bent hier al drie dagen en daarom kan ik toch moeilijk zeggen, dat ik u hier welkom heet. In den geest heb ik dat Woensdag al gedaan. Al eerder zelfs dan Woensdag was uw komst hier, mij welkom. Toen een drietal van u op Hemelvaartsdag bij mij kwam om over uw landdagen te praten, kon ik niet anders dan daarover mij verheugen, en als ik mij goed herinner, heb ik gezegd „hoe meer leven in mijn gemeente, hoe aangena mer ik dat vind". Ik heb daarbij doe lende op het leven gedacht aan den student. Ik wist toen nog niets van uw Gilde, uw streven en uw bedoelingen af, en wist toen dus ook niet, dat er onder de studenten zulke ernstige jongelui waren, met zulk een mooi doel, als u in uw Gilde- richtlijnen uitstippelt. Ik beschouw de officieele ontvangst hier, als een begin van uw kennismaking met de bevolking dezer gemeente, uw naar buiten optreden om te laten zien, op welke wijze u het contact met de bevolking zoekt. Ik spreek de hoop uit, dat u dat contact wer kelijk bereiken zult en grootendeels reeds bereikt moogt hebben. Vanaf de eerste uren van uw komst in deze gemeente hebt u voorzoover ik dat heb kunnen gadeslaan wel de belangstel ling der bevolking mogen ondervinden. Er is natuurlijk ook wel een tikje nieuwsgie righeid bij gekomen, want een student is voor een Zevenhovenaar nu eenmaal iets vreemds en volgens veler begrippen wel een heel bijzonder mensch. Maar omgekeerd blijkt dit ook nog al eens het geval te zijn! Als u nu met uw landdagen hier, en uw omgang met onze gemeentenaren bereikt, dat die verkeerde begrippen verdwijnen, dan geloof ik, dat u voor u zelf dit jaar weer tevreden zult zijn. W ij zijn 't dan echter nog niet. U gaat straks allen de maatschappij in, en dat in posities met een groote verantwoordelijk heid. In uw studentenjaren wordt in uw Gilde een echt Christelijke geest gekweekt, en u zult die moeten blijven bewaren, maar dan is uw verantwoordelijkheid in de voor u komende hoogere posities zooveel groq- ter. Moge uw Gilde bereiken, dat u die dan ook kunt dragen. En als het mocht zijn dat uw weg dan ooit die van een van onze gemeentenaren kruist, waar of wanneer dan ook, dan hoop ik, dat u zult zeggen: het juiste jaar weet ik wel niet meer precies, maar in mijn studentenjaren heb ik vanuit Zevenhoven zoo'n goede indruk meegeno men en heb ik de menschen zoo goed lee- ren begrijpen, dat 't niet anders kan, dan ook deze Zevenhovenaar is een goed mensch. En behandelt u hem dan daarnaar. Het is niet uw gewoonte in dezelfde plaats terug te komen, maar als u eens van die gewoonte gaat afwijken, dan hoop ik dat u Zevenhoven weer voor uw land dagen uitkiest, en dat wij ons van tevoren weer verblijden in uw komst om den goe den indruk, die u bij onze bevolking onge twijfeld nu zult maken. Het gemeentebestuur van Zevenhoven, M.H., wenscht u onder Gods zegen een vol komen slagen van uw streven toe. De praeses van het corps, de heer v. d. Zalm uit Tilburg, dankte namens allen voor de waardeerende woorden, waarmede het gemeentebestuur hen heeft ontvangen en de wijze, waarop de bevolking hen is te gemoet getreden; hij sprak met den burge meester de hoop uit, dat hun landdagen mogen slagen. De studenten hebben niet de pretentie te beweren, dat ze brave jon gens zijn. Zij trachten alleen door daden te toonen, hoe men elkaar begrijpen moet. Mevrouw Bocxe bood vervolgens allen een kopje thee met versnaperingen aan. Na het zingen van enkele studenten-lie deren en het Wilhelmus trok men naar de boerderij van Blom, waar de kinderen wer den bezig gehouden met spelletjes en ver haaltjes. Hoe de kleinen hiervan genoten, is niet te zeggen. Zij vergeten deze dagen nooit meer! Ze werden in optocht met corpsvlag naar huis gebracht en de echt kinderlijke om gang demonstreerde duidelijk hun belang stelling en dankbaarheid voor alles, wat zij van de jongelui ondervinden. Des avonds om half negen was 't oogen blik voor de ouderen. Op het plein van de R.