RECHTZAKEN DINSDAG 12 JULI 1938 DE LEIDSCHE COURANi TWEEDE BLAD - PAG. 7 EEN VERWEER. Een vriendenhand (ik lees uw blad niet) zend mij uw bladen van 5 en 7 Juli j.l. 1), dus twee artikelen, die u aan mijn zondige ziel 2) ten laste legt. U verwijt mij daarin niet zoo weinig, n.l.: laster, kortzichtigheid, gebrek aan logisch denken, leeg en hol ge schrijf, bespotten en beschimpen van Ka tholieken, blind anti-papisme, enz. enz. 3). U ziet, geachte Redactie, veel vriendelijks is het niet, ik ben dus wel een heel slecht mensch, en toch, m'n gebrek aan logisch denken heeft mij er nooit toe geleid al dat slechte van u te zeggen en daarom hoop ik, geachte Redactie, dat, waar u mij in het openbaar beschuldigt, u zoo wellevend zult zijn, mij een kort woord ter mijner verde diging in uw blad toe te staan. Al uw be schuldigingen te weerleggen zou wellicht teveel van uw plaatsruimte verlangen en u zoudt mij die wellicht niet beschikbaar stel len. Dus: een zoo kort mogelijk woord tot verweer. Vooraf zij gezegd, dat ik het beschim pen van Katholieken zoowel als anderen verafschuw en dat anti-papisme mij totaal vreemd is, hetgeen ik meen te mogen be wijzen met h e t f e i t, dat m'n dagelijksche leveranciers vrome Katolieken zijn, die bij het lezen van mijn zonden wellicht een glimlach niet zullen onderdrukken. Nog sterker bewijzen zou ik kunnen aanvoeren doch ze leenen zich niet voor openbaarheid, dus privé. Verdraagzaamheid gebiedt elk mensch in zaken nooit naar beginselen te vragen en ons, soc.-democraten, laat het volkomen koud hoe of onze leverancier poli tiek of godsdienstig denkt 4). Het spreekt vanzelf, dat fascisten hiervan zijn uitgeslo ten: met misdadigers doet men geen za ken 5). Kunt u datzelfde ook van Katho lieken zeggen? 6) Het gaat niet tegen menschen, geachte Redactie, het gaat tegen beginselen 7). Het gaat om t ei ten, zooals bijv. het optreden van de Kath. Staatspartij i n en daarnaast buiten het parlement vooral. Zijn dan geluid en daden op beide terreinen precies hetzelfde? 8) Het gaat bijv. tegen „Brabantia nostra", Brabant voor de Katholieken. Hebben an dere Nederlanders daar dan geen toe gang? Dat is katholieke onverdraagzaam heid en halfslachtigheid, 9) Ik zal alles zoo kort mogelijk, dus vragender wijze stellen. Als de Katholieken zich in Nederland te gen het fascisme verzetten, waarom dan niet in Italië of Spanje? 10) Waarom keurt ge het dan niet af dat de gebroeders Fran co en Mussolini behalve onbeschermde ste den ook onschuldige vrouwen en kinderen dood-bombardeeren? Met steun van hun vriend Hitier 11). En toen deze laatste in Rome verscheen verliet de Paus het Vati- caan omdat hij met het nieuwe heiden dom niets te maken wilde hebben. Wat is nu het verschil tusschen Hitler, Mussolini en Franco nopens het streven van de ka tholieke Kerk? Hoe kunt ge, beter, hoe kan de katholieke Kerk, dus haar leer, soli dair zijn met Franco en Hitier bestrijden? 12) Nu Kardinaal Innitzer. Hier is een af schrift van zijn brief aan den gezant van Hitier: Dear Erzbischiof von Wien. Wien, am 18 Mars '38. Sehr geehrter Herr Gauleiter, Beigeschlossene Erklarung der Bischöfe übersende ich hiermit. Sie ersehen daraus, das wir Bischöfe freiwillig und ohne zwang unsere nationale Pflicht erfüllt ha- ben. Ich weiss, dass dieser Erklarung eine gute Zusammenarbeit folgen wird. Mit dem Ausdruck ausgezeichneter Hochachtung und Heil Hitier! fH. Kard. Innitzer. Dus: heil Hitier! En heil Hitier, wil toch zeggen: heil het Nationaal-Socialisme. Of beteekent dat niet instemming met het nazi-dom? Gaarne geef ik toe, dat Kard. Innitzer door het Vaticaan ter verantwoor ding is geroepen doch al het water van de zee kan niet wegwasschen dat hij vooraf en persoonlijk dus de Katholieken aan zijn beul had overgeleverd. Het feit blijft. 