AAN ONZE ABONNE'S
Het Katholieke Studentenkamp te
Zevenhoven
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii
KERKNIEUWS
FAILLISSEMENTEN
MAANDAG 18 JULI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Blijde herinneringen van beide zijden
In het kamp der studenten heerschte
Vr ij dagavond een gezellige sfeer. Ver
schillende liederen werden gerepeteerd en
nog eens gezongen met 't oog op Zaterdag.
Toen de avond viel, bracht een petroleum
lamp de vereischte verlichting, om nog en
kele liederen in te studeeren.
De burgemeester was dien avond in den
kring der studenten.
Zaterdagmorgen is een lezing ge
houden door dr. v. d. Wiele over „De stu
dent tegenover de economische verhoudin
gen in het leven."
Na den middag werd een stoet gefor
meerd, die vanaf het Noordeinde naar het
Raadhuis ging waar de officieele ontvangst
door het gemeentebestuur plaats had. Met
den burgemeester waren aanwezig de wet
houders van der Weijden en van Baren en
mevrouw Bocxe.
De burgemeester sprak het eerst en wel
ongeveer als volgt:
Eerlijk gezegd, heb ik een oogenblik in
twijfel gestaan, op welke wijze ik u hier
namens de gemeente Zevenhoven moest
ontvangen. U bent hier al drie dagen en
daarom kan ik toch moeilijk zeggen, dat ik
u hier welkom heet. In den geest heb ik
dat Woensdag al gedaan.
Al eerder zelfs dan Woensdag was uw
komst hier, mij welkom. Toen een drietal
van u op Hemelvaartsdag bij mij kwam om
over uw landdagen te praten, kon ik niet
anders dan daarover mij verheugen, en als
ik mij goed herinner, heb ik gezegd „hoe
meer leven in mijn gemeente, hoe aangena
mer ik dat vind". Ik heb daarbij doe
lende op het leven gedacht aan den
student. Ik wist toen nog niets van uw
Gilde, uw streven en uw bedoelingen af, en
wist toen dus ook niet, dat er onder de
studenten zulke ernstige jongelui waren,
met zulk een mooi doel, als u in uw Gilde-
richtlijnen uitstippelt.
Ik beschouw de officieele ontvangst hier,
als een begin van uw kennismaking met de
bevolking dezer gemeente, uw naar buiten
optreden om te laten zien, op welke wijze
u het contact met de bevolking zoekt. Ik
spreek de hoop uit, dat u dat contact wer
kelijk bereiken zult en grootendeels reeds
bereikt moogt hebben.
Vanaf de eerste uren van uw komst in
deze gemeente hebt u voorzoover ik dat
heb kunnen gadeslaan wel de belangstel
ling der bevolking mogen ondervinden. Er
is natuurlijk ook wel een tikje nieuwsgie
righeid bij gekomen, want een student is
voor een Zevenhovenaar nu eenmaal iets
vreemds en volgens veler begrippen wel een
heel bijzonder mensch. Maar omgekeerd
blijkt dit ook nog al eens het geval te zijn!
Als u nu met uw landdagen hier, en uw
omgang met onze gemeentenaren bereikt,
dat die verkeerde begrippen verdwijnen,
dan geloof ik, dat u voor u zelf dit jaar
weer tevreden zult zijn.
W ij zijn 't dan echter nog niet. U gaat
straks allen de maatschappij in, en dat in
posities met een groote verantwoordelijk
heid. In uw studentenjaren wordt in uw
Gilde een echt Christelijke geest gekweekt,
en u zult die moeten blijven bewaren, maar
dan is uw verantwoordelijkheid in de voor
u komende hoogere posities zooveel groq-
ter. Moge uw Gilde bereiken, dat u die
dan ook kunt dragen. En als het mocht zijn
dat uw weg dan ooit die van een van onze
gemeentenaren kruist, waar of wanneer dan
ook, dan hoop ik, dat u zult zeggen: het
juiste jaar weet ik wel niet meer precies,
maar in mijn studentenjaren heb ik vanuit
Zevenhoven zoo'n goede indruk meegeno
men en heb ik de menschen zoo goed lee-
ren begrijpen, dat 't niet anders kan, dan
ook deze Zevenhovenaar is een goed
mensch. En behandelt u hem dan daarnaar.
