1POMÖIL] geneest de huid
LUCHTVAART
BINNENLAND
ZATERDAG 9 JULI 1938
DE LEÏDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
TOESTAND VAN GEWONDE VLIEGER
BEVREDIGEND
Over het vliegongeval, dat gistermiddag
nabij Schellingwoude heeft plaats gehad
en waarbij een der inzittenden van het
marine-vliegtuig, een lichten Fokker-ver
kenner van het type C VII, is gedood, ver
nemen wij nog nader, dat het gedoode
slachtoffer van het vliegongeval, de kor
poraal-vliegtuigmaker J. K. C. V. van Hui
ten, in Tilburg was geboren en ongehuwd
was.
Wat het andere slachtoffer, den leer
ling-onderofficier: vlieger H. F. Hasselo,
betreft, deze blijkt een bekkenfractuur te
hebben bekomen, alsmede een pols gebro
ken te hebben. Zijn toestand was gister
avond bevredigend.
In den loop van den avond is gisteren
het marinevliegtuig met behulp van een
takel zonder veel moeite gelicht. Het vrij
wel geheel vernielde toestel werd per
dekschuit naar het marinevliegkamp te
Schellingwoude vervoerd.
HET VERHAAL VAN EEN
OOGGETUIGE
Korten tijd na het ongeval hebben wij
aldus schrijt de „Msbd." een onderhoud
gehad met een ooggetuige. Deze, een vis-
scher uit Durgerdam, was net van de
vischvangst thuisgekomen en stond op den
dijk nabij het Buiten-IJ.
Kort achter elkaar stegen twee water
vliegtuigen van het vliegkamp Schelling
woude op. Plotseling, op een hoogte van
ongeveer 60 a 70 meter, aldus onze zegs
man, geraakte een van de twee vliegtuigen
waarschijnlijk in een vrille en viel met
den kop naar beneden in het IJsselmeer
net achter het uiteinde van de rioleerings-
buis van Amsterdam.
Ik sprong onmiddellijk weer in de boot,
zette den motor aan en spoedde mij naar
de overzijde van het Buiten-IJ om zoo mo
gelijk hulp te verleenen. Tegelijk met
onze boot arriveerde een vlet van de ma
rine, terwijl het tweede watervliegtuig,
dat ongeveer tegelijk met het veronge
lukte was opgestegen, in de nabijheid ge
daald was. Op een der drijvers van dit
vliegtuig lag een der inzittenden van de
L. 10, het lesvliegtuig, waarmede het onge
val geschiedde. Intusschen was ook een
ambulanceboot van de marine gearriveerd
die aan de buitenzijde van den dam, waar
op de rioleeringsbuis ligt, ligplaats had
genomen. De gewonde vlieger werd voor
zichtig op een baar gelegd en gezamenlijk
hebben wij hem over den dam naar de
boot gedragen. Hier werd de eerste ge
neeskundige hulp verleend.
Van den tweeden inzittende was eerst
niets te zien. Het toestel zat met den kop
in de modder, terwijl de drijvers on-
derst-boven op het water lagen. Het was
een ruine, het toestel was gedeeltelijk ge
broken, gedeeltelijk ontwricht en ge
scheurd.
Drie kwartier hebben wij gewerkt om
de tweeden inzittende van het vliegtuig te
bevrijden. Het slachtoffer zat geheel be
kneld tusschen de brokstukken van het
vliegtuig en toen hij eindelijk was be
vrijd, waren de levensgeesten geweken.
Het is trouwens waarschijnlijk, dat de man
reeds bij het neerstorten van het vliegtuig
op slag was gedood.
Ook dit slachtoffer hebben wij op een
baar over den dam gedragen en naar de
ambulanceboot gebracht".
Onze zegsman deelde ons verder nog
mede, dat de ambulanceboot daarop naar
de hangar van het vliegkamp Schelling
woude is gevaren, waar de slachtoffers
werden binnengedragen.
MISS PARSONS TERECHT
De Engelsche vliegster Joan Parsons, die
in Mei in haar eentje van Londen naar
Kaapstad vloog en dezer dagen op de te
rugvlucht zoek raakte in het hartje van
Afrika, is terecht.