13) Zou de bekende Duitsche Kardinaal Faulhaber zulks doen? Wat dunkt U? Graag zou ik in uw blad een stuk van zijn vlammende redevoeringen tegen het natio- naal-socialisme willen overnemen, een ge tuigenis van zijn liefde voor zijn Kerk en zijn geloovigen, een spontane, impulse aan klacht tegen de bruine horden, die de Ka tholieken in Duitschland vervolgen en on derdrukken. U zult mij die ruimte wellicht er niet nog bij toestaan, wat niet weg neemt, dat ik mij eerbiedig buig voor de zen held. 14) Ik vraag u echter: is er nu verschil in handelen, in geloofsleer, in da den tusschen deze twee groote voorgan gers van het Geloof? Is er nu halfslachtig heid ja of neen? 15) A propos!Geachte Redactie, u wraakte mijn artikel in ons Prop.'olad doch, ik behandelde daarin voornamelijk de k a- tholieke verdraagzaam he i d. U hebt d a a r o ve r in geen uwer artike len één woord gesproken. Ik schreef over tentoonstellingen der Nieuw-Malthusiaan- sche Bond, welke gehouden zouden worden te Utrecht en te Hoorn en die bei den door Katholieken onmogelijk zijn ge maakt door het ingooien van ruiten, het werpen van stinkbommen enz., en dat de schofterige houding van een student-rebel door de Utrechtsche Rechtbank zeer werd gelaakt. Intusschen (een later gevolgd ge val) maakt de burgemeester van Schiedam misbruik van zijn macht, om, kort en goed, eenzelfde tentoonstelling te verbieden, ter wijl onze Grondwet het recht van vergade ren en tevens het vrije woord garandeert. Noemt u dat naastenliefde? Noemt u dat rechtvaardigheid? En, noemt u dat voor alverdraagzaamheid?Ik noem dat machtsmisbruik en het toppunt van kath. onverdraagzaamheid. 16) Hoe zouden de Katholieken te keer gaan wanneer, om nu eens een voorbeeld te ne men, uw geloovigen een tentoonstelling hielden van kerkelijke relikwiën en dan een groep Kerstinianen, toch papenhaters in de eerste plaats, deze ontoegankelijk maak te voor de uwen. Dus dezelfde middelen gebruikte als de Katholieken te Hoorn en te Utrecht? Wat zegt u daarvan? 17) Geachte Redactie. Het is meer dan 25 jaar geleden, dat ik werkzaam was in Ham burg's hoofdstad. Ik vertoefde er enkele jaren. Toen ik er kwam waren de hoogst betaalde loonen aan de aardewerkfabrie ken Moza, Stella, Ceramique en, vooral niet te vergeten, de Sphinx, 6 tot 7 gld. per week. Deze fabrieken, u kunt het weten, omvatten duizenden arbeiders. Er heersch- ten de meest erbarmelijke toestanden in deze stad op economisch, sociaal en hygië nisch gebied. Met m'n toenmalige kame raden sloeg ik mede de hand aan de ploeg en hebben we gezworen om te arbeiden zoolang we konden en alles te geven wat het slavenlot der arbeiders kon verbeteren. Wat het toenmalige Katholieke Volk over mij schreef, daarbij vergeleken zijn uw hate lijkheden nog maar kinderspel. Het bit tere leed, dat mij daar door de Katholieken is aangedaan, zal ik hier niet vermelden. Ik heb evenmin behoefte aan martelaarschap voor m'n werk in onzen strijd als aan bloe men voor m'n werk, maarwaarom moest ik dat ondergaan, terwijl ik niets deed dan m'n menschelijke plicht! 18) Toen en nu vocht ik tegen onrecht en ver drukking, vocht ik voor de vrijheid en het heil van alle goedwillende menschen, vech tend dus ook tegen de onverdraagzaam heid van de Katholieken, en, trouw aan de vaan der sociaal-democratie, hoop ik in staat te zijn dit te kunnen doen tot het ein de mijner dagen. Ik dank u voor de mij toegestane ruimte en wil eindigen met een woord dat ik juist heden kon beluisteren bij de uitzending van een katholieke kerk dienst waar de pastoor o.a. dit in zijn preek zeide: „de wereld kan alleen gered worden door liefde en rechtvaardigheid, door verdraagzaamheid en vriendschap en, indien ge tot het altaar komt om te offe ren en ge hebt gelasterd, gaat dan eerst te rug om u met uwen broeder te verzoenen." Inderdaad, wij hopen daarbij alleen maar dat zijn auditorium daaronder alle men schen zal verstaan. 