Land en volk van
T sf echo-Slo wakiie
De eeuwenoude historie van het land
De kwestie der
luchtbombarde
menten
De strijd In het
verre Oosten
LUCHTVAART
ZATERDAG 2 JULI 1938
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
DE HERDENKING VAN HET ZILVEREN JUBILEUM DER LUCHT VA ARTAFDEE LING TE SOESTERBERG. Een over
zicht tijdens de kranslegging bij het monument voor de gevallen vliegers.
De strijd om de
onafhankelijkheid
OORSPRONG IN DE 6e EEUW.
In den schemer der historie.
Ongeveer in het midden van Europa ligt
de Republiek Tsjecho-Slowakije, naar de
oppervlakte de veertiende-, naar de bevol
king de negende staat van dit werelddeel.
Ofschoon zelf nog van jongen datum zij
werd in 1918 in de rij der Europeesche Sta
ten opgenomen mag zij worden be
schouwd als de voortzetting van den ouden
Tsjechischen Staat, die in het begin der
zesde eeuw ontstond door de vestiging van
verschillende Slavische stammen, tezamen
Tsjechen genaamd, in Bohëmen. Weliswaar
maakten de Avaren vrij spoedig aan dit
Rijk een einde, doch in 623 bevochten de
Tsjechen opnieuw hunne zelfstandigheid.
Nog in dezelfde eeuw viel het Rijk even
wel uiteen, om eerst in 912 wederom te
herrijzen. Inmiddels had het christendom
vanuit Duitschland zijn intrede gedaan en
de Duitsche invloed deed zich weldra in die
mate gelden, dat Wenceslas in 929 genood
zaakt werd, de Duitsche leenheerschappij
te erkennen. Hadden tot dusverre steeds
hertogen in Bohemen geregeerd, eerst in
1198 wist Ottokar I definitief de konings
kroon te verwerven. Praag was inmiddels
het politieke en organisatorische centrum
van het land geworden; daar verrees later
ook de eerste Universiteit in Midden-
Europa.
Grooten bloei bereikte het Boheemsche
Rijk onder de dynastie der koningen uit het
Luxemburgsche Huis (13101437), in het
bijzonder onder Karei I, als Duitsche keizer
Karei IV (1346—1378). Het was deze laat
ste, welke de universiteit te Praag sticht-'
te (1348) en ook overigens zeer veel voor
de ontwikkeling van het land deed. Onder
zijn opvolger Wenceslas IV valt het optre
den van den reformator Johannes Huss,
hetwelk tot het uitbreken (in 1419) van den
16 jaren durenden Hussietenoorlog aanlei
ding gaf. In 1526 kwam met Aartshertog
Ferdinand de eerste Habsburger op den
troon. Toen de Protestanten in Bohemen
onder dit Huis meer en meer onderdrukt
werden, kwam het tenslotte onder Ferdi
nand n tot een uitbarsting, doordat de Bo-
heemschen standen dezen niet erkenden,
doch in zijn plaats den Protestantschen
keurvorst Frederik V van den Paltz tot ko
ning kozen. Deze (de „winterkoning") werd
spoedig door Ferdinand verdreven na den
slag bij den Witten Berg nabij Praag (8 No
vember 1620), welke den Dertigjarigen oor
log inluidde, die voor Bohemen katastro-
phale gevolgen had. Niet alleen werd het
land volkomen verwoest, en slonk de be
volking van 3 millioen inwoners tot 800.000
terug, doch met de zelfstandigheid der
Tsjechische natie was het afgeloopen en het
land werd een Oostenrijksche provincie,
welke men tot eiken prijs te germaniseeren
zocht, zóó zelfs, dat de kultureele ontwik
keling van het Tsjechische volk in de 17e
en 18e eeuw totaal verdween.
Nationaal réveil.
Eerst in de 19e eeuw voltrok zich een
nationaal réveil, waarbij niet alleen tegen
den germaanschen invloed in Bohemen,
doch ook in den sedert de eerste helft van
de 19e eeuw in Slowakije optredenden Hon-
gaarschen invloed moest worden gestreden.
De Tsjechische natie heeft dezen strijd op
twee fronten zegevierend doorstaan, en aan
het einde der 19e eeuw had zij hare kultu
reele positie herkregen, al kon hetgeen in
de 17e en 18e eeuw was ingeboet, niet ge
heel worden teruggewonnen.
Ook op politiek gebied voerden de Tsje
chen een verbitterden strijd met Oostenrijk,
welke de kloof tusschen hen en de in Bo
hemen levend%,Duitschers vergrootte. Mid
den in dien strijd brak de wereldoorlog in
1914 uit en de uitgeweken leiders der Tsje-
cho-Slowaken wendden zich nu tot de Geal
lieerden om erkenning hunner rechten.
