RECHTZAKEN
DINSDAG 12 JULI 1938
DE LEIDSCHE COURANi
TWEEDE BLAD - PAG. 7
EEN VERWEER.
Een vriendenhand (ik lees uw blad niet)
zend mij uw bladen van 5 en 7 Juli j.l. 1),
dus twee artikelen, die u aan mijn zondige
ziel 2) ten laste legt. U verwijt mij daarin
niet zoo weinig, n.l.: laster, kortzichtigheid,
gebrek aan logisch denken, leeg en hol ge
schrijf, bespotten en beschimpen van Ka
tholieken, blind anti-papisme, enz. enz. 3).
U ziet, geachte Redactie, veel vriendelijks
is het niet, ik ben dus wel een heel slecht
mensch, en toch, m'n gebrek aan logisch
denken heeft mij er nooit toe geleid al dat
slechte van u te zeggen en daarom hoop
ik, geachte Redactie, dat, waar u mij in het
openbaar beschuldigt, u zoo wellevend zult
zijn, mij een kort woord ter mijner verde
diging in uw blad toe te staan. Al uw be
schuldigingen te weerleggen zou wellicht
teveel van uw plaatsruimte verlangen en u
zoudt mij die wellicht niet beschikbaar stel
len. Dus: een zoo kort mogelijk woord tot
verweer.
Vooraf zij gezegd, dat ik het beschim
pen van Katholieken zoowel als anderen
verafschuw en dat anti-papisme mij totaal
vreemd is, hetgeen ik meen te mogen be
wijzen met h e t f e i t, dat m'n dagelijksche
leveranciers vrome Katolieken zijn, die bij
het lezen van mijn zonden wellicht een
glimlach niet zullen onderdrukken. Nog
sterker bewijzen zou ik kunnen aanvoeren
doch ze leenen zich niet voor openbaarheid,
dus privé. Verdraagzaamheid gebiedt elk
mensch in zaken nooit naar beginselen
te vragen en ons, soc.-democraten, laat het
volkomen koud hoe of onze leverancier poli
tiek of godsdienstig denkt 4). Het spreekt
vanzelf, dat fascisten hiervan zijn uitgeslo
ten: met misdadigers doet men geen za
ken 5). Kunt u datzelfde ook van Katho
lieken zeggen? 6) Het gaat niet tegen
menschen, geachte Redactie, het gaat
tegen beginselen 7). Het gaat om t ei ten,
zooals bijv. het optreden van de Kath.
Staatspartij i n en daarnaast buiten het
parlement vooral. Zijn dan geluid en daden
op beide terreinen precies hetzelfde? 8)
Het gaat bijv. tegen „Brabantia nostra",
Brabant voor de Katholieken. Hebben an
dere Nederlanders daar dan geen toe
gang? Dat is katholieke onverdraagzaam
heid en halfslachtigheid, 9) Ik zal alles zoo
kort mogelijk, dus vragender wijze stellen.
Als de Katholieken zich in Nederland te
gen het fascisme verzetten, waarom dan
niet in Italië of Spanje? 10) Waarom keurt
ge het dan niet af dat de gebroeders Fran
co en Mussolini behalve onbeschermde ste
den ook onschuldige vrouwen en kinderen
dood-bombardeeren? Met steun van hun
vriend Hitier 11). En toen deze laatste in
Rome verscheen verliet de Paus het Vati-
caan omdat hij met het nieuwe heiden
dom niets te maken wilde hebben. Wat is
nu het verschil tusschen Hitler, Mussolini
en Franco nopens het streven van de ka
tholieke Kerk? Hoe kunt ge, beter, hoe kan
de katholieke Kerk, dus haar leer, soli
dair zijn met Franco en Hitier bestrijden?
12) Nu Kardinaal Innitzer. Hier is een af
schrift van zijn brief aan den gezant van
Hitier:
Dear Erzbischiof von Wien.
Wien, am 18 Mars '38.