-K. school was een tooneel opgericht, pri mitief opgebouwd uit vele metselaarsbe- noodigdheden. Daarboven prijkte de veel zeggende spreuk „Schoone boeren, schoon volk". De belangstelling was hier buiten gewoon groot. Van buiten de gemeente wa ren velen naar huis gekomen om het too- neelstuk „De drievoudige wijsheid van va der Wang" te zien. Aanwezig waren o.a. de zeereerw. heer Pastoor Moons, burgemees ter Bocxe en echtgenoote, de heer en mevr. v. d. Weijden van Nieuwkoop, wethouder van der Weijden en dokter A. Lucardie. In afwachting van het stuk zongen de kinde ren enkele liedjes, ook al om den tijd van wachten te bekorten. Voordat het spel aanving, hield de heer ir. H. Buskens uit Den Bosch een toespraak tot het volk. Op zeer bevattelijke wijze heeft deze spreker het doel en streven van het Stè Je- roen-gilde uiteengezet. De eenvoud, die ge vonden wordt op het land moet tot een heid leiden, en om dezen reden houdt het gilde daar zijn kampdagen. De studenten moeten een klaar ineicht krijgen in dezen eenvoud en de eenvoudige menschen van het land, om later berekend te zijn voor hun taak. De eenheid, die besloten ligt in het landschap, wei, water en boerderij, boeit. Reeds in het Paradijs is de eenheid verbroken, en reeds van teen af is de ver deeldheid steeds grooter geworden. We moeten terug naar de eenheid, een eenheid tusschen stad en land, anders gaat de we reld kapot! Het goede boerenverstand moet naar de stad, de wetenschap uit de stad naar het platteland; het moet elkaar aan vullen en 't is voor beide onmisbaar. Op politiek gebied is de eenheid verre. Spr. zal hierop niet verder ingaan. Enkel drukt hij hen, die aan politiek doen, en die zitting hebben in den Raad, dit op 't hart: doet aan goede politiek. Hoe dikwijls zien wij niet, dat zij, die de macht hebben, geen liefde hebben, en zij die de liefde wel heb ben, machteloos zijn. Verdeeldheid overal; bij de studenten on derling, tusschen student en professor; zelfs bij de eigen menschen, tusschen ziel en lichaam. De godsdienst wordt terugge dreven naar kerk en binnenkamer. Laat echter geheel uw doen en laten doortrok ken zijn van de eenheid, alles gericht op één doel; anders gaan wij den ondergang tegemoet. De studenten gaan weer weg van hier. Wat zal er van hun verblijf hier blijven hangen? Ieder voor zich kan deze vraag beantwoorden. Wij vragen, aldus spr., slechts van u allen een enkel gebed voor blijvende zegen van God over ons werk, ons ideaal. Den studenten geeft hij den raad mee: Vecht uw geheele leven, ieder op eigen ter rein voor uw ideaal, voor de eenheid. Al leen op die wijze kan ons Vaderland be houden blijven. Na aanhaling van enkele mooie versregelen van den Priester-dich ter Guido Gezelle, besloot spr. zijn rede, die onder ademlooze stilte was aangehoord, en waarop de heer Buskens een dankbaar applaus mocht ontvangen. Enkele pantomines, waarbij een vloo met den aartsvaderlijken naam Jacob de hoofdrol vervulde, wekte de lachlust van allen op. Hhet hierna opgevoerde tooneelstuk, met proloog en in drie bedrijven, werd vlot af gewerkt. Het stuk speelt in China, voor, tijdens en na den beruchten Boksers-op stand, en doet ons zien, hoe het Christen dom, gepredikt door den blanken Missiona ris, den Chinees Wang, die zijn kinderen en familie bij den opstand om hun geloofs getuigenis heeft verloren, den moordenaar (zijn vroegere leerling in het boksen) doet vergeven, ten spijt van de vele duivelsche bekoringen. Dat het stug boeide en begrepen werd, bewijst de stilte, die steeds geheerscht heeft, en het applaus, dat na elk bedrijf en speciaal na afloop volgde. Na het zingen van enkele studenten-lie deren was 't ruim elf uur geworden toeft allen zeer voldaan huiswaarts keerden. Wij twijfelen er niet aan, of onze men schen hebben gekregen en zullen behou den, een zeer goeden indruk van den stu dent, en speciaal van den Gilde-student van „St. Jeroen". Zondag ving om elf uur aan de Plech tige Hoogmis, opgedragen door den wel- eerw. heer kapelaan v. d. Kleen, modera tor van het Gilde; diaken was de zeereerw. heer Pastoor Moons, sub-diaken de kape laan van Noorden. Als misdienaars fungeer den ir. Buskens en drie studenten, terwijl alle overigen in de kerk aanwezig waren. Kapelaan v. d. Kley hield de predikatie, waarin hij de liefde en eenvoud als voor beeld stelde ter bereiking