Miss Parsons, een 31-jarige muziekon-
derwijzeres, die de pianotoetsen voor het
dashboard had verruild, was het laatst ge
zien te Mpika, op weg naar het Noorden.
Maar te Mbeya, haar volgende etappe (in
Tanganyika), was zij niet aangekomen.
Eenige dagen heeft men in ongerustheid
over haar gezeten,; nu is uit Nairobi bericht
ontvangen, dat inlanders haar en haar
vernielde vliegtuig hebben gevonden in
het oerwoud, vlak bij een rivier, de Rufigi.
Een ambtenaar vaart nu in een motorboot
de rivier op, om miss Parsons, die onge
deerd is, terug te brengen.
ECKENER OVER LUCHTSCHEPEN
Bij de feestelijkheden naar aanleiding
van den honderdsten geboortedag van
graaf Zeppelin onthuld. In een aansluiten-
Zeppelinmuseum een standbeeld van
graa Zeppelin onthuld. In een aansluiten
de feestelijkheid hield dr. Eckener een
redevoering, waarin hij hij o.m. zeide: De
strijd gaat thans om de vraag of het lucht
schip, dat zijn geschiktheid bewezen heeft,
zich kan handhaven naast het vliegtuig.
Deze kwestie heeft tot dusverre een beves
tigend antwoord gekregen. Door de bekla
genswaardige catastrophe van den „Hin
denburg" waren wij er toe gekomen den
laatsten stap tot vervolmaking van het
Zeppelin-luchtschip door een economisch
dragelijk, zuinig gebruik van helium te
doen. Wij kunnen met voldoening zeggen,
dat ons deze stap gelukt is.
Tenslotte wees dr. Eckener er op, dat
de kwestie van helium-aankoop in de Ver-
eenigde Staten nog niet definitief is poge-
lost.
H.M. DE KONINGIN TE ASCONA.
H. M. de Koningin is Vrijdagmorgen per
auto van Luzern vertrokken over den
Gothard-pas en is in goeden welstand te
ongeveer vijf uur in den namiddag in As-
cona aangekomen.
WAT ZAL ER VOOR DE GROOTE
GEZINNEN GEDAAN WORDEN?
De wijziging der Omzetbelasting.
Volgens het voorloopig verslag over het
ontwerp tot herziening van de omzetbelas-
tingwet en wijziging van de algemeene wet
van 26 Aug. 1822 hadden sommige leden
tegen de ontworpen regeling voornamelijk
dit bezwaar, dat zij geenerlei verlichting
inhoudt van de lasten, drukkende op de
groote gezinnen. Zoo blijven, aldus betoog
den zij, vleesch en boter aan omzetbelas
ting onderworpen. Weliswaar heeft de mi
nister aan de Tweede Kamer verklaard,
dat te zijner tijd bij een mogelijk voorstel
tot verhooging van het heffingspercentage
van de omzetbelasting een tegemoetkoming
aan de groote gezinnen in overweging zou
kunnen worden genomen, doch de leden,
hier aan het woord, had deze, wel uiterst
vage, toezegging, zeer weinig bevredigd.
Zij zouden het op prijs stellen, van den
Minister een uiteenzetting te ontvangen,
wanneer en op welke wijze hij zich voor
stelt, voor zoover zulks onder hem ressor
teert, het belang van het groote gezin op
doeltreffende wijze te behartigen. Van den
inhoud van deze uiteenzetting zouden zij
hun stem ten aanzien van dit wetsontwerp
laten afhangen.
ECONOMISCHE RAAD.
Bij beschikking van den minister van
Economische Zaken zijn benoemd tot leden
van de vaste commissie van den economi-
schen raad ex artikel 8 van de wet op het
algemeen verbindend en onverbindend ver
klaren van ondernemersovereenkomsten
1935:
tot lid, tevens voorzitter de heer prof. mr.
P. Lieftinck te Rotterdam.
Tot leden: a. voor den economischen raad:
dr. J. van Beurden te Heeswijk, prof. mr.
