„Herwonnen Levenskracht'1
in het zilver.
Een groot werk tot stand gekomen.
RECHTZAKEN
DE LAATSTE LES VAN LANGELOT
DINSDAG 5 JULI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE Bi AD - PAG. 7
Er kan nog meer worden
gedaan.
Na een gemeenschappelijke maaltijd
kwam men Zaterdagavond in feestelijke
stemming byeen, allereerst om getuige te
zijn van een mooie plechtigheid.
Er zijn meer dan 80 personen, die 20 en
meer jaren onafgebroken in de plaatselijke
comité's werken. Niet allen was het moge
lijk hier aanwezig te zijn, maar allen zul
len toch ontvangen wat H. L. hun heeft
toegedacht.
Een groot aantal dezer vrienden was
evenwel aanwezig. Zij werden toegespro
ken door Verbondvoorzitter De Bruijn voor
het kader der beweging.
Dit is, aldus de heer De Bruijn en
vriend Kroese, een der geridderden uit En
schedé beaamde het later in zijn dank
woord gaarne dit is een der glanspunten
van het feest van H. L. Het werk van H. L.
typeert de beweging: solidair, broeder
schap. Gij hebt uw keuze op dit werk la
ten vallen, doch het was niet uw eenige
werk en daarmee hebt ge u getoond vol
waardige leden der beweging. Elke dui
zend gulden voor H. L. bijeen gebracht,
elke uitgezonden patiënt, was een loflied
op uw werk. Zooals de arbeidersbeweging
niets vermag zonder de plaatselijke instan
ties, zoo vermag H. L. niets zonder de plaat
selijke comité's.
We moeten evenwel vooruit. Met alle
waardeering van de eene cent contributie
en de duizenden stuiver-vrijwilligers, in die
eene cent spreekt onze solidariteit nog te
weinig. Het Verbondsbestuur zou wat zijn
positie betreft er niet aan twijfelen verhoo
ging voor te stellen. Als 't het bestuur
blijkt, dat die gedachte onder de massa
liter melk geringer zal zijn dan
bij een kleinere productie.
Dit beteekent niet alleen, dat door den
export, die thans plaats" vindt een deel der
vaste kosten wordt vergoed, zoodat het ver-
lies daarop belangrijk minder is, dan in
het algemeen wordt voorgesteld, doch
tevens dat bij vermindering van den ex
port en de daaruit voortvloeiende vermin
dering van de melkproductie, de kostprijs
van de resteerende liters melk zeer belang
rijk zal stijgen.
2. Indien men den export zou verminde
ren en het binnenlandsch boterverbruik
door prijsverlaging zou stimuleeren, dan
dient men zich in de eerste plaats af te
vragen hoeveel deze prijs dan wel verlaagd
zou moeten worden en wat de mogelijk
heden van de binnenlandsche botercon-
sumptie zijn. Daar deze factor onzeker is,
kunnen uit een verlaging van den boter-
prijs nimmer met zekerheid gevolgtrekkin
gen ten aanzien van de toeneming van het
gebruik worden gemaakt.
3. Zou men den export verminderen en
den binnenlandschen prijs verlagen, ten
einde de consumptie te stimuleeren, dan
moet men bovendien rekening houden met
de volgende financieele consequenties:
a. een vermeerdering van de
opbrengst in het binnenland afgezette
boter, zoodat, wil de veehouder de pro
ductiekosten vergoed krijgen, hij voor
het verschil een toeslag zal moeten
ontvangen;
b. een vermindering van de op
brengst der margarine- en verheffing
door het feit, dat de prijs dezer produc
ten in evenredigheid met die van de
boter zal moeten worden verlaagd, ten
einde de bestaande prijsverhoudingen
te handhaven;
c. een vermindering van de op
brengst der margarineheffing, doordat
het grootere boterverbruik toch zeker
ten deele ten koste van het margarine-
verbruik zal gaan;
d. een vermeerdering van de
opbrengst van de boter, die anders ge
ëxporteerd zou zijn, doch tengevolge
van de prijsverlaging in het binnenand
kan worden afgezet;
e. een verhooging van de uitga
ven, aangezien tengevolge van de
noodzakelijkheid om het stelsel van
het verleenen van een toeslag wederom
in te voeren het tegenwoordige systeem
van indirecten steun niet meer kan wor
den gehandhaafd.