van het doel waartoe wij op aarde zijn: God te dienen en daartoe in den Hemel te komen. Vervol gens wees hij op den christen, die in sleur leeft, en als zoodanig geen opoffering en dankbaarheid kent. De genade van God moet gebruikt worden ter bereiking van ons aller einddoel. De studenten die naar hier zijn gekomen om de eenvoud van het land te leeren, moeten in alles wat zich rondom hen daar bevindt, als de vele dorpstorens in den omtrek, zien een wijzen naar dat doel: den hemel. De liturgische gezangen werden grooten deels door allen meegezongen. Om zes uur des avonds vereenigden de studenten zich met de genoodigden aan een broodmaaltijd op de boerderij van Blom; wegens het minder gunstige weer had deze in het Bondsgebouw plaats. Hier zagen wij o.a. de pastoor, kapelaan Stet van Noorden, de heer Kerkhoven, hoofd der R.-K. school, het Kamerlid M. P. v. d. Weijden, wethouder v. d. Weijden, bur gemeester v. d. Weijden van Nieuwkoop en burgemeester en mevr. Bocxe. Deze maaltijd kenmerkte zich door een buitengewoon opgewekte geest. Pastoor Moons sprak een woord van dank voor de komst van de studenten hier, en het gege ven voorbeeld van ordelijkheid voor de bevolking en hij drukte zijn spijt er over uit, dat de studenten niet langer bleven. De burgemeester sprak ongeveer in ge lijken zin en wel ongeveer als volgt: Het is mij een behoefte'u namens alle genoodigden hartelijk te danken; ik geloof, dat zij het met mij eens zijn, wanneer ik zeg, dat wij dit op prijs hebben gesteld, niet zoo zeer om de materieele zijde, die er aan vastzit, maar om het feit, dat wij op deze wijze van nabij kennis hebben mo- R. K. Ver. v. Kraamverzorging voor alle gezindten te Leiden en Omstreken Plaatsing-Bureau le Binnenvestgracht 30, voorheen Boerhaavestr. verleent hulp door gediplomeerde krachten Geopend eiken DINSDAG- en DONDER DAGMIDDAG van 2—4 UUR tot het ver strekken van de gewenschte inlichtingen, aanmelden van contribueerende leden en aanvragen voor kraamhulp - Telef. 3420. Aanvragen (schriftelijk) adres 1ste Bin nenvestgracht 30. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII gen maken met uw levenswijze in uw kamp dagen, om eens een stukje ik zou het willen noemen van uw eenvouds-idee, te Ik weet, dat u er nooit naar vragen zult, maar toch wil ik u zeggen wat wij van u zijn gaan denken en ik zeg dit, omdat veel van onze menschen dikwijls zoo hardop denken en vooral in de laatste dagen. Ik weet dan zeker, dat ze niet zullen zeg gen „wat zijn die studenten tocb 'n rare kerels", verder meestal aangevuld met ver schillende hier niet te noemen termen en krachtwoorden. Ik weet, dat ze van u zeg gen, ik heb dat enkele keeren opgevan gen: het zijn toch ook niet menschen als een ander, en dat zegt u waarschijnlijk meer dan genoeg. Daarmee is gezegd, dat het u begrijpen van den kant den bevolking er is. En dat het omgekeerd ook zoo is, daaraan twijfel ik niet. M.H. onze wegen gaan weer uit elkaar. Als u straks weer in uw studie-omgeving bent, en later als afge studeerden in hoogere posities, denkt dan nog eens terug aan de dagen, hier doorge bracht. Wij zullen ongetwijfeld nog lang aan u denken, omdat wij de beste indruk ken van u hebben. Wij nemen geen afscheid van u: wy roe pen u van harte een tot weerziens toe. Moge Gods zegen met uw werk en idea len zijn. De praeses sloot met een dankwoord, eer stens aan boer Blom, vrouw en dochter Jany. In zijn algeheele medewerking in elk opzicht is het slagen van de landda gen voor een groot deel te danken. Vervol gens dankte hij den pastoor voor zijn me dewerking, speciaal in de kerk en de rege ling der H.H. diensten, en tot slot den bur gemeester en mevr. Bocxe, en het hoofd der school. Onder het zingen van vroolijke studen ten-liederen werd om negen uur de zeer geslaagde eenvoudige, maar daarom juist gewaardeerde maaltijd besloten. Maandagmorgen zijn allen vol daan huiswaarts gegaan, en is de landelijke rust in Zevenhoven weer teruggekeerd. Er blijft echter over: een prettige herinnering aan mooie dagen, en dat èn bij de bevol king èn bij de studenten. Een herinnering kan niemand een mensch ontnemen, en daarom zal die aan deze dagen jaren blij ven voortleven in ons dorp. PATER BORROMAEUS DE GREEVE NAAR INDIë. Apostolische tournee door Java en Sumatra. Einde Augustus vertrekt Pater Borro- maeus de Greeve O.F.M. naar Neder- landsch Indië om, daartoe uitgenoodigd door verschillende instanties, een apolo- tolische tournee te maken door Java en Sumatra. Voor de Vasten van 1939 zal Z. Eerw. weder 'in het vaderland terug zijn. Uitgesproken: H. A. W. Slok, vleeschhouwer, Den Haag, Louise de Colignystraat 125. Cur.4 mr. A. C. E. M. de Groot. H. K. J. Egg, Kijkduin, gem. 