Een toevluchtsoord voor jonge werkloozen WOENSDAG 22 JUNI .1938 29ste Jaargang No. 9062 S)e £eki6eli£0oi4/fca/m lelefoon: Eedactie 15. fc_ T _w_ Adv. en Abomn.-Urieven rfe pa*. 2. Telefoon: Administratie 93S. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Pootbue 11. Het werkkamp „Vredesteyn" is voorbeeldig ingericht Vreugde door krachtige arbeid Werkkamp is een duidelijk, doch geen gelukkig woord. Jonge werkloozen smelten in htm ge dachten het woord „kamp" samen met „concentratie", en meenep, dat zij er als een goedaardig soort boeven behandeld zul len worden! Wel verre van dat! In zekeren zin is een werkkamp wel de gelijk een concentratie-kamp; alle lichame lijke en geestelijke vermogens van den werkloozen jongeman worden er opnieuw geconcentreerd op de vervulling van 's menschen hoogste levenstaak, welke sa mengevat is in het antwoord op de eerste vraag van de catechismus. Maar van dwaijg is althans tot nu toe geen sprake. Ze ker er heerscht orde en tucht, of (zoo men dat woord te gemakkelijk met „huis" verbindt!) discipline doch er wordt niet gedrild, de discipline wordt beoefend als vrienden-dienst en de orde is de gave vrucht van den geest van kameraadschap tusschen leiding en jongelui. Degenen, die aan een werkkamp deelna men, hebben slechts één aanmerking: dat de zes, hoogstens acht weken, veel te spoe dig voorbij zijn. Een bezwaar, inderdaad ernstig; wij komen daar straks op terug. In de schaduw van Egmond's priorij. Of dat nu ligt aan een zekere „esprit de clocher" voor ons eigen bisdom maar van de werkkampen, welke wij bezochten, leek „Vredesteyn" nabij Egmond ons het meest aanlokkelijke. Als de jonge werkloozen van ons Bisdom wisten, welk een weldaad him met een verblijf op „Vredesteyn" bewezen wordt, zou de kampleiding weldra met de handen in 't haar zitten, niet wetend, hoe de gega digden te herbergen in de frissche barak ken, die in een driehoek gegroepeerd staan rond de kapel, waar het levende Hart van dit kamp klopt. De geheele inrichting van „Vredesteyn" getuigt van een echt-Hollandsche proper heid: de luchtige slaapzalen, de recreatie zaal, de eetzaal het is tip-top in orde. Belangrijker echter dan de uiterlijke vorm is de geest, die er waait, en die is ge zond: vlot en ruimhartig,, een trouwe ka rakter-spiegeling van dengene, die in dit kamp de scepter zwaait, Broeder Irenaeus. Kunnen deze goede eigenschappen onge twijfeld ook aan de overige kampen (er zijn er 5, de „korte" niet medegerelcend) wor den toegeschreven, toch heeft naar onze meening „Vredesteyn" een streepje voor, omdat het beschikt over zulk een prachtig werkobject, als geknipt voor het doel, waarvoor het werd aangegrepen. Een herstellings-oord voor werkloozen. Een kamp kan men beschouwen als een werkloosheids-herstellingsoord, waar ge nezing wordt gebracht voor twee gebre ken, een verslapping van de levenshou ding en een vermindering van de geschikt heid tot arbeid. Niet de Duitsche kernspreuk „Kraft durch Freude" is bij dit genezingsproces de leiddraad, doch juist het omgekeerde daar van: Vreugde door Kracht. Het een is trou wens niet minder waar dan het: andere. Nu kan men de jongeman aan aller lei werk zetten en daarmede de arbeids geschiktheid verhoogen, doch indien zijn arbeid blijft zonder nut, indien het werkobject eenigszins „gezocht" is, zal hij niet die voldoening, niet die vreugde smaken, welke de geldelooze belooning is van normale arbeid, in dienst van het huis gezin of van het gemeenebest volbracht. Een jongeman van den goeden slag, die wederom in de greep van de arbeid komt, wil zich verdienstelijk maken. Zoo is zijn aard. Kan hij dat niet, dan zal op den duur de arbeid hem geen volle bevrediging schenken. En juist de herleving van het besef der eigenwaarde, het zich nuttig we- tén in de maatschappij is, dunkt ons, on misbare voorwaarde om het voornaamste doel van een werkkamp te bereiken: de versterking van de levenshouding. Het is onbetwistbaar en voor iedereen klaar en duidelijk, dat door onze jonge werkloozen in Egmond nuttige arbeid wordt gepresteerd, welke aan hun hoogste aspiraties kan voldoen. Of kan de wetenschap, het zijne er toe te hebben bijgedragen aan het