Een veel-zeggende balans v Wil zijn geen militairisten Tei.33Dnr.V.'t:DHRlT;<2.- ZATERDAG 2 JULI 1938 29ste Jaargang No 9071 3)e Geidóch^Gou/fca/itt Telefoon: Administratie 935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 1L WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN De Nederlanders zijn geen militairisten. Maar zij zien in, dat een leger vooral in dezen tijd noodzakelijk is. En daarom hebben zij voor het leger over offers, zeer groote geldelijke offers. En daarom waardeeren zij het leger en respecteeren wat gedaan wordt om dat le ger zoo goed mogelijk te doen beantwoor den aan zijn doelstelling. En voor degenen, die door het vervullen van hun dienstplicht niet zelden persoon lijke offers moeten brengen persoon lijke offers naast en boven die van het ge- heele volk willen wij den toestand zoo gunstig mogelijk zien. Het Nederlandsche volk wil zijn militai ren onder alle opzichten daadwerkelijk waardeeren! Maar nogmaals: wij zijn geen militairis ten. Men spreekt van militairisme, als in de samenleving de militie een, naar nuchter- zakelyk inzicht, te groote rol speelt, te voorname plaats inneemt. Wij hebben een afkeer van, een afschuw voor het militairisme, dat den volksgeest bederft. En alles wat maar naar militairisme zweemt ook al zijn 't maar kleinigheden moet, naar onze overtuiging, in den kiem gesmoord. Militairisme is er in ons land niet. Wij zijn er te nuchter voor, wij zouden het niet kunnen verdragen. Wat dezer dagen te Alphen is voorge vallen: een onredelijk-aanmatigend optre den van militairen, alszoodanig, tegen over de politie is slechts een incident, een op zichzelf staand gevalletje. Men mag dat niet opblazen en wij denken er niet over, om er grootere pro porties aan te geven, dan het heeft. Maar, zooals wij reeds opmerkten, alles wat maar naar militairisme zweemt moet inden kiem gesmoord. Een sergeant later min of meer bij gestaan door een luitenant heeft zich in Alphen niet willen houden aan de door de politie gegeven aanwijzingen voor het verkeer, en daarvan zelfs door hardhan dig optreden tegen de politie doen blij ken, zich er op beroepend, dat hij deel uitmaakte van een militaire colonne welke.... niet te zien was! Wij vertrouwen, dat den bij dit voor valletje betrokken militairen duidelijk zal worden gemaakt, heel duidelijk, dat zij al dus alléén kunnen optreden, als zij het leger onpopulair willen maken! PE WERELD IN VOGELVLUCHT BERLIJN: De kwestie der Oostenrijksche schulden, welke Duitschland tegelijk met de activa behoorde over te nemen, maar waartegen het aanvankelijk bezwaren maakte, is thans opgelost, althans tusschen Berlijn en Londen. De bedoeling van het aanvankelijke tegenstribbelen was, om Londen tot concessies te brengen. Dat doel is inderdaad bereikt, want de Engelsche houders van Duitsche en Oostenrijksche leeningen hebben een veer moeten laten. In Amerika is men er niet al te zeer over te spreken; men is daar van meening, dat indien de crediteuren een vereenigd front hadden gevormd tegenover Duitschland, gesteund door de bedreiging van een clea ring, de Duitsche regeering genoodzaakt zou zijn geweest om haar verplichtingen na te komen. Om de een of andere reden, van politieken of financieelen aard, heeft de Britsche regeering deze politiek echter niet willen volgen. Zij schijnt weinig moei te te hebben gedaan om een krachtige sa menwerking van de crediteuren tot stand te brengen en heeft daardoor het in ge breke blijven van Duitschland vergeven en zelfs den omvang hiervan uitgebreid. PRAAG: De onderhandelingen te Praag tusschen de Tsjechische regeering eener zij ds en de vertegenwoordigers der natio nale minderheden anderzijds zijn thans in vollen gang. Met man en macht werkt de Tsjecho- Slowaaksche regeering aan het nationali teitenstatuut. Men heeft de oppositiepar tijen geraadpleegd en is dus thans op de hoogte van hun wenschen. Gistermiddag was er een