Uit dezen opzet blijkt, dat tegenover 4
factoren, welke tot vermindering van in
komsten of verhooging van uitgaven lei
den, derhalve slechts één bron van inkom
stenvermeerdering bestaat.
Hoewel bij het bovenstaande uiteraard
met eenige onzekere factoren rekening is
moeten worden gehouden, mag toch wel
worden geconcludeerd, dat de huidige ex
port van boter economisch en financieel al
leszins te verantwoorden is.
De verhouding tusschen boter
margarine.
Het ligt niet in het voornemen van de re
geering maatregelen te nemen, welke in de
thans bestaande prijzen- en consumptie
verhoudingen tusschen boter en margarine
ingrijpende wijziging zouden brengen.
Het verloop van het verbruik dezer pro
ducten geeft daartoe geen aanleiding.
leeft, zal het niet aarzelen en is de wacht
lijst verdwenen. Daarom, aldus de heer De
Bruijn, bekogel de besturen der bonden
met voorstellen tot verhooging van de H.
L.-contributie, dan komt de tweede cent er.
(applaus).
Het bestuur heeft willen uitdrukken zijn
waardeering voor uw werk door onafhan
kelijk van de waarde, u een geschenk te
geven, wat het spreker een voorrecht was
als voorzitter der centrale der Katholieke
Arbeidersbeweging te mogen aanbieden.
Na Gods zegen te hebben afgesmeekt op
het werk van H. L. en van allen die er
voor arbeiden, speldde de Verbondsvoorzit
ter deze werkers een gouden speld op.
Nog een paar uurtjes bleef men gezellig
bijeen om dan welverdiende rust te nemen,
want de Zondag eischte allen weer vroeg
voor zich op.
Het feest van Zondag.
Stond de eerste dag van het congres van
Herwonnen Levenskracht, Zaterdag, meer
in het teeken van de officieele herdenking,
Zondag hebben de vele congressisten een
bezoek gebracht aan dat oord van echt
christelijke charitas der katholieke arbei
dersbeweging, het sanatorium „Berg en
Bosch", waarvoor de honderden mannen,
die hier samenkwamen, dagelijks him
beste krachten geven.
Men begon den dag natuurlijk met een
plechtige gezongen H. Mis van dankbaar
heid in de St. Martinuskerk aan de Oude
Gracht te Utrecht. De hoogeerw. heer mgr.
J. G. van Schaik, proost van het metropoli-
taan kapittel en geestelijk adviseur van H.
L., droeg deze H. Mis op met assistentie van
pater magister dr. Stokman O.F.M. en rec
tor Spelbrink van „Berg en Bosch". In zijn
feestpredicatie tot de congressisten, die hier
bijeen waren, uitte pastoor Van Schaik een
hartelijke gelukwensch met het jubileum
der vereeniging, waarna hij even in de ge
schiedenis terugtrad. Spreker moedigde
zijn hoorders vooral aan om de zaak, welke
men hier voorstaat, met ijver te dienen. De
aanmoediging, de vorige dag door het be
stuur gegeven, moet door de plaatselijke
besturen ter harte worden genomen. De
adviseur legde er vooral den nadruk op,
dat het onze beweging is en dat we er een
eer in moeten stellen hiervoor te werken
om deze instelling met hulp van onze ar
beiders ook in stand te houden. Indien ooit
een mooie zaak gediend wordt, dan is het
zeker deze!
In den loop van den morgen vertrokken
de congressisten met autobussen naar het
sanatorium „Berg en Bosch" te Bilthoven,
dat weer met de bekende vlaggen- en wim
peltjesversiering prijkte. Op het feestter
rein, waar een podium was gebouwd en
voor zitplaatsen was gezorgd, zongen de
kleine patiënten, de kinderen de gasten een
feestelijk welkomstlied toe, waarna ze een
alleraardigst spel uit de dierenwereld ten
tooneele brachten, getiteld „De Pauwe-
veer". Om het heel kort te zeggen: de zus
ters hadden weer alle eer van him werk.
