1POMÖIL] geneest de huid LUCHTVAART BINNENLAND ZATERDAG 9 JULI 1938 DE LEÏDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 TOESTAND VAN GEWONDE VLIEGER BEVREDIGEND Over het vliegongeval, dat gistermiddag nabij Schellingwoude heeft plaats gehad en waarbij een der inzittenden van het marine-vliegtuig, een lichten Fokker-ver kenner van het type C VII, is gedood, ver nemen wij nog nader, dat het gedoode slachtoffer van het vliegongeval, de kor poraal-vliegtuigmaker J. K. C. V. van Hui ten, in Tilburg was geboren en ongehuwd was. Wat het andere slachtoffer, den leer ling-onderofficier: vlieger H. F. Hasselo, betreft, deze blijkt een bekkenfractuur te hebben bekomen, alsmede een pols gebro ken te hebben. Zijn toestand was gister avond bevredigend. In den loop van den avond is gisteren het marinevliegtuig met behulp van een takel zonder veel moeite gelicht. Het vrij wel geheel vernielde toestel werd per dekschuit naar het marinevliegkamp te Schellingwoude vervoerd. HET VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE Korten tijd na het ongeval hebben wij aldus schrijt de „Msbd." een onderhoud gehad met een ooggetuige. Deze, een vis- scher uit Durgerdam, was net van de vischvangst thuisgekomen en stond op den dijk nabij het Buiten-IJ. Kort achter elkaar stegen twee water vliegtuigen van het vliegkamp Schelling woude op. Plotseling, op een hoogte van ongeveer 60 a 70 meter, aldus onze zegs man, geraakte een van de twee vliegtuigen waarschijnlijk in een vrille en viel met den kop naar beneden in het IJsselmeer net achter het uiteinde van de rioleerings- buis van Amsterdam. Ik sprong onmiddellijk weer in de boot, zette den motor aan en spoedde mij naar de overzijde van het Buiten-IJ om zoo mo gelijk hulp te verleenen. Tegelijk met onze boot arriveerde een vlet van de ma rine, terwijl het tweede watervliegtuig, dat ongeveer tegelijk met het veronge lukte was opgestegen, in de nabijheid ge daald was. Op een der drijvers van dit vliegtuig lag een der inzittenden van de L. 10, het lesvliegtuig, waarmede het onge val geschiedde. Intusschen was ook een ambulanceboot van de marine gearriveerd die aan de buitenzijde van den dam, waar op de rioleeringsbuis ligt, ligplaats had genomen. De gewonde vlieger werd voor zichtig op een baar gelegd en gezamenlijk hebben wij hem over den dam naar de boot gedragen. Hier werd de eerste ge neeskundige hulp verleend. Van den tweeden inzittende was eerst niets te zien. Het toestel zat met den kop in de modder, terwijl de drijvers on- derst-boven op het water lagen. Het was een ruine, het toestel was gedeeltelijk ge broken, gedeeltelijk ontwricht en ge scheurd. Drie kwartier hebben wij gewerkt om de tweeden inzittende van het vliegtuig te bevrijden. Het slachtoffer zat geheel be kneld tusschen de brokstukken van het vliegtuig en toen hij eindelijk was be vrijd, waren de levensgeesten geweken. Het is trouwens waarschijnlijk, dat de man reeds bij het neerstorten van het vliegtuig op slag was gedood. Ook dit slachtoffer hebben wij op een baar over den dam gedragen en naar de ambulanceboot gebracht". Onze zegsman deelde ons verder nog mede, dat de ambulanceboot daarop naar de hangar van het vliegkamp Schelling woude is gevaren, waar de slachtoffers werden binnengedragen. MISS PARSONS TERECHT De Engelsche vliegster Joan Parsons, die in Mei in haar eentje van Londen naar Kaapstad vloog en dezer dagen op de te rugvlucht zoek raakte in het hartje van Afrika, is terecht. Miss Parsons, een 31-jarige muziekon- derwijzeres, die de pianotoetsen voor het dashboard had verruild, was het laatst ge zien te Mpika, op weg naar het Noorden. Maar te Mbeya, haar volgende etappe (in Tanganyika), was zij niet aangekomen. Eenige dagen heeft men in ongerustheid over haar gezeten,; nu is uit Nairobi bericht ontvangen, dat inlanders haar en haar vernielde vliegtuig hebben gevonden in het oerwoud, vlak bij een rivier, de Rufigi. Een ambtenaar vaart nu in een motorboot de rivier op, om miss Parsons, die onge deerd is, terug te brengen. ECKENER OVER