bijeenkomst van de politieke ministers. Het opmerkelijke daarbij was, dat de vergadering door Benesj werd ge leid. De president pleegt bij dergelijke bij eenkomsten niet aanwezig te zijn; men kan daarom aannemen dat het thans ernst wordt met de formuleering van het sta tuut. DE TAAL VAN EEN OFFICIEEL DOCUMENT. Door een bijzondere relatie is de K.W.P. in staat de letterlijke tekst te brengen van een officieel ker kelijk document waarin de balans opgemaakt wordt van Vijf Jaar Kerkvervolging in het Derde Rijk. De cijfers, die in dit document gegeven worden, hebben betrek king op het Aartsbisdom Freiburg, doch de beschrijving van toestan den en verschijnselen rondom deze kerkvervolging hebben evengoed betrekking op de overige Duitsche Diocesen. Het omvangrijke document dat in ons bezit is beslaat Zeven Hoofd stukken, waarvan wij hieronder het eerste laten volgen dat tot titel draagt: „De houding van Staat en Partij tegenover de Kerk". Voor de beoordeeling en waardeering van de Kerk en haar bedienaren zijn ook in het Aartsbisdom Freiburg de ideeën van den Rijksleider voor de Nationaal-Socia- listische Wereldbeschouwing Alfred Rosen berg in de tallooze vormingscursussen en voordrachten, in de periodieke vaklittera tuur en in de dagbladpers steeds meer op ondubbelzinnige wijze toonaangevend ge worden. Verdachtmakingen en bedrei gingen. Verder is de vaderlandslievende gezind heid der katholieke zielzorgers, zoowel in dividueel als in 't algemeen, verdacht ge maakt en in twijfel getrokken. Vele geestelijken wérden het slachtoffer van openlijke beleedigende demonstraties. Betoogingen van trouw en aanhankelijk heid van de zijde der katholieke kerkbe zoekers jegens hun Opperherder op het Münsterplein ir Freiburg werden meer dere malen door de politie verhinderd, ter wijl de deelnemers aan dergelijke betoo gingen soms met aanzienlijke straffen wer den getroffen. Na de geloofsdemonstratie der Katholieke Jeugd van Mannheim in de Jezuitenkerk, bij gelegenheid van het toe dienen van het H. Vormsel door den Wij bisschop, volgden op het kerkplein ernstige handtastelijke aanvallen op de deelnemers, terwijl ernstige bedreigingen werden geuit tegen Zijne Eminentie den Wijbisschop. Vooral in de laatste jaren werd bij gelegen heid van de Volksstemming de grootste beroering gewekt en werd het volk in de geheele Duitsche pers opgezweept tegen de kerkelijke autoriteiten, den priesterlijken stand en de reïigieuse orden, door de vaak onjuiste of onrechtvaardige behandeling der z.g. Deviezenprocessen en later van de zedelijkheidsprocessen, waarbij vooral de uitbuiting van het z.g. „Geval Schülle", dat zich in ons Aartsbisdom afspeelde, de inzet was. Deze vijandelijke houding tegenover de Katholieke Kerk in verband met een steeds meer sterker wordende, somstijds openlijk gevoerde propaganda-actie voor het uittrè- den uit de Kerk moest noodwendig tot uit drukking komen in de cijfers betreffende bet opzeggen van het lidmaatschap der Ka tholieke Kerk en in het geringer aantal be keeringen. Uittreden uit de Kerk. Volgens de officieele cijfers bedroeg het aantal personen die in 1931 en 1932, toen de onbelemmerde propaganda der vrijden kers voor het uittreden uit de kerk vooral in kringen van Sociaal-democraten en Communisten haar hoogtepunt bereikte, 2527 en 2750, om daarna in de volgende jaren weer terug te loopen tot 2108 en 1646. Doch in 1935 was er weer een stijging waar te nemen van het aantal personen dat uit de Kerk trad n.l. van 1646 tot 1966 en in 1936 werd zelfs een tot dan toe nooit be reikt recordcijfer genoteerd van 2798. Ook de daling van het aantal bekeerin gen is aan dezelfde oorzaken te wijten. Terwijl volgens de kerkelijke statistiek in 1932 nog 763 bekeeringen geteld werden en 214 personen terugkeerden tot de Kerk, daalden deze cijfers in 1933 respectievelijk tot 693 en 376. in 1934 resp. tot 592 en 261, in 1935 resp. tot 588 en 227, terwijl