Sehr geehrter Herr Gauleiter,
Beigeschlossene Erklarung der Bischöfe
übersende ich hiermit. Sie ersehen daraus,
das wir Bischöfe freiwillig und ohne
zwang unsere nationale Pflicht erfüllt ha-
ben. Ich weiss, dass dieser Erklarung eine
gute Zusammenarbeit folgen wird.
Mit dem Ausdruck ausgezeichneter
Hochachtung
und Heil Hitier!
fH. Kard. Innitzer.
Dus: heil Hitier! En heil Hitier, wil toch
zeggen: heil het Nationaal-Socialisme. Of
beteekent dat niet instemming met het
nazi-dom? Gaarne geef ik toe, dat Kard.
Innitzer door het Vaticaan ter verantwoor
ding is geroepen doch al het water van de
zee kan niet wegwasschen dat hij vooraf
en persoonlijk dus de Katholieken aan zijn
beul had overgeleverd. Het feit blijft. 13)
Zou de bekende Duitsche Kardinaal
Faulhaber zulks doen? Wat dunkt U?
Graag zou ik in uw blad een stuk van zijn
vlammende redevoeringen tegen het natio-
naal-socialisme willen overnemen, een ge
tuigenis van zijn liefde voor zijn Kerk en
zijn geloovigen, een spontane, impulse aan
klacht tegen de bruine horden, die de Ka
tholieken in Duitschland vervolgen en on
derdrukken. U zult mij die ruimte wellicht
er niet nog bij toestaan, wat niet weg
neemt, dat ik mij eerbiedig buig voor de
zen held. 14) Ik vraag u echter: is er nu
verschil in handelen, in geloofsleer, in da
den tusschen deze twee groote voorgan
gers van het Geloof? Is er nu halfslachtig
heid ja of neen? 15)
A propos!Geachte Redactie, u
wraakte mijn artikel in ons Prop.'olad doch,
ik behandelde daarin voornamelijk de k a-
tholieke verdraagzaam he i d. U
hebt d a a r o ve r in geen uwer artike
len één woord gesproken. Ik schreef over
tentoonstellingen der Nieuw-Malthusiaan-
sche Bond, welke gehouden zouden
worden te Utrecht en te Hoorn en die bei
den door Katholieken onmogelijk zijn ge
maakt door het ingooien van ruiten, het
werpen van stinkbommen enz., en dat de
schofterige houding van een student-rebel
door de Utrechtsche Rechtbank zeer werd
gelaakt. Intusschen (een later gevolgd ge
val) maakt de burgemeester van Schiedam
misbruik van zijn macht, om, kort en goed,
eenzelfde tentoonstelling te verbieden, ter
wijl onze Grondwet het recht van vergade
ren en tevens het vrije woord garandeert.
Noemt u dat naastenliefde? Noemt u dat
rechtvaardigheid? En, noemt u dat voor
alverdraagzaamheid?Ik
noem dat machtsmisbruik en het toppunt
van kath. onverdraagzaamheid. 16)
Hoe zouden de Katholieken te keer gaan
wanneer, om nu eens een voorbeeld te ne
men, uw geloovigen een tentoonstelling
hielden van kerkelijke relikwiën en dan een
groep Kerstinianen, toch papenhaters in de
eerste plaats, deze ontoegankelijk maak
te voor de uwen. Dus dezelfde middelen
gebruikte als de Katholieken te Hoorn en
te Utrecht? Wat zegt u daarvan? 17)
Geachte Redactie. Het is meer dan 25
jaar geleden, dat ik werkzaam was in Ham
burg's hoofdstad. Ik vertoefde er enkele
jaren. Toen ik er kwam waren de hoogst
betaalde loonen aan de aardewerkfabrie
ken Moza, Stella, Ceramique en, vooral
niet te vergeten, de Sphinx, 6 tot 7 gld. per
week. Deze fabrieken, u kunt het weten,
omvatten duizenden arbeiders. Er heersch-
ten de meest erbarmelijke toestanden in
deze stad op economisch, sociaal en hygië
nisch gebied. Met m'n toenmalige kame
raden sloeg ik mede de hand aan de ploeg
en hebben we gezworen om te arbeiden
zoolang we konden en alles te geven wat
het slavenlot der arbeiders kon verbeteren.