Het is niet uw gewoonte in dezelfde
plaats terug te komen, maar als u eens
van die gewoonte gaat afwijken, dan hoop
ik dat u Zevenhoven weer voor uw land
dagen uitkiest, en dat wij ons van tevoren
weer verblijden in uw komst om den goe
den indruk, die u bij onze bevolking onge
twijfeld nu zult maken.
Het gemeentebestuur van Zevenhoven,
M.H., wenscht u onder Gods zegen een vol
komen slagen van uw streven toe.
De praeses van het corps, de heer v. d.
Zalm uit Tilburg, dankte namens allen
voor de waardeerende woorden, waarmede
het gemeentebestuur hen heeft ontvangen
en de wijze, waarop de bevolking hen is te
gemoet getreden; hij sprak met den burge
meester de hoop uit, dat hun landdagen
mogen slagen. De studenten hebben niet de
pretentie te beweren, dat ze brave jon
gens zijn. Zij trachten alleen door daden
te toonen, hoe men elkaar begrijpen moet.
Mevrouw Bocxe bood vervolgens allen
een kopje thee met versnaperingen aan.
Na het zingen van enkele studenten-lie
deren en het Wilhelmus trok men naar de
boerderij van Blom, waar de kinderen wer
den bezig gehouden met spelletjes en ver
haaltjes. Hoe de kleinen hiervan genoten,
is niet te zeggen. Zij vergeten deze dagen
nooit meer!
Ze werden in optocht met corpsvlag naar
huis gebracht en de echt kinderlijke om
gang demonstreerde duidelijk hun belang
stelling en dankbaarheid voor alles, wat zij
van de jongelui ondervinden.
Des avonds om half negen was 't oogen
blik voor de ouderen. Op het plein van de
R.-K. school was een tooneel opgericht, pri
mitief opgebouwd uit vele metselaarsbe-
noodigdheden. Daarboven prijkte de veel
zeggende spreuk „Schoone boeren, schoon
volk". De belangstelling was hier buiten
gewoon groot. Van buiten de gemeente wa
ren velen naar huis gekomen om het too-
neelstuk „De drievoudige wijsheid van va
der Wang" te zien. Aanwezig waren o.a. de
zeereerw. heer Pastoor Moons, burgemees
ter Bocxe en echtgenoote, de heer en mevr.
v. d. Weijden van Nieuwkoop, wethouder
van der Weijden en dokter A. Lucardie. In
afwachting van het stuk zongen de kinde
ren enkele liedjes, ook al om den tijd van
wachten te bekorten. Voordat het spel
aanving, hield de heer ir. H. Buskens uit
Den Bosch een toespraak tot het volk.
Op zeer bevattelijke wijze heeft deze
spreker het doel en streven van het Stè Je-
roen-gilde uiteengezet. De eenvoud, die ge
vonden wordt op het land moet tot een
heid leiden, en om dezen reden houdt het
gilde daar zijn kampdagen. De studenten
moeten een klaar ineicht krijgen in dezen
eenvoud en de eenvoudige menschen van
het land, om later berekend te zijn voor
hun taak. De eenheid, die besloten ligt in
het landschap, wei, water en boerderij,
boeit. Reeds in het Paradijs is de eenheid
verbroken, en reeds van teen af is de ver
deeldheid steeds grooter geworden. We
moeten terug naar de eenheid, een eenheid
tusschen stad en land, anders gaat de we
reld kapot! Het goede boerenverstand moet
naar de stad, de wetenschap uit de stad
naar het platteland; het moet elkaar aan
vullen en 't is voor beide onmisbaar.
Op politiek gebied is de eenheid verre.
Spr. zal hierop niet verder ingaan. Enkel
drukt hij hen, die aan politiek doen, en die
zitting hebben in den Raad, dit op 't hart:
doet aan goede politiek. Hoe dikwijls zien
wij niet, dat zij, die de macht hebben, geen
liefde hebben, en zij die de liefde wel heb
ben, machteloos zijn.
Verdeeldheid overal; bij de studenten on
derling, tusschen student en professor;
zelfs bij de eigen menschen, tusschen ziel
en lichaam. De godsdienst wordt terugge
dreven naar kerk en binnenkamer. Laat
echter geheel uw doen en laten doortrok
ken zijn van de eenheid, alles gericht op
één doel; anders gaan wij den ondergang
tegemoet.
De studenten gaan weer weg van hier.