Men amuseerde zich best en nam zoo af
en toe het buitje regen maar voor lief.
Van veel beteekenis was ongetwijfeld het
welkomstwoord van dr. W. Bronkhorst,
den geneesheer-directeur, die eerlijk zeide
mét de kinderen mee nu zijn hart eens te
willen laten spreken. Mijn hart zoo zei-
de spreker is vol dezer dagen. Spreker
ziet achter zich 19 jaren van samenwerking
met H. L. en is vervuld van zeer groote
dankbaarheid. Gij hebt dat werk mogelijk
gemaakt! zeide dr. Bronkhorst, die er
vervolgens aan herinnerde hoe hij het werk
met Serrarens heeft aangepakt. Het oude
„Berg en Bosch" van Apeldoorn is de stoot
geweest voor de eenheid in de katholieke
arbeidersbeweging, de stoot voor de cent
contributie per-lid en per week. Gij, plaat
selijke comité's, hebt een grootsch werk
waarop we trots kunnen zijn, tot stand
gebracht en spreker gaf hun de verzeke
ring, dat dit werk de bewondering heeft
van iedereen, die hoort hoe dit werk ge
schiedt en in stand wordt gehouden.
Hulde en dank bracht dr. Bronkhorst
voor de geldelijke feestgave, welke in lief
de, eenvoud en oprechte naastenliefde is
bijeengebracht. Uw actie leeft zich uit op
een wijze, die waardig is de stand en de
standing van het Werkliedenverbond.
Zooals de zoon des huizes zijn vader op
diens verjaardag tegemoet treedt om hem
te feliciteeren, zoo doet spreker het thans
het bestuur van H. L. Hij is dankbaar voor
de hartelijke, prettige omgang en hoopt
nog vele jaren met het bestuur van H. L.
te mogen samenwerken en met de leiding
van het R. K. Werkliedenverbond in het al
gemeen. Dikwijls heeft spreker dit bestuur
en ook de bestuursleden der vakorganisa
ties ontmoet en hij stelt er prijs op te ver
klaren voor deze menschen de grootste
achting en waardeering te hebben.
Dankbaar was dr. Bronkhorst ook voor
het daags tevoren getoond enthousiasme
voor de Nazorg. Spreker besloot met een
krachtig propaganda-woord voor H. L., zei
de het geld zoo goed mogelijk te zullen be
steden en dankte de congressisten voor hun
komst hier.
De voorzitter van H. L., de heer J. A.
Schutte, dankte de kinderen en dr. Bronk
horst voor de kijk, welke ze gegeven had
den op hetgeen hier, in „Berg en Bosch"
als één gezin leeft. Spreker bracht namens
allen hartelijk dank aan dr. Bronkhorst
voor al hetgeen deze voor onze t.b.c.-lij-
ders doet.
De laatste spreker was pastoor Van
Schaik, die met een „vrienden" begon en
hieraan onmiddellijk toevoegde: „dat mo
gen we hier in deze broederlijke bijeen
komst wel zeggen; want we zijn broeders
in Christus, we zijn door een gemeenschap
pelijke band verbonden. We zijn broeders
in Christus: dat is onze kracht".
Ge hebt gehoord, veteranen, ouderen en
jongeren uit heel het land, wat er aan u
te danken is.
Voorts weer spreker er op, dat onze ka
tholieke medici Goddank! tegenwoor
dig onze zieken anders beschouwen. Er zit
een ziel in dien mensch! zegt pastoor
Van Schaik. Ze gaan inzien: „ik moet den
heelen mensch genezen". De ziele-gezond-
heid bevordert de lichaamsgezondheid. Dr.
Bronkhorst waakt daarover als een chris
ten, als een katholiek vader.
Draagt de idee mee aldus spreker
dat ge een werk doet van naastenliefde,
van de grootste beteekenis.
Uw besturen staan soms aan verdacht
making, of wat er op lijkt, bloot, maar ik
zeg als adviseur en als priester aldus
de pastoor dat daarvan niets het geval
is. Uw besturen en alles wat in de leiding
zit, is vertrouwd. (Langdurig enthousiast
applaus).