Wat het toenmalige Katholieke Volk over
mij schreef, daarbij vergeleken zijn uw hate
lijkheden nog maar kinderspel. Het bit
tere leed, dat mij daar door de Katholieken
is aangedaan, zal ik hier niet vermelden. Ik
heb evenmin behoefte aan martelaarschap
voor m'n werk in onzen strijd als aan bloe
men voor m'n werk, maarwaarom
moest ik dat ondergaan, terwijl ik niets
deed dan m'n menschelijke plicht! 18)
Toen en nu vocht ik tegen onrecht en ver
drukking, vocht ik voor de vrijheid en het
heil van alle goedwillende menschen, vech
tend dus ook tegen de onverdraagzaam
heid van de Katholieken, en, trouw aan de
vaan der sociaal-democratie, hoop ik in
staat te zijn dit te kunnen doen tot het ein
de mijner dagen. Ik dank u voor de mij
toegestane ruimte en wil eindigen met een
woord dat ik juist heden kon beluisteren
bij de uitzending van een katholieke kerk
dienst waar de pastoor o.a. dit in zijn preek
zeide: „de wereld kan alleen gered
worden door liefde en rechtvaardigheid,
door verdraagzaamheid en vriendschap en,
indien ge tot het altaar komt om te offe
ren en ge hebt gelasterd, gaat dan eerst te
rug om u met uwen broeder te verzoenen."
Inderdaad, wij hopen daarbij alleen maar
dat zijn auditorium daaronder alle men
schen zal verstaan. 19)
J. VELDMAN.
1) Waar het „Leids Arbeidersblad",
waarin de schrijver zijn door ons bestre
den artikel schreef, meermalen ons blad ci
teert, en dus, klaarblijkelijk, ons blad door
de redactie wordt gelezen, hebben wij ver
zuimd; den geachten inzender een exem
plaar van onze nummers van 5 en 7 Juli
te zenden. Voor dit verzuim aanvaarde hij
onze verontschuldiging.
2) De uitdrukking „zondige ziel" heb
ben w ij, natuurlijk, niet gebruikt, niet wil
len en niet mogen gebruiken. Deze door in
zender ironisch bedoelde uitdrukking is
hier misplaatst.
3) De inzender heeft secuur alle voor
hem onaangename kwalificaties verzameld.
Het „enz. enz." had hij kunnen weglaten,
't Zou echter beter zijn geweest, als hij had
verdedigd of teruggenomen zijn
„redeneeringen" en beweringen, welke ons
tot die kwalificaties drongen. Over Kardi
naal Innitzer zeggen wij straks nog wel iets.
Maar is het niet inderdaad lasterlijk en ge
tuigend van kortzichtigheid en gebrek aan
logisch denken, als men de Katholieken be
spot en beschimpt als halfslachtige we
zens, omdat.... er onder de Katholieken
zijn, die fascist zijn geworden. En dat is
een „redeneering" van inzender! Over
dat fascist zijn van Katholieken willen wij
echter straks ook nog enkele opmerkingen
maken.
4) Als inzender inderdaad wars is van
anti-papisme, dan is dat gelukkig aller
eerst voor hemzelf. Maar als iemand van
mij erg veel leelijks vertelt, waarvan ik
mij niets bewust ben, dan is 't mij toch
niet kwalijk te nemen, dat ik veronderstel,
dat die man mij antipathiek gezind is? En
inzender zegt heel veel leelijks van de Ka
tholieken, als zoodanig, die hij als onver
draagzaam en halfslachtig wil te kijk stel
len, van wie hij spreekt als van „naasten
lief de-menschj es"! Maar, als inzender dan
inderdaad niet anti-papistisch wil zijn
uitstekend, natuurlijk; wij hopen, dat
dit in zijn optreden in de toekomst merk
baar zal zijn!