's-Graven- hage, Kijkduinschestraat 222. Gur. mr. J. F. Hymans. W. Bos, handelaar in en reparateur van automobielen, Den Haag, Soestdijksche- plein 25. Cur. mr. A. de Gidts. G. P. Freeke, Den Haag, Nieuwediep- straat 43. Cur. mr. E. O. Goldstein. N. Vrolijk, aannemer van beton-, gra niet-, terrazzo- en tegelwerk te Schevenin- gen, Bevelandschestraat 119. Cur. mr. B. J. Gottschalk. Mej. J. Bouwhuis te 's-Graventoge, Obrechtstraat 412. Cur. C. L. K. van Cor- kum. A. Alsemgeest, beurtschipper, Delft, Dirk Langestraat 62. Cur. mr. A. B. van Helelmondt, Delft. H. C. van Frankfoort, loodgieter, Voor burg, Oosteinde 249. Cur. mr. C. Hom broek. H. A. Verhey jr., handelaar in lederwa ren, Den Haag, Wagenstraat 121. Cur.: mr. S. L. F. de Hartogh. H. J. Kloezeman, schilder, Den Haag, Wateringschestraat 198. Cur. mr. J. F. A. van der Heyden. P. W. van Kooten, Den Haag, Pippe lingstraat 163. Cur. mr. J. W. Gerdes Oos terbeek. J. A. Nentenaar jr., dansleeraar, Den Haag, Zuid-Oost Buitensingel 226. Cur. mr. G. Ginsberg. .Mr. H. van Wijk Czn., laatstelijk van beroep advocaat en procureur, gewoond hebbende te 's-Gravenhage, van Alkema- delaan 233 thans zonder bekende woon- of verblijfplaats. Cur. mr. A. M. de Groot. Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering voor de abonné's van „De Leidsche Courant". Elke aoonné van „De Leidsche Courant", die zijn abonnementsgeld tijdig heeft vol daan is verzekerd voor een bedrag van 300.tegen een hem (haar) overkomend ongeval, dat de eenige en rechtstreeksche oorzaak is van den dood van de(n) abonné, hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na den datum van het ongevaL Dit bedrag zal ten spoedigste aan zijn of haar nage laten betrekkingen worden uitgekeerd. Onder nagelaten betrekkingen worden verstaan en zullen achtereenvolgens tot het ontvangen der uitkeering gerechtigd zijn: le. de echtgenoot(e); 2e. kinderen; 3e. de ouders; 4e. de stiefouders of (zoo deze ontbreken)) de grootouders, of (zoo ook deze ontbreken) de schoonouders, wier kostwinner de overledene was; 5e. de broe ders en zusters wier kostwinner de over ledene was. Onder kostwinner wordt verstaan hij of tij, die tenminste een derde van zijn of haar verdiensten geregeld uitkeert aan de(n) persoon of personen, die hij of zij bij het levensonderhoud te hulp komt Onder verzekerde abonné wordt ver staan zoodanige persoon, welke niet jon ger is dan zeventien (17) jaar en niet ouder dan vijf en zestig (65) jaar. Er bestaat geen recht op uitkeering: a. Wanneer de verzekerde abonné tijdens het plaatsvinden van het ongeval verkeer de in staat van krankzinnigheid of ver standsverbijstering, onder den invloed was van overprikkeling of van bedwelmende dranken; of den krijgsdienst te water of te land uitoefende in tijd van oorlog, burger lijke twisten of oproer, of wel zich buiten Europa bevond, of wanneer de verzekerde abonné tijdens het ongeval op een vis- schers-, Marine- of ander vaartuig varen de was buitengaats, op de Zeeuwsche of Zuid-Hollandsche stroomen, of op de Zui derzee; of wanneer de verzekerde abonné zich tijdens het ongeval bezig hield met de bereiding, verwerking of vervoer van buskruit, schietkatoen, naphta, dynamiet of andere licht ontvlam- of ontplofbare stoffen of daarbij desbewust tegenwoordig was. b. Voor personen, bezigheden verrich tende, waaraan bijzonder gevaar verbon den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten, circusrijders en dergelijke waagstukken uitvoerende personen, indien het ongeval ontstaat tijdens de uitoefening van hun be roep of de daarmede