Spreker is met het diepste en grootste
respect vervuld voor alle bijdragen van de
arbeiders. Mannenzoo zeide spreker
daarvoor hulde!
Als gedelegeerde van het kerkelijk gezag
stelt spreker er prijs op dit namens den
aartsbisschop, die alles wat de beweging
doet tot in de puntjes nagaat, te zeggen.
Ge doet zoo besloot de pastoor een
goed werk, een groot werk, een christen-
werk in de grootste zin van het woord.
(Applaus).
Gedurende geruim en tijd hebben de gas
ten na de koffie gebruikt te hebben in
het ontspanningspaviljoen daarna op het
sanatorium vertoefd, dat ze groepsgewijze
bezichtigden. „Volskrant".
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Bloembollen geteeld zonder
vergunning.
C. Th. van Gr. Sr., te Noordwijk was
door den tuchtrechter reeds veroordeeld
tot een geldboete van 150.omdat hij
terwijl hij niet was aangesloten bij de Ne-
derlandsche Sierteelt Centrale, niettemin
toch bollen had geteeld.
Heden moest hij kennis maken met den
strafrechter. Als getuige werd gehoord
een ambtenaar van de desbetreffende in
stantie, die verklaarde, dat verdachte ver
schillende malen was aangeschreven door
de N. S. C., maar dat hij nooit op deze
epistelen had gereageerd.
De ambtenaar vart 'het O. M. vond het
optreden van verdachte minder nétjes ge
weest en het ten laste gelegde bewezen
achtend eischte spr. een geldboete van 50
subs. 30 dagen.
Uitspraak 25 subs. 14 dagen.
C. H. H. uit N o o r d w ij k moest voor
eenzelfde overtreding terecht staan. Ook
hij had geteeld zonder vergunning der N.
S. C. De tuchtrechter had hem reeds ver
oordeeld tot een geldboete van 125.
Omdat verdachte van goeden wil was en
zijn boete steeds afbetaalde, werd de eisch
thans een geldboete van 1 subs. 1 dag.
Uitspraak conform.
Nummer drie was H. H. eveneens uit
N o o r d w ij k. De tuchtrechter had hem
veroordeeld tot een boete van 360.en
aangezien ook hij van goeden wil is en zijn
boete steeds afbetaalt, was ook hier de
eisch 1.subs. 1 dag. Uitspraak conform.
De laatste overtreder in deze serie was
J. K. uit S a ss e n h e i m. De eisch en
de uitspraak werden hier 5 subs. 5 da
gen.
Zulke rijders zijn er.
J. C. B., rijwielhersteller te Leiden,
had op de Aalmarkt te Leiden met een
motorrijwiel gereden, terwijl hy niet in
het bezit was geweest van een rijbewijs,
een nummerbewijs, geen nummerborden
geen signaalinstallatie, geen remmen en
geen wegenbelastingkaart.
De totale eisch werd een boete van 10
subs. 6 dagen.
Uitspraak gezien de werkloosheid van
verdachte 8 subs. 8 dafgn.
Geen voorrang.
P. K. uit Delft had als automobilist geen
voorrang verleend aan verkeer uit tegen
over gestelde richting op de smalle Spoor-
havenbrug te Leiden. Deze nalatigheid
kwam hem te staan op een eisch van 5
subs. 5 dagen. Uitspraak conform.
Als de wijn is in den man.
J. A. V., los werkman te R ij p w e t e-
r i n g, was door een Leidschen politie
agent aangehouden, toen hij een iet of wat
teveel aan Bachus geofferd had. De agent
oordeelde het tenminste noodig om hem
mee te nemen, omdat het loopen van onze
loswerkman niet volgens de wetten van de
evenwichtsformule ging. De man had er
misschien nog goed van afgekomen als
hij geen valschen naam had opgegeven.
Dit grapje kwam hem te staan op een eisch
van 10 subs. 5 dagen.
Verdachte vertelde, dat hij deze boete
niet kan betalen, omdat hij reeds lang zon
der werk is. De kantonrechter slaakte
toen de verzuchting, dat hij dan niet be
grijpen kon dat een werklooze dan toch
dronken langs de straten kan loopen. De
uitspraak werd ook 10 subs. 6 dagen.