19) J. VELDMAN. 1) Waar het „Leids Arbeidersblad", waarin de schrijver zijn door ons bestre den artikel schreef, meermalen ons blad ci teert, en dus, klaarblijkelijk, ons blad door de redactie wordt gelezen, hebben wij ver zuimd; den geachten inzender een exem plaar van onze nummers van 5 en 7 Juli te zenden. Voor dit verzuim aanvaarde hij onze verontschuldiging. 2) De uitdrukking „zondige ziel" heb ben w ij, natuurlijk, niet gebruikt, niet wil len en niet mogen gebruiken. Deze door in zender ironisch bedoelde uitdrukking is hier misplaatst. 3) De inzender heeft secuur alle voor hem onaangename kwalificaties verzameld. Het „enz. enz." had hij kunnen weglaten, 't Zou echter beter zijn geweest, als hij had verdedigd of teruggenomen zijn „redeneeringen" en beweringen, welke ons tot die kwalificaties drongen. Over Kardi naal Innitzer zeggen wij straks nog wel iets. Maar is het niet inderdaad lasterlijk en ge tuigend van kortzichtigheid en gebrek aan logisch denken, als men de Katholieken be spot en beschimpt als halfslachtige we zens, omdat.... er onder de Katholieken zijn, die fascist zijn geworden. En dat is een „redeneering" van inzender! Over dat fascist zijn van Katholieken willen wij echter straks ook nog enkele opmerkingen maken. 4) Als inzender inderdaad wars is van anti-papisme, dan is dat gelukkig aller eerst voor hemzelf. Maar als iemand van mij erg veel leelijks vertelt, waarvan ik mij niets bewust ben, dan is 't mij toch niet kwalijk te nemen, dat ik veronderstel, dat die man mij antipathiek gezind is? En inzender zegt heel veel leelijks van de Ka tholieken, als zoodanig, die hij als onver draagzaam en halfslachtig wil te kijk stel len, van wie hij spreekt als van „naasten lief de-menschj es"! Maar, als inzender dan inderdaad niet anti-papistisch wil zijn uitstekend, natuurlijk; wij hopen, dat dit in zijn optreden in de toekomst merk baar zal zijn! 5) Dezelfde "man, die beweert, dat fas cisten misdadigers zijn, schrijft 'n regel verder, vermanend aan óns adres! „het gaat niet, geachte redactie, tegen men schen, het gaat tegen beginselen". Zijn dat ook niet holle en leege woorden? Dat de schrijver, als hij de fascisten mis dadigers noemt, ook niet tegelijkertijd in dit verband aldus kwalificeert de commu nisten is héél opvallend! 6) Als u bedoelt te vragen, of de Ka tholieken in het practische leven ver draagzaam zijn dan antwoorden wij, zonder aarzeling, bevestigend. 7) Zie onder 5. 8) De Katholieken nemen buiten het parlement geen andere houding aan, dan in het parlement. 9) „Brabantia nostra" wil den katholie ken geest van Brabant bewaren en culti- veeren, doch zonder daarbij onrecht vaardigheden of liefdeloosheden te begaan ten opzichte van andersdenkenden. 10) Zooals het socialisme niet overal hetzelfde is, zoo is ook het nationaal-socia- lisme of fascisme niet overal eender. Dit op de eerste plaats. Maar, vervolgens, een feitelijken toestand aanvaarden of er zich niet tegen verzetten, is heel iets an ders, dan dezen begeeren of er naar streven. En, op de derde plaats, van twee kwa den kan men wel 'ns het minste móeten kiezen. 