Hunne te Parijs gevestigde organisatie, de
Naradni rada (Nationale Raad), aan welks
TT
spits het driemanschap T. G. MasarykE.
BenêsM. Stefanik stond, wist een Tsje-
cho-Slowaaksch leger te organiseeren het
welk als Tsj echo-Slowaaksche legioenen
aan de zijde der Geallieerden streed.
In Juni 1918 werd de Narodni rada als
toekomstige Tsj echo-Slo waaksche regeering
door de Geallieerden erkend; 14 October
1918 constitueerde zich te Parijs de voor-
loopige Regeering, in wier naam Masaryk
18 October 1918 de onafhankelijkheid van
Tsjecho-Slowakije afkondigde. Dit ge
schiedde 10 dagen later eveneens te Praag,
waarna de definitieve Regeering, aan welks
hoofd Masaryk als president trad, werd ge
vormd. Op 29 Februari 1920 werd de eerste
Grondwet afgekondigd, in April 1920 de
eerste Nationale vergadering gekozen. Ma
saryk regeerde tot 1936, en werd toen ver
vangen dóór Benês.
een dicht bevolkt land.
Een staalkaart van volken.
Tsjecho-Slowakije heeft een oppervlakte
van 140.493 K.M.2; het is een der dichtst
bevolkte landen van Europa. Hoewel het
aantal inwoners sedert de volkstelling van
1930 niet nauwkeurig meer is vastgesteld,
mag toch wel op grond van betrouwbare
statistieken worden aangenomen, dat de
bevolking thans ongeveer 15.200.000 inwo
ners bedraagt, zoodat derhalve 108 inwo
ners op 1 K.M.2 wonen.
Het land bezit door zijn ligging langs den
49en breedtegraad een gematigd klimaat,
hetwelk den overgang vormt van het Wes
telijke zeeklimaat naar het Oostelijke vaste
landsklimaat. Dit maakt, dat zich naar ge
lang van het jaargetijde, groote tempera
tuursverschillen openbaren, naar mate men
meer Oostelijk komt.
De groote Europeesche waterscheiding
loopt midden door het land heen en ver
deelt het in twee naar oppervlakte en be
volking ongeveer gelijke deelen. Belang
rijke rivieren, zoo de Donau, de Elbe en de
Oder, voeren het water van het land naar
de Zwarte Zee, Noordzee en Oostzee. Ver
der is het land vele groote meeren rijk,
waarin de karperteelt wordt beoefend.
Als belangrijkste stad moet de hoofdstad
Praha (Praag) worden aangemerkt, welke
in alle opzichten het centrum des lands
vormt. Eerst daarna komen Brno (Brünn),
Moravska Ostrava (Mahrisch Ostram),
Bratislava (Pressburg) en PI zen (Pilsen),
wélke alle meer dan 100.000 inwoners heb
ben. Over het algemeen leeft de bevolking
meer in kleinere plaatsen, en in bovenge
noemde 5 steden is slechts 10 pet. der totale
bevolking geconcentreerd.
Nog steeds als gevolg van het groote ver
lies aan mannen gedurende den wereldoor
log zijn er in Tsjecho-Slowakije meer vrou
wen dan mannen, in 1934 naar ambtelijke
schattingen pl.m. 418.000 vrouwen meer;
het verschil neemt evenwel geleidelijk af.
Tsjecho-Slowakije vormt als het ware
een staalkaart van nationaliteiten; onder
deze vormen de Tsjechen en Slowaken met
pl.m. 67 pet. de meerderheid. Hierna komen
in de eerste plaats de Duitschers met ruim
22 pet, waarna verder de Ruthenen met
pl.m. 3 y. pet., de Magyaren met pl.m. 5 pet.,
de Joden met pl.m. 1 pet. en de Polen met
pl.m. H pet- komen. Over het algemeen
staat tegenover het toenemen van het aan
tal Tsjechen en Slo waken een afnemen van
het aantal tot de overige nationaliteiten be-
hoorende inwoners.
Wat de religies betreft er heerscht in
Tsjecho-Slowakije krachtens de Grondwet
vrijheid van religie zijn de Roomsch-Ka-
tholieken in de meerderheid; bij de volks
telling van 1930 omvatten zij nog pl.m. 75
pet. der bevolking (waarvan het grootste
deel naam-Katholieken), alhoewel er een
voortdurende achteruitgang in aantal te
bespeuren viel; overigens worden er
Grieksch-Katholieken (4 pet. in 1930), Jo
den (pl.m. 2y3 pet. in 1930), Protestanten
(pl.m. 7 y2 pet. in 1930) en aanhangers der
sinds 1918 gestichte Tsjecho-Slowéaksche
kerk (pl.m. 5y pet. in 1930) aangetroffen.