LUCHTSCHEPEN Bij de feestelijkheden naar aanleiding van den honderdsten geboortedag van graaf Zeppelin onthuld. In een aansluiten- Zeppelinmuseum een standbeeld van graa Zeppelin onthuld. In een aansluiten de feestelijkheid hield dr. Eckener een redevoering, waarin hij hij o.m. zeide: De strijd gaat thans om de vraag of het lucht schip, dat zijn geschiktheid bewezen heeft, zich kan handhaven naast het vliegtuig. Deze kwestie heeft tot dusverre een beves tigend antwoord gekregen. Door de bekla genswaardige catastrophe van den „Hin denburg" waren wij er toe gekomen den laatsten stap tot vervolmaking van het Zeppelin-luchtschip door een economisch dragelijk, zuinig gebruik van helium te doen. Wij kunnen met voldoening zeggen, dat ons deze stap gelukt is. Tenslotte wees dr. Eckener er op, dat de kwestie van helium-aankoop in de Ver- eenigde Staten nog niet definitief is poge- lost. H.M. DE KONINGIN TE ASCONA. H. M. de Koningin is Vrijdagmorgen per auto van Luzern vertrokken over den Gothard-pas en is in goeden welstand te ongeveer vijf uur in den namiddag in As- cona aangekomen. WAT ZAL ER VOOR DE GROOTE GEZINNEN GEDAAN WORDEN? De wijziging der Omzetbelasting. Volgens het voorloopig verslag over het ontwerp tot herziening van de omzetbelas- tingwet en wijziging van de algemeene wet van 26 Aug. 1822 hadden sommige leden tegen de ontworpen regeling voornamelijk dit bezwaar, dat zij geenerlei verlichting inhoudt van de lasten, drukkende op de groote gezinnen. Zoo blijven, aldus betoog den zij, vleesch en boter aan omzetbelas ting onderworpen. Weliswaar heeft de mi nister aan de Tweede Kamer verklaard, dat te zijner tijd bij een mogelijk voorstel tot verhooging van het heffingspercentage van de omzetbelasting een tegemoetkoming aan de groote gezinnen in overweging zou kunnen worden genomen, doch de leden, hier aan het woord, had deze, wel uiterst vage, toezegging, zeer weinig bevredigd. Zij zouden het op prijs stellen, van den Minister een uiteenzetting te ontvangen, wanneer en op welke wijze hij zich voor stelt, voor zoover zulks onder hem ressor teert, het belang van het groote gezin op doeltreffende wijze te behartigen. Van den inhoud van deze uiteenzetting zouden zij hun stem ten aanzien van dit wetsontwerp laten afhangen. ECONOMISCHE RAAD. Bij beschikking van den minister van Economische Zaken zijn benoemd tot leden van de vaste commissie van den economi- schen raad ex artikel 8 van de wet op het algemeen verbindend en onverbindend ver klaren van ondernemersovereenkomsten 1935: tot lid, tevens voorzitter de heer prof. mr. P. Lieftinck te Rotterdam. Tot leden: a. voor den economischen raad: dr. J. van Beurden te Heeswijk, prof. mr. G. W. J. Bruins te Wassenaar, mr. W. G. F. Jongejan te Wassenaar, prof. mr. F. de Vries te Rotterdam. B. voor den nijverheidsraad: dr. L. G. Kortenhorst te 's-Gravenhage, G. van der Muelen te Almelo. C. voor den middenstandsraad: F. L. van der Leeuw te 's-Gravenhage, W. G. Schee- res te 's-Gravenhage. D. voor het Christelijk Nationaal Vak- verband in Nederland: H. Amelink te Utrecht. E. voor het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen: S. de la Bella Jr. te Am sterdam. F. voor het R. K. Werkliedenverbond in Nederland: C. J. Kuiper te Utrecht NEDERLANDSCHE WERKLOOSHEIDSRAAD. In de te 's-Gravenhage gehouden verga dering van den Nederlandschen Werkloos- heidsraad werd mededeeling gedaan, dat het secretariaat van die instelling voortaan zal worden vervuld door de heeren ir. E. F. E. Bongaerts, secretaris van de rijks commissie van advies voor de werkloos heidsverzekering, secretaris van de rijks commissie voor de werkverruiming, en A. N. van Mill, adjunct-directeur bij den gemeentelijken dienst voor maatschappe lijk hulpbetoon te Rotterdam. Onder den naam commissie van bijstand werd een dagelijksch bestuur voor den werkloosheidsraad ingesteld, bestaande uit den voorzitter, den heer H. de Bordes, bur gemeester van Bussum, en 4 leden. Tot le den werden aangewezen voor een tijdvak van twee jaren de heeren