11) De schrijver neme ons niet kwalijk, mag ons niet kwalijk nemen, als wij hier spreken van een lasterlijke insinuatie. Na tuurlijk keuren wij die bombardementen af! 12) 't Wordt hoe langer, hoe erger! De Katholieke Kerk zou zich solidair ver klaren met Mussolini en met Franco! Wij vragen ons af, hoe 't mogelijk is, dat iemand zulk 'n aparte onwaarheid te goeder trouw kèn neerschrijven. Als U, geachte inzender, de Kath. Kerk zóó ver- b ij s t e rend-o ppervlakkig. beoor deelt en beschuldigt, dan verwonderen wij ons er alléén nog maar over, als U.niet anti-katholiek gestemd is! 13) Feit blijft, dat Kardinaal Innitzer met geen enkel woord het stelsel van het Nationaal-Socialisme heeft goedgekeiurd! Zulk een goedkeuring ligt, natuurlijk, niet inHeil Hitier! En, bovendien, onder welke omstandigheden hebben de kerkelij ke gedragsdragers, en speciaal Kardinaal Innitzer, verkeerd! Wij herinnerden reeds aan het: alles weten is alles vergeven. Als inzender werkelijk de houding van Kardi naal Innitzer en het Oostenrijksch Episco paat ten opzichte van het Nationaal-Socia lisme ernstig wil bezien en kennen, dan leze hij een desbetreffend artikel in het tijdschrift „Studiën" van Mei j.l. 14) Aan onze lezers zijn de bedoelde redevoeringen van Kardinaal Faulhaber bekend. 15) In „geloofsleer" is er tusschen Kard. Innitzer en Kardinaal Faulhaber niet het minste verschil! In „handelen" en „da den" is er veel minder verschil, dan op pervlakkig schijnt. 16) Als inzender onze courant geregeld zou lezen, zou hij in ons nummer van 9 Juli reeds een antwoord op deze opmerkin gen hebben gevonden. De manier van optreden in Utrecht en in Hoorn hebben wij afgekeurd. Inzender verwarre vrijheid niet met bandeloosheid en verdraagzaamheid niet met alles-maar-goedvinden! 17) Een tentoonstelling van „kerkelij ke relikwiën" eneen neo-Malthusiaan- sche tentoonstelling moeten blijkbaar vol gens inzender in een land van vrijheid en verdraagzaamheid op dezelfde wijze wor den bejegend en toegestaan.... Bestaan er voor hem dan heelemaal geen objectieve normen? Of liever: kan hij zich heele maal niet indenken, dat er door de over heid gehandeld wordt naar objectieve nor men van goed en kwaad? Wij verwij zen hem verder naar ons nummer van 9 Juli. 18) Dat inzender in Limburg heeft ge propageerd, om de arbeidstoestanden te verbeteren, gelooven wij, op zijn woord. Daarbij kon hij dan echter volgen vele katholieke voormannen en leiders. Dat hem in Limburg daarom een „bitter lot" zou zijn aangedaan, gelooven wij niet! Zóó is het Limburgsche volk niet. Heeft hij mis schien niet daar den Katholieken de les wil len lezen op een manier, die zij begrijpelij kerwijze niet wilden verdragen? Heeft hij misschien niet daar den Katholieken verwe ten en hen beschudigd, zooals hij 't nu doet in het „Leids Arbeidersblad"? Wij durven ons veroorloven, inzender deze vragen in ernstige overweging te geven. 19) Natuurlijk, de Katholiek moet al le menschen beschouwen en behandelen als zijn naasten; hij mag niemand ha ten. De Katholieken zijn geen heiligen; dat weten we zelf maar al te goed. Doch, als inzender zien kan en zien wil, zal hij in de Katholieke Kerk zoo ontzaglijk veel moois en goeds zien en ervarenMet den hartelijken wensch, dat hem de ge nade, om de Katholieke Kerk te zien, zoo als Zij is, in volle waarheid en schoon heid, moge worden geschonken, sluiten wij dit debat. Red. „L. Crt." KANTONGERECHT TE LEIDEN. Aanrijding met twee verdachten. Mr. C. J. uit Gouda en C. van D., vracht rijder te Katwijk aan Zee waren met elkaar in botsing gekomen op het kruis punt H. Geestweg te Noord wijk. Mr. J. zou geen voorrang verleend hebben aan D., die voor hem van rechts kwam, terwijl D. geen signalen zou hebben gegeven. Een getuige had eerst de klap gehoord en daarna pas signalen. Het O.M. eischte tegen Mr. J. schuldig verklaring zonder oplegging van straf en tegen D. een geldboete van 5 subs. 3 dagen. De kantonrechter echter achtte J. wel degelijk schuldig, want hij had geen voor rang verleend aan verkeer van rechts en veroordeelde hem tot 5 subs. 5 dagen. D. werd vrijgesproken. Er staan geen borden in het Plantsoen. De student A. D. V.