5) Dezelfde "man, die beweert, dat fas
cisten misdadigers zijn, schrijft 'n regel
verder, vermanend aan óns adres!
„het gaat niet, geachte redactie, tegen men
schen, het gaat tegen beginselen". Zijn dat
ook niet holle en leege woorden?
Dat de schrijver, als hij de fascisten mis
dadigers noemt, ook niet tegelijkertijd in
dit verband aldus kwalificeert de commu
nisten is héél opvallend!
6) Als u bedoelt te vragen, of de Ka
tholieken in het practische leven ver
draagzaam zijn dan antwoorden wij,
zonder aarzeling, bevestigend.
7) Zie onder 5.
8) De Katholieken nemen buiten het
parlement geen andere houding aan, dan
in het parlement.
9) „Brabantia nostra" wil den katholie
ken geest van Brabant bewaren en culti-
veeren, doch zonder daarbij onrecht
vaardigheden of liefdeloosheden te begaan
ten opzichte van andersdenkenden.
10) Zooals het socialisme niet overal
hetzelfde is, zoo is ook het nationaal-socia-
lisme of fascisme niet overal eender. Dit
op de eerste plaats. Maar, vervolgens, een
feitelijken toestand aanvaarden of er
zich niet tegen verzetten, is heel iets an
ders, dan dezen begeeren of er naar streven.
En, op de derde plaats, van twee kwa
den kan men wel 'ns het minste móeten
kiezen.
11) De schrijver neme ons niet kwalijk,
mag ons niet kwalijk nemen, als wij hier
spreken van een lasterlijke insinuatie. Na
tuurlijk keuren wij die bombardementen
af!
12) 't Wordt hoe langer, hoe erger! De
Katholieke Kerk zou zich solidair ver
klaren met Mussolini en met Franco! Wij
vragen ons af, hoe 't mogelijk is, dat
iemand zulk 'n aparte onwaarheid te
goeder trouw kèn neerschrijven. Als U,
geachte inzender, de Kath. Kerk zóó ver-
b ij s t e rend-o ppervlakkig. beoor
deelt en beschuldigt, dan verwonderen wij
ons er alléén nog maar over, als U.niet
anti-katholiek gestemd is!
13) Feit blijft, dat Kardinaal Innitzer
met geen enkel woord het stelsel van het
Nationaal-Socialisme heeft goedgekeiurd!
Zulk een goedkeuring ligt, natuurlijk, niet
inHeil Hitier! En, bovendien, onder
welke omstandigheden hebben de kerkelij
ke gedragsdragers, en speciaal Kardinaal
Innitzer, verkeerd! Wij herinnerden reeds
aan het: alles weten is alles vergeven. Als
inzender werkelijk de houding van Kardi
naal Innitzer en het Oostenrijksch Episco
paat ten opzichte van het Nationaal-Socia
lisme ernstig wil bezien en kennen, dan
leze hij een desbetreffend artikel in het
tijdschrift „Studiën" van Mei j.l.
14) Aan onze lezers zijn de bedoelde
redevoeringen van Kardinaal Faulhaber
bekend.
15) In „geloofsleer" is er tusschen Kard.
Innitzer en Kardinaal Faulhaber niet het
minste verschil! In „handelen" en „da
den" is er veel minder verschil, dan op
pervlakkig schijnt.
16) Als inzender onze courant geregeld
zou lezen, zou hij in ons nummer van 9
Juli reeds een antwoord op deze opmerkin
gen hebben gevonden.
De manier van optreden in Utrecht en in
Hoorn hebben wij afgekeurd.
Inzender verwarre vrijheid niet met
bandeloosheid en verdraagzaamheid niet
met alles-maar-goedvinden!