Anth. Folmer, secretaris van de vereeniging van Neder- landsche arbeidsbeurzen, J. A. A. Hart- land, directeur-secretaris van de Stichting landverhuizing Nederland, H. Lindeman bestuurder van het Nederlandsch verbond van vakvereenigingen en mr. F. W. R. Wttewaall, lid van het bestuur van de na tionale vereeniging tegen de werkloosheid, burgemeester van Deventer. Als secretaris van het dagelijksch be stuur zal het secretariaat van den werk loosheidsraad fungeeren. BIGGENMERKEN. Van bevoegde zijde vernemen wij, dat van 20 tot 25 Juni 1938 zijn aangebracht 48838 biggenmerken, tegenover 35232 in de overeenkomstige periode van 1937. Van de toekenning 1938 zijn tot 25 Juni 1.1. gebruikt 795.218 merken, tegenover 805.305 merken van de toekenning 1937 op het overeenkomstige tijdstip van het vorig jaar. Voor een juiste beoordeeling dienen, dat van 1 Januari tot genoemde datum in to taal zijn gemerkt 1.057.947 biggen, welk aantal voor hetzelfde tijdvak van 1937 be droeg 955.444. DE BOMAANSLAG TE ROTTERDAM. De heer de Visser, communistisch Tweede Kamerlid, krijgt niet veel te hooren. Op de vragen van den heer De Visser in verband met den te Rotterdam gepleegden bomaanslag op den vreemdeling Konowa- lec luidt het antwooqrd van den heer Pa- tijn, minister van Buitenlandsche Zaken, mede namens den heer Goseling, Minister van Justitie, dat aangezien het onderzoek in zake den te Rotterdam op den vreem deling Konowalec gepleegden bomaanslag nog niet is beëindigd, het niet mogelijk is met de noodige kennis van zaken de vra gen van het lid der Tweede Kamer den heer L. de Visser binnen den gebruikelij- ken termijn te beantwoorden. DE HEFFING OP VROEGE AARDAPPELEN. De meening van den minister van economische zaken. Op de vragen van den heer Groen be treffende de heffing op vroege aardappe len, heeft de minister van economisch za ken geantwoord: Het is den minister bekend, dat het vroege aardappelgewas in sommige stre ken des lands door vorst en andere weers omstandigheden heeft geleden. Het is dan ook te verwachten, dat een minder over vloedige oogst, dan waarvoor verleden jaar afzet moest worden gezocht, ter veiling zal worden aangevoerd. Voorshands kan echter nog niet worden gezegd, dat de oogst zeer gering zal zijn. Door de kleinere aanvoeren is, mede wegens den geringen voorraad oude aard appelen, de prijs aanvankelijk hoog ge weest. Deze is thans wel is waar terugge- loopen, doch bevindt zich nog op een aan zienlijk hooger niveau dan verleden jaar in dezen tijd, toen reeds enorme hoeveel heden aardappelen onverkoopbaar bleken te zijn. Daar over het verdere prijsverloop mo menteel nog weinig is te zeggen, is het zeer wel mogelijk, dat de telers gedurende de geheele campagne een loonenden prijs voor hun product zullen ontvangen. In verband hiermede kan niet worden toegegeven, dat ae heffing van 50.per H.A. onmogelijk door de telers zal kunnen worden betaald. Bij daling van den prijs zal, gelijk vorige jaren is geschied een minimum prijsregeling dienen te worden ingesteld, waarvoor de gelden, afkomstig uit de heffing, zullen moeten worden aangewend. Gezien het on zekere prijsverloop kan op dit oogenblik uiteraard niet worden gezegd of deze gel den geheel of slechts ten deele zullen wor den aangewend. Onder deze omstandigheden is de minis ter niet bereid het nemen van maatregelen tot vrijstelling of vermindering der heffing in overweging te nemen. AANHOUDING VAN AUTOBUSSEN. Is de N. S. B. uitzonderlijk behandeld? Op de vragen van den heer de Marchant et d'Ansembourg in verband met de aan houding op den Rijksweg HeerlenSittard van een aantal autobussen met bezoekers van de op 6 Juni j.l. door de N.S.B. gehou den „Hagespraak", luidt het antwoord van den heer Goseling, Minister van Justitie, dat de bedoelde controle niet heeft plaats gehad door „rechercheurs van den vreem delingendienst", doch door de gemeentepo litie van Heerlen en die van Hoensbroek. Het is den Minister niet bekend, dat soort gelijke maatregelen door de politie in Lim burg telkens, en dan speciaal tegen bezoe kers van N. S. B.