herrijzen van de eertijds zoo glorieuse stichting van de Benedictijnen, een jongeman niet met rechtmatige trots vervullen? Zij kunnen zich daarbij ten voorbeeld stellen de eerste Benedictijnen, die een maal zelf hun eigen abdijgebouwen optrok ken en de gronden hebben vruchtbaar ge maakt, daarbij navolgend het devies van den grooten ordestichter zichzelf ster kend naar ziel en lichaam. Zoo bezien is het werkkamp in Egmond een echt Benedictijnsch instituut, waar het „ora et labora" met kracht in toepassing wordt gebracht. Al verrichten de jongelui op „Vrede steyn" dan het werk van monnikken, daar om is het nog geen monnikken-werk". De objecten zijn er grootscheepsch: grondver betering en de bouw van een klooster boerderij. (Voor de precisie-arbeid zijn de vakcursussen en de centrale werkplaatsen de aangewezen gelegenheden). De korte duur. Voldoet Egmond dus aan alle eischen, re delijkerwijs aan een werkkamp te stellen, wy ontveinzen ons niet, dat het slechts een lapmiddel is. Gelijk het Eerste Kamerlid De Bruyn dat in zijn praeadvies voor het Bossche congres opmerkte: „de nood wordt er door verzacht, hij wordt er niet door op geheven". Opname in het normale bedrijfs leven is het eerste doel van de werkloos heidsbestrijding; „Arbeids-spreiding" en emigratie zijn daartoe de meest geëigende middelen. Wil de jongeman echter een eerzame plaats in het vrije bedrijfsleven willen in nemen, dan zal het bezoek aan de werk kampen hem tot een flinke ruggesteun, en zooals wij gisteren reeds betoogden tot een kostbare aanbeveling zijn. Algemeen wordt het bezwaar gevoeld, dat de werkkampen van te korte duur zijn. De jongeman keert, na eenige maanden van opfrissching, terug in zijn vorigen toe stand. Ongetwijfeld zal het bezoek van het werkkamp hem een blijvende stut bieden, zal hij zich opgeven bij vakcursussen of centrale werkplaats doch hoeveel beter wa re het niet, als de werkkampen zóóveel tijd in beslag namen en elkaar zóó snel op volgden, dat het vooruitzicht van een oogenschijnlijk doelloos leven niet opnieuw voor hem werd geopend. De Til- burgsche hoogleeraar, prof. J. E. de Quay, heeft op het Bossche congres een pleidooi gehouden om de duur der werkkampen tot vier maanden uit te breiden, met het perspectief, dat, als de jongeman werk loos blijft, hij na eenigen tijd weer in het kamp wordt opgenomen. Dit kampwerk zou verplichtend zijn, 'n dienstbetoon aan de gemeenschap. Tegen over deze „arbeids-dienst" staan sommigen, die zich het angstwekkende probleem der jeugdwerkloosheid nog niet voldoende heb ben ingedacht, misschien wat huiverend en zij beroepen zich op de vrijheids-liefde van ons volk, doch zeer terecht heeft de Til- burgsche hoogleeraar verklaard, dat „het een gevaarlijk verschijnsel (zou) worden, indien men de vrijheidsliefde van het Ne- derlandsche volk ging aanvoeren, om op voedkundig-verstandige maatregelen on mogelijk te maken". Goede verzorging en een zakcentje. Ook over de materieele voordeelen van deelname aan een werkkamp, dient nog een woordje gezegd. Het eten is voortreffelijk (dat weten wij uit ervaring!), de verzor ging niet minder. Men werkt er niet „voor niets", doch ontvangt een zakgeld van 1.75 per week. Voor hen, die op langeren afstand wonen, worden de reiskosten ver goed; voor de werkloozen uit meer nabij liggende plaatsen wordt een fiets-vergoe- ding verleend. Bovendien' krijgt men alles gratis, zelfs werkkleeding en schoeisel. Al leen voor een haarkam, en, desge- wenscht voor voetbalschoenen, heeft men zelf te zorgen! Deelname aan een centrale werkplaats is eveneens zeer aanlokkelijk. Men ont vangt kosteloos vakonderricht, en tevens zakgeld. De leerlingen uit een centrale werkplaats, die aan een werkobject arbei den, krijgen 2.50 a 3.50 per week zak geld. Had men de deelname aan de werk kampen en cursussen nog aantrekkelijker kunnen maken?En toch verzuimde het grootste deel van de jonge werkloozen deze eenige gelegenheid om zich te bekwamen een gelegenheid, waarop jongens, die werk hebben, jaloersch kunnen zijn aan te grijpen. Mogen deze vluchtige indrukken van een pers-tocht het hunne er toe hebben bijge dragen, dat de belangstelling en waardee ring