G. W. J. Bruins te Wassenaar, mr. W. G. F.
Jongejan te Wassenaar, prof. mr. F. de
Vries te Rotterdam.
B. voor den nijverheidsraad: dr. L. G.
Kortenhorst te 's-Gravenhage, G. van der
Muelen te Almelo.
C. voor den middenstandsraad: F. L. van
der Leeuw te 's-Gravenhage, W. G. Schee-
res te 's-Gravenhage.
D. voor het Christelijk Nationaal Vak-
verband in Nederland: H. Amelink te
Utrecht.
E. voor het Nederlandsch Verbond van
Vakvereenigingen: S. de la Bella Jr. te Am
sterdam.
F. voor het R. K. Werkliedenverbond in
Nederland: C. J. Kuiper te Utrecht
NEDERLANDSCHE
WERKLOOSHEIDSRAAD.
In de te 's-Gravenhage gehouden verga
dering van den Nederlandschen Werkloos-
heidsraad werd mededeeling gedaan, dat
het secretariaat van die instelling voortaan
zal worden vervuld door de heeren ir. E.
F. E. Bongaerts, secretaris van de rijks
commissie van advies voor de werkloos
heidsverzekering, secretaris van de rijks
commissie voor de werkverruiming, en
A. N. van Mill, adjunct-directeur bij den
gemeentelijken dienst voor maatschappe
lijk hulpbetoon te Rotterdam.
Onder den naam commissie van bijstand
werd een dagelijksch bestuur voor den
werkloosheidsraad ingesteld, bestaande uit
den voorzitter, den heer H. de Bordes, bur
gemeester van Bussum, en 4 leden. Tot le
den werden aangewezen voor een tijdvak
van twee jaren de heeren Anth. Folmer,
secretaris van de vereeniging van Neder-
landsche arbeidsbeurzen, J. A. A. Hart-
land, directeur-secretaris van de Stichting
landverhuizing Nederland, H. Lindeman
bestuurder van het Nederlandsch verbond
van vakvereenigingen en mr. F. W. R.
Wttewaall, lid van het bestuur van de na
tionale vereeniging tegen de werkloosheid,
burgemeester van Deventer.
Als secretaris van het dagelijksch be
stuur zal het secretariaat van den werk
loosheidsraad fungeeren.
BIGGENMERKEN.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat
van 20 tot 25 Juni 1938 zijn aangebracht
48838 biggenmerken, tegenover 35232 in de
overeenkomstige periode van 1937.
Van de toekenning 1938 zijn tot 25 Juni
1.1. gebruikt 795.218 merken, tegenover
805.305 merken van de toekenning 1937 op
het overeenkomstige tijdstip van het vorig
jaar.
Voor een juiste beoordeeling dienen, dat
van 1 Januari tot genoemde datum in to
taal zijn gemerkt 1.057.947 biggen, welk
aantal voor hetzelfde tijdvak van 1937 be
droeg 955.444.
DE BOMAANSLAG TE ROTTERDAM.
De heer de Visser, communistisch Tweede
Kamerlid, krijgt niet veel te hooren.
Op de vragen van den heer De Visser in
verband met den te Rotterdam gepleegden
bomaanslag op den vreemdeling Konowa-
lec luidt het antwooqrd van den heer Pa-
tijn, minister van Buitenlandsche Zaken,
mede namens den heer Goseling, Minister
van Justitie, dat aangezien het onderzoek
in zake den te Rotterdam op den vreem
deling Konowalec gepleegden bomaanslag
nog niet is beëindigd, het niet mogelijk is
met de noodige kennis van zaken de vra
gen van het lid der Tweede Kamer den
heer L. de Visser binnen den gebruikelij-
ken termijn te beantwoorden.
DE HEFFING OP VROEGE
AARDAPPELEN.
De meening van den minister van
economische zaken.
Op de vragen van den heer Groen be
treffende de heffing op vroege aardappe
len, heeft de minister van economisch za
ken geantwoord:
Het is den minister bekend, dat het
vroege aardappelgewas in sommige stre
ken des lands door vorst en andere weers
omstandigheden heeft geleden. Het is dan
ook te verwachten, dat een minder over
vloedige oogst, dan waarvoor verleden
jaar afzet moest worden gezocht, ter veiling
zal worden aangevoerd. Voorshands kan
echter nog niet worden gezegd, dat de oogst
zeer gering zal zijn.