Zonder religieuse overtuiging is pl.m. 6
pet. der bevolking.
De crisis
Alhoewel sedert het uitbreken van de
economische crisis door vele landen daar-
HET ANTWOORD VAN FRANCO AAN
LONDEN
De generalissimus stelt andermaal voor,
de haven van Almeria te neutraliseeren
Naar blijkt, doet Franco in zijn antwoord
aan Engeland opnieuw het aanbod, Alme
ria te neutraliseeren zonder daaraan een
nieuw voorstel te verbinden.
Volgens diplomatieke kringen begint
Franco zijn antwoord met uitdrukking te
geven aan zijn diepe waardeering voor de
Britsche houding en betoogt de nationalis
tische regeering, dat de aanvallen op Brit
sche schepen in de havens der Spaansche
republikeinen niet weloverwogen waren.
Zij rechtvaardigt deze bewering met de
onmogelijkheid, de nationaliteit te herken
nen van ieder schip, dat in een haven voor
anker ligt, wegens de groote hoogte waar
van deze aanvallen worden uitgevoerd. Zij
houdt de wettigheid dezer aanvallen staan
de, daar de Barcelöna-regeering in deze
havens oorlogs-industrieën heeft geves
tigd en munitie-opslagplaatsen heeft inge
richt waardoor de doelen een militair ka
rakter hebben gekregen.
De door de nationalistische bombarde
menten veroorzaakte ontploffingen leveren
het bewijs van het bestaan van deze muni
tie-opslagplaatsen.
Voorts wordt te kennen gegeven, dat de
aangevallen schepen voor het meerendeel
contrabande vervoerden en de Britsche na
tionaliteit hadden geüsurpeerd.
Teneinde evenwel tegemoet te komen
aan de Britsche wenschen hetrinnert de na
tionalistische regeering aan haar vroeger
aanbod, dat beoogt een veiligheidszone in
te stellen in het Zuidelijk gedeelte van het
gebied der republikeinen. Almeria wordt
opnieuw voorgesteld als beantwoordende
aan alle eischen. Dat brengt een neutrale
controle met zich mede.
Men wijst in diplomatieke kringen op 't
vriendschappelijke karakter van de mede-
deeling van Franco. Bovendien wordt er
in gezegd, dat alles zal worden gedaan, om
voor het vervolg te voorkomen, dat Brit
sche schepen zouden worden getroffen. De
regeering van Burgos behoudt zich echter
het recht voor, militaire doelen te bombar
deeren.
aan bezwaren in den weg gelegd zijn, is de
emigratie vanuit Tsjecho-Slowakije toch
niet geheel en al tot stilstand gekomen; zij
is in de laatste jaren op pl.m. 5000 inwoners
te schatten. Hoofdzakelijk Amerika (Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika, Cana
da en Argentinië, doch in de laatste jaren
ook Paraguay en Brazilië), en verder
Frankrijk en Duitschland nemen emigran
ten uit Tsjecho-Slowakije op. Voor de
Zionisten biedt in de laatste jaren Palesti
na eveneens eenige mogelijkheden, doch de
daar heerschende politieke onrust is op de
emigratie naar dat land van ongunstigen
invloed gebleken.
Het onderwijs staat in Tsjecho-Slowakije
op hoog peil; men kent er volksscholen,
burgerscholen, middelbare scholen, vak
scholen en hoogescholen. Van deze laatste
zijn er in het land een 14-tal, waaronder
een Duitsche Universiteit en twee Duitsche
Polytechnische Hoogescholen. De volksont
wikkeling wordt verder verzorgd door
openbare bibliotheken, welke bijna alle
(ongeveer 17000) gemeentelijke bibliothe
ken zijn. Hiernaast wordt aan de lichame
lijke opvoeding groote aandacht gewijd;
talrijk zijn de sport- en turnvereenigingen.
Uit deze gegevens blijkt wel, dat Tsjecho-
Slowakije een goed georganiseerde, krach
tige en levensvatbare natie is, welke een
waardige plaats in de rij der Europeesche
naties inneemt.
HEVIGE STRIJD IN CASTELLON.
In de provincie Castellon wordt op den
linkeroever van de Rio Mijares in den sec
tor van Fanzara ten Zuiden van Lucena
del Cid hevig gevochten, aldus wordt uit
Valencia gemeld. De vijand had een aan-
van op groote schaal ingezet en daarbij
den Esterberg bezet. De regeeringstroepen,
die het terrein slechts prijs gaven wegens
de hevigheid van het artillerievuur, ont
ketenden een tegenaanval op het oogen-
blik, dat de artillerie der opstandelingen
ophield. De troepen van Franco werden
met kracht teruggedreven.
