VIRGINIA'S KEUZE
H. M. de Koningin bracht Dinsdag ter gelegenheid van de Markizaatsfeesten een
bezoek aan Bergen op Zoom. Na Haar aankomst inspecteerde de vorstin de
voor het station opgestelde eere-compagnie
De groote luchtverdedigings-oefeningen in Limburg zijn Dinsdag begonnen. Een stuk lucht»
afweergeschut in stelling. Op den achtergrond de Christoffeltoren te Roermond
Vargas^van ifrazifiif'is^in Voor de Fransche luchtmacht zijn te Reims oefeningen gehouden in luchtbombardementen. Een
het huwelijk getreden met kijkje op het vliegveld voor den start der deelnemende toestellen
Ruy da Costa Gama, een
aviateur. De bruid
Aan den maaltijd tijdens de lunch van
het Amsterdamsch Postaal Mannen»
koor bij hun bezoek aan Londen
indrukwekkende groep van lichte- en zware mitrailleurs op de mili
taire tentoonstelling te Maastricht, welke Dinsdag is geopend
Een detail van den Dinsdag te Bergen op Zoom gehouden allegorischen optocht,
welke door H. M. de Koningin vanaf het bordes van het stadhuis werd gade
geslagen
FEUILLETON
Naar het Engelsch
door
V THEA BLOEMERS.
50)
Marty, als je zoo doet, komt er aan
het geklets geen eind.
Laat ze maar kletsen. Ik wil hem te
rug hebben, Jane.
Roep hem dan terug.... en laat je
uitlachen.
Ik zal hem niet terugroepen.... dat
weet je. Maar m'n heele leven zal ik van
hem houden.
Toen was zij opgestaan, naar de reeling
gegaan en had over het water gestaard.
De zon ging op in rood en goud en straalde
over het rimpellooze vlak.
Marty huiverde en wrong haar handen
ineen.
Een nieuwe dag, maar alleen, zonder
hèml
XXV,
De reactie.
Toen Rickey den volgenden morgen wak
ker werd, zag hy zijn zuster door de open
staande deur in haar groene jurkje bezig
het ontbijt klaar te maken.
Eieren en hem, Rickey, zei ze, toen ze
naar binnen keek. Ik zal het bij te bren
gen, zoodra je je een beetje hebt opge-
frischt.
voel er niets voor om iets te eten,
zei hy en keerde zijn gezicht naar den
muur. Zij kwam naderbij en ging naast zijn
bed staan.
Rickey, beste, een kopje koffie dan?
Nee.
Maar jongen.
Ik sta niet op. Waarom zou ik opstaan?
Zijn stem klonk wanhopig, maar zij was
geduldig.
Kleed je maar eerst aan en kom dan
in de andere kamer; de regen heeft opge
houden en het is mooi en heerlijk buiten.
Niets is „mooi en heerlijk". Laat me
met rust, Jinny.
Zij legde haar hand op zijn arm, maar
hij sloeg ze weg. Toen ging ze weg en sloot
de deur en zat bleek, eenzaam en met som
bere oogen aan het ontbijt. Na enkele
oogenblikken kwam de kleine Roger bin
nen met de ochtendpost. Hij deed erg ge
wichtig.
Twee brieven voor u. Mag ik één mi
nuutje blijven? Moeder vindt het goed.
Jawel, maar dan moet je heel stil zyn.
Mijn broer is hier en moet slapen.
Roger fluisterde:
O, ik zal heelemaal geen leven ma
ken.
En terwijl Virginia de brieven las speel
de Roger met het katje. De eerste was van
Michael en deed haar oogen stralen. Zij
las hem twee keer en nam toen den langen
brief van haar moeder, die haar erg ver
raste. Vader was beter en verlangde naar
huis terug.
„Naar Annapolis met jou en Rickey
bij ons. Rickey zou kunnen schrijven en jij
en ik zouden voor het huishouden kunnen
zorgen. Ik weet wel, dat er geen meubilair
is, maar vader zegt, dat hy liever in het
oude huis kampeert, dan ergens anders in
weelde leeft. Wij zijn er zóó aan gehecht,
liefste, we zouden den lieven dierbaren
grond, waar we geboren zijn, wel kunnen
kussen; we houden van iederen steen van
de ruwe trottoirs daar in die oude stad,
van ieder arm huisje en tuintje.
Daarom willen we terug. Kun jij niet
eens alles voor ons overleggen? Jinny, lie
veling, het lijkt wel, of we al onze lasten op
jouw schouders moeten laden. Schrijf me
eens over Rickey. Hoe staat het met zijn
boek? En is hy nog in Florida? Den laat-
sten tijd hebben we niets meer van hem ge
hoord. En jij vertelt zoo niets over je zelf.