17) Een tentoonstelling van „kerkelij
ke relikwiën" eneen neo-Malthusiaan-
sche tentoonstelling moeten blijkbaar vol
gens inzender in een land van vrijheid en
verdraagzaamheid op dezelfde wijze wor
den bejegend en toegestaan.... Bestaan er
voor hem dan heelemaal geen objectieve
normen? Of liever: kan hij zich heele
maal niet indenken, dat er door de over
heid gehandeld wordt naar objectieve nor
men van goed en kwaad? Wij verwij
zen hem verder naar ons nummer van
9 Juli.
18) Dat inzender in Limburg heeft ge
propageerd, om de arbeidstoestanden te
verbeteren, gelooven wij, op zijn woord.
Daarbij kon hij dan echter volgen vele
katholieke voormannen en leiders. Dat hem
in Limburg daarom een „bitter lot" zou
zijn aangedaan, gelooven wij niet! Zóó is
het Limburgsche volk niet. Heeft hij mis
schien niet daar den Katholieken de les wil
len lezen op een manier, die zij begrijpelij
kerwijze niet wilden verdragen? Heeft hij
misschien niet daar den Katholieken verwe
ten en hen beschudigd, zooals hij 't nu doet
in het „Leids Arbeidersblad"? Wij durven
ons veroorloven, inzender deze vragen in
ernstige overweging te geven.
19) Natuurlijk, de Katholiek moet al
le menschen beschouwen en behandelen
als zijn naasten; hij mag niemand ha
ten. De Katholieken zijn geen heiligen;
dat weten we zelf maar al te goed. Doch,
als inzender zien kan en zien wil, zal hij
in de Katholieke Kerk zoo ontzaglijk veel
moois en goeds zien en ervarenMet
den hartelijken wensch, dat hem de ge
nade, om de Katholieke Kerk te zien, zoo
als Zij is, in volle waarheid en schoon
heid, moge worden geschonken, sluiten wij
dit debat. Red. „L. Crt."
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Aanrijding met twee verdachten.
Mr. C. J. uit Gouda en C. van D., vracht
rijder te Katwijk aan Zee waren met
elkaar in botsing gekomen op het kruis
punt H. Geestweg te Noord wijk. Mr. J. zou
geen voorrang verleend hebben aan D.,
die voor hem van rechts kwam, terwijl D.
geen signalen zou hebben gegeven.
Een getuige had eerst de klap gehoord
en daarna pas signalen.
Het O.M. eischte tegen Mr. J. schuldig
verklaring zonder oplegging van straf en
tegen D. een geldboete van 5 subs. 3
dagen.
De kantonrechter echter achtte J. wel
degelijk schuldig, want hij had geen voor
rang verleend aan verkeer van rechts en
veroordeelde hem tot 5 subs. 5 dagen. D.
werd vrijgesproken.
Er staan geen borden in het
Plantsoen.
De student A. D. V.-N. te Leiden had
in het Plantsoen te Leiden gereden op een
rijwiel. Verdachte bekende maar voerde
tot zijn verdediging aan, dat er in het
Plantsoen geen bord te bekennen is, waar
cp staat, dat het verboden is daar te fiet
sen.
Het ging niet op, want zoowel de ambte
naar als de kantonrechter waren van mee
ning, dat een ieder weet en behoort te
weten, dat men op de paden van het plant
soen niet fietsen mag, zoodat de eisch en
de uitspraak werden 2 subs. 1 dag.
Verontreiniging van den Rijn.
De arbeiders J. v. d. L. en A. v. d. B. uit
Leiden hadden een groot vat of blik, ge
vuld met resten terpetij n, petroleum en
rubberafval in het water van het Utrecht
sche Veer gedeponeerd, zoodat dit water
hoogst ergerlijk werd verontreinigd.
De ambtenaarvond het feit ernstig en
eischte tegen elk een boete van f 5 subs.