Wat zal er van hun verblijf hier blijven
hangen? Ieder voor zich kan deze vraag
beantwoorden. Wij vragen, aldus spr.,
slechts van u allen een enkel gebed voor
blijvende zegen van God over ons werk, ons
ideaal.
Den studenten geeft hij den raad mee:
Vecht uw geheele leven, ieder op eigen ter
rein voor uw ideaal, voor de eenheid. Al
leen op die wijze kan ons Vaderland be
houden blijven. Na aanhaling van enkele
mooie versregelen van den Priester-dich
ter Guido Gezelle, besloot spr. zijn rede,
die onder ademlooze stilte was aangehoord,
en waarop de heer Buskens een dankbaar
applaus mocht ontvangen.
Enkele pantomines, waarbij een vloo
met den aartsvaderlijken naam Jacob
de hoofdrol vervulde, wekte de lachlust
van allen op.
Hhet hierna opgevoerde tooneelstuk, met
proloog en in drie bedrijven, werd vlot af
gewerkt. Het stuk speelt in China, voor,
tijdens en na den beruchten Boksers-op
stand, en doet ons zien, hoe het Christen
dom, gepredikt door den blanken Missiona
ris, den Chinees Wang, die zijn kinderen en
familie bij den opstand om hun geloofs
getuigenis heeft verloren, den moordenaar
(zijn vroegere leerling in het boksen) doet
vergeven, ten spijt van de vele duivelsche
bekoringen.
Dat het stug boeide en begrepen werd,
bewijst de stilte, die steeds geheerscht
heeft, en het applaus, dat na elk bedrijf en
speciaal na afloop volgde.
Na het zingen van enkele studenten-lie
deren was 't ruim elf uur geworden toeft
allen zeer voldaan huiswaarts keerden.
Wij twijfelen er niet aan, of onze men
schen hebben gekregen en zullen behou
den, een zeer goeden indruk van den stu
dent, en speciaal van den Gilde-student van
„St. Jeroen".
Zondag ving om elf uur aan de Plech
tige Hoogmis, opgedragen door den wel-
eerw. heer kapelaan v. d. Kleen, modera
tor van het Gilde; diaken was de zeereerw.
heer Pastoor Moons, sub-diaken de kape
laan van Noorden. Als misdienaars fungeer
den ir. Buskens en drie studenten, terwijl
alle overigen in de kerk aanwezig waren.
Kapelaan v. d. Kley hield de predikatie,
waarin hij de liefde en eenvoud als voor
beeld stelde ter bereiking van het doel
waartoe wij op aarde zijn: God te dienen
en daartoe in den Hemel te komen. Vervol
gens wees hij op den christen, die in sleur
leeft, en als zoodanig geen opoffering en
dankbaarheid kent. De genade van God
moet gebruikt worden ter bereiking van ons
aller einddoel. De studenten die naar hier
zijn gekomen om de eenvoud van het land
te leeren, moeten in alles wat zich rondom
hen daar bevindt, als de vele dorpstorens in
den omtrek, zien een wijzen naar dat doel:
den hemel.
De liturgische gezangen werden grooten
deels door allen meegezongen.
Om zes uur des avonds vereenigden de
studenten zich met de genoodigden aan een
broodmaaltijd op de boerderij van Blom;
wegens het minder gunstige weer had deze
in het Bondsgebouw plaats.
Hier zagen wij o.a. de pastoor, kapelaan
Stet van Noorden, de heer Kerkhoven,
hoofd der R.-K. school, het Kamerlid M. P.
v. d. Weijden, wethouder v. d. Weijden, bur
gemeester v. d. Weijden van Nieuwkoop en
burgemeester en mevr. Bocxe.
Deze maaltijd kenmerkte zich door een
buitengewoon opgewekte geest. Pastoor
Moons sprak een woord van dank voor de
komst van de studenten hier, en het gege
ven voorbeeld van ordelijkheid voor de
bevolking en hij drukte zijn spijt er over
uit, dat de studenten niet langer bleven.
