WEGEN OER GERECHTIGHEID 3)e Seicbclie Goti/fccmt De terugkeer van de PK AFO van de K.N.I.L.M. op Tjililitan na den succesvollen proef-postvlucht naar Australië. Gezagvoerder Schott (midden) met zijn echtgenoote en tweede piloot Van Messel, na de aankomst op het vliegveld De voorbereidingen voor de tentoonstelling .Honderd jaar Fransche Kunst" in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Links jhr. D. C. Röell, directeur van het Stedelijk Museum Als onderdeel der studentenlustrumfeesten te Wageningen had op het Marktplein een volksdansavond plaats, door het Wageningsch Stu dentencorps aan de burgerij aangeboden Dinsdag maakten de leden van het Kon. Instituut van Ingenieurs een excursie naar het in aanbouw zijnde Amstelstation met bijbehoorende werken te Amsterdam Op weg naar de internationale schiet wedstrijden te Bisley, waaraan de beste scherpschutters ter wereld deelnemen Aan boord van de „Sipirok" der K.P.M. brak ter hoogte van Cheribon in het kolenruim brand uit Direct werd naar Batavia gestoomd, waar het vuur ge- bluscht werd FEUILLETON Naar bet Engelsch van SYDNEY HAkMOND (Nadruk verboden). Spannende Episoden uit de practyk van Mr. Alfred Mulligan, den beroemden strafpleiter, speurder en raadsman in mys terieuze aangelegenheden; naverteld door zijn toenmaligen jongeren medewerker. Mr. Hugh Steward. 13) Het eerste wat ik kon vaststellen, was dat de boemeltrein betrekkelijk leeg was geweest zóó leeg, dat de conducteur zich nog vrij goed kon herinneren waar de pas sagiers zaten. Het belangrijkste was natuur lijk om gewaar te worden in hoeveel cou- pé's slechts één reiziger had gezeten. Het waren er drie: een met een vrouwelijke, twee met een mannelijken passagier. „Nu kwam de grootste moeilijkheid. Ik schakelde de vrouwelijke passagier een oude dame uit en concentreerde mijn aandacht op de mannen. Ik ging naar ieder station na Pedlington, waar de trein had gestopt en had een onderhoud met den kaartjescontroleur, al moest ik mezelf be kennen, dat de kans, om mijn mannetje te snappen, lichtelijk fantastisch mocht hee- ten. Als het iemand was, die een paar eieren in een papieren zak bij zich had, was de zaak volkomen hopeloos. En toen kwam een enorme bof me te hulp! De con troleur in Marlingham vier stations voor bij Pedlington herinnerde zich een man, die met een mand eieren was uitgestapt en den weg gevraagd had naar een of andere boerderij. „Ik wreef me in de handen, want mijn intuitie zei me, dat ik op den goeden weg was. Ik ging dadelijk naar de bewuste boerderij en ontdekte, dat een zekere Me redith, de eigenaar van een kippenfokke rij, „Hatchaways" genaamd en niet ver van Pedlington gelegen, daar was geweest. „Nu wist ik, dat ik mijn man te pakken had! Je herinnert je nog de letters op de gebroken eierschaal: „atch en „ways". Hij was mijn men daar kon geen speld tus- schen. „Dus terug naar Pedlington, waar ik mij. eerlijk gezegd, niet onder mijn misschien wat afschrikwekkenden naam, voordeed als een gefortuneerd heer met pluimvee teeltneigingen. En al heel gauw kwam ik in contact met vriend Meredith, die zich al verheugde een willig object voor uit- kleedpogingen te hebben gevonden. Ver dere onderzoekingen brachten aan het licht, dat hij in ernstige financieele moei lijkheden verkeerde en maar al te graag zijn fokkerij zou verkoopen. Ook kwam ik er achter, dat hij altijd een Colt-revolver in zijn zak droeg een gewoonte, die hij, zooals hij beweerde, overgehouden had uit den tijd, dat hij in de Australische rimboe had gewoond. „Zoo zette ik de kleine comedie van van morgen in elkaar. Marshal, van Scotland Yard, de vingerafdrukkenspecialist, zat in de huiskamer en toen Sayers tegen me knikte, wist ik, dat een vergissing uitge sloten was. „Dat was een van die eigenaardigste mis daden" besloot mijn chef zijn explicatie, waarnaar ik met ingehouden adem had zit ten luisteren, „die groot gevaar opleveren van opopgehelderd te blijven of op een on schuldige te worden geschoven. De moord is natuurlijk niet met voorbedachten rade gepleegd. Toen die treinen een tijd naast elkander reden, maakte een