Door de kleinere aanvoeren is, mede
wegens den geringen voorraad oude aard
appelen, de prijs aanvankelijk hoog ge
weest. Deze is thans wel is waar terugge-
loopen, doch bevindt zich nog op een aan
zienlijk hooger niveau dan verleden jaar
in dezen tijd, toen reeds enorme hoeveel
heden aardappelen onverkoopbaar bleken
te zijn.
Daar over het verdere prijsverloop mo
menteel nog weinig is te zeggen, is het zeer
wel mogelijk, dat de telers gedurende de
geheele campagne een loonenden prijs voor
hun product zullen ontvangen. In verband
hiermede kan niet worden toegegeven, dat
ae heffing van 50.per H.A. onmogelijk
door de telers zal kunnen worden betaald.
Bij daling van den prijs zal, gelijk vorige
jaren is geschied een minimum prijsregeling
dienen te worden ingesteld, waarvoor de
gelden, afkomstig uit de heffing, zullen
moeten worden aangewend. Gezien het on
zekere prijsverloop kan op dit oogenblik
uiteraard niet worden gezegd of deze gel
den geheel of slechts ten deele zullen wor
den aangewend.
Onder deze omstandigheden is de minis
ter niet bereid het nemen van maatregelen
tot vrijstelling of vermindering der heffing
in overweging te nemen.
AANHOUDING VAN AUTOBUSSEN.
Is de N. S. B. uitzonderlijk behandeld?
Op de vragen van den heer de Marchant
et d'Ansembourg in verband met de aan
houding op den Rijksweg HeerlenSittard
van een aantal autobussen met bezoekers
van de op 6 Juni j.l. door de N.S.B. gehou
den „Hagespraak", luidt het antwoord van
den heer Goseling, Minister van Justitie,
dat de bedoelde controle niet heeft plaats
gehad door „rechercheurs van den vreem
delingendienst", doch door de gemeentepo
litie van Heerlen en die van Hoensbroek.
Het is den Minister niet bekend, dat soort
gelijke maatregelen door de politie in Lim
burg telkens, en dan speciaal tegen bezoe
kers van N. S. B.-vergaderingen, worden
genomen.
Veeleer is hem gebleken, dat be
doelde maatregelen, die strek
ken ter controle van de naleving van onder
scheidene wettelijke bepalingen, van tijd
tot tijd, bij wijze van steekproef, worden
genomen en dat zij dan personentref-
fen van uiteenloopende
politieke richtingen.
Op de tweede vraag wordt het navolgen
de geantwoord:
a. de maatregelen zijn genomen op last
van den commissaris van politie te Heer
len," na gehouden overleg met de politie
der gemeente Hoensbroek;
b. de genomen maatregelen zijn op zich
zelf redelijk, plichtmatig en ook in de uit
voering niet noodeloos hinderlijk, behou
dens, dat het maken van photographische
opnamen zonder bezwaar achterwege had
kunnen blijven. Voor eenige bestraffing be
staat niet de minste grond;
c. voor het treffen Van bijzondere maat
regelen tot het doel, als in dit vraagpunt
aangeduid, bestaat geen aanleiding.
PROF. DR. K. L. BELLON
Vertegenwoordiger van de H. Stoel.
Den hoogeerw. hooggel. heer kanunnik
K. L. Bellon, hoogleeraar in de godsdienst
geschiedenis en godsdienstphilosophie aan
de R. K. Universiteit te Nijmegen, dit jaar
rector magnificus, is de eervolle onderschei
ding ten deel gevallen, door de H. Stoel te
2ijn aangewezen als zijn vertegenwoordiger
op het internationaal congres voor ethno
logic en anthropologic, dat van 1 tot 6
Augustus a.s. te Kopenhagen zal worden
gehouden.
DE WATERLEIDINGBEDRIJVEN EN DE
HINDERNISWET.