De burgemeester sprak ongeveer in ge
lijken zin en wel ongeveer als volgt:
Het is mij een behoefte'u namens alle
genoodigden hartelijk te danken; ik geloof,
dat zij het met mij eens zijn, wanneer ik
zeg, dat wij dit op prijs hebben gesteld,
niet zoo zeer om de materieele zijde, die
er aan vastzit, maar om het feit, dat wij
op deze wijze van nabij kennis hebben mo-
R. K. Ver. v. Kraamverzorging voor
alle gezindten te Leiden en Omstreken
Plaatsing-Bureau le Binnenvestgracht 30,
voorheen Boerhaavestr.
verleent hulp door gediplomeerde krachten
Geopend eiken DINSDAG- en DONDER
DAGMIDDAG van 2—4 UUR tot het ver
strekken van de gewenschte inlichtingen,
aanmelden van contribueerende leden en
aanvragen voor kraamhulp - Telef. 3420.
Aanvragen (schriftelijk) adres 1ste Bin
nenvestgracht 30.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
gen maken met uw levenswijze in uw kamp
dagen, om eens een stukje ik zou het
willen noemen van uw eenvouds-idee, te
Ik weet, dat u er nooit naar vragen zult,
maar toch wil ik u zeggen wat wij van u
zijn gaan denken en ik zeg dit, omdat veel
van onze menschen dikwijls zoo hardop
denken en vooral in de laatste dagen. Ik
weet dan zeker, dat ze niet zullen zeg
gen „wat zijn die studenten tocb 'n rare
kerels", verder meestal aangevuld met ver
schillende hier niet te noemen termen en
krachtwoorden. Ik weet, dat ze van u zeg
gen, ik heb dat enkele keeren opgevan
gen: het zijn toch ook niet menschen als
een ander, en dat zegt u waarschijnlijk
meer dan genoeg. Daarmee is gezegd, dat
het u begrijpen van den kant den bevolking
er is. En dat het omgekeerd ook zoo is,
daaraan twijfel ik niet. M.H. onze wegen
gaan weer uit elkaar. Als u straks weer in
uw studie-omgeving bent, en later als afge
studeerden in hoogere posities, denkt dan
nog eens terug aan de dagen, hier doorge
bracht. Wij zullen ongetwijfeld nog lang
aan u denken, omdat wij de beste indruk
ken van u hebben.
Wij nemen geen afscheid van u: wy roe
pen u van harte een tot weerziens toe.
Moge Gods zegen met uw werk en idea
len zijn.
De praeses sloot met een dankwoord, eer
stens aan boer Blom, vrouw en dochter
Jany. In zijn algeheele medewerking in
elk opzicht is het slagen van de landda
gen voor een groot deel te danken. Vervol
gens dankte hij den pastoor voor zijn me
dewerking, speciaal in de kerk en de rege
ling der H.H. diensten, en tot slot den bur
gemeester en mevr. Bocxe, en het hoofd
der school.
Onder het zingen van vroolijke studen
ten-liederen werd om negen uur de zeer
geslaagde eenvoudige, maar daarom juist
gewaardeerde maaltijd besloten.
Maandagmorgen zijn allen vol
daan huiswaarts gegaan, en is de landelijke
rust in Zevenhoven weer teruggekeerd. Er
blijft echter over: een prettige herinnering
aan mooie dagen, en dat èn bij de bevol
king èn bij de studenten. Een herinnering
kan niemand een mensch ontnemen, en
daarom zal die aan deze dagen jaren blij
ven voortleven in ons dorp.
PATER BORROMAEUS DE GREEVE
NAAR INDIë.
Apostolische tournee door Java en
Sumatra.
Einde Augustus vertrekt Pater Borro-
maeus de Greeve O.F.M. naar Neder-
landsch Indië om, daartoe uitgenoodigd
door verschillende instanties, een apolo-
tolische tournee te maken door Java en
Sumatra.
Voor de Vasten van 1939 zal Z. Eerw.
weder 'in het vaderland terug zijn.
Uitgesproken:
H. A. W. Slok, vleeschhouwer, Den
Haag, Louise de Colignystraat 125. Cur.4
mr. A. C. E. M. de Groot.
H. K. J. Egg, Kijkduin, gem. 's-Graven-
hage, Kijkduinschestraat 222. Gur. mr. J.
F. Hymans.
W. Bos, handelaar in en reparateur van
automobielen, Den Haag, Soestdijksche-
plein 25. Cur. mr. A. de Gidts.
G. P. Freeke, Den Haag, Nieuwediep-
straat 43. Cur. mr. E. O. Goldstein.
N. Vrolijk, aannemer van beton-, gra
niet-, terrazzo- en tegelwerk te Schevenin-
gen, Bevelandschestraat 119. Cur. mr. B.