verleiding zich van Meredith meester, die hij niet kon weerstaan en hij gre§p de kans aan om zich te ontdoen van een man, wien hij geld schuldig was, dat hij niet terugbetalen kon. En hij deed het zóó, dat hij overtuigd was, dat er nooit het geringst spoor van verden king op hem kon vallen. Veel last van zijn geweten had meneer Meredith niet! Toen Brigg's verstijvende handen het raampje sloten, moet de moordenaar zich volmaakt veilig hebben gewaand. Hetgeen hij ook geweest zou zijn, wanneer hij bijvoorbeeld een banaan, in plaats van met een ei een gemerkt ei nog wel! had gegooid! Maar dan was het me niet gelukt dien armen Harry Carter van alle blaam te zuive ren...." III. DE BRAND OP FORDHAM HOUSE. I. Mulligan reikt mij den brief toe, dien de derde aanwezige in zijn ruime werkka mer, een vlotte, knapp° jongeman van een jaar of drie-en-twintig, hem overhandigd had. Ik las: Beste Mulligan. Ik weet niet of je wel eens van Hubert Grenville hebt gehoord. Hij stierf twee jaar geleden en liet tot ieders verbazing ongeveer geen penny na, hoewel we alle maal dachten, dat hij er uitstekend bij zat. Hij was weduwnaar en de eenige persoon, die de dupe werd van het ontbreken van een nalatenschap, was zijn zoon Leslie, stu dent in Cambridge; een bovenstebeste, aar dige jongen, een opinie, die je onmiddel lijk deelen zult, als hij je dezen brief komt brengen. Het was hem natuurlijk onmogelijk cm af te studeeren en daar hij geen ooms of andere familie heeft, stelde ik voor, dat hij bij ons zijn tenten zou opslaan, tot hij een betrekking gevonden had. Maar je weet zelf, dat baantjes tegenwoordig niet opge schept liggen, vooral niet voor jongelui, die geen opleiding in een bepaalde richting hebben gehad. En het drukte den jongen geweldig, dat maand na maand voorbij ging, zonder dat zich ook maar iets voor deed; hij voelde zich als een klaplooper. Eindelijk schreef hij op een advertentie; het verdere verloop kan Leslie je zelf ver tellen. Misschien vind je me een idioot, om je kostbaren tijd in beslag te nemen, maar je scherpzinnigheid heeft al zooveel myste ries ontraadseld, dat ik er buitengewoon veel prijs op zou stellen je opinie te verne men. Het is misschien niet het werk van een advocaat, vooral niet van een strafplei ter van jouw naam en positie, om voor par ticulier detective te spelen, maar ik voel me eerlijk gezegd niet gerust en ik ver trouw, dat een oud vriend als jij mij deze dienst niet zult weigeren. Misschien blijkt het wel een kolfje naar je hand en naar die van je veelbelovenden medewerker, dien je mijn groeten wel wilt overbren gen. Met mijn dank bij voorbaat, je toegenegen, Dorian Curtiss. P.S. Leslie zou het vermoedelijk voor geen geld ter wereld toegeven, maar ik kan het denkbeeld niet van me afzetten, dat hijzelf ook niet bijster gerust is". Toen ik klaar was met mijn lectuur, gaf ik Mr. Curtiss' brief aan „den baas" terug. Mr. Alfred Mulligan wendde zich tot den jeugdigen bezoeker. „Stort je hart maar eens uit", moedigde hij met een glimlach aan. „Ik schaam mij eigenlijk om u er mee lastig te vallen, Mr. Mulligan", antwoord de Leslie Grenville. „Maar oom Dorian was er erg op gesteld, daarom ben ik gekomen. Het is mijn oom eigenlijk niet", voegde hij er aan toe. „Juist", knikte Mulligan, „dat heb ik uit den brief begrepen. Vertel me maar wat dat voor een geheimzinnig baantje was, waar je naar gesolliciteerd hebt". „Ik zal bij het begin beginnen", hernam onze bezoeker. „Het is nu ongeveer drie maanden geleden, dat ik op de adverten tie schreef: ik werd er langzamerhand wan hopig onder me steeds maar door oom Do rian te moeten laten onderhouden. Hij is de goedheid in persoon, maar ik kan toch niet eeuwig van hem afhankelijk blijven. En op een morgen zag ik deze advertentie in het ochtendblad". Hij haalde een krantenknipsel uit zijn zak en gaf dit aan Mulligan. Secretaris gevraagd. Moet onge trouwd zijn; 1 meter 80 lang, verder normale lichaamsbouw. Kennis van ste nografie niet vereischt. Hoog salaris. Brieven onder No. 231 bureau van dit blad. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 12