2 dagen.
Verdachten bekenden volmondig, maar
voerden aan, dat zij het in opdracht van hun
patroon gedaan hadden.
De kantonrechter wilde daar wel reke
ning mee houden en veroordeelde ieder tot
een geldboete van 2 subs. 1 dag.
Niet tijdig aangemeld.
Mej. J. A. M. v. d. H. te V o o r sc h o t e n
moest terecht staan daar zij zich niet binnen
den vastgestelden termijn van vijf dagen
bij B. en W. van Voorschoten had aange
meld toen zij zich als fabrikante vestigde
te Voorschoten.
Aangezien de juffrouw ontkende werd
deze zaak aangehouden om alsnog eenige
getuigen te hooren.
Hij was in stemming.
A. van H., losarbeider te Leiden, was
cnor een agent aangetroffen op de Heeren
gracht te Leiden toen hij, zooals men dat
pleegt te noemen, in de olie was.
Het was een vroolijke dronk geweest
want onze vriend had luidkeels allerlei
moderne liederen gekweeld, zeer tot genoe
gen van de diverse omwonenden, die alras
in een grooten kring rondom hem vereenigd
waren. De politieagent noemde deze open
lucht-bijeenkomst een oploop. Onze zanger
had nog een dreigende houding aangeno
men tegen den dienaar van het wettig ge
zag, maar was daarna toch rustig meege
gaan.
Verdachte verklaarde, dat hij reeds zes
jaar werkloos was en dat hij de diverse
heerlijkheden gekregen had van verschil
lende goede kennissen.
De ambtenaar vond het erg, dat iemand
die reeds zes jaar werkloos is, nog dron
ken langs de straat loopt en de openbare
orde verstoort. Spr. eischte dan ook een
.geldboete van 7.50 subs. 5 dagen.
Verdachte deed zeer berouwvol en vroeg
rekening te houden met zijn slechte gelde
lijke omstandigheden. De uitspraak werd
3 subs. 2 dagen.
Het ging te hard.
J. de V. te L e i d e n had auto gereden op
de Breestraat te Leiden. Dit rijden was
nu niet bepaald met een slakkengangetje
gegaan, integendeel, de snelheid bedroeg
maar liefst 60 K.M. per uur.
In het verbaal stond, dat men alleen
maar een stofwolk zag, op sommige mo
menten, maar geen auto. Later was er nog
een klacht binnengekomen van een bewo-
rer van den Nieuwe Rijn, die door dit
roekelooze rijden in de knel was gekomen.
Verdachte ontkende, zoodat de zaak aan
gehouden werd om meer getuigen te hoo
ren, maar aan verdachte werd toch nog
eventjes verteld, dat er zeer streng wordt
opgetreden tegen zulke rijders.
Bouwvallige woning.
J. L. te Leiden heeft te Voorschoten
een huis staan hetwelk niet aan de eischen
van de bouwpolitie voldoet. De voordeur
wil niet eens dicht.
Volgens de ambtenaar is verdachte hals
starrig tegen E. en W.
Verdachte zelf voerde aan dat de huur
ders 67 huurschuld hebben. Als zij niet
betalen dan kan 'hij geen reparaties laten
verrichten.
De eisch werd 10 subs. 5 dagen. Uit
spraak 7.50 subs. 3 dagen met de mede-
o'eeling dat als voor Augustus 1938 de toe
stand niet verbetert is, er hechtenisstraf zal
worden opgelegd.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Als buurvrouwen ruzie hebben.
Mevrouw C. de H. uit Leiden vond
dat haar buurvrouw haar het leven onaan
genaam maakte door orfnoodig veel leven
te maken. Het broeide voorloopig alleen
nog maar iet of wat, maar aan de horizon
verschenen onweerswolken. De bui kwam
al nader en nader en juist toen een groen-
tenhandelaar zijn vruchten des velds aan
kwam bieden, was de bui losgebarsten. Het
simpele dichtslaan van een deur, toen de
buurvrouw naar den groentenboer wandel
de, was de druppel die de emmer deed over-
loopen. En hoe?