-vergaderingen, worden genomen. Veeleer is hem gebleken, dat be doelde maatregelen, die strek ken ter controle van de naleving van onder scheidene wettelijke bepalingen, van tijd tot tijd, bij wijze van steekproef, worden genomen en dat zij dan personentref- fen van uiteenloopende politieke richtingen. Op de tweede vraag wordt het navolgen de geantwoord: a. de maatregelen zijn genomen op last van den commissaris van politie te Heer len," na gehouden overleg met de politie der gemeente Hoensbroek; b. de genomen maatregelen zijn op zich zelf redelijk, plichtmatig en ook in de uit voering niet noodeloos hinderlijk, behou dens, dat het maken van photographische opnamen zonder bezwaar achterwege had kunnen blijven. Voor eenige bestraffing be staat niet de minste grond; c. voor het treffen Van bijzondere maat regelen tot het doel, als in dit vraagpunt aangeduid, bestaat geen aanleiding. PROF. DR. K. L. BELLON Vertegenwoordiger van de H. Stoel. Den hoogeerw. hooggel. heer kanunnik K. L. Bellon, hoogleeraar in de godsdienst geschiedenis en godsdienstphilosophie aan de R. K. Universiteit te Nijmegen, dit jaar rector magnificus, is de eervolle onderschei ding ten deel gevallen, door de H. Stoel te 2ijn aangewezen als zijn vertegenwoordiger op het internationaal congres voor ethno logic en anthropologic, dat van 1 tot 6 Augustus a.s. te Kopenhagen zal worden gehouden. DE WATERLEIDINGBEDRIJVEN EN DE HINDERNISWET. In onderzoek. Op de vragen van den heer Mes betref fende de toepassing van de hinderwet ten aanzien van waterleidingsbedrijven luidt het antwoord van den heer Romme, Mi nister van Sociale Zaken, dat door hem nog nadere voor de beantwoording dezer vra gen noodzakelijke gegevens worden ver wacht. KATH. NED. BOEREN- EN TUINDERSBOND De algemeene vergadering van den Ka tholieken Nederlandsche Boeren- en Tuin- dersbond wordt 21 Juli gehouden te Roer mond in het Landbouwhuis aldaar. Op de agenda staat o.m. vermeld een in leiding van ir. H. H. Bemelmans te Roer mond over: De overneming door het geor ganiseerde bedrijfsleven van maatregelen, door de regeering genomen ten behoeve van den landbouw. CONTACT CENTRALE DER DRIE NED. MIDDENSTANDSBONDEN. Vergadering van het bestuur. Overdracht van het Secretariaat. Dezer dagen vergaderde te 's-Gravenhage onder voorzitterschap van den heer W. G. Scheeres het bestuur van de Contact-Cen trale der 3 Ned. Middenstandsbonden. Zooals bekend heeft het Middensands- Besturen-College te Rotterdam onlangs ge meend op bijzondere wijze de publieke aandacht te moeten vragen voor de toe stand van het middenstandsbedrijf te Rot terdam. Het bestuur der Contact Centrale is van oordeel, dat in de oorzaken van de zen toestand weinig specifiek pUatselijke elementen zijn aan te wijzen. Waar het middenstandsbedrijfsleven vrijwel overal ernstig lijdt onder de inzinking der con junctuur en het uitblijven van opleving door' effectief optredende koopkracht, werd besloten aan het Economisch Insti- tutu voor den Middenstand de vraag voor te leggen, of het niet den tijd gekomen acht om, in aansluiting aan zijn onderzoe kingen in 1934 en 1935, wederom, zij het steekproefsgewijze, concrete gegevens te verzamelen omtrent de momenteele econo mische situatie van het middenstandsbe drijf. In het licht van de toestand van het be drijfsleven werd met ontsteltenis kennis genomen van de denkbeelden van den Mi nister van Financiën terzake van verhoo ging van het percentage der omzetbelas ting. Aan het Nationaal Comité tot Beteugeling van het Cadeaustelsel werd gaarne toege zegd, dat de strijd voor een wettelijk veld bod van het cadeau-euvel onverzwakt zal worden voortgezet. Voorbereidende maatregelen werden ge nomen om te komen tot het in leven roe pen ener stichting „Comité van Actie voor het Middenstandsbedrijf". Volgens rooster is per 1 Juli j.l. het se cretariaat van de Contact Centrale der 3 Ned. Middenstandsbonden (voorheen ge- heeten de Commissie van Overleg der 3 Ned. Middenstandsbonden) wederom over gegaan van het Bureau van den Ned. R.K. Middenstandsbond in handen van het Bu reau van den Kon. Ned. Middenstandsbond, Mauxitskade 33b, Den Haag, alwaar het se cretariaat zal berusten tot 1 Januari 1940. JAARVERGADERING NEDERL. BOND VAN GRAAN- EN MEELHANDELAREN. Donderdag hield de Nederlandsche bond van Graan- en Meelhandelaren zijn jaarlijksche algemeene ledenvergadering te Arnhem. 