Het varkens houden in de be
bouwde kom der gemeente
Voorhout.
Voortgegaan werd met de zaak van C.
S. W. te Voorhout, die terecht had
moeten staan wegens het houden van var
kens in de bebouwde kom der gemeente
Voorhout zonder vergunning van B. en W.
daar ter plaatse.
Als getuige werd thans gehoord de oud
burgemeester van Voorhout, de heer G.
Bulten. Deze verklaarde, dat verdachte
geen vergunning had gehad. Oogluikend
werd het houden van varkens binnen de
bebouwde kom toegestaan aan hen, die
wel een vergunning hadden tot het houden
van varkens.
Verdachte was evenwel geen boer maar
bloemist.
De agent van politie A, E. verklaarde,
dat hij op bevel van den burgemeester ver
baal had opgemaakt bij allen, die geen
vergunning hadden om varkens te houden.
De ambtenaar achtte door deze getuigen
verklaringen het ten laste gelegde bewezen
en eischte een boete van 3 subs. 1 dag.
Mr. Schaper, als verdediger optredend,
vond, dat er hier gemeten werd met twee
maten. Verder kon spreker niet begrijpen
dat er midden in de gemeente een slacht
plaats is waar het volgens de omwonen
den nu. altijd niet zoo frisch ruikt. Zijn
cliënt is een kleine boer, die zich langzaam
probeert op- te werken omdat het in het
tloemistenvak, welk bedrijf hij vroeger
uitoefende, nu niet zoo rooskleurig is.
PI. was van meening, dat de rechtsgel
digheid hier een beetje zoek is.
De kantonrechter was het daarmede in
het geheel niet eens.
Er is wel degelijk komen vast te staan,
dat verdachte varkens gehouden heeft
zonder vergunning, hetgeen hij zelf toe
geeft.
De uitspraak werd daarom eveneens
een geldboete van 3 subs. 1 dag.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Wederom herrie op de tolbrug
te Leiderdorp.
Het komt den laatsten tijd nogal eens
voor dat de tolbrug te L e i d e r d o rp de
stille getuige is van veel oneenigheid en
de aanaan -vastzittende vechtpartijtjes.
Ook heden moest de Politierechter weer
zulk een knokpartij uitknobbelen. Tollen
zijn nu eenmaal hindernissen, goed voor
den tijd der middeleeuwen, maar niet
voor onzen modernen tijd. De man die de
herrie veroorzaakt had, was een metselaar
uit Leiden, Chr. v. d. L. Op 23 April kwam
hij op zijn rijwiel aangepeddeld en wilde,
zooals hij altijd deed volgens zijn zeggen,
gewoon doorrijden zonder te betalen. Dit
was niet naar den zin van den tolknecht
J. Dreef, want deze pakte het stuur van
des metselaars rijwiel beet en vroeg om
het verschuldigde tolgeld.
Officier: „Maar wie geeft jou het recht
om iemands stuur beet te pakken". „Daar
heb je geen recht toe en dat mag je abso
luut niet doen". „Dan doe je de hekken
maar dicht, zoodat ze daar voor moeten
wachten."
Na deze opmerking werd de zaak ver
der uitgezocht en voornoemde heer Dreef
vertelde, dat de metselaar niet wilde be
talen. En al had onze tolknecht dan geen
klinkenden munt gekregen, hy had toch
wat anders ontvangen en wel een formi-
diöbele mep op zijn neus. De tolknecht
had zijn klomp gegrepen om alsnog te
probeeren de balans in evenwicht te bren
gen. Zoodoende was het een werkely k ge
zellig vechtpartijtje geworden. Een broer
van den metselaar had nog gepoogd om de
vechtenden te scheiden. Het was een po
ging gebleven, omdat hij ook eenige mep
pen had gekregen van den alles vernieti
genden klomp.
Er waren in deze zaak maar liefst vijf
getuigen gedagvaard, alleen omdat onze
metselaar ontkende den eersten klap ge
geven te hebben. Achtereenvolgens pas
seerden het hekje de baggerman v. d. B.
uit Hoogmade, die zeide, dat verdachte het
eerst had geslagen. Daarna van Groenin
gen, smid te Leiderdorp die ook had gezien,
dat de metselaar het eerst geslagen had.