In onderzoek.
Op de vragen van den heer Mes betref
fende de toepassing van de hinderwet ten
aanzien van waterleidingsbedrijven luidt
het antwoord van den heer Romme, Mi
nister van Sociale Zaken, dat door hem nog
nadere voor de beantwoording dezer vra
gen noodzakelijke gegevens worden ver
wacht.
KATH. NED. BOEREN- EN
TUINDERSBOND
De algemeene vergadering van den Ka
tholieken Nederlandsche Boeren- en Tuin-
dersbond wordt 21 Juli gehouden te Roer
mond in het Landbouwhuis aldaar.
Op de agenda staat o.m. vermeld een in
leiding van ir. H. H. Bemelmans te Roer
mond over: De overneming door het geor
ganiseerde bedrijfsleven van maatregelen,
door de regeering genomen ten behoeve
van den landbouw.
CONTACT CENTRALE DER DRIE NED.
MIDDENSTANDSBONDEN.
Vergadering van het bestuur.
Overdracht van het Secretariaat.
Dezer dagen vergaderde te 's-Gravenhage
onder voorzitterschap van den heer W. G.
Scheeres het bestuur van de Contact-Cen
trale der 3 Ned. Middenstandsbonden.
Zooals bekend heeft het Middensands-
Besturen-College te Rotterdam onlangs ge
meend op bijzondere wijze de publieke
aandacht te moeten vragen voor de toe
stand van het middenstandsbedrijf te Rot
terdam. Het bestuur der Contact Centrale
is van oordeel, dat in de oorzaken van de
zen toestand weinig specifiek pUatselijke
elementen zijn aan te wijzen. Waar het
middenstandsbedrijfsleven vrijwel overal
ernstig lijdt onder de inzinking der con
junctuur en het uitblijven van opleving
door' effectief optredende koopkracht,
werd besloten aan het Economisch Insti-
tutu voor den Middenstand de vraag voor
te leggen, of het niet den tijd gekomen
acht om, in aansluiting aan zijn onderzoe
kingen in 1934 en 1935, wederom, zij het
steekproefsgewijze, concrete gegevens te
verzamelen omtrent de momenteele econo
mische situatie van het middenstandsbe
drijf.
In het licht van de toestand van het be
drijfsleven werd met ontsteltenis kennis
genomen van de denkbeelden van den Mi
nister van Financiën terzake van verhoo
ging van het percentage der omzetbelas
ting.
Aan het Nationaal Comité tot Beteugeling
van het Cadeaustelsel werd gaarne toege
zegd, dat de strijd voor een wettelijk veld
bod van het cadeau-euvel onverzwakt zal
worden voortgezet.
Voorbereidende maatregelen werden ge
nomen om te komen tot het in leven roe
pen ener stichting „Comité van Actie voor
het Middenstandsbedrijf".
Volgens rooster is per 1 Juli j.l. het se
cretariaat van de Contact Centrale der 3
Ned. Middenstandsbonden (voorheen ge-
heeten de Commissie van Overleg der 3
Ned. Middenstandsbonden) wederom over
gegaan van het Bureau van den Ned. R.K.
Middenstandsbond in handen van het Bu
reau van den Kon. Ned. Middenstandsbond,
Mauxitskade 33b, Den Haag, alwaar het se
cretariaat zal berusten tot 1 Januari 1940.
JAARVERGADERING NEDERL. BOND
VAN GRAAN- EN MEELHANDELAREN.
Donderdag hield de Nederlandsche
bond van Graan- en Meelhandelaren zijn
jaarlijksche algemeene ledenvergadering
te Arnhem.
's Morgens werd het huishoudelijk ge
deelte behandeld, waarbij over alle on
derwerpen, den graan-, meel- en veevoe-
derenhandel betreffende,, van gedachten
werd gewisseld. Den leden werd gelegen
heid gegeven hun eventueele klachten
over regeerings of ander beleid naar vo
ren te brengen.
De middagvergadering was openbaar en
werd o.a. bijgewoond door de heeren K.
L. Gaaikema Schuiringa, voorzitter der
Nederlandsche Akkerbouw Centrale, W.