voor de vrije werkkampen zal aan groeien, bij.de jongemannen, maar óók bij de ouders. Voor den kamp van het leven is het werkkamp een goede en nuttige voorberei ding. R. V Een Jezuïeten-methode De afgevaardigde der N.S.B., de heer Rost van Tonningen, is, zooals men al weet, gisteren in de Tweede Kamer heel erg kwaad geworden. Hij was uitermate vertoornd op den voorzitter, die hem het woord ontnam, ontnemen móest. Hij vond dat optreden van den voorziter zoo afkeu renswaardig, dat hij, naar 't scheen, geen woorden kon vinden, krachtig genoeg, om er zijn afkeer en zijn afschuw in uit te drukken. Ja, tóch vond hij zoo'n uit drukking. Volgens het „Nationaal Dag blad" heeft de heer Rost van Tonningen bij het verlaten van het spreekgestoelte luide uitgeroepen, dat hij heteen Je zuïeten-methode vond; de „Telegraaf" meldt, dat deze heer heeft gezegd, dat hij 't „een gemeene Jezuïeten-streek" vond. Een vertegenwoordiger van dè N.S.B. drukt in het parlement zijn felste veront waardiging over. een bepaalde handelwijze aldus uit, dat hij die handelwijze vergelijkt met de methoden, die worden gevolgd door.de leden, de priesters eener Kloos terorde, die een der roemrijkste instellingen is der Katholieke Kerk: de Jezuïeten-Orde! Slechts één vraag. Moet een katholiek zichzelf geen beschamende lafheid verwij ten, als hij zulk een blaam op zijn Kerk, op zichzelf laat werpen? Is het m.a.w. mo gelijk, dat een katholiek, die lid is van de N.S.B., een dergelijke beleediging over zich heen laat gaan is dat mogelijk, als hij prijs stelt op zijn eigen eer?! DE WERELD IN VOGELVLUCHT LONDEN: In de niet-inmengingscom- missie schijnt een accoord tot stand geko men te zijn over de terugtrekking der vrij willigers uit Spanje. Of deze overeenstem ming bereikt is, dank zij het verlangen van Italië om het Britsch-ïtaliaansche verdrag zoo spoedig mogelijk te doen ingaan, we ten wij niet. Omtrent het verloop van de gisteren ge houden besprekingen der ondercommissie voor de non-interventie-commissie wordt medegedeeld, dat de voorzitter in herin nering heeft gebracht, dat de commissie in haar laatste bijeenkomst drie kwesties heeft behandeld de methode van tel ling van en classificatie der buitenland- sche vrijwilligers, de datum van wederin voering van de internationale controle aan de FranschSpaansche grens en verster king van het plan tot controle ter zee en dat omtrent de eerste twee overeenstem ming was bereikt» onder voorbehoud, dat ook ten aanzien van de derde eenstemmig heid zou worden bereikt. In den tusschen- tijd heeft de voorzitter verdere besprekin gen gevoerd met de gedelegeerden over bepaalde voorstellen, die naar zijn mee ning de controle ter zee volkomen doel treffend zouden maken, namelijk het per manent stationeeren in de voornaamste Spaansche havens van waarnemers en voortdurende controle in de Spaansche havens, waar handel met het buitenland wordt gedreven, en welke de technische faciliteiten bezitten voor het lossen van oorlogsmateriaal. Alle gedelegeerden heb ben daarop te kennen gegeven, dat zij be reid waren, de voorstellen tot versterking der controle ter zee te aanvaarden, waar door tevens volkómen overeenstemming was bereikt ten aanzien van de beide an dere kwesties, die in de laatste bijeenkomst worden behandeld. De vertegenwoordiger der Sovjet-Unie verklaarde dat zijn regeering, hoewel niet geheel voldaan over het laatste voorstel inzake de controle ter zee, het als een stap nader tot haar standpunt beschouwde, en derhalve bereid was, het als een compro mis te aanvaarden. De sub-commissie regelde daarop alle overige kwesties in een ontwerp-resolutie, waarin het plan der commissie inzake de terugtrekking der buitenlandsche vrijwilli gers uit Spanje is vervat. Er werd eveneens voorloopig van ge dachten gewisseld over de financiering van het plan. en men hoopt, dat hieromtrent een beslissing zal kunnen worden geno men in de Vrijdag te houden bijeenkomst. HANKAU: De strijd in China gaat zich nu verplaatsen. De Japanners verlaten het gebied dat door de overstroomingen wordt geteisterd. Zij behoeven zich daarom niet meer te bekommeren. Langzaam trekken de Japansche colonnes thans langs de