gepaard gaande bezig heden; of voor krankzinnige, lamme, hard- hoorige, sterk bijziende, aan duizeling, hartgebrek of vallende ziekte lijdende per sonen of voor hen, die een beroerte gehad hebben. c. Indien het ongeval het gevolg is: van het gebruikmaken van voertuigen met mechanische kracht van het deelnemen aan wedstrijden of weddenschappen van welken aard ook; van een lichaamsgebrek; van een ziekte of kwaal; van zelfvermin king, zelfmoord of poging daartoe; van tweegevecht of vechtpartij, waarbij de ver zekerde betrokken was; van handelingen in strijd met wetten, verordeningen, Konink lijke besluiten of voorschriften van Spoor weg- tram-, boot- en dergelijke onderne mingen voor personenvervoer, van verre gaande roekeloosheid of het zich moedwil lig of onnoodig blootstellen aan eenig ge vaar door de(n) verzekerde(n) abonné. d. Ongevallen door of bij baden, zwem men, benevens watertochten, zonder bege leiding van een ervaren bootsman zijn al leen dan onder de verzekering begrepen als het bewjjs wordt geleverl, dat de dood rechtstreeks is veroorzaakt door een plot selinge geweldadige inwerking van uit wendig geweld op het lichaam van de(n) verzekerde (niet b.v. door beroerte, kram pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken in binnenwateren, rivieren of meeren al leen dan recht op uitkeering, wanneer on der meer bewezen wordt op welke wijze de verzekerde is te water geraakt. Het vinden van een persoon (lichaam) in het water zonder meer wordt niet als een bewijs van een ongeval aangemerkt. Het recht op uitkeering blijft bestaan wanneer de dood een gevolg is van recht matige verdediging van eigen of eens an ders lijf of poging tot redding van personen Is een verzekerde een ongeval overko men, dan is degene, die op uitkeering rech ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren na den dood (Zondagen en Katholieke Feestdagen die als Zondagen gevierd wor den niet medegerekend), hiervan mede- deeling te doen met opgave van getuigen, die bij het ongeval tegenwoordig waren, dus eventueel binnen 17 dagen na het ongeval, aan de Directie van „De Leidsche Courant". Is een verzekerde een ongeval overko men, dan moet zoo spoedig mogelijk ge nees- of heelkundige hulp worden inge roepen, om naar gelang van zaken den dood of deszelfs oorzaak te constateeren of wel om de(n) getroffene te behandelen, in het laatste geval zal de gewonde verplicht zijn zich geheel naar de voorschriften van den geneesheer te gedragen en zich, indien dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken huis te begeven, zullende geene uitkeering verschuldigd zijn indien door het niet tijdig inroepen van genees- of heelkundige hulp of het niet opvolgen van voorschriften van den geneesheer nadeelige gevolgen voor de(n) patiën ontstaan. Zij die eenig recht op schadevergoeding willen doen gelden, zfjn op straffe van het te niet gaan hunner rechten verplicht den daartoe door de Directie van „De Leidsche Courant" aan gewezen geneesheer in staat te stellen en zoo noodig de daartoe benoodigde stappen b(j de bevoegde autoriteiten te doen om de oorzaak van den dood te constateeren. Bij niet voldoening aan de verplichting tot kennisgeving binnen den gestelden ter mijn is „De Leidsche Courant" tot geen uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt dat degene (n) die aangifte had (den) be- hooren te doen, daartoe niet in de moge lijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin in staat was (waren) die aangifte door een ander te doen geschieden. In zulke gevallen begint de bovenge noemde termijn van drie dagen, zoodra de bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft te bestaan. Onbekendheid met de verzekering of hare voorwaarden gelden niet als onmo gelijkheid van tijdige aangifte. De uitkeeringen geschieden door de Di rectie der „Leidsche Courant" binnen veer tien dagen, nadat het recht op uitkeering bewezen is aan de(n) rechthebbende(n). „De Leidsche Courant" is niet verplicht uitbetalingen te doen, wanneer haar niet wordt verstrekt een extract uit het regis ter van overlijden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6