M. Ebbink, voorzitter der Nederlandsche
Meelcentrale, en H. M. Abraham, direc
teur der Nederlandsche Meelcentrale.
Dr. P. G. Knibbe, secretaris van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken voor
Rijnland te Leiden, hield een referaat
over het onderwerp: de positie van den
tusschenhandel in het tegenwoordige eco
nomische bestel.
Spreker behandelde daarbij de positie
van den tusschenhandel niet alleen met
betrekking tot de ordening in het alge
meen en tot de landbouwcrisismaatrege
len in het bijzonder, maar vooral ook in
verband met de machtsvorming op veler
lei gebied in concerns, trusts en in al of
niet officieel verbindend verklaarde on
dernemersovereenkomsten.
Deze machtsvorming was noodlottig ge
worden voor den vrijen tusschenhandel,
daar vele handelaren vervangen zijn door
agenten en reizigers.
De tusschenhandel moet als afzonder
lijke stand feitelijk nog ontdekt worden
en evenals de middenstand een harden
strijd voor zijn bestaan voeren.
Vooral ten opzichte van het groot kapi
talistisch grootbedrijf in concerns, trusts
en kartels en thans in ondernemersover
eenkomsten, geordend, neemt de tusschen
handel een bijzondere plaats in. Als er een
vrije, onafhankelijke tusschenhandel in
stand blijft of hersteld wordt, zal deze
schakel, die de distributie naar groote le
nigheid geeft, niet alleen behouden kun
nen blijven, maar ook de middenstand, de
land- en tuinbouw en reeksen fabrikanten
er voor kunnen behoeden, dat zij door
deze grootkapitalistische machtscentra zou
den worden overheerscht.
Z.i. zou er een wet moeten komen, re
gelende de rechtspositie van den tus-
schenhandelaar, welke wet bij Kon. besl.
op de groot kapitalistische ondernemingen
welke daarvoor volgens den minister in
aanmerking zouden komen, van toepas
sing zou moeten worden verklaard.
Daarna behandelde spr. de positie van
den tusschenhandel ten opzichte van de
landbouwordeningsmaatregelen.
In dit verband vestigde spr. er de aan
dacht op dat de regeering nog wel poogt
de landbouworganisaties te bewegen de
uitvoering der landbouwcrisismaatregelen
over te nemen, maar dat de bereidheid
daartoe bij deze organisaties niet groot is.
Spr. vestigde daarbij de aandacht op een
bericht uit landbouwkringen, alsof ge
tracht zou worden door b.v. een hoogeren
richtprijs voor tarwe in uitzicht te stel
len, deze bereidwilligheid der organisaties
te koopen.
Blijkens de gehouden persconferentie
is komen vast te staan dat er van dit over
nemen door de organisaties zelf niets zal
komen. Het eenige, dat mogelijk zal ver
anderen is, dat er in plaats van de be
staande stichtingen, zooals de Veehouderij
Centrale, Akkerbouw Centrale enz. an
dere stichtingen zullen komen, thans
waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk uit
gaande van de organisaties.
Op essentieele punten- als richtprijzen,
monopolieheffingen, teeltregeling enz. zal
de .regeering echter de beslissing aan zich
moeten houden. De directeur generaal
heeft medegedeeld, dat het niet de bedoe
ling der regeering was de verantwoorde
lijkheid van zich af te schuiven. Helaas
zal volgens spr. toch het gevolg zijn, dat
niemand meer ten volei verantwoordelijk
is. De regeering niet, de organisaties niet,
de nieuwe stichtingen niet, want die kun
nen weer niets doen buiten den wil van
de regeering en de organisaties.
Waarheen zal de handel zich met zijn
klachten moeten wenden? Nu reeds, nu
de regeering direct verantwoordelijk is,
kost het immense moeite om bepaalde re
gelingen verbeterd te krijgen. Hoe zal
dat straks gaan?
Spr. hoopte, nu de overname door de
organisaties weinig kan van slagen biedt,
dat landbouw, handel en nijverheid de
schijnmedezeggenschap zullen afwijzen en
eensgezind zullen zoeken naar middelen
om a^n het bedrijfsleven werkelijken in
vloed te geven.