Nog een'andere tolknecht viel natuurlijk
zijn collega niet af, dus weer tegen ver
dachte.
Zoodoende kwam de schuld van ver
dachte vast te staan en de Officier achtte
het feit dan ook bewezen, maar hield toch
rekening met de verschillende omstan
digheden, zoodat de eisch maar werd 5
subs. 5 dagen.
De Politierechter ging blijkbaar ook van
het standpunt uit: „Waar twee kijven heb
ben twee schuld" en vonniste conform de
zen milden eisch.
„Niet in hooger beroep", glunderde onze
metselaar.^
Niet de juiste methode.
De Leidsche typograaf P. J. H., moest
terecht staan wegens vernieling. Hij was
op 14 April bij Maatschappelijk Hulpbe
toon te Leiden gekomen om te reclamee
ren tegen een verlaging van steun, welke
hij had gekregen zeer tot zijn ontevreden-
beid. Toen dit gesprek niet den uitslag
kreeg van wat hij zich had voorgesteld,
had hij zich opgewonden en had deze op
gewondenheid omgezet met een ferm en
slag tegen de tralies van -het loket. Achter
het ijzerwerk was evenwel nog een ruit
aangebracht en het glaswerk had den druk
niet kunnen weerstaan.
Verdachte hield een nogal verwarde
verdediging die ongeveer neerkwam op:
„We staan toch als mannen tegenover
elkaar en niet als kwajongens". Wat dit
evenwel met de stuk geslagen ruit te ma
ken had, begreep de Politierechter niet
erg.
De Officier vond, dat hier zeer zeker een
strenge straf op zijn plaats is, temeer daar
verdachte den toestand waarin hij nu ver
keert geheel aan zich zelf te wijten heeft.
Verschillende prachtige betrekkingen is hij
door eigen schuld kwijtgeraakt.
De eisch was tenslotte twee maanden
gevangenisstraf.
De Politierechter wilde het nog eens
met verdachte probeeren en nam in aan
merking, dat hij nog nooit gestraft is, zoo
dat de uitspraak werd een voorwaardelijke
gevangenisstraf voor den tijd van twee
Tnaanden met een proeftijd van drie jaar.
Steunfraude.
J. I. v. d. M., transportarbeider te Oude
Wetering, gemeente Alkemade, had
geknoeid met zijn steun. Hij had geduren
de het tijdvak van een week inkomsten
genoten en van deze inkomsten 4.20 ver
zwegen voor de steunverleening.
De Officier eischte voor dit feit een ge
vangenisstraf van veertien dagen.
Ook de Politierechter was van meening,
dat verdachte een vrijheidsstraf moest
hebben en veroordeelde hem tot zeven da
gen gevangenisstraf.
J. G. v. d. V., schipper te Oude We
tering moest voor eenzelfde feit ver
schijnen. Hier betrof het een bedrag van
4.80 hetwelk verdachte verzwegen had.
Hij zelf voerde tot zijn verdediging aan uit
armoede te hebben gehandeld en het geld
geheel voor zijn gezin te hebben gebruikt.
Met de verschillende omstandigheden
rekening houdende werd de eisch een voor
waardelijke staf van drie maanden met een
proeftijd van drie jaar.
De Politierechter veroordeelde verdach
te tot een voorwaardelijke gevangenisstraf
voor den tijd van veertien dagen.
Leest met aandacht
de advertenties
ln Uw Dagblad!
139. „Ziezoo", dacht ze hier zullen ze me wel niet meer
uithalen. Een van de heeren echter was iemand die altijd
voltooide wat hij eens begonnen was. Hij wilde ook in het
gat kruipen, maar opeens plaatst e de bezem zich voor hem.
140. Nog voor de meneer van zijn schrik bekomen was,
kroop de bezem door het lusje van zijn jas en vloog met
hem heen, hoog over bosch en weide, en hij gaf er niets
om dat de meneer gilde alsof hij werd doodgemaakt.