's Morgens werd het huishoudelijk ge deelte behandeld, waarbij over alle on derwerpen, den graan-, meel- en veevoe- derenhandel betreffende,, van gedachten werd gewisseld. Den leden werd gelegen heid gegeven hun eventueele klachten over regeerings of ander beleid naar vo ren te brengen. De middagvergadering was openbaar en werd o.a. bijgewoond door de heeren K. L. Gaaikema Schuiringa, voorzitter der Nederlandsche Akkerbouw Centrale, W. M. Ebbink, voorzitter der Nederlandsche Meelcentrale, en H. M. Abraham, direc teur der Nederlandsche Meelcentrale. Dr. P. G. Knibbe, secretaris van de Ka mer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden, hield een referaat over het onderwerp: de positie van den tusschenhandel in het tegenwoordige eco nomische bestel. Spreker behandelde daarbij de positie van den tusschenhandel niet alleen met betrekking tot de ordening in het alge meen en tot de landbouwcrisismaatrege len in het bijzonder, maar vooral ook in verband met de machtsvorming op veler lei gebied in concerns, trusts en in al of niet officieel verbindend verklaarde on dernemersovereenkomsten. Deze machtsvorming was noodlottig ge worden voor den vrijen tusschenhandel, daar vele handelaren vervangen zijn door agenten en reizigers. De tusschenhandel moet als afzonder lijke stand feitelijk nog ontdekt worden en evenals de middenstand een harden strijd voor zijn bestaan voeren. Vooral ten opzichte van het groot kapi talistisch grootbedrijf in concerns, trusts en kartels en thans in ondernemersover eenkomsten, geordend, neemt de tusschen handel een bijzondere plaats in. Als er een vrije, onafhankelijke tusschenhandel in stand blijft of hersteld wordt, zal deze schakel, die de distributie naar groote le nigheid geeft, niet alleen behouden kun nen blijven, maar ook de middenstand, de land- en tuinbouw en reeksen fabrikanten er voor kunnen behoeden, dat zij door deze grootkapitalistische machtscentra zou den worden overheerscht. Z.i. zou er een wet moeten komen, re gelende de rechtspositie van den tus- schenhandelaar, welke wet bij Kon. besl. op de groot kapitalistische ondernemingen welke daarvoor volgens den minister in aanmerking zouden komen, van toepas sing zou moeten worden verklaard. Daarna behandelde spr. de positie van den tusschenhandel ten opzichte van de landbouwordeningsmaatregelen. In dit verband vestigde spr. er de aan dacht op dat de regeering nog wel poogt de landbouworganisaties te bewegen de uitvoering der landbouwcrisismaatregelen over te nemen, maar dat de bereidheid daartoe bij deze organisaties niet groot is. Spr. vestigde daarbij de aandacht op een bericht uit landbouwkringen, alsof ge tracht zou worden door b.v. een hoogeren richtprijs voor tarwe in uitzicht te stel len, deze bereidwilligheid der organisaties te koopen. Blijkens de gehouden persconferentie is komen vast te staan dat er van dit over nemen door de organisaties zelf niets zal komen. Het eenige, dat mogelijk zal ver anderen is, dat er in plaats van de be staande stichtingen, zooals de Veehouderij Centrale, Akkerbouw Centrale enz. an dere stichtingen zullen komen, thans waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk uit gaande van de organisaties. Op essentieele punten- als richtprijzen, monopolieheffingen, teeltregeling enz. zal de .regeering echter de beslissing aan zich moeten houden. De directeur generaal heeft medegedeeld, dat het niet de bedoe ling der regeering was de verantwoorde lijkheid van zich af te schuiven. Helaas zal volgens spr. toch het gevolg zijn, dat niemand meer ten volei verantwoordelijk is. De regeering niet, de organisaties niet, de nieuwe stichtingen niet, want die kun nen weer niets doen