De verdachte mevrouw nam om te begin
nen plaats in het verdachtenbankje met.
haar baby van vijf maanden op haar arm.
De baby bracht geluiden voort, die zulke
menschen kindertjes doorgaans plegen ten
beste te geven. Deze geluiden werden door
de recalcitrante moeder overstemd door
middel van haar stemorgaan, dat er wezen
n ag. De tegenpartij, mevrouw H. geheeten,
legde haar getuigenis af onder schamper
gelach van de verdachte mevrouw. De me
vrouw repeteerde te zamen met den politie
rechter nogmaals het geheele repertoire
van lieflijkheden, welke ten beste gegeven
waren. Nu deze woordjes mochten er we
zen. Een bevaren zeeman zou zonder blo
zen deze „woordenschat" niet durven her
halen. Bovendien had de woeste mevrouw
nog verteld, dat het mes voor haar klaar
lag.
Dat laatste werd wederom ten stelligste
ontkend, trouwens ook het schelden was
natuurlijk niet waar geweest. Er was vol
gens de mevrouw in het bankje alleen ge
zegd: „je bidt om een pak slaag".
Een andere buurvrouw, mevrouw van Z.,
vertelde, dat er degelijk gescholden was en
deze getuige zag er naar uit, dat zü het
weten kon.
En toen mocht de mevrouw met de zui
geling iets zeggen. Nu, zij maakte er ruim
schoots gebruik van, want ze deed even
een verhaal. „Ze heboe me gesard meheer.
Ze hebbe zelf gezegd, dat ze alleen een
radio hadde gekocht om me te pesten. Ze
liete het ding altijd maar hard spele om
me te sarre. Ze wiste, dat ik een baby ver
wachtte en nog maakten ze expres maar
leven. Ze'...." toen vroeg de Officier heel
logisch: „Waarom verhuist u dan niet."
„Verhuizen", schamperde verdachte, „ver
huizen voor die, nooit!"
De Politierechter hield dat woord nooit
■voor een pracht einde en vertelde, dat hij
nu volkomen ingelicht was.
De Officier eischte voor deze scheldpartij
een geldboete van f 7.50 subs. 15 dagen.
De uitspraak werd f 5 Su'bs. 10 dagen.
„Maar ik gaan in hooger beroep", deelde
verdachte alvast mede.
Nog een oude schuld.
Zekere J. H., die verstek liet gaan, had
nog een kleine vordering op A. v. d. W.
te Zoeterwoude wegens kippen, die
hij destijds aan v. d. W. verkocht had.
Op 22 Mei was H. gekomen om deze oude
kippenschuld te vereffenen. De betaling
kwam v. d. W. erg ongelegen; derhalve
vroeg hij om eenigen tijd uitstel. Na wat
heen en weer gepraat was de verkooper
der kippen in woede ontstoken en had
v d. W. een dusdanigen klap op zijn kaak
gegeven, dat v. d. W. over den grond was
gerold. Zijn mond was van binnen bescha-
cigd geworden en volgens zijn zeggen
rammelde alles nog in zijn mond toen hij
een poos later van den schrik bekomen
was.
De groentenhandelaar W. J. Zandvliet uit
Hazerswoude had alles gezien van achter
het raam van de koffietent van zijn papa.
Er waren door verdachte klappen uitge
deeld, was zijn conclusie.
De Officier deed mededeeling, dat ver
dachte al meer van zulke „aardigheden" uit
gehaald heeft. Reden om thans een geld
boete te eischen van 40 subs. 40 dagen.
De uitspraak werd conform.
De lastige hond.
De tuindersknecht J. van R. te Nieuw-
veen had een hond, die volgens P. H. v.
d. L. en Adri H., beiden uit T e r A a r nog
al lastig was.