J. Gottschalk.
Mej. J. Bouwhuis te 's-Graventoge,
Obrechtstraat 412. Cur. C. L. K. van Cor-
kum.
A. Alsemgeest, beurtschipper, Delft,
Dirk Langestraat 62. Cur. mr. A. B. van
Helelmondt, Delft.
H. C. van Frankfoort, loodgieter, Voor
burg, Oosteinde 249. Cur. mr. C. Hom
broek.
H. A. Verhey jr., handelaar in lederwa
ren, Den Haag, Wagenstraat 121. Cur.:
mr. S. L. F. de Hartogh.
H. J. Kloezeman, schilder, Den Haag,
Wateringschestraat 198. Cur. mr. J. F. A.
van der Heyden.
P. W. van Kooten, Den Haag, Pippe
lingstraat 163. Cur. mr. J. W. Gerdes Oos
terbeek.
J. A. Nentenaar jr., dansleeraar, Den
Haag, Zuid-Oost Buitensingel 226. Cur.
mr. G. Ginsberg.
.Mr. H. van Wijk Czn., laatstelijk van
beroep advocaat en procureur, gewoond
hebbende te 's-Gravenhage, van Alkema-
delaan 233 thans zonder bekende woon-
of verblijfplaats. Cur. mr. A. M. de Groot.
Bepalingen der Gratis-Ongevallenverzekering
voor de abonné's van „De Leidsche Courant".
Elke aoonné van „De Leidsche Courant",
die zijn abonnementsgeld tijdig heeft vol
daan is verzekerd voor een bedrag van
300.tegen een hem (haar) overkomend
ongeval, dat de eenige en rechtstreeksche
oorzaak is van den dood van de(n) abonné,
hetzij onmiddellijk of binnen 14 dagen na
den datum van het ongevaL Dit bedrag
zal ten spoedigste aan zijn of haar nage
laten betrekkingen worden uitgekeerd.
Onder nagelaten betrekkingen worden
verstaan en zullen achtereenvolgens tot het
ontvangen der uitkeering gerechtigd zijn:
le. de echtgenoot(e); 2e. kinderen; 3e.
de ouders; 4e. de stiefouders of (zoo deze
ontbreken)) de grootouders, of (zoo ook
deze ontbreken) de schoonouders, wier
kostwinner de overledene was; 5e. de broe
ders en zusters wier kostwinner de over
ledene was.
Onder kostwinner wordt verstaan hij of
tij, die tenminste een derde van zijn of
haar verdiensten geregeld uitkeert aan
de(n) persoon of personen, die hij of zij bij
het levensonderhoud te hulp komt
Onder verzekerde abonné wordt ver
staan zoodanige persoon, welke niet jon
ger is dan zeventien (17) jaar en niet ouder
dan vijf en zestig (65) jaar.
Er bestaat geen recht op uitkeering:
a. Wanneer de verzekerde abonné tijdens
het plaatsvinden van het ongeval verkeer
de in staat van krankzinnigheid of ver
standsverbijstering, onder den invloed was
van overprikkeling of van bedwelmende
dranken; of den krijgsdienst te water of te
land uitoefende in tijd van oorlog, burger
lijke twisten of oproer, of wel zich buiten
Europa bevond, of wanneer de verzekerde
abonné tijdens het ongeval op een vis-
schers-, Marine- of ander vaartuig varen
de was buitengaats, op de Zeeuwsche of
Zuid-Hollandsche stroomen, of op de Zui
derzee; of wanneer de verzekerde abonné
zich tijdens het ongeval bezig hield met
de bereiding, verwerking of vervoer van
buskruit, schietkatoen, naphta, dynamiet
of andere licht ontvlam- of ontplofbare
stoffen of daarbij desbewust tegenwoordig
was.
b. Voor personen, bezigheden verrich
tende, waaraan bijzonder gevaar verbon
den is, zooals: luchtreizigers, acrobaten,
circusrijders en dergelijke waagstukken
uitvoerende personen, indien het ongeval
ontstaat tijdens de uitoefening van hun be
roep of de daarmede gepaard gaande bezig
heden; of voor krankzinnige, lamme, hard-
hoorige, sterk bijziende, aan duizeling,
hartgebrek of vallende ziekte lijdende per
sonen of voor hen, die een beroerte gehad
hebben.