voor 1936 de volgende cijfers genoteerd staan: 495 personen bekeerden zich terwijl 145 personen terugkeerden tot de Katholieke Kerk. Van bijzonder belang zijn de officieele kerkelijke cijfers over het uittreden uit de Kerk, waarvan op dit oogenblik nog slechts ter beschikking staan de statistieken over de eerste negen maanden van 1937. Over het eerste kwartaal van 1937. dus geduren de de maanden Januari, Februari en Maart, hebben in totaal 633 personen het lidmaat schap van hun kerkgenootschap opgezegd; daaronder bevonden zich 15 onderwijzers, 28 partij-functionarissen en 44 ambtenaren; van April tot Juni (in deze periode werden de z.g. zedelijkheidsprocessen gehouden) steeg dit aantal tot 841, waaronder zich be vonden 28 onderwijzers, 42 partijfunctio narissen en 115 beambten. Gedurende het derde kwartaal van 1937 dus in de maanden Juli tot September zijn 606 personen uit de kerk getreden, waar ender 10 onderwijzers, 26 partij-functiona rissen, en 69 ambtenaren; over het vierde kwartaal bedroegen deze cijfers 1294, waar onder 30 onderwijzers, 53 partijfunctio narissen en 150 beambten. De propaganda die in de organisaties, op de scholen en tijdens de vergaderingen in de pers en in dividueel gevoerd werd, tegen het Chris tendom en de Kerk, waren dus niet zonder succes gebleven, temeer nog daar ook tijdens het dienstverband de ambtenaren beinvloed werden. Strijd tegen het Kruisbeeld. Een nog meer onbedriegelijk teeken van de vijandige houding tegen Kerk en Chris tendom in den laatsten tijd is de strijd tegen het teeken der Verlossing, het Kruis beeld, dat Rosenberg in zijn „Mythe der 20ste eeuw" zoowel op de openbare straten als in de kerken gaarne door andere af beeldingen zou willen vervangen. In het instituut voor onderwijs te Waib- stadt werden in 1936 op instigatie van den burgemeester de kruisbeelden verwijderd uit alle klaslokalen en ondanks de pogin gen die door de bevolking en de kerkelijke autoriteiten ter plaatse daartoe gedaan worden, zijn deze kruisbeelden tot op he den niet opnieuw aangebracht op hun oor spronkelijke plaats; hetzelfde geschiedde in 1937 in de schoollokalen van de meer uit gebreide lagere school en het Gymnasium van Sackingen, in de school te Dielheim en in 1938 tijdelijk ook in de school te Bötzingen. Op verschillende plaatsen, zoo b.v. in 1936 in Ketsch, werden de kruis beelden, die vroeger in de school de eere plaats innamen, naar een zijwand of naar de achterwand Verplaatst. Omtrent het ver wijderen van het Kruisbeeld uit Raadhui zen bereikten ons in 1936 berichten uit Kirchhofen en in 1937 uit Oestringen. In Bleibach heeft een 14-jarige leidster van een Jeugdorganisatie in 1936 het kruis uit de Raadszaal verwijderd, toen haar de Raadszaal ter beschikking was gesteld; eerst had zij het kruisbeeld in de papier mand geworpen en later op zolder verbor gen. In hetzelfde jaar werd het kruisbeeld in een school te Neckarhausen herhaalde lijk met rotte appels bekogeld. In Dogern werden in 1936 blijkbaar door jeugdige personen de glasstolp ingeslagen van het kruisbeeld in de school, terwijl een ge meen en Godslasterlijk onderschrift onder het beeld was aangebracht. In Oberwitt- stadt heeft in Februari 1937 een jongen van de ambachtschool het mooie kruisbeeld uit de zaal van de Muloschool in de kachel ver brand. Uit Dettingen, district Constanz, wordt bericht, dat in October 1937 een tolbe ambte het kruisbeeld in een herberg van de muur genomen heeft en dat hij het kruis spottend tusschen zijn beenen naar de rom melzolder heeft gebracht. Op dezelfde wij ze is sedert 1935 het aantal heiligschennen- de aanslagen tegen kruisen en beelden langs den openbaren weg op onrustbaren de wijze toegenomen; in de meeste gevallen konden de daders niet worden opgespoord. Van 19 op 20 Augustus 1935 werd een veldkruis bij het kasteel Helmsdorf in de parochie Immonstaad omver geworpen en kapot geslagen; in