oevers van de Jangtse op in de richting van Hankau. De Chineezen zijn niet van plan, Hankau zonder slag of stoot prijs te geven en zij zullen het den Japanners nog aardig lastig kunnen maken. En wanneer de Japansche troepen Hankau dan ten slotte zullen hebben ingenomen, zal de Chineesche regeering haar zetel inmiddels naar elders hebben overgeplaatst. De Japanners zullen nog heel wat man schappen en materieel en heel wat geld moeten verspillen, voordat het einde van dit Chineesche avontuur bereikt zal zijn. Lelden UITSLAANDE BRAND IN DE MAARSMANSSTEEG Twee bovenhuizen uitgebrand Hedenmiddag om kwart voor één is een brand uitgebroken in de perceelen van de firma Raumaxm en Teppema in de Maa rsmanssteeg. Op dat oogenblik stand de chef der zaak de heer Nieuwenhoven, in de winkel, waar hij bezig was met eenige werk zaamheden, toen een voorbijganger hem waarschuwde, dat er dikke rookwolken kwamen uit het dak en de bovenverdie ping van het middelste perceel, Maars- manssteeg no. 4. Direct werd de brandweer gewaarschuwd, welke met groot materiaal uitrukte. De brand had intusschen ernstige afme tingen aangenomen en woedde het ergst in de bovenverdieping van perceel no. 4, dat deels als magazijn in gebruik is, deels be woond wordt door de dames Reekers, die echter afwezig waren, zoodat men voorals nog voor een raadsel staat hoe de brand daar kan zjjn ontstaan. Intusschen wasde brand reeds overge slagen naar het dak en naar de eerste etage daaronder. De vlammen lekten langs de kozijnen en zware, dikke rookwolken vul den de nauwe Maarsmanssteeg en waai den over de Vischmarkt uiteen. Eerst werd door de brandweer een slang gelegd door het tegenover gelegen pand van den heer Holswilder, vanwaar uit de bovenverdieping water werd gegeven. Dit bleek echter niet voldoende. Als het water in de tweede verdieping gespoten werd, laaiden de vlammen op de eerste verdieping weer op en ook het pand der firma daarnaast genegen, no. 2 werd door het vuur aangetast. Hier had men het vuur echter spoedig onder de knie. In perceel 4 waren de vlammen moeilij ker te bedwingen. Er werden toen slangen gelegd door het pand no. 6 derzelfde firma door het magazijn aan den achterkant, aan den voorkant door den winkel, terwijl ten slotte ook aan den voorkant in de Maars manssteeg twee slangen werden uitgelegd en vanaf de straat water werd gegeven. De rookontwikkeling bleef echter voort duren en telkens poogden de vlammen zich weer een weg te banen naar buiten, wat door het werken met drie stralen aan de voorzijde echter verhinderd werd. Langzaam nam de rookontwikkeling af, maar toch eerst na een uur hard werken Dit nummer bestaat uit vier bladen. De heer Mr. S. Mok, wiens benoeming tot voorzitter van den Raad van Arbeid binnenkort te verwachten is. kon men zeggen, dat de brand bedwongen was. De bovenverdiepingen van perceel 2 en 4 waren volkomen uitgebrand, terwijl de ondergelegen natuurlijk ernstige water schade hadden gekregen. Ditzelfde was het geval met eenige om liggende huizen, welke eveneens van- het water, dat van de achterzijde in de vuur haard werd gespote, te lijden hadden vooral het pand der firma Hollandts aan de Vischmarkt, waar niemand- aanwezig was en waaruit behulpzame handen boe ken en bescheiden in veiligheid brachten. Om kwart voor twee was de brand be dwongen, waarna de brandweer met eeni ge stralen bleef nablusschen. De belangstelling was, zooals begrijpe lijk is, zeer groot, maar alle belangstellen den werden door de politie buiten de Maarsmanssteeg gehouden. De burgemeester, de commissaris en hoofdinspecteur van politie, wethouder Splinter en de directeur van Gemeente werken waren op het terrein van den brand aanwezig. De brandweer-comman dant, inspecteur Couzy, was niet aanwezig door. het bijwonen van het brandweercon gres te Leeuwarden. Omtrent de oorzaak vernemen wij nog, dat de brand vermoedelijk is ontstaan in een naast het magazijn gelegen bijkeuken voor het personeel, waar koffie en thee werd gezet en ook wel was werd gesmol ten. Het was echter op dit oogenblik nog niet na te gaan of dit hedenmorgen ook was geschied.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1938 | | pagina 1