DE CHINEEZEN VALLEN WEER AAN.
Doorgedrongen tot in Anking.
Naar het Chineesche telegraafagentschap
meldt, wordt steeds feller gestreden bij
Tsingsjanpa op verscheidene kilometers ten
Noorden van Matahg, na de landing van
Japansche troepen daar op Dinsdagmiddag.
De Chineezen vielen onmiddellijk deze troe
pen aan om een tijdelijke Japansche drei
ging in de richting van Taihoe, ongeveer
40 K.M. van Hoepeh, af te weren.
De Chineezen hebben twee strategische
punten, die in Japansche handen waren,
Woensdag heroverd, na bloedige gevechten,
waarbij tweeduizend man Japansche troe
pen uiteengeslagen werden ten Westen van
Tsiensjan, 40 K.M. ten Noord-Oosten van
Taihoe.
Intusschen heeft een Chineesche colonne
Donderdagmorgen een plotselingen aanval
ondernomen op Anking, waarbij zij er in
slaagde door te dringen tot de buitenwij
ken der stad. Ondanks een krachtig bom
bardement van de Japansche artillerig
handhaafden dé Chineezen hun offensief.
In Noord-China laat de guerilla den Ja-
panschen troepen geen rust. Onvermoeid
vallen de guerillabenden de Japanners aan
langs de grenzen van Hopei, Tsjahar en
Sjansi.
In een communiqué wordt bekend ge
maakt, dat de Chineezen Sjoetsjeng en
Tautsjitsjen heroverd hebben, twee be
langrijke strategische punten in het midden
van de provincie Anhwei. De Japanners
hebben zich 40 K.M. naar het Oosten terug
getrokken. Voorts wordt in dit communi
qué bekend gemaakt, dat de Japansche
eenheid, die oprukte naai Taihoe, door de
Chineezen teruggedreven is halverwege
Taihoe en Tiensjan. De Japanners trekken
terug naar Tsiensjan.
Het Japansche ministerie van Marine en
dat van Buitenlandsche Zaken ontkennen
ten stelligste de beweringen der Chineesche
regeering, dat de Japansche troepen, welke
Matang hebben bezet, gifgassen zouden
hebben gebruikt.
Swatau gebombardeerd.
Negen Japansche vliegtuigen hebben
anderhalf uur lang Swatau gebombardeerd
en daarbij groote verwoestingen aangericht.
Er moeten veel dooden en gewonden zijn.
Honderden bommen zijn neergekomen op
de woonwijk. Tot de slachtoffers behooren
vele vrouwen en kinderen.
DIJKEN VAN DE JANGSTE
DOORGESTOKEN.
Vanochtend werd medegedeeld, dat de
Chineezen de Noordelijke dijken van de
Jangste hebben doorgestoken, een twintig
tal kilometr stroomopwaarts van Matang.
Vliegers hebben gezien, dat een geweldige
boeveelheid water naar de meren Pehoe
en Hoeanhoe stroomt. Het belangrijke stra
tegische gebied tusschen de rivier en de
heuvels in het Zuidwesten van Anwei,
dreigt in een groote watervlakte te worden
herschapen, terwijl de rivier aan den be
nedenloop veel water dreigt te verliezen,
waardoor de scheepvaart voor de Japan
sche vloot bemoeilijkt wordt.
De Japansche opmarsch naar Hankau.
Uit Hankau wordt gemeld:
Japansche motorbooten zijn er in ge
slaagd een versperring in de Jangtse te
doorbreken, waarna de Chineesche forten
bij Matang op den Zuidelijken oever kon
den worden ingenomen.
De Chineezen hebben thans een nieuwe
versperring in de? rivier gelegd eenige kilo
meters stroomopwaarts. Ten Westen van
Mating wordt verwoed gestreden.
EEN NOODLOTTIGE VERGISSING VAN
EEN CHINEESCHEN VLIEGER.
Door een bom, die een Chineesche vlie
ger bij vergissing had laten vallen, zjjn op
19 Juni ten Z.W. van Natang 300 man van
het 35e Chineesche leger gedood.
VOLGEND JAAR EEN GEREGELDE
TRANS-ATLANTISCHE LUCHTDIENST?
De Engelsche minister van financiën sir
John Simon heeft gisteravond te Londen
een rede gehouden, waarin hij deed uit
komen, dat het volgend jaar de opening
van een geregelden trans-atlantischen lucht-
dienst kan worden verwacht.
DE MOLDAU-BRUGGEN IN PRAAC