denzelfden nacht werd op slechts enkele kilometers afstand een zelfde aanslag gepleegd op een steenen kruis langs den weg van Oberuhldingen naar Ueberlingen. Op 14 September'1935 vond men in de parochie Prinzbach een kruisbeeld langs den weg van SchönbergReichenbach, waarvan de beenen waren verbrijzeld; het Mariabeeld dat zich daaronder bevond, was in gruizelementen geslagen. De dader, een boerenknecht, kreeg acht maanden gevan genisstraf. Van 10 op 11 April 1936 werd in de pa rochiekerk Urloffen een veldkruis vernield; de daders waren twee jongelieden uit ge noemd dorp. Op 1 Mei 1936 werd in de parochie Wöschbach een veldkruis zwaar beschadigd; van het Corpus Christi waren de neus, handen en voeten afgeslagen. In den nacht van 8 op 9 Mei werden in de parochie Rangendingen twee kruisen langs den weg omvergeworpen; hetzelfde geschiedde vermoedelijk door dezelfde da ders, met een veldkruis in de naburige pa rochie Stein, waarbij het Corpus Christi in vele stukken geslagen werd. Van 19 op 20 Mei werden in de parochie Steihofen drie kruisbeelden langs den weg vernield. In den nacht van 2 op 3 Augustus 1936 werd in de parochie Immonstaad een kruis beeld langs den weg naar Kirchberg om vergeworpen. HET „HEERLIJK JACHTRECHT". Met ontsteltenis zal men kennis geno men hebben van een verklaring van den procureur-generaal bij het Bosche Ge rechtshof, baron Speyart van Woerden, omtrent sommige opvattingen, die bij de marechaussee heerschen. Wij laten hier de betreffende passus uit het A.N.P.-ver slag nog eens volgen: Spr. merkt op, dat bij het verhoor, dat spr. met den Officier heeft afge nomen aan wachtmeester De Gier, laatstgenoemde zich op het standpunt heeft gesteld, dat wanneer het betreft gedragingen van geestelijken, ook al vallen die gedragingen niet onder de strafwet, het dan toch tot de taak der marechaussee behoort, daarnaar een onderzoek in te stellen. Spr. heeft over de wijze, waarop de marechaussee, in deze zaken is opge treden, zijn ernstige afkeuring uitge sproken en hij heeft naar aanleiding van het rapport zijn verbazing uitge sproken, dat de meening van De Gier ten aanzien van de taak der mare chaussee ten deze werd gedeeld door den inspecteur van het wapen. Spr. heeft in de conferentie de hee- ren er niet van kunnen overtuigen, dat voor een onderzoek ook tegen geestelijken, alleen strafbare feiten een rol kunnen spelen en zij zijn op het standpunt blijven staan, dat zij om het zoo uit te drukken de geestelijken meenen te mogen be schouwen als het heerlijk jachtrecht van het wapen der marechaussee. Wij hebben enkele zinsneden vet ge drukt. De Gelderlander schrijft hierbij: Wie had ooit gedacht, dat de marechaus see het tot haar bijzondere taak rekende op onze geestelijkheid te letten, ook bij gedragingen, die niet onder de strafwet vallen? Tot nu toe meenden wij, dat alle Ne derlanders gelijk zijn voor de wet. Som mige overheden onder de marechaussee schijnen daar anders over te denken. Wat baron Speyart van Woerden hier onthuld heeft is werkelijk ontstellend en wijst op een mentaliteit, die men zich haast niet kan indenken. Er zal in die mentaliteit heel wat gewij zigd moeten worden, voordat de mare chaussee weer op ons volle vertrouwen aanspraak kan maken. N.S.B. EN STAKING. Het Nationale Dagblad schrijft: De N.S.B.-leden onder de Venlosche ar beiders welke in de Peel zijn tewerkge steld, zijn thans ook in staking gegaan. Het mag als bekend worden veronder steld, dat de N.S.B. principieel de staking verwerpt in den nationaal-socialistischen staat. Punt 9 van het programma der N.S.B. zegt dienaangaande: „Stakingen en uitsluitingen zijn als anti-sociale uitingen verboden. Geschillen worden opgelost zonder storing van het bedrijf". In de „Toelichting" wordt de bedoeling van dit programma-onderdeel uitvoerig besproken. De N.S.B. stelt zich echter op het stand punt, dat in het demo-liberale stelsel den arbeiders in bepaalde gevallen geen ander middel overblijft dan de staking, hoeveel en hoe groote nadeelen dit ook voor hen en voor hum gezinnen zal medebrengen. De Nieuwe Rott. Crt. merkt hier bij op: Het zou interessant zijn te vernemen, welk „ander middel dan staking ter be schikking van de arbeiders in een nat.