buiten den wil van de regeering en de organisaties. Waarheen zal de handel zich met zijn klachten moeten wenden? Nu reeds, nu de regeering direct verantwoordelijk is, kost het immense moeite om bepaalde re gelingen verbeterd te krijgen. Hoe zal dat straks gaan? Spr. hoopte, nu de overname door de organisaties weinig kan van slagen biedt, dat landbouw, handel en nijverheid de schijnmedezeggenschap zullen afwijzen en eensgezind zullen zoeken naar middelen om a^n het bedrijfsleven werkelijken in vloed te geven. Daartoe beval spr. aan de oplossing aangegeven door de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden, welke voorstaat om door de regeering te erkennen bureaux voor controle en advies in te stellen. Is in politiek opzicht de positie van den burger bevredigend geregeld, in maat schappelijk opzicht is bij het diep ingrij pen der regeering in de verhoudingen de positie van den geen, die aan het bedrijfs leven deelneemt, nog uiterst zwak. Deze rechtspositie, vooral die van den tusschenhandel, dient zoowel tegenover de concerns, trusts en kartels als in ver band met de ordeningsmaatregelen op land- en tuinbouwgebied en elders be hoorlijk te worden geregeld. Eerst dan kan er voor den tusschen handel weer nieuwe hoop gloren. Deze rede werd met groote instemming ontvan gen. besloten werd haar in druk uit te geven. De heer K. L. Gaaikema Schuiringa, voorzitter van de Nederlandsche Akker- bouwcentrale, deelde mede met onver deelde belangstelling naar de waardevolle uiteenzetting te hebben geluisterd en zou gaarne later over de hier ontwikkelde denkbeelden nader overleg plegen. Als tweede hoofdpunt kwam in behan deling de voorstellen van den heer Kas- teleyn ter verbetering van handelsverkeer en moraal in den meelhandel. Na eenige bespreking werd besloten dit plan als plan van den bond te accepteeren en bij de an dere hierbij betrokken organisaties aan hangig te maken. SPAARSTROOKEN VAN „DE TOEKOMST" Geen Loterijwet-overtreding De' directie van de Spaarbriefbank „De Toekomst" te 's Gravenhage deelt ons, naar aanleiding van de plaats gehad heb bende beslagleggingen op spaarstrooken, het volgende mede: Het Openbaar Ministerie te 's Graven hage veronderstelt, dat een Belgische as suradeur art. 19a van de Wet tot regeling van de Staatsloterij (de z.g. wet Oud) waarschijnlijk zal gaan overtreden en strafvervolging van dien assuradeur een aantal spaarstrooken van „De Toekomst", als bewijsmateriaal noodig te hebben. De inbeslagneming van de spaarstrooken van „De Toekomst" is dus geschied tenein de te dienen voor de vervolging van een derde. „De Toekomst" is als steeds ten volle bereid om justitie en politie vrijwillig en te goeder trouw alle hulp te verleenen, die zij noodig hebben. Zij heeft dan ook in het onderhavige ge val justitie en politie een volledige collectie spaarstrooken aangeboden, daar er harer zijds niets te verzwijgen valt, doch dit aan bod is niet geaccepteerd. Aan het verzoek van „De Toekomst" om de in beslag genomen stukken over te bren gen naar de griffie van het kantongerecht werd evenmin gevolg gegeven. Zelfs op het verzoek om één spaarstrook te depo- neeren, werd afwijzend beschikt. Door deze weigering voorkomt men, dat aan den kantonrechter een uitspraak kan wor den verzocht over het al of niet gewettigd zijn van het beslag. Door „De Toekomst" is, naar zij meent, met talrijke argumenten aangetoond, dat het beslag niet door wettelijke bepalingen wordt gedekt en dat in dit geval het wet boek van strafvordering op onjuiste wijze is toegepast. Terloops zij opgemerkt, dat „De Toe komst" bij vonnis van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 16 April 1935 in hoog ste instantie is vi-ij gesproken terzake van overtreding der Loterijwet 1905. De directie van „De toekomst" wijst be langhebbenden er met nadruk op, dat •haar bedrijf uiteraard slechts zijdelings bij de bovenbedoelde maatregelen is betrok ken, zoodat er voor spaarders geen enkele reden tot ongerustheid bestaat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 6