Zoo had het beest een konijn opgepeu
zeld van een van beide verdachten. Dat
was toch te erg vonden zij en zij waren hun
eigen rechter geworden doordat zij het
beest beetgepakt en het een touw om den
nek gedaan hadden. Daarna hadden zij
het dier onder water gehouden zoodat het
beest jammerlijk verdronk.
Nu kwam ter zitting wel vast te staan,
dat het een lastige hond was geweest, die
verschillende konijnen dood had gemaakt.
De Officier was echter van meening dat
de verdachten niettemin buiten hun boek
je waren gegaan door het beest te verdrin
ken en eischte tegen elk een geldboete van
7.50 subs. 15 dagen.
De Politierechter hield met een en ander
rekening en veroordeelde elk tot een boete
van 5 subs. 10 dagen.
Serenade en kapotte ruiten.
In den nacht van 26 op 27 Mei lag de
landbouwer M. J. Post te Nootdorp
rustig in Morpheus' armen toen zijn zoete
sluimering wreedelijk verstoord werd door
lawaai en herrie op den langs zijn woning
liggenden weg Vol schrik ging hij rechtop
zitten en hoorde toen duidelijk de honden
blaffen. Na dit gehoord te hebben was hij
nog iets meer in actie gekomen en had eens
door het tuimelraampje gekeken hetwelk
vlak bij zijn bed is aangebracht. Hij had
toen duidelijk L. L. uit Zoetermeer onder
scheiden, die in het hartje van den duis
teren nacht bezig was een serenade te bren
gen aan zijn dochter.
Bovengenoemde jonge dame had echter
niet thuis gegeven, waarop de Romeo meer
drastische maatregelen had genomen om
ae aandacht op zich te vestigen want toen
de landbouwer nogmaals door de ruit van
2ijn tuimelraampje naar buiten keek had
hij de diggelen van voornoemd ruitje om
zijn ooren hooren vliegen. Natuurlijk waren
niet alle scherven langs zijn gehoororganen
gegaan, ettelijke hadden ook zijn aange
zicht getroffen. Na dit intermezzo had de
landbouwer nogmaals een oogje naar buiten
gewaagd, nu door het raampje ontdaan
van het ruitje en toen had hij Romeo zien
zitten in het gras terwijl er inmiddels ook
rog een vriend bijgekomen was. En weer
werd er gezongen ter eere van de dochter,
die, gezien de vele kapotte ruiten, het ge
luid toch wel gehoord zal hebben.
De landbouwer wilde graag zijn ruiten
vergoed hebben. „Dat is mogelijk", ver
telde de Politierechter hem, „maar dan
moet u zich hier civiele partij stellen". En
dan vroeg de landbouwer heel beleefd om
wat getuigengeld, vanwege het verlet dat
bij dien dag teed. Ook dat maakte de Poli
tierechter met hem in orde, zoodat onze
vriend welvoldaan naar huis terugkeerde
met het gevoel, dat het wijze heeren zijn
in den Haag.
De zaak werd na deze onderbreking af
gewerkt en als tweede getuige werd de
nachtelijke vriend gehoord de melkventer
M. J. van R. te Zoetermeer. Deze had L.
ontmoet in eer café te Nootdorp en was
toen samen met hem mee huiswaarts ge
togen, waarbij L. hem gezegd had, dat hij
rog eventjes naar de woning van Post
moest. Verder bad deze getuige gezien, dat
zijn vriend de ruiten in mikte. „Maar we
hadden iets op", was het slot van zijn be
toog.
De Officier vond het feit ernstig en deed
dit uitkomen in den eisch, welke hij ge
steld wilde zien op 25 subs. 25 dagen.
De Politierechter was het daar mee eens
en dacht tevens aan des landbouwers stuk-
kende ruiten, die door verdachte ook be
taald zullen moeten worden, waarbij het
schadebedrag begroot werd op f 7.80.