- soc. staat is, vooral in verband met het feit, dat de arbeidersloonen in Duitsch land in vergelijking met de loonen in 1929 meer gedaald zijn dan in Nederland of Engeland. Zou er eenig ander middel zijn dan de tanden op elkaar te bijten, zooals de burgemeester van Bremen, de heer Böhmker, onlangs op een vergadering van huis- en grondbezitters van het gebied Rijn en Main heeft gezegd, n.l.: „Menig huisbezitter, die klaagt over te hooge las ten, zou goed doen er aan te denken, dat de Duitsche hervorming slechts daardoor kan worden verkregen, dat de Duitschers gedurende een gansche generatie de tan den op elkaar moeten bijten om deze her vorming te veroveren. De huisbezitters zouden daarbij het voorbeeld der arbei ders voor oogen moeten nemen, die bij een gemiddeld maandelijksch loon van 90 tot 105 mark meestal een groot gezin hebben, maar in onvoorwaardelijke trouw Adolf Hitler volgen".... Tenzij men zoo voegen wij hieraan toe tegen het „middel" van de verhui zing naar een concentratie-kamp niet op ziet. Dit nummer beslaat alt vijf bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland Franco's antwoord aan Londen inzake de luchtbombardementen. (2de blad). De kwestie der Oostenrijksche schulden tusschen Duitschland en Engeland gere geld. (2de blad). De onderhandelingen te Praag. (2de blad). Binnenland De Nederlandsche regeering is bereid medewerking te verleenen inzake de com missie van waarnemers betreffende bom bardementen in Spanje, indien door beide partijen daartoe het verzoek wordt gedaan. (2de blad). Een besluit van het waterschap Barger- Westerveen, waardoor Zuid-Oost Drenthe uit zijn isolement is verlost. (2de blad). De exploitatie van het vliegveld Ypen- burg blijft onveranderd; onderhandelingen met defensie over overneming zonder re sultaat geëindigd. (2de blad). De nieuwe besprekingen tusschen par tijen, betrokken bij het conflict in de ha- ringvisscherij en den rijksbemiddelaar heb ben geen resultaat opgeleverd. (2de blad). Garage DE GROOT - Beestenmarkt Pastoor Perquin Toestand blijft zorgwekkend De toestand van Pastoor Perquin bleef ook heden de grootste zorg wekken. De trouwe luisteraars van den K.R.O., en vooral ook de zieken, worden uitgenoo- digd voor den zieke te bidden. De zieke mag geen bezoek ontvangen, De belangstelling aan het ziekenhuis is zeer groot. Er zijn tal van brieven en tele grammen binnengekomen, o.a. ontving pater Dito een telegram van den Pause lijken Internuntius, mgr. P. Giobbe, die den zieke zijn zegen schenkt en zegt, te zullen bidden voor zijn herstel. Hoezeer de belangstelling op prijs wordt gesteld, zij er nogmaals op aangedrongen, aan het ziekenhuis niet persoonlijk te komen informeeren, noch telefonisch in Rotter dam, noch bij den K.R.O. in Amsterdam er. Hilversum. De zieke zelf mag van deze belangstelling niet in kennis worden ge steld. Over het verdere verloop zal zoowel in de pers als voor de microfoon mededeeling worden gedaan. TWAALF REGEERINGS- COMMISSARISSEN IN OOSTENRIJK NAAR EEN CONCENTRATIEKAMP. WEENEN, 2 Juli (A. N. P.). Gouwlei der Buerckel heeft, aldus het Duitsch Pers bureau, een onderzoek ingesteld naar het optreden van alle commissarissen, die zijn aangesteld in de particuliere bedrijven, waarbij is gebleken, dat twaalf van hen de hen toevertrouwde zaken niet trouw heb ben behartigd. De gouwleider heeft daar op gelast deze commissairissen te arrestee ren en over te brengen naar het concen tratiekamp te Dachau. Dezer dagen zal gouwleider Buerckel een nieuwe verordening voor de commissarissen bekend maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1