Je brieven zijn lang en zooals jij bent: ver
standig en opgewekt. Maar er staat niets in
van wat we zoo graag zouden willen we
ten. Ik ben ongerust, Jinny Ben de geluk
kig? Je bent zoo ver weg, lieveling. Ik zou
mijn armen om je heen willen slaan."
De kleine Roger was weggegaan en had
't katje met zich meegenomen en Virginia
was blij, dat er niemand was, die haar tra
nen kon zien, toen ze den brief van haar
moeder beëindigd had.
„Je bent zoo ver weg, lieveling, ik zou
mijn armen om je heen willen slaan."
O, hoe verlangde zij naar de beschutting
van die armen, naar de kracht van die kal-
meerende tegenwoordigheid.
Toen zy opstond om aan haar werk te
gaan, ging de deur tusschen de beide ka
mers open en Rickey kwam binnen. Virgi
nia had zijn oude ochtendjas over het voe
teneind van zijn bed gelegd, maar hij had
er de voorkeur aan gegeven zijn Japansche
aan te trekken, die hij op het jacht had ge
dragen, met de schitterende blauwe vlin
ders tegen een zwart fond. Het flatteerde
zijn blondheid bijzonder.
Hij wierp zich op den divan en duwde de
kussens in zijn rug.
Je kunt me wel wat koffie geven, Jin
ny.
Zij gaf het hem en maakte met zorg zijn
ontbyt klaar: brood met een gekookt eitje.
Ik heb er nog eens over gedacht, zei
hy toen hij klaar was. Over „Vlammende
Schoonheid". Maar er bestaat absoluut
geen reden om het aan McMillan af te
staan.
Tenzij, dat je je door een belofte ge
bonden hebt.
Belofte!? Rickey lachte kort en luid.
Wie maakt zich daar nu dik om? Die zijn
gemakkelijk genoeg te breken. Vraag het
maar aan Marty van Duyne.
Ik weet het, lieveling.
Rickey begroef zijn gezicht in de kussens
van den divan.
Je weet het niet!
Na een langdurig zwijgen sprak zij hem
kalm en rustig over de toekomst, over
roem, fortuin.
Je hebt het in je macht iets te berei
ken!
Hij luisterde begeerig.
Marty gelooft niet in me, zei hij, maar
ik zal het haar toonen. En ik zal het
McMillan toonen. Hij kwam weer terug op
zyn oude grief.
Begrijp eens en voor altijd, Jinny, dat
hij het boek nooit krijgt. Je hoeft niet aan
te komen met de opmerking, dat jij er den
heelen winter aan gewerkt hebt, want dat
heeft geen mensch je gevraagd.
Haar rechtvaardigheidsgevoel kwam in
verzet.
Het manuscript, zei ze, is even goed
van my als van jou. Als je de feiten onder
de oogen durft zien, zul je dat moeten toe
geven.
Hij begon te lachen.
Dat is klets, Jinny, dat weet je even
goed als ik.
Zij werd bleek.
Rickey, schaam je, om zóó tegen my
te spreken.
Zij keek hem strak aan en hij mompelde:
Het spijt me.
Zij knielde naast hem bij den divan en
drukte haar wang tegen de zijne.
Rickey, je weet toch, dat ik zooveel
van je houd.
Hij wist het. Maar hij was zichzelf niet,
zei hij. Zijn leven was voorbij.
Waarvoor moet ik nog leven? Jinny,
toen ik Marty's brief kreeg, hield één ge
dachte me nog overeind: ééns zou ik haar
laten zien wie ik was en wat zij. Ik zal „De
Zilveren Tooverfee" schrijven en dan zal.
zij zichzelf zien, zoo als ik haar zie. Ik zal
haar oud en ongelukkig maken en als zij
weer met haar oude toovermacht wil be
ginnen, dan Zal iedereen haar uitlachen,
uitgieren, uitjouwen.
Hij sprak wild. Virginia trachtte hem te
kalmeeren, toen zij eindelijk naar beneden
ging om Michael op te bellen, scheen hy te
slapen.
Maar hij sliep niet. Zijn verwarde geest
hield zich bezig met de dingen, waarover
hij en zijn zuster zoo juist hadden gespro
ken. Hij had zijn oogen gesloten om Jinny
niet te zien. Jinny, wier kracht eten voort
durend verwijt was voor zijn zwakheid;
Jinny, die haar wil plaatste tegenover den
zijne; Jinny, die hem gedwongen had te
zeggen: „Het spyt me".
(Wordt vervolgd).