c. Indien het ongeval het gevolg is: van
het gebruikmaken van voertuigen met
mechanische kracht van het deelnemen
aan wedstrijden of weddenschappen van
welken aard ook; van een lichaamsgebrek;
van een ziekte of kwaal; van zelfvermin
king, zelfmoord of poging daartoe; van
tweegevecht of vechtpartij, waarbij de ver
zekerde betrokken was; van handelingen in
strijd met wetten, verordeningen, Konink
lijke besluiten of voorschriften van Spoor
weg- tram-, boot- en dergelijke onderne
mingen voor personenvervoer, van verre
gaande roekeloosheid of het zich moedwil
lig of onnoodig blootstellen aan eenig ge
vaar door de(n) verzekerde(n) abonné.
d. Ongevallen door of bij baden, zwem
men, benevens watertochten, zonder bege
leiding van een ervaren bootsman zijn al
leen dan onder de verzekering begrepen als
het bewjjs wordt geleverl, dat de dood
rechtstreeks is veroorzaakt door een plot
selinge geweldadige inwerking van uit
wendig geweld op het lichaam van de(n)
verzekerde (niet b.v. door beroerte, kram
pen, enz.) Daarenboven geeft verdrinken
in binnenwateren, rivieren of meeren al
leen dan recht op uitkeering, wanneer on
der meer bewezen wordt op welke wijze de
verzekerde is te water geraakt. Het vinden
van een persoon (lichaam) in het water
zonder meer wordt niet als een bewijs van
een ongeval aangemerkt.
Het recht op uitkeering blijft bestaan
wanneer de dood een gevolg is van recht
matige verdediging van eigen of eens an
ders lijf of poging tot redding van personen
Is een verzekerde een ongeval overko
men, dan is degene, die op uitkeering rech
ten wil doen gelden, verplicht zoo spoedig
mogelijk uiterlijk binnen driemaal 24 uren
na den dood (Zondagen en Katholieke
Feestdagen die als Zondagen gevierd wor
den niet medegerekend), hiervan mede-
deeling te doen met opgave van getuigen,
die bij het ongeval tegenwoordig waren,
dus eventueel binnen 17 dagen na het
ongeval, aan de Directie van „De Leidsche
Courant".
Is een verzekerde een ongeval overko
men, dan moet zoo spoedig mogelijk ge
nees- of heelkundige hulp worden inge
roepen, om naar gelang van zaken den
dood of deszelfs oorzaak te constateeren of
wel om de(n) getroffene te behandelen, in
het laatste geval zal de gewonde verplicht
zijn zich geheel naar de voorschriften van
den geneesheer te gedragen en zich, indien
dit noodig geoordeeld wordt, in een zieken
huis te begeven, zullende geene uitkeering
verschuldigd zijn indien door het niet tijdig
inroepen van genees- of heelkundige hulp
of het niet opvolgen van voorschriften van
den geneesheer nadeelige gevolgen voor
de(n) patiën ontstaan. Zij die eenig recht
op schadevergoeding willen doen gelden,
zfjn op straffe van het te niet gaan hunner
rechten verplicht den daartoe door de
Directie van „De Leidsche Courant" aan
gewezen geneesheer in staat te stellen en
zoo noodig de daartoe benoodigde stappen
b(j de bevoegde autoriteiten te doen om
de oorzaak van den dood te constateeren.
Bij niet voldoening aan de verplichting
tot kennisgeving binnen den gestelden ter
mijn is „De Leidsche Courant" tot geen
uitkeering verplicht, tenzij bewezen wordt
dat degene (n) die aangifte had (den) be-
hooren te doen, daartoe niet in de moge
lijkheid was (waren) en hij (zij) evenmin
in staat was (waren) die aangifte door een
ander te doen geschieden.
In zulke gevallen begint de bovenge
noemde termijn van drie dagen, zoodra de
bedoelde onmogelijkheid opgehouden heeft
te bestaan.
Onbekendheid met de verzekering of
hare voorwaarden gelden niet als onmo
gelijkheid van tijdige aangifte.
De uitkeeringen geschieden door de Di
rectie der „Leidsche Courant" binnen veer
tien dagen, nadat het recht op uitkeering
bewezen is aan de(n) rechthebbende(n).
„De Leidsche Courant" is niet verplicht
uitbetalingen te doen, wanneer haar niet
wordt verstrekt een extract uit het regis
ter van overlijden.