Daartoe beval spr. aan de oplossing
aangegeven door de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rijnland
te Leiden, welke voorstaat om door
de regeering te erkennen bureaux
voor controle en advies in te stellen.
Is in politiek opzicht de positie van den
burger bevredigend geregeld, in maat
schappelijk opzicht is bij het diep ingrij
pen der regeering in de verhoudingen de
positie van den geen, die aan het bedrijfs
leven deelneemt, nog uiterst zwak.
Deze rechtspositie, vooral die van den
tusschenhandel, dient zoowel tegenover
de concerns, trusts en kartels als in ver
band met de ordeningsmaatregelen op
land- en tuinbouwgebied en elders be
hoorlijk te worden geregeld.
Eerst dan kan er voor den tusschen
handel weer nieuwe hoop gloren. Deze
rede werd met groote instemming ontvan
gen. besloten werd haar in druk uit te
geven.
De heer K. L. Gaaikema Schuiringa,
voorzitter van de Nederlandsche Akker-
bouwcentrale, deelde mede met onver
deelde belangstelling naar de waardevolle
uiteenzetting te hebben geluisterd en zou
gaarne later over de hier ontwikkelde
denkbeelden nader overleg plegen.
Als tweede hoofdpunt kwam in behan
deling de voorstellen van den heer Kas-
teleyn ter verbetering van handelsverkeer
en moraal in den meelhandel. Na eenige
bespreking werd besloten dit plan als plan
van den bond te accepteeren en bij de an
dere hierbij betrokken organisaties aan
hangig te maken.
SPAARSTROOKEN VAN „DE
TOEKOMST"
Geen Loterijwet-overtreding
De' directie van de Spaarbriefbank „De
Toekomst" te 's Gravenhage deelt ons,
naar aanleiding van de plaats gehad heb
bende beslagleggingen op spaarstrooken,
het volgende mede:
Het Openbaar Ministerie te 's Graven
hage veronderstelt, dat een Belgische as
suradeur art. 19a van de Wet tot regeling
van de Staatsloterij (de z.g. wet Oud)
waarschijnlijk zal gaan overtreden en
strafvervolging van dien assuradeur een
aantal spaarstrooken van „De Toekomst",
als bewijsmateriaal noodig te hebben.
De inbeslagneming van de spaarstrooken
van „De Toekomst" is dus geschied tenein
de te dienen voor de vervolging van een
derde.
„De Toekomst" is als steeds ten volle
bereid om justitie en politie vrijwillig en
te goeder trouw alle hulp te verleenen, die
zij noodig hebben.
Zij heeft dan ook in het onderhavige ge
val justitie en politie een volledige collectie
spaarstrooken aangeboden, daar er harer
zijds niets te verzwijgen valt, doch dit aan
bod is niet geaccepteerd.
Aan het verzoek van „De Toekomst" om
de in beslag genomen stukken over te bren
gen naar de griffie van het kantongerecht
werd evenmin gevolg gegeven. Zelfs op
het verzoek om één spaarstrook te depo-
neeren, werd afwijzend beschikt. Door
deze weigering voorkomt men, dat aan
den kantonrechter een uitspraak kan wor
den verzocht over het al of niet gewettigd
zijn van het beslag.
Door „De Toekomst" is, naar zij meent,
met talrijke argumenten aangetoond, dat
het beslag niet door wettelijke bepalingen
wordt gedekt en dat in dit geval het wet
boek van strafvordering op onjuiste wijze
is toegepast.
Terloops zij opgemerkt, dat „De Toe
komst" bij vonnis van de Rechtbank te
's-Gravenhage van 16 April 1935 in hoog
ste instantie is vi-ij gesproken terzake van
overtreding der Loterijwet 1905.
De directie van „De toekomst" wijst be
langhebbenden er met nadruk op, dat
•haar bedrijf uiteraard slechts zijdelings bij
de bovenbedoelde maatregelen is betrok
ken, zoodat er voor spaarders geen enkele
reden tot ongerustheid bestaat.