-N. te Leiden had in het Plantsoen te Leiden gereden op een rijwiel. Verdachte bekende maar voerde tot zijn verdediging aan, dat er in het Plantsoen geen bord te bekennen is, waar cp staat, dat het verboden is daar te fiet sen. Het ging niet op, want zoowel de ambte naar als de kantonrechter waren van mee ning, dat een ieder weet en behoort te weten, dat men op de paden van het plant soen niet fietsen mag, zoodat de eisch en de uitspraak werden 2 subs. 1 dag. Verontreiniging van den Rijn. De arbeiders J. v. d. L. en A. v. d. B. uit Leiden hadden een groot vat of blik, ge vuld met resten terpetij n, petroleum en rubberafval in het water van het Utrecht sche Veer gedeponeerd, zoodat dit water hoogst ergerlijk werd verontreinigd. De ambtenaarvond het feit ernstig en eischte tegen elk een boete van f 5 subs. 2 dagen. Verdachten bekenden volmondig, maar voerden aan, dat zij het in opdracht van hun patroon gedaan hadden. De kantonrechter wilde daar wel reke ning mee houden en veroordeelde ieder tot een geldboete van 2 subs. 1 dag. Niet tijdig aangemeld. Mej. J. A. M. v. d. H. te V o o r sc h o t e n moest terecht staan daar zij zich niet binnen den vastgestelden termijn van vijf dagen bij B. en W. van Voorschoten had aange meld toen zij zich als fabrikante vestigde te Voorschoten. Aangezien de juffrouw ontkende werd deze zaak aangehouden om alsnog eenige getuigen te hooren. Hij was in stemming. A. van H., losarbeider te Leiden, was cnor een agent aangetroffen op de Heeren gracht te Leiden toen hij, zooals men dat pleegt te noemen, in de olie was. Het was een vroolijke dronk geweest want onze vriend had luidkeels allerlei moderne liederen gekweeld, zeer tot genoe gen van de diverse omwonenden, die alras in een grooten kring rondom hem vereenigd waren. De politieagent noemde deze open lucht-bijeenkomst een oploop. Onze zanger had nog een dreigende houding aangeno men tegen den dienaar van het wettig ge zag, maar was daarna toch rustig meege gaan. Verdachte verklaarde, dat hij reeds zes jaar werkloos was en dat hij de diverse heerlijkheden gekregen had van verschil lende goede kennissen. De ambtenaar vond het erg, dat iemand die reeds zes jaar werkloos is, nog dron ken langs de straat loopt en de openbare orde verstoort. Spr. eischte dan ook een .geldboete van 7.50 subs. 5 dagen. Verdachte deed zeer berouwvol en vroeg rekening te houden met zijn slechte gelde lijke omstandigheden. De uitspraak werd 3 subs. 2 dagen. Het ging te hard. J. de V. te L e i d e n had auto gereden op de Breestraat te Leiden. Dit rijden was nu niet bepaald met een slakkengangetje gegaan, integendeel, de snelheid bedroeg maar liefst 60 K.M. per uur. In het verbaal stond, dat men alleen maar een stofwolk zag, op sommige mo menten, maar geen auto. Later was er nog een klacht binnengekomen van een bewo- rer van den Nieuwe Rijn, die door dit roekelooze rijden in de knel was gekomen. Verdachte ontkende, zoodat de zaak aan gehouden werd om meer getuigen te hoo ren, maar aan verdachte werd toch nog eventjes verteld, dat er zeer streng wordt opgetreden tegen zulke rijders. Bouwvallige woning. J. L. te Leiden heeft te Voorschoten een huis staan hetwelk niet aan de eischen van de bouwpolitie voldoet. De voordeur wil niet eens dicht. Volgens de ambtenaar is verdachte hals starrig tegen E. en W. Verdachte zelf voerde aan dat de huur ders 67 huurschuld hebben. Als zij niet betalen dan kan 'hij geen reparaties laten verrichten. De eisch werd 10 subs. 5 dagen. Uit spraak 7.50 subs. 3 dagen met de mede- o'eeling dat als voor Augustus 1938 de toe stand niet verbetert is, er hechtenisstraf zal worden opgelegd. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Als buurvrouwen ruzie hebben. Mevrouw C. de H. uit Leiden vond dat haar buurvrouw haar het leven onaan genaam maakte door orfnoodig veel leven te maken. Het broeide voorloopig alleen nog maar iet of wat, maar aan de horizon verschenen onweerswolken. De bui kwam al nader en nader en juist toen een groen- tenhandelaar zijn vruchten des velds aan kwam bieden, was de bui losgebarsten. Het simpele dichtslaan van een deur, toen de buurvrouw naar den groentenboer wandel de, was de druppel die de emmer deed over- loopen. En hoe? De verdachte mevrouw nam om te begin nen plaats in het verdachtenbankje met. haar baby van vijf maanden op haar arm. De baby bracht geluiden voort, die zulke menschen kindertjes doorgaans plegen ten beste te geven. Deze geluiden werden door de recalcitrante moeder overstemd door middel van haar stemorgaan, dat er wezen n ag. De tegenpartij, mevrouw H. geheeten, legde haar getuigenis af onder schamper gelach van de verdachte mevrouw. De me vrouw repeteerde te zamen met den politie rechter nogmaals het geheele repertoire van lieflijkheden, welke ten beste gegeven waren. Nu deze woordjes mochten er we zen. Een bevaren zeeman zou zonder blo zen deze „woordenschat" niet durven her halen. Bovendien had de woeste mevrouw nog verteld, dat het mes voor haar klaar lag. Dat laatste werd wederom ten stelligste ontkend, trouwens ook het schelden was natuurlijk niet waar geweest. Er was vol gens de mevrouw in het bankje alleen ge zegd: „je bidt om een pak slaag". Een andere buurvrouw, mevrouw van Z., vertelde, dat er degelijk gescholden was en deze getuige zag er naar uit, dat zü het weten kon. En toen mocht de mevrouw met de zui geling iets zeggen. Nu, zij maakte er ruim schoots gebruik van, want ze deed even een verhaal. „Ze heboe me gesard meheer. Ze hebbe zelf gezegd, dat ze alleen een radio hadde gekocht om me te pesten. Ze liete het ding altijd maar hard spele om me te sarre. Ze wiste, dat ik een baby ver wachtte en nog maakten ze expres maar leven. Ze'...." toen vroeg de Officier heel logisch: „Waarom verhuist u dan niet." „Verhuizen", schamperde verdachte, „ver huizen voor die, nooit!" De Politierechter hield dat woord nooit ■voor een pracht einde en vertelde, dat hij nu volkomen ingelicht was. De Officier eischte voor deze scheldpartij een geldboete van f 7.50 subs. 15 dagen. De uitspraak werd f 5 Su'bs. 10 dagen. „Maar ik gaan in hooger beroep", deelde verdachte alvast mede. Nog een oude schuld. Zekere J. H., die verstek liet gaan, had nog een kleine vordering op A. v. d. W. te Zoeterwoude wegens kippen, die hij destijds aan v. d. W. verkocht had. Op 22 Mei was H. gekomen om deze oude kippenschuld te vereffenen. De betaling kwam v. d. W. erg ongelegen; derhalve vroeg hij om eenigen tijd uitstel. Na wat heen en weer gepraat was de verkooper der kippen in woede ontstoken en had v d. W. een dusdanigen klap op zijn kaak gegeven, dat v. d. W. over den grond was gerold. Zijn mond was van binnen bescha- cigd geworden en volgens zijn zeggen rammelde alles nog in zijn mond toen hij een poos later van den schrik bekomen was. De groentenhandelaar W. J. Zandvliet uit Hazerswoude had alles gezien van achter het raam van de koffietent van zijn papa. Er waren door verdachte klappen uitge deeld, was zijn conclusie. De Officier deed mededeeling, dat ver dachte al meer van zulke „aardigheden" uit gehaald heeft. Reden om thans een geld boete te eischen van 40 subs. 40 dagen. De uitspraak werd conform. De lastige hond. De tuindersknecht J. van R. te Nieuw- veen had een hond, die volgens P. H. v. d. L. en Adri H., beiden uit T e r A a r nog al lastig was. Zoo had het beest een konijn opgepeu zeld van een van beide verdachten. Dat was toch te erg vonden zij en zij waren hun eigen rechter geworden doordat zij het beest beetgepakt en het een touw om den nek gedaan hadden. Daarna hadden zij het dier onder water gehouden zoodat het beest jammerlijk verdronk. Nu kwam ter zitting wel vast te staan, dat het een lastige hond was geweest, die verschillende konijnen dood had gemaakt. De Officier was echter van meening dat de verdachten niettemin buiten hun boek je waren gegaan door het beest te verdrin ken en eischte tegen elk een geldboete van 7.50 subs. 15 dagen. De Politierechter hield met een en ander rekening en veroordeelde elk tot een boete van 5 subs. 10 dagen. Serenade en kapotte ruiten. In den nacht van 26 op 27 Mei lag de landbouwer M. J. Post te Nootdorp rustig in Morpheus' armen toen zijn zoete sluimering wreedelijk verstoord werd door lawaai en herrie op den langs zijn woning liggenden weg Vol schrik ging hij rechtop zitten en hoorde toen duidelijk de honden blaffen. Na dit gehoord te hebben was hij nog iets meer in actie gekomen en had eens door het tuimelraampje gekeken hetwelk vlak bij zijn bed is aangebracht. Hij had toen duidelijk L. L. uit Zoetermeer onder scheiden, die in het hartje van den duis teren nacht bezig was een serenade te bren gen aan zijn dochter. Bovengenoemde jonge dame had echter niet thuis gegeven, waarop de Romeo meer drastische maatregelen had genomen om ae aandacht op zich te vestigen want toen de landbouwer nogmaals door de ruit van 2ijn tuimelraampje naar buiten keek had hij de diggelen van voornoemd ruitje om zijn ooren hooren vliegen. Natuurlijk waren niet alle scherven langs zijn gehoororganen gegaan, ettelijke hadden ook zijn aange zicht getroffen. Na dit intermezzo had de landbouwer nogmaals een oogje naar buiten gewaagd, nu door het raampje ontdaan van het ruitje en toen had hij Romeo zien zitten in het gras terwijl er inmiddels ook rog een vriend bijgekomen was. En weer werd er gezongen ter eere van de dochter, die, gezien de vele kapotte ruiten, het ge luid toch wel gehoord zal hebben. De landbouwer wilde graag zijn ruiten vergoed hebben. „Dat is mogelijk", ver telde de Politierechter hem, „maar dan moet u zich hier civiele partij stellen". En dan vroeg de landbouwer heel beleefd om wat getuigengeld, vanwege het verlet dat bij dien dag teed. Ook dat maakte de Poli tierechter met hem in orde, zoodat onze vriend welvoldaan naar huis terugkeerde met het gevoel, dat het wijze heeren zijn in den Haag. De zaak werd na deze onderbreking af gewerkt en als tweede getuige werd de nachtelijke vriend gehoord de melkventer M. J. van R. te Zoetermeer. Deze had L. ontmoet in eer café te Nootdorp en was toen samen met hem mee huiswaarts ge togen, waarbij L. hem gezegd had, dat hij rog eventjes naar de woning van Post moest. Verder bad deze getuige gezien, dat zijn vriend de ruiten in mikte. „Maar we hadden iets op", was het slot van zijn be toog. De Officier vond het feit ernstig en deed dit uitkomen in den eisch, welke hij ge steld wilde zien op 25 subs. 25 dagen. De Politierechter was het daar mee eens en dacht tevens aan des landbouwers stuk- kende ruiten, die door verdachte ook be taald zullen moeten worden